Is ec w.zw. z. zw. lijk wordt nog vermeld, dat er zijn ingericht 41 militaire begraafplaatsen, die te zamen de lijken bevatten van 249,397 gesneuvelde soldaten. Den 30 Januari bad te Grevenbrück eene vergade ring van kiezers plaats, om een candidaat te stellen voor het Noord Duitsche parlement. Deze vergadering ken merkte zich door zooveel karakteristieks, dat zij eene bijzondere vermelding verdient. De bijeenkomst had namelijk plaats tengevolge eener oproeping van den graaf van Westphalen, vroeger lid van het Pruisische heerenhuis, doch die tengevolge van den door Pruisen gevoelden oorlog voor zijn lidmaatschap heeft bedankt, omdat hij het met zijn geweten niet kon overeenbrengen zitting te houden in eene vergadering, welke hare sanctie verleende aan de alle rechten met voeten tredende gewelddadigheden der regeering. In den oproepings brief werd reeds gezegd, dat hij noch van een ministerieel gezinden ambtenaar, noch van een liberalen vrijmetselaar iets weten wildat hij mot vast geloof, hoop en liefde aan de eeuwig onwankelbare begiuselen van het recht blijft vasthouden, zooals die reeds iu de tien geboden nedergelegd zijn; en dat hij uit dien hoofde de aanma tiging om een „recht der toekomst" a la Twesten te grondvesten, verafschuwt. Toen nu de graaf de vergade ring opende, verklaarde hij dat de eerste voorwaarde der personen die met hem wilden samenwerken, daarin bestaat, dat zij aan de tien geboden van God, zooals zij in de Heilige Schrift voorkomen, vasthielden. Hij noo- digde dus allen uit om, als bewijs van instemming met zijne beginselen, de hand omhoog te houden. Daar echter, tot groote verwondering van den catechiseerenden graaf, slechts weinige personen aan die nitnoodiging voldeden, zeide hij„Ik zie dat hier zeer velen aanwezig zijn, die mijne gevoelens niet deelen en die aan de heilige tien geboden niet meer hechten, en vermits ik slechts mijne gelijkgezinden hier uitgenoodigd heb, zoo maan ik de eersten aan, om óf het lokaal te verlaten, óf, als zij blijven willen, zich rustig als toehoorders naar een hoek van het lokaal te begeven." Maar hiertoe toonden slechts weini gen lust, en de eene spreker volgde op den ander, om den graaf klaar zijne meening te zeggen, waaronder een catholiek geestelijke, die den graaf de ongepastheid onder het oog bracht, waarmede hij de tien geboden in het debat had gemengd. Hierop hernam de graaf, dat de tien geboden wel degelijk met de politiek te maken had den, wel is waar niet met de vier eerste, maar met het: „gij zult niet dooden," „gij zult uiet stelen," „gij zult geen valsche getuigenis geven," „gij zult niet meineedig zijn," zelfs ook met het laatste: „gij zult niet begeeren nws naasten huis" enz.; al die geboden, zeide hij, hebben hunne eeuwige beteekenis, niet alleen in het privaat leven, maar ook in de staatkunde, in de betrekkingen van onderdaan tot overheid en omgekeerd, en vooral in die van staat tot staat. Toen echter op de derde aanma ning van den graaf de aanwezigen zich niet naar een hoek der zaal wilden begeven, verklaarde hij onder deze omstandigheden de vergadering niet te kunnen voort zetten en haar te moeten sluiten. Hierop verliet de graaf het lokaal en onmiddellijk daarna constitueerde de ver gadering zich op nieuw, waarvan het resultaat was dat de afgevaardigde Elven met groote meerderheid tot candidaat werd gekozen. In het voorjaar van 1866 vertrok, zooals uit Londen wordt gemeld, de Severn van Newport naar Shanghai. Het schip had gedurende de reis gunstig weder, doch kreeg in de nabijheid van de Golf van Biscaye een lek, hetwelk derwijze toenam, dat het vaartuig een paar dagen later moest worden verlaten. De opvarenden redden zich in de sloepen. Na de terugkomst van het scheepsvolk in Engeland werden de verzekering-maatschappijen, waar bij het schip voor 13,000 a 14.000 p. st. was geassureerd, aangesproken doch deze kregen vermoeden, dat men het schip moedwillig had doen zinken, en een rechts geding was daarvan het