ïï7ËteC,liKr,u,,w'-*• öuitfnlanö. t)anömbf richten. 2H)ucrtcnticn. kennen, dat het materieel thans nog niet hier te lande bij particulieren kan worden aangebouwd, omdat zij geen patKser-iuncbtiugen hebben. Eene wijziging der pen sioenwet voor de zee-officieren ligt pereed. Voor het oogenblik meent de minister peene wijzigiug in de straf bepalingen voor de matrozen te moeten brengen, lil antwoord aan den heer Tho. becke merkte hij nog op, dat het wel mogelijk is dat de kamer nooit aan gevraagde vei hoogingen voor het defensiewezen heeft geweigerd, maar dat het ook mogelijk is, dat door den ministerraad niet altijd toestemming is gegeven voor het aanvragen der noodige gelden. Verder vroeg hij den beer Thorbt-cke, waarom hij, die thans zoozeer aandringt op wettelijke marine-organisatie, toen hij minister was, het voordiagen eener zoodanige wet niet van de vroegere ministers van inariue heeft traebteu te verkrijgen. liet denkbeeld eener directe mailpakketvaart tusschen Iudië en Nederland wenscht de minister met zijn ambt genoot voor kulouiën te bespreken. Vooreen beliooilijken vooriaad van pautserplatoii en ijzer zal zoig woiden gedragen, len slotte gal de minister te kennen dat hij nog voorstander blijft tan de instelling van een raad van marine. Zoolang die er echter niet is, is hij vourue- mens steeds kundige zeeofficieren te raadplegen. De quaestie der legerorganisatie bij de wet werd hier op nader door den minister van ooi log behandeld. fJij deed daarvan al bet nadeelige uitkomen en kou zich er volsiieat niet mede veieeuigen, om thans van de bevol king zaken te vragen, waarmede zij zich and. rs niet zon vereenigeu. üij gelooft niet dat de regeeriug van den tegenwoordigeu toestand misbruik mag maken. Met allen ceibied voor de leden dezer kamer gelooft de miuister dat eeiie wet op de legerorganisatie even goed door vorige als door volgende kamers tot stand kou worden gebracht. De niet wettelijke regeling zou, volgens deu he. r de Roo, steeds een griel zijn legen deze regee riug. De uituister hoopt dat dit de éenigo gilef moge zijn, die tegen deze regeering zal worden aangevoerd. De bijzonderheden van bet defeusiestelsel zal do minister bij de behandeling zijner begrooting bespreken. De minister van financiën bestreed in de eerste plaats nogmaals hei. denkbeeld van gelijktijdige wettelijke vaststelling der middelen, en deed vervolgens uitkomen dat iu al de uitgaven van den dienst van 1867 zal kunnen wo.deu voorzien. Om dit te bewijzen beriep hij zich op eeu aantal cijters, waarvan de conclusie was dat er, wan neer ook al de uitgaven, die nog niet zijn aangevraagd, Woiden toegestaan, slechts zal behoeven te worden voor zien in een bedrag van f 3,500,385, dat evenwel nog aan zienlijk zal verminderen door hoogere bijdragen uit Iudië. feu slotte gaf de minister de toezegging dat hij, na vast- e mg door de kamer der uitgaven, een wetsontwerp za voordragen tot aanvulling der wet op de middelen. iva deze redevoeringen volgden replieken vau de heeren 01 becke, de ltoo van Aldewerelt Storm van 's Grave- sande en 's Jacob. Do heer riiorbecke bleef zijn stelsel van wettelijke regeling handhaven en zeide, dat het onder vorige uiiuis- teriën niet kon geschieden, omdat de toestand der mai ine toen geheel anders was. Hij meent dat de verwezenlijking van zijn denkbeeld grooter vrijheid van bandelen aau de ministers zal geven. De rede van deu minister van finan ciën wenscbte hij eerst te beantwoorden na die te hebben gelezen, doch nu reeds verklaarde hij alleen dan de aan gevraagde gelden te zullen toestaan, wanneer hij zeker