M1DDELBURGSCHE COURANT. N"' 45. Dinsdag 19 Maart. 1867, Editie van Maandag avond 8 uren. Rechtszaken. Middelburg l£ Maart. Gel.jk bekend is wordt thans een procedure gevoerd tegen den polder de Breede Wateriug, die geweigerd ('e subsidie ten behoeve der ealamiteivse polders te voldoen. Thans vernemen wij dat zich aan hare zijde ook geschaard hebben de polders Beoosten en Bewes- ten-blij, Autrichen, Papeschor en Canisvliet. Tegen deze is echter tot dusverre geen vervolging ingesteld. LI. Zaterdag had te Zierikzee de eerste vergadering plaats der loden van de aldaar opgerichte vereeniging tot volkswapening in de eilanden Schouwen en Duive- land, bestaande uit 35 werkende en 18 contribneerende leden. Aan bijdragen was geteekend voor ruim f 600 en •anjaarlijkschecontributiën ruim 100. Tut leden van bet bestuur werden gekozen de heeren jhr. mr. M. J. Schnnr- beqneBoe'je, jhr. mr.G.L.Schorer, mr. J. M. Isebree Moens en J.Th. Oosterman. De heer mr. W.C. Cau,burgemeester, die mode lot bestuurslid was verkozen, heeft daarvoor bedankt. Tot bevelhebber werd benoemd mr. J. C. E- baron van Lijnden, die de voorloopige commissie harte lijk dank betuigd i voor de voortreffelijke wijze, waarop door haar de zaak behandeld is. Voorts werd een regle ment vastgesteld en zijn nog enkele andere punten be- «proken. De Staatscourant van Zondag en Maandag bevat bet koninklijk besluit van den 3 Februari 18(57, tot wijziging en aanvulling van art. 11 van het koninklijk besluit van 2 Mei 186.! (Staatsblad no. 52), houdende bepalingen tot iet voorkomen van aanvaringen op de rivieren, stroo men, kanalen, reeden, havenmonden en zeegaten in dit rij ;c-. Benoemingen ea besluiten. ridderorden. Benoemd tot ridder der orde van den lïederlaridsclien leeuw, mr. G. F. Schietbaan, rechter in de arrondissements-rechtbank te Eindhoven. notarissen. Benoemd tot notaris binnen het arron dissement Middelburg, ter standplaats de gemeente Schoondijke, W. C. de Smidt, candidaat-notaris en wet houder aldaar, alsmede plaatsvervangend kantonrechter in het kanton Oostburg. marine. Met 1 April a. op pensioen gesteld de kapi tein luitenant ter zee G. Lambert, ter zake van langdu- rigen dienst, en de kapitein luitenant ter zee J. J. B. de Jonge Oudraat, voor beiden teu bedrage van f 1400 's jaars. Bevorderd, met 1 April a., tot kapitein-luitenant ter zeede luitenants ter zee le klasse jhr. A.R.A.M. Clifford Kocq van Breugel en G. IL Bakker; en tot luitenant ter zee le klasse de luitenant ter zee 2e klasse C. A. Bosch. Op verzoek eervol ontslag verleend aan den klerk bij de directie der marine te Hellevoetsluis A. J. R. Vogel- sang, met den laatsten dezer maand. Marine en leger. Blijkens een bij het departement van marine ontvangen telegram, is Zr. Ms.korvet van Speijk, onder bevel van den kapitein-luitenant ter zee P. van der Velden Erdbrink, den 15 dezer te Gibraltar aangekomen. Aan boord was alles wel. De luitenant ter zee le klasse A. W. Keuchenius wordt, met den laatsten April a., eervol ontheven van de hem opgedragen betrekking van onder equipagemeester der marine bij 's rijks werf te Amsterdam en dientenge- v°lge op non-activiteit gebracht; wordende de waarne- minK dier betrekking met den eersten Mei daaraanvol gende opgedragen aan den luitenant ter zee le klasse P. Roodzant. De luitenant ter zee le klasse F. J. G. van Thiel wordt, met den 16 April a., geplaatst als le officier op r. Ms. drijvende batterij Neptnnus. In de Staatscourant van Zondag en Maandag is op genomen een door den minister van binnenlandsche zaken ®an den koning aangeboden algemeene staat betreffende 60 van de lichting der nationale militie van 1866. Veeziekte. In de Heldersche courant leest men het volgende: „Meermalen hebben wij in den laatsten tijd in dit blad melding gemaakt van een geacht ingezeten dezer ge meente, die gedeeltelijk door overlevering en gedeeltelijk door eigen studie, tot de ervaring is gekomen om het de runderen, wanneer ze in volkomen gezonden staat zijn, te kunnen aanzien of ze al of niet vatbaar zijn voor den beerscbenden veetyphus, en ook of ze de ziekte in meer deren of minderen graad zullen krijgen. Thaus zijn wij in de gelegenheid meerdere bijzonderheden te dien aan zien te kunnen mededeelen. En daar het feiten geldt, die eene algemeene belangstelling zullen opwekken en die vele