gevolg. Maandag is in die zaak uitspraak gedaan, en de rechtbank heeft werkelijk vier personen schuldig bevonden aan het met opzet doen zinken van het genoemde schip, en hen veroordeeld twee tot 20, éen tot 10 en éeu tot 5 jareu dwangarbeid. Uit de instructie van die zaak is gebleken, dat de eige naars van de Severn het schip voor eene veel hoogere som hadden doen verzekeren dan het waard was (zij had den o. a. eenige kisten met zont, ter waarde van 6 p. st., opgegeven als gevuld met wapenen, en verzekerd voor 1500 p. st.,) en dat zij twee der scheepslieden, tegen eene zekere belooning, hadden omgekocht om het schip op zee te doen vergaan. Volgens de dagbladen, staat dat feit niet op zich zelf, maar is het meer dan waarschijnlijk, dat meer malen het vergaan van schepen niet aan ongelukken kan worden toegeschreven. Het zou bovendien een feit zijn, dat met name een der eigenaars van de Severn reeds twee malen is beschuldigd geworden van een schip te hebben doen zinken, en dat die persoon en zijn schoonvader bij verschillende gelegenheden niet minder dan 15 schepen op zee hebben verloren. LI. Maandag avond circa elf uren werd in het dorp Nederhasselt een poging tot moord aangewend. Er schijnt aldaar een komplot van enkele personen te bestaan, die voor gemeenschappelijke rekening wild stroopen; dien dag daarop uit geweest zijnde, schijnt er onder hen twist te zijn ontstaan. Een hunner werd, toen hij zich ter rust begeven had, plotseling door een geweerschot gewekt; het bleek dat de kogel anderhalve voet breedte hoven zijn hoofd in het hout was gedrongen. Dadelijk stond hij op, wekte zijne moeder eu stak licht aan. Een tweede schot volgde kort daarna, dat nu door het andere raam ging, langs de lamp tusschen hem en zijne moeder. Daarop is hij een van de militairen gaan roepen, die aldaar gedetacheerd zijn tot handhaving van de lijn van afsluiting voor de veepest. Deze is naar de woning van een aldaar insgelijks gedetacheerden lnitenant gegaan, die de vermoedelijke daders heeft aangehouden en in het wachthuis doen plaatsen. Dinsdag morgen is door ge noemden luitenant aan de bevoegde autoriteit van een en ander aangifte gedaan. Verliooptngen en aanbestedingen. De verpachting der huizen, tuinen, bouw- en wei land, vergraven grond, de beweiding der dijken en de visscherijen, belioorende tot het kanaal door Zuid- Beveland, opWoensdag en Donderdag te Hansweert en te Wemeldinge gehouden, heeft te zamen opgebracht 2163 in het jaar. Meteorologische waarnemingen, gedaan op 'srijks werf te Vlissingeu, des middags 2 uur. Januari—Februari 1867. Q Wind. Thermometer C. V -ca 0 p* g Cï rr-* 1» 0 rfi e* .3 a 49 bc V <A Aanmerkingen. Richting. Kracht. 49 "5 O O «J lo CC betrekkelij voehtighei 27 West. 10 761.1 6.2 1.00 7.10 12.0 bew. betr. mist reg. 28 Zw.t.W. 10 760.1 8.9 0.94 8.05 0.8 betrokk. mist regen. 29 Zw.t.W. 10 763.6 8.4 0.82 6 76 0.7 1. bew. betr. regen. 30 8 759.1 9.2 0.90 7.87 3.4 bewolkt betr. regen. 31 W.NW. 7 766.9 6.0 0.82 5.73 12.2 bewolkt licht bew. 1 12 768.2 7.0 0.85 6.40 bewolkt mist nattig. 2 W.NW. 6 771.5 7.1 0.84 6.34 1.2 bewolkt licht bew. De grootste wind druk is geweest op Z.78W. of 30 Jan. middern. te 9.35 733.8 3.0 0.89 5.69 3.98 12 uren, W. NW. ge middelde druk 46 p. W. t. Z op de vierkante el, zwaarste druk 90 p. op de vierkante el. Den 30 Januari te 11 u. 40 m. 's nachts, een windstoot van 6 tot 130 pond, De onderste regel bevat de opgaaf der gemiddelde meteorologische waarnemingen gedurende de maand December, des middags te 2 uren. Titermomcterstaii<l. 8 Febr. 's av. 11 u. 48 gr. 9 's morg.7 u. 44 'smidd. 