heid heett dat de noodige middelen aanwezig ziju. De beer de Koo van Aldewerelt verdedigde nogmaals zijn gevoelen, dat het uoodig was dé verdediging der Ijseilinie op te geven; bij zi.g hierin geen oneer voor bet land, en drong bij herhaling aan op eene wettelijke legerorganisatie. Hij komt op zoowel tegen beu die niets voor liet defensiewezen willen doen, als tegen hen die blindelings al het aangevraagde willen toestaan. Zelf standig onderzoek acht hij noodzakelijk. De beer Storm van 'sGiavesaude trad weder op als verdediger van bet slelsel door de commissie voor de kustverdediging aangegeven, en bleef volhouden dat liet zeer nadeelig zou werken bij de wet te bepalen dat de iJsellinie en dus meer dan de helft van het land, onver dedigd zou worden gelaten. Ten slotte protesteerde hij er tegen, dat de kamer legerorganisatie bij de wet zou verlangen, en richtte ook bij de vraag tot den heer Ook de heer 'sJacob kwam er tegen od dat het de wenseh der kamer zou zijn, die wettelijke leger- en marine- organisatie verlangde. Hoezeer zijne bezwaren niet geheel waren weggenomen, zon bij toch voor de begroo- tingeü stemmen, omdat hij \an verwerping slechts nadeel wacht en uitstel van hetgeen thans dringend uoodig is. Algemeen overzicht. Volgens eene mededeeling in 1'Indépendance beige zou d® Luxetnbnrgscbe qnaestie beden in de vergadering ITt I ^oor^ Duitscli parlement behandeld worden. 1 de verklaringen van den heer von Bisuiarck zal men an al zoo kunnen vernemen welke gevoelens bij te dien a's zÜne wil doen beschouwen, de vJ..,Tllen n0^ met een en'te' woord terugkomen op rerf 'J .S 'n het Fransch wetgevend lichaam gehouden We°ri0Hr'"een der heeren Garuier Pagès en Emile Ollivier. do r r c'üor Thiers verdedigde politiek door hem zelf den h n Va-D ''et gezond verstand genoemd, die van ®er Garnier-Pagès wordt door een Parijsch dagblad de politiek der naïviteit geheeten, terwijl die van den beer Ollivier met deD naam van de politiek der verblin ding wordt bestempeld. De beer Garuier Pagès sprak vau moreele beginselen waardoor de staten in hunne verhoudingen onderling moesten geleid worden, afge scheiden van tractaten en overeenkomsten. Het ia echter vrij duidelijk dat zulke moreele beginselen „ne marohent pas tout seuW\ en dus juist in en door tractaten zich moeten uiten. Voorts verdedigde de sprekei het. beginsel der nationaliteiten en beweerde dat de heer Tbiers de gevolgen daarvan zeer overdreven had voorgesteld. Zeer trok de heer Garnier Pagès eindelijk te velde tegen de wapeningsmaatregelen in Frankrijk, waaidoor een per manent leger vau 1,200.000 man op de been wordt gebracht. Daarin zeide hij ligt een systeem van aanval, daarin ligt de mogelijkheid om de grenzen uit te breiden, de mogelijkheid om België te veroveren." De politiek der verblinding van den heer Ollivier bestond in de verdedi- giug van de volgende minstens zeef zonderliuge stellin gen. Volgens dezen spreker had de Duttsche eenheid geen vijandig karakter tegenover Frankrijk; volgens hem moest men wel onderscheiden de iultjvingeu van den minister von Bismaick en zijne confederatie pogingen. De inlijvingen van Hannover, Fiatikfort, Hessen, de hertogdommen noemde oe heer Ollivier „eene scheuditig der beginselen van rechtvaardigheid en eerlijkheid," doch het tot stand kouien van den Noorddititscken boud is op wettige wijze geschied. Wij tvekenen hier voorts de drie volgende al Ier wonderbaarlijkste redeneringen van den heer Ollivier op: 1. Niet Pruisen beeft Oosten rijk aangevallen, maar Oostenrijk Pruisen. 