veehouders een nader onderzoek waardig zullen keuren, vermeenen wij den naam van hem,aan wien de wereld spoedig eene zeer grooteontdekkingzal tedanken hebben, niet langer te mogen verzwijgen; het is de heer A. Paarlberg, rentenier, wonende alhier, en vroeger veehouder te Wieiingerwaard. -Tijdens het l.eerschen der ziekte in do vorige eeuw, ten jare 1769, 1774—76, woonde te Warmenhuizen een boerenknecht, met name Aiie Kroon, die met de grootste belangstelling de ziekte gevallen naging en op een mid del peinsde ter genezing of af wending der ramp. Vooral wekte bet zijne opmerkzaamheid, dat runderen op den zelfden stal geplaatst, niet allen de ziekte in denzelfden graad kregen en ook sommigen gezond bleven. Na vele waarnemingen en vergelijkingen mocht hij eindelijk tot de ontdekking komen, dat de gezond en onbesmet geble ven mnderen allen betzelfde kenteeken droegen, als afstammende van hetzelfde ras. Deze ontdekking strekte genoemden Kroon tot middel, om in korten tijd van boerenknecht een welgezeten veehouder en landeigenaar te worden. „Genoemde A. Kroon was de peetoom van den tegen- woordigen heer A. Paarlberg, aan wien bij, kinderloos zijnde, zijn geheim wilde mededeelen, zoo spoedig deze tot de jaren was gekomen om er de waarde van te kunnen beseffen. Kroon is echter plotseling overleden in den jare 1809, terwijl zijn peetekind nog Blechts 7 jaren telde. Het geheim was dus met hem len grave gedaald. „De koeien van Kroon, die natuurlijk allen van het zuivere ras waren, zijn daarna voor een groot deel op den stal gekomen van den vader van den heer A. Paarl berg, en laatstgenoemde, hoewel de ziekte reeds sedert jaren was geweken, stelde als jongeling steeds groot belang in het geheim, dat hem als kind was toegezegd. Voor de koeien, van zijn oom afkomstig, die hij „kroon tjes" noemde, had hij eene bijzondere voorliefde en door menigvuldige vergelijkingen met andere beesten, daar hij wist dat ze een bijzonder onderkenningsteeken moes ten hebben, mocht hij eindelijk aan de „kroontjes" iets opmerken, dat zij allen gemeen hadden en wat hij bij andere runderen niet bespeurde. Hij onderstelde van toen af het geheim te hebben ontdekt, maar daar de be smettelijke veeziekte niet meer heerschte, outbrak het hem aan de gelegenheid, om door proefnemingen tot de zekerheid te komen. „Van het oogenblik dat de veeziekte in October 1865 in ons land uitbrak, nam hij het besluit, om een onderzoek in te stellen; echter ecu tijd lang door omstandighedeu verhinderd geworden, is hij gepasseerde» zomer, in de maand Augustus, daarmede in stilte aangevangen, en heeft zich daartoe eenigen tijd in Zuid-Holland opgehou den, alwaar zijne proeven allen de gunstigste resultaten opleverden. Thans meer zeker zijnde van zijne zaak,gaf hij den burgemeester dezer gemeente kennis van zijne ontdekking, die bem terstond aanraadde, om zich tot den commissaris des konings in deze provincie te wenden, aan wien de heer Paarlberg voorstelde, om voor zijne ei gen-rekening 6 koeien aan te koopen en die voor eigen risico te plaatsen op een der meest besmette stallen, bewerende de stellige overtuiging te hebben dat de door hem uitgezochte rnnderen onbesmet zouden blijven. „Op advies van den commissaris des konings en door bemiddeling van den burgemeester alhier, diende de heer Paarlberg een request in aan den minister van binnenlandsche zaken, waarin hij voorstelde de evenge- noemde proefneming te doen, onder toezicht van 's rijks wege, en tevens verzocht, om met bedoeld vee de lijnen van afsluiting te mogen passeeren. De minister betuigde hem zijne belangstelling, bewilligde in zijn voorstel en verzoek, en wees hem aan: den besmetten stal van de rijks veeartsenij school te Utrecht. „Den 26 Februari jl. kwam hij aldaar met de runderen aan, die gestald wenleu op een stal alwaar 17 beesten aan den veetyphus waren gestorven, ecu riog ziek was en eenige dagen daarna overleed, terwijl 2 koeien herstel lende, en nog 2 vrij van de ziekte waren. De koeien van den heer Paarlberg zijn gedurende al dien tijd, tot op beden, gezond en ongedeerd gebleven, hoewel men ver schillende, zeer sterke proeven heeit genomen; men heeft ze o. a. gedekt met de dekken vau aan den typhua gestorven koeien,en ze op verschillende lichaamsdeelen, ook aan den neus en onderlippen besmeerd met smetstof, zelfs