MIDDELRURGSCHE
COURANT.
N- 46.
Donderdag
21 Maart.
1867.
Editie van Woensdag avond 8 uren.
Middelburg ao Maart.
De begrooting voor marine is heden door de tweede
kamer met 44 tegen 26 stemmen aangenomen.
[b-isteren werd een amendement van den heer de Roo
van Aldewerelt, strekkende om in plaats van 3 monitors
en 3 stoomrammen, slechts 6 monitors en 1 stoomram te
doen bonwen, met 38 tegen 29 stemmen verworpen.]
Daarop zijn de discussiën over de begrooting van oor
log aangevangen. Verschillende amendementen zijn
ingediend, waaronder een van den heer Stieltjes tot ver
mindering der cavalerie, uitbreiding der infanterie enz.
Bij Provinciaal blad no. 40 heeft de commissaris des
konings aan burgemeesters en wethouders dezer provincie
medegedeeld, dat bij besluit van den minister van finan
ciën het beheer dercontróle van de directe belastingen en
van het kadaster in deze provincie voorloopig en tot
daaromtrent nader zal zijn beschikt, is opgedragen aan
den adjunct-controleur E. F. Sineets, ter standplaats
Middelburg.
De leden der Utrechtsche studenten-vereeniging tot
vrijwillige oefening in den wapenhandel hebben zich bij
adres tot de tweede kamer der staten-generaal gewend
om, naar aanleiding der aanhangige wet op de schutte
rijen, te verklaren dat zij zich voorzeker niet wenschen
te onttrekken aan de schoone roeping om het vaderland
te verdedigen, maar dat zij, behoudens hun plichten om
i .-en van.£evaar °P 'e trekken en behoudens de ver-
p ïcbting om jaarlijks een aantal oefeningen bij te wonen,
et wenschclijk achten dat de studenten, die lid zijn
van dergelijke vereenigingen tot oefening in den wapen
handel, vrijgesteld worden van den schutterlijken dienst,
omdat gedmende de drie zomermaanden, voor de oefe
ningen bestemd, bijna alle studenten wegens de zomer-
vacantie buiten de academiestad zijn en voorts, door
hunne eigenaardige roeping en werkzaamheid, de dagen
en ureb, voor de oefeningen bestemd, voor hen meestal
ongeschikt zijn.
De minister vau binnenlandsche zaken heeft ter ken
nis van belanghebbenden gebracht, dat aan hen, die tot
het natuurkundig, en aan hen die tot het geneeskundig
examen wenschen te worden toegelaten, de vrijheid
wordt gegeven het examen gedeeltelijk in de voor'jaars-
zitting der commissie en gedeeltelijk in de najaarszit
ting af te leggen. Zij, die van deze vergunningen wen
schen gebruik te maken, zijn gehouden daarvan vóór
1 April kennis te geven aan den voorzitter der commis
sie, belast met het afnemen der examens; zullende de
commissie niet verplicht zijn op een later gedaan ver
zoek acht te slaan.
Zij, die tor het geneeskundig examen wenschen te
worden toegelaten en splitsing verlangen, behoeven de
verklaring, bedoeld in art. 5 der wet van 1 Juli 1865,
dat zij gedurende minstens twee jaren de heelkundige
behandeling van zieken gevolgd hebben, en het bewijs,
dat zij in tegenwoordigheid vau een verloskundige hier
te ando minstens tien gewone en twee buitengewone
verlossingen verricht hebben, eerst over te leggen in de
najaarszitting der commissie.
Benoemingen en besluiten.
ridderorden. Benoemd tot ridder der nrrtp van Hon
Nederlandschen leeuw de heer F. P. L. Pollen, honorair
te Leiden 8 rlJ ma8eum van natuurlijke historie
Vergunning verleend aan den heer J. H. Cornelder,
consul van Griekenland te Rotterdam, tot het aannemen
en dragen der versierselen van ridder der orde van den
Verlosser, hem door Z. M. den koning van Griekenland
geschonken.
leger. Uit den militairen dienst ontslagen de 2e luite
nant van het regiment rijdende artillerie H. C. A. de
Braconier van Nes, met toekenning tot aanvankelijk
'evensonderhond voor den tijd van driejaren van een
"Jdelijseu onderstand ten bedrage van f 125 'a jaars.