2. Het was onmogelijk om Frankrijk invloed te doen gebruiken op Italië, juist omdat Frankrijk voor de Italianen bad ge streden. 3. Het vereeuigd Duitschland zal aan Frankrijk tot bolwerk strekken tegen Kusland. Eergisteren beeft in bet wetgevend lichaam na den heer de la Tour de minister Kouher de tbeoriëu ontwik keld, welke de Napoleontische regeeriug op dit oogenblik wel aan de vergadering wil voorstellen, als leidende hare politiek. Do Fransche regeering verklaarde bij monde des beo reu Konber dat Frankrijk door de laatste gebeurtenissen in Duitschland noch aan grondgebied noch aan invloed verloren beeft, terwijl hij bet deed voorkomen alsof door keizer Napoieon's bemiddeling de vrede wei d gesloten. Frankrijk kan zich dan ook over de tegenwoordige posi tie van Pruisen niet verontrusten. Zoodra Pruisen's uitbreiding een gevaar mocht worden voor bet evenwicht in Europa, dan zou door eene toenadering van Frankrijk en Engeland, eene geduchte macht tegenover Pi insen optreden. Zulk eene toenadering zou ook het geval zijn, indien liuslaud de politiek zou willen volgen in bet Oosten, welke men aan die mogendheid toedicht. Ten slotte legde de beer Rotiher de verklaring af dat, waai de invloed van Frankrijk steeds vermeerderd is, bet geene uitbreiding van grondgebied behoett te erlangen. Van de geheole redevoering des ministers Kouher waren overigens voorzeker deze woorden voor Nederlaud wel de belangrijkste: „Hoe! Pruisen zou thans niet voor eeuwen lang tevre den zijn gesteld? Zijne grenzen zouden niet zijn bepaald door het tractaat van Nicolsbnrg? Het zou zelfs tot aan de Zuiderzee willen gaati! Pruisen, mijne heeren, heeft aan Frankrijk te dien opzichte de meest bepaalde verze keringen gegeven. (Beweging.)" „Zoodra Pruisen zich naar de Zuiderzee wenden mocht, zouden Frankrijk eu Engeland eene taal doen hooien, welke aan Pruisen zou doen begrijpen dat de tijd der eerzuchtige dwaasheid voorbij is." De tusschen Oostenrijk, Frankrijk en Rusland gedu rende de laatste weken gevoerde onderhandelingen over het doen van vertoogeu bjj het Tnrksche hot omtrent zijne politiek ten opzichte der christenbevolkingen in bet Oosten schijnen volgens uiededeelingeu uit Weeneu een resultaat te hebben opgeleverd. De drie genoemde mogendheden zouden namelijk overeengekomen zijn oin te zaraeu bij den sultan aan te dringen op den afstand van het eiland Kandia aan Griekenland. Mag ruen in- tusschen de laatste tijdingen uit de Tnrksche hoofdstad gelooven, dan zou de regeeriug te Konstantioopel vol strekt, niet geneigd ziju om daartoe over tegaan. Ten aan zien van al deze berichten omtrent een verbond tusschen Oostenrijk en Rusland vermelden wij echter dat zij in strijd zijn met tijdingen uit de Oostenrijksclie hoofdstad, dat de Russische vertegenwoordiger opheldering zou vragen omtrent het samentrekken van legerafdeelingun in het zuidwesten des rijks. Kusland. MeeUrajrpi'ijjr.cn. Rotterdam 18 Maart. De handel was heden stil. (ilraaninarktcn enz. Amsterdam 18 Maart. Raapolie op zes weken f 38}. Lijnolie op zes weken f 38}. Rotterdam 18 Maart. Tarwe, gerst en boekweit 20, witte- en bruineboouen 50 en koolzaad 40 cent kooger. Prijzen van ellecten. Amsterdam 18 Maart 1867. Nederland. Certific. Werkelijke schuld 2j pet. 53 dito dito dito 3 62}} dito dito dito 4 84,j- Aand. Handelmaatschappij 4} België. Certificaten bij Rothschild 2} Polen. Oostenrijk. Italië. Spanje. Portugal. Griekenl. Turkije. Amerika. Brazilië. Mexico. Grenada. Venezuela. Obligatiën 1798/1816 5 pet. 92} Certific. Hope co4 58} Oblig. dito 1855, 6e serie 5 70} dito dito Leening 1860 4} 81} dito f 1000 1864 5 „87} Certificaten 6 39} Aand. spoorweg184} Oblig. f 1000 18G65 „86 Loten 1866 5 Schatkistobligatiën4 62} Obligatiën metalliek5 45,} dito 1847/1852 2} 22} dito rente Amsterdam5 64} dito 1864 5 56 dito fr. 500 1865 5 59} dito nationale5 Bankactiën3 674 Leening 18615 Obligatiën3 titans 2} 30} Amortisable schuld Oblig. 