lappen met versche smétstof aan de koppen gehan gen, om ze voortdurend die stof te doen inademen. In plaats van ziek te worden, zijn ze echter in zwaarte van vleesch toegenomen. „Nog moeten wij vermelden, dat dit zestal bestond uit een guste vaers en 5 kalikoeten, waarvan er 2 op den besmetten stal hebben gekalfd. Het zijn juist de kalf- koeien die in den regel het hevigst worden aangetast. „Thans is de heer Paarlberg door den directeur der veeartsenij-school, den heer Welleuberg, en met toestem ming van den minister \an binnenlandsche zaken, ver zocht geworden, om nog een nieuwe proef te nemen, nL om voor 's rijks rekening 3 guste vaersen aan te koopen, aan welke bij kan zien, dat ze, wanneer ze met besmet vee in aanraking komen, aangetast zullen worden en ook zullen sterven. Dit nam bij san. „Daar het hier echter bekend is dat de heer Paarlberg sedert 26 Februari dagelijks met besmet vee in aanraking is geweest, is het voor hem moeilijk, om op gezonde stallen te worden toegelaten en ook wil hij zelf geene aanleiding geven, om andere stallen aan gevaar bloot te stellen, daarom heeft hij aan zijn zoon, veehouder in de Zijpe, zijn geheim medegedeeld, hem in alle bijzonder heden ingelicht, en hem den op zich genomen last opge dragen; deze heeft thans twee beesten alhier en een te Texel aangekocht, waarmede de oude heer Paarlberg nu Maandag a. weder naar Utrecht op reis gaat, om ze op denzelfden stal te plaatsen en den uitslag af te wachten. Wij hopen later in de gelegenheid te zullen zijnde uadere bijzonderheden dienaangaande te kunnen mededeelen." Uit Alblasserwaard wordt geschreven dat, zooals ook uit enkele andere streken nu en dan is gemeld, de long ziekte zich als bij voorkeur openbaart op de dooigeziekte stallen, waar enkele runderen overbleven. Op een stal waar van 22 stuks hoornvee 8 van den veetyphus her stelden, bezweken binnen weinige dagen nog vier dezer laatsten aan de longziekte. De Staatscourant heeft medegedeeld de opgaven be treffende den veetyphus over de week, beginnende den 3den en eindigeude den 9den Maart. Daaruit blijkt, voor zooveel de provincie Zuid Holland betreft, dat in die week zijn aangetast 935 runderen; 256 zijn gestorven, II afgemaakt en 87 hersteld, terwijl er 611 in behan deling bleven. Sedert het uitbreken der ziekte zijn in die provincie 91,750 runderen aangetast, waarvan er 43,204 stierven, 14,970 werden afgemaakt, 32,638 her stelden en 938 nog ziek zijn. In de provincie Noord-Holland werden in die week aangetast 167 runderen, gestoiven 4; 156 weiden afge maakt, hersteld 7 en nog ziek geene; bovendien werden nog 165 niet aangetaste runderen afgemaakt. Sedert het uitbreken der ziekte werden 8062 runderen aan getast, waarvan er 957 stierven, 6265 werden afgemaakt en 840 herstelden, terwijl geene zieken aanwezig zijn. Iu 't geheel werden 2995 niet aangetaste runderen afge maakt. In de provincie Gelderland werden in die week aan getast 5 runderen, gestorven 0; 52 werden afgemaakt, hersteld en nog ziek geene. Sedert het uitbreken der ziekte werden 842 runderen aangetast, waarvan er 46 stierven, 3403 wei den afgemaakt, hersteld 4 en ziek geene. In de provincie Utrecht werden in die week aange tast 256 runderen; 195 stierven, afgemaakt geene, 130 herstelden. Sedert het uitbreken der ziekie werden 49 628 runderen aangetast, waarvan er 30,073 stierven, 3479 werden afgemaakt en 15,806 herstelden. In het geheel zijn nog ziek 270 rundei en. In de provincie Noord-Braband aangetast en afgemaakt geene. Sedert het onistaan der ziekte aangetast 291; gestorven 13, en afgemaakt 456. Blijkens eeue bij deze opgaven gevoegde recapi tulatie zijn aangetast van 17 tot 23 Februariin Zuid- Holland 1020, in Noord Holland 181, in Gelderland 18, in Utrecht 386, in Nooid Biaband 2, totaal 1607. Van 24 Februari tot 2 Maart: in Zuid-Holland 878, in Noord- Holland 104, in Gelderland 14, in Utrecht 252, Noord- Braband 0, totaal 1248. Van 3 tot 9 Maartin Zuid- Holland 935, in Noord-Holland 167, in Gelderland 5, in Utrecht 256, in Noord-Braband 0, totaal 1363 runderen. Het ptovinciaal gerechtshof in Zeeland heeft eergis teren de volgende arresten uitgesproken. Johannes de Jonge, oud 18 jaren, arbeider, wonende te Noordgouwe, thans gedetineerd alhier beklaagd,a s

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1867 | | pagina 1