Kerknieuws.
De heer N. II. de Graaf, predikant bij de Nederduit-
scne hervormde gemeente te Rotterdam, beeft voor het
oep naar 's Gravenhage bedankt.
ÏT ,^e Detranehement heeft Zondag de stemming plaats
gehad over het al of niet behouden van het thans be-
tif»3) 6 kerkelÜb; reglement. Van de 114 stemgerech-
ene e ^anslidmaten hebben 21 hunne stem uitgebracht,
den ^'e ^en kerkeraad machtigden op den bestaan-
ben0T°et v00rt te Saan, en 14 die de nieuwe wijze van
emen van kerkeraadsleden en beroepen van predi
kanten voorstonden, zoodat voortaan die benoeming en
beroeping volgens het nienw synodaal reglement binnen
die gemeente zal plaats hebben.
Marine en leger.
Zr. Ms. fregat met sloomvermogen Adolf hertog van
Nassau, onder bevel van den kapitein ter zee G. P. J. Mos
sel, en Zr. Ms. korvet van Speyk, onder bevel van den
kapitein-luitenant ter zee P. van der Velden Erdbrink,
hebben, ter voortzetting hunner reis naar Nederland,
Gibraltar verlaten, eerstgenoemde den 14 dezer en laatst
genoemde den 16 daaraanvolgende. Stoalscour
Ter vorming van een reserve-kader, is door den
minister van oorlog bepaald dat de onder officieren en
korporaals beneden de 45 jaren, die een vervroegd ont
slag uit den dienst vragen, zich zullen moeten verbinden
om, ingeval van oorlog of andere buitengewone omstan
digheden, zoodra zij hiertoe worden opgeroepen, zich
onverwijld ter beschikking te stellen van het departe
ment van oorlog, ten einde in hunnen graad, hetzij bij het
leger, hetzij bij de schutterijen weder militaire diensten
te verrichten.
Gemengde berichten.
Volgens berichten uit Roubaix waren de ongeregeld
heden, die daar plaats hadden, van zeer ernstigen aard.
De wevers en spinners, ontevreden dat nieuwe getouwen
werden ingevoerd van eene zoodanige constructie dat
éen man voor het toezicht op twee dier werktuigen vol
doende was, zijn in oproer gekomen. Men schat het
aantal werklieden, dat aan de beweging deel nam, op
25,000. In de fabrieken van de heeren Grimonprez,
Delattre, Dillies, Desrousseaux, Scamps, en Frangois en
Henri Roussel werd alles vernield. Hetzelfde loi onder
gingen de woonhuizen van de heeren Scamps en Des
rousseaux. Ten laatste werden de fabrieken van Henri
Roussel en Desrousseaux in brand gestoken. Van alle
kanten werden troepen op Roubaix gedirigeerd, bij wier
nadering het werkvolk uiteenging. Er hebben sedert
een aantal arrestatiën plaats gehad.
Men deelt uit Delfshaven de volgende bijzondor
heid mede, waaruit blijken kan, dat de oude betrekking
op Nederland in Noord-Amerika nog niet is vergeten:
„Ongeveer een jaar geleden werd door ds. Cohen
Stuart, te Rotterdam, de begeerte overgebracht van een
vermogend ingezeten der stad Chicago in Illinois, die
grootendeels op eigen kosten een kerkgebouw zou stich
ten, en daarvoor een gedenksteen verlangde ter herin
nering aan de plaats, van waar de zoogenaamde „Pel-
grimindere," de eerste grondvesters van de tegenwoordige
republiek der Vereenigde staten, in het jaar 1620 naar
hun nieuw vaderland onder zeil zijn gegaan. De kerke-
raad heeft aan dien wensch voldaan en een grauwen
loodsteeu, uit het koor van de kerk afkomstig en het
jaarmerk 1595 dragende, naar Amerika overgezonden.