1856-1862 3 „40} dito (blauwe)5 14} dito (binnenl)5 28} dito Vereenigde Staten (1882) 6 17iV dito Illinois 7 75} dito StPaul&Pac. Spw.2e sec. 7 48} dito Atl.Gr.W.Spw. Ohio sec.(p) 7 37} dito dito geconsolideerde 7 23} dito dito debentures 8 32} dito 1852/63 4} dito 1865 5 72} dito3 16} dito afgestempeld4} 13 dito 2 Voorspoedig bevallen van eene Dochter D. A. TAK, geliefde Echtgenoot van Bnrne, B. CUPERUS. den 15 Maart 1867. Heden beviel voorspoedig van 1 en welgeschapen Zoon S. M. VAN DER HARST, geliefde Echtgenoot van Middelburg, M. BEUN, den 17 Maart 1867. Broodbakker, Kot lendelft. Algemeene kennisgeving. Heden behaagde het den Heer van leven en dood, van mijne zijde weg te nemen mijn geliefden Man JAN RIE- MENS, iu den ouderdom van zeventig jaren. Ik verlies in hem, met wien ik bijna zes en veertig jaren door den band des huwelijks was vereenigd en het lief en leed der aarde mocht, deeleu, een trouwe Gade en mijne Kinderen en Kindskinderen een liel bt bbendén Vader en trouwen verzorger. God schenke ons onder werping om in dezen voor ons zoo treurigen weg te berusten Oostkapelle, C. MELIS, don 16 Maart 1867. Weduwe J. Riemens. Eenige kennisgeving. HEDEN den 13den Maart 1867, heb ik JUHANNES KULDEKIJ Az., Deurwaarder bij het Provinciaal Ge rechtshof in Zeeland, wonende te Middelburg, in de Lange Gortstraat, wijk I no. 331; Ten verzoeke van ADRIANA JOBSE, Leurster, wonende te Arnemuiden, bij beschikking door de Afrondissemeuts Rechtbank te Middelburg den llden Februari jl. verleend, geregistreerd, toegelaten out dit geding kosteloos te voeren; mitsgaders uit kiachle van een almede geregistreerd door de voornoemde Rechtbank op deu llden dezer tnaaud verleend verlof, houdende vergunning om na te melden gedaagde bij openbare dagvaarding op te roepen, Voor de eerste maal Gedagvaard CORNELIS MARTEIJN, Zoon van AARTMARTEIJN en vau NEELTJE K1EKWEL, voor item tuiju exploit doende a. hij aan plakking aan de voornaamste deur Oer ver gaderplaats van bovenbedoelde Rechtbank,en aan bet huis der gemeente Arnemuiden binnen welae gemeente de afwezige zijne woonplaats had; b. door plaatsing van hetzelve in de Nederlanrische Staats eri Middelbuigsc'hé Couranten, zijnde de daartoe, bij het door de Rechtbank verleende verlof aangewezen nieuwspapieren. Out Aangezien de Gedaagde, op don 30sten November 1863, met den Vischkotter, genaamd „de Jonge Jacob", die bestuurd werd door LIEVEN DL RIDDER, uit Arne muiden ter visclivangst vertrokken is, zonder na dien tijd en tot op heden tot zijne betrekkingen, uoeh in de gemeente Arnemuiden lenig te keeren. Aangezien het vrij zeker is, dat. bedoeld vaartuig met al dea/.clfs bemanning,in de stormen, welke van deu 3den op den 4deu December 1863 zóo hevig hebben gewoed, in zee verongelukt is, en haar man door verdrinking is overleden Aangezien zij belang heeft, dat, vermits zijne voort durende afwezigheid, gepaard met het gebrek aan tijding van zijn al of niet bestaan, bij vermoedelijk overleden verklaard worde, en zulks sedert den 7den December 1863, terwijl zij gaarne vergunning bekomen zou, om een ander huwei§Jr sati te gaan Aangezien-er tbans'tneer dan driejaren verloopen zijn, nadat meer gezegd vaartuig met bemanning uit Atne-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1867 | | pagina 3