1 u.48 gr. Gemeenteraad van Vlissingen. Zitting van Woensdag 6 Februari. Ver volg.) Geschiedt voorlezing van eene missive der commissie van toezicht en beheer over de gasfabriek, die te kennen geeft dat, ten gevolge van het toenemend gasverbruik op van de fabriek verwijderde punten, te geringe aanvoer van gas plaats heeft, zoodat het wenschelijk is eene tweede buizenleiding te leggen, waarvan de kosten op flus minus f 4000 worden geraamd, en waartoe zij machti ging van den laad verlangt. Bij de beraadslaging over dit voorstel zegt de heer Laernoes, dat hij van de noodzakelijkheid eener tweede buizenleiding niet overtuigd is, daar onder anderen in het gasthuis het gaslicht, welks kracht in den laatsten tijd was verminderd, weder vrij goed is geworden nadat men eene wijdere buis van de straat naar dat gebouw had gelegd; daaruit blijkt zijns inziens dat de toevoer van gas groot genoeg is. De voorzitter is van meening dat do verkregen betere verlichting in het gasthuis die in de achterbuurten zooveel te slechter zal hebben ge maakt. De heer Laernoes wenscht een onderzoek naar de al of niet noodzakelijkheid eener tweede bmzenleiding te doen instellen. Hij kan niet aannemen dat men telkens de buizen zou moeten veranderen, wanneer hier of daar de lichtverbranding toenam. De heer Winkelman juicht het denkbeeld der commis sie voor de gasfabriek toe, als zijnde eene tweede buizen leiding zijns inziens hoog noodig, daar men tharis om in de verlichting te kunnen voorzien, de drukking meer en meer moet verzwaren. Hij is echter niet tegen een nader onderzoek. De heer de Kruijff merkt op dat het zeer natuurlijk is dat het licht in het gasthuis zoo verbeterd is, nadat men daar eene wijdere buis heeft gelegd, want dat men daar nu eene buis heeft, welke buiten evenredigheid is tot den aangenomen maatstaf van consumtie. Daarvan is zijns inziens het gevolg, dat men in het gasthuis nu eigenlijk meer gas krijgt dan waarop men aanspraak heeft en waarvoor men betaalt. Hij ondersteunt het voor stel der commissie en wenscht dat zoo spoedig mogelijk tot den voorgestelden maatregel worde overgegaan, daar het licht slecht wordt. De heer Verkuyl Quakkelaar wijst op de verplichting dat goed gas worde geleverd, omdat daarvoor wordt be taald; daar het thans niet goed is, behoort het voorstel te worden aangenomen. Tevens merkt hij op dat de bnizenleiding ook dienen moet tot berging van gas, ten einde er immer een voldoende voorraad aanwezig kunne zijn voor die avonden dat meer licht dan anders wordt verbrand. Volgens den heer van Uije Pieterso is het voorstel der commissie met goedkeuring van al hare leden gedaan. De klachten over het licht zijn zeer menigvuldig, en hij acht het mitsdien in het belang der fabriek zoo spoedig mogelijk tot het leggen eener tweede buizenleiding, welke reeds vóór ruim een jaar door den directeur wen schelijk werd geoordeeld, over te gaan. De heer Ockers deelt als eene opmerkelijke omstan digheid mede, dat hij, die ver van de fabriek verwijderd woont, na vroeger goed licht te hebben gehad, tegen woordig dikwijls nu eens zeer veel, dan eens zeer weinig gas heeft, en soms juist een bijzonder goed licht als alle winkels en kerken verlicht zijn eu daarentegen slecht licht als in winkels en kerken geen licht wordt gebrand. Deze bijzondere omstandigheid kan de voorzitter, zooals hij opmerkt, niet oplossen; de overige klachten zijn ech ter van meeralgemeeneu aard, en daarin hoopt men door het volvoeren van den voorgestelden maatregel te kun nen voorzien. Ook den heer Ruysch zijn vele klachten over het slechte gaslicht ter oore gekomen. Hij acht verbetering noodig en stelt voor omtrent het gedane voorstel onmid dellijk te beslissen. De heer van der Hijden wil eene correspondentie met den heer van Doesburg te Rotterdam gevoerd zien of wel dien heer herwaarts doen komen, ten oinde een onderzoek omtrent de buizenleiding in te stellen. Hierop ant woordt de voorzitter dat het voorstel der commissie, naar zijne meening, juist het gevolg is van eene onderhande ling tusschen den directeur der gasfabriek en den heer van Doesburg. De heer van der Os deelt een voorbeeld mede van de ongelijkmatigheid der gasvlam op sommige oogenblikken, in verband met de uitgeoefende drukking. Onder de den heer van Uije Pieterse gedane klachten is er, volgens zijne mededeeling, een van eene