Thans is bericht ontvangen, dat 8 Februari II. de nieuwe
kerk, eene der schoonste in de Vereenigde staten, plech
tig is ingewijd. In den voorgevel prijken met toepasse
lijke onderschriften, naast den steen van Delfshaven,
twee anderen, een van Scrooby Minor, de plaats in En
geland waar de meesten dier kolonisten woonden, eer
zij naar Holland waren overgekomen, en een van de
bekende Plymouthrots, waar zij, in de nieuwe wereld
aangeland, het eerst voet aan wal hebben gezet. Van de
officieele opdracht dier gedenksteenen aan het kerkge
bouw is eene acte opgemaakt, waarvan een afschrift op
perkament, met het zegel der autoriteit voorzien, aan
onzen kerkeraad toegezonden is." (iV. Roti. cour.)
Uit Antwerpen wordt van 15 dezer het volgende
geschreven: Het is onze politie gelukt eene bende in
handen te krijgen die veel schade aan onzen handel kon
doen. Sedert ongeveer eene maand liepen geheele beman
ningen van bare schepen weg, zonder dat de politie ze
op het spoor kon komen. Bij verdubbelde waakzaamheid
heeft men in den nacht van 13 op 14 dezer zeven per
sonen aangehouden, waarvan er drie als vrouwen ver
kleed waren, op het oogenblik dat zij zich aan boord
van vreemde schepen begaven. Heden nacht werden
twee anderen gearresteerd, die zich gekleed hadden als
agenten der maritime politie. Van jenever voorzien,
begaven zij zicb aan boord der schepen, maakten de
equipagiën dronken, wierven ze aan en deden ze met
den spoortrein naar Ostende of Rotterdam vertrekken,
vau waar zij naar Engeland werden overgevoerd. Dit
«lies had met verwonderlijke handigheid plaats, tot
groot nadeel der gezagvoerders, die den volgenden
morgen al hun volk kwijt waren.
Burgerlijke stand.
Middelburg. Eerste huwelijksafkondiging van den
17 dezer: J. Wisse, jm. 23 j. met J. de Vogel, jd. 48 j.
A. Vreke, jra. 27 j. met C. Groeneweg, jd. 32 j. D. den
Broeder, jm. 22 j. met C, Hagethornjd. 22 j. L. Vermaat,
jm. 26 j. met J. J. Rietvelt,jd. 31 j. P. W. van de Kamer,
jm. 25 j. met M. N. Veltmaat, jd. 26 j.
(Van 9 tot 16 Maart.)
Vlissingrn. Gehuwd: F. J. Goemans, jm. 29 j. met
C. F. Coenegragt, wed. van P Luitwieler, 56 j.
Bevallen: S. F. van Hooff, geb. Smit, z. H. Maquelin,
geb. Bestelink, z. S. H. Pieterse, geb. Bil, d. E. D. van
den Bergen, geb. de Heer, d. J. H. Vinju, geb. Kristel, d.
M. Fey, geb. Aggenbach, d. J. F. de Heer, geb. Hoe-
landt, d. M. J. Smits, geb. van IJzerloo, z. M. Scheen,
geb. Ilarkema, d. (doodgeb.) N.Guedon, geb. Speckens, d.
OverledenA. C. Lagaay, wed. van A. G. van Over-
beeke, 91 j. J. P. Welink, wed. van J. Kerenbuijs,
81 j. M. C. Siegers, d. 3 j. A. Bijl, z. 11 w. E. B. Boijèr,
man van S. M. H. Post, 60 j.
Goes. Gehuwd: M. Hogesteger,jm. 31 j. met M. Cats-
man, jd. 64 j. N. Rcmijnse, jm. 23 j. met M. de Schip
per, jd. 26 j.
Bevallen: F. A. Delnaay, geb. van Duin, z. M. T. Rom-
bouts, geb. Schik, z. J. Bnrgs, geb. Steenbakker, z. M. do
Laat, geb. Verbeem, z. M. Janso, geb. Bras, z. D. Kuzee,
geb. Verheide, d. K.Karelse, geb. de Schipper, d. C.Non-
nekes, geb. Reijnbont, z.
Overleden: P. Olbertijn, z. 5 w. W. Verhage, z. 4 w.
A. Morien, vrouw van C. Geers, 44 j. J. Blomkun, d. bijna
2 j. B. de Hond, z. 2 j. C. Reijnbout, vrouw van D. Non-
nekes, 34 j.
Zikrikzee. Bevallen: E. in den Bosch, geb. Wetting, z.
J. Slootmaker, geb. Turelure, z. T. Okkerse, geb. Flo-
hil, d. O. Jongmans, geb. van den Berge, z. II. Koevoets,
geb. Monnée, d. E. Kutscbeit, geb. Goldhousen, z.
J. Schults, geb. de JoDge, z. W. Uül, geb. Moermond,
z. (doodgeb.)
Overleden: W. Janse, jm. 25 j. (te Soerabaya 21 Mei
1866.) W. Bijkerk, weduwn. 81 j. W. Meliefste, z. 5 m.
D. Vermeule, man van C. de Neef, 44 j.
Thermometerstaiifl.
18 Maart.'sav. 11 u.33 gr.
19 'smorg.7u.34gr.'smidd.lu.38gr.'sav.llu.36gr.
20 'smorg.7u.36 'smidd.lu.41gr.
S taten-geue raal
TWEEDE KAMER.
Zitting van Maandag 18 Maart. Ingekomen wetsont
werpen voortzetting der discussiën over hoofdstuk VI
der staatsbegrooting.
Is ingekomen een wetsontwerp tot vaststelling der
uitgaven wegens verstrekking voor het departement van
marine over 1867.
De algemeene beraadslagingen over de begrooting
van marine zijn heden ten einde gebracht.
De minister van marine beantwoordde nogmaals de
verschillende sprekers en deed uitkomen dat volstrekt
niet gebleken is dat de meerderheid der kamer wettelijke
marine- en legerorganisatie verlangt. Hij deed wijders
den heer de Roo opmerken, dat het bezit van rainschepen
volstrekt noodig is om landingen en het blokkeeren van
onze havens te beletten. Wanneer wij geen ramschepen
hebben, dan zou zelfs de kleinste zeemogendheid meteen
paar gepantserde schepen al onze havens kunnen blok
keeren en zoowel het uit- en binnenloopen der handels
schepen beletten, als dat men onze handelsvloot buiten
gaats zou kunnen nemen. Ter beantwoording der perso-
neele aanmerking van den beerde Roo, zeidede minister
dat hij niet aannepmt dat men zijne voorstellen goedkeurt
alleen om zijn persoon, maar wel om zijne 40jarige
trouwe plichtsvervulling en wegens do diensten door
hem in zijne verschillende betrekkingen bewezen. Ten
slotte deed de minister nogmaals een beroep op het
vertrouwen der kamer, geen onbeperkt, maar wèl een
zoodanig, waarbij hij bereid is alle inlichtingen te geven
en waardoor hij tevens onderworpen blijit aan alle moge
lijke controle.
De beer Geertsema verklaart zich genegen de middelen
toe te staan, noodig voor de verdediging van ons onafhan
kelijk volksbestaan. Hij had evenwel verlangd dat
de regeering, bij deze algemeene beschouwingen, bad
medegedeeld: 1. hare zienswijze omtrent onze verhou
ding tot de andere mogendheden2. welke onze toestand
is voor bet oogenblik; en 3. welk gevaar wij te duchten
hebben. Hij heeft gehoopt eene opzettelijke uiteenzetting
te zullen ontvangen der vraag: hoe en op welke wijze
wij ons zullen verdedigen; hoeveel dit zal kosten en
tevens aanwijzing der middelen, opdat blijke dat de
financieelo krachten niet worden te boven gegaan. Nu
dit niet geschied is, constateert hij dat het eigenlijk
stelsel der regeering in baar geheelen omvang niet in
deze openbare debatten zoodanig is behandeld dat, bij
aanneming der begrooting, de kamer kan geacht worden
het geheele stelsel der regeering te hebben goedgekeurd.
Hij deed verder opmerken dat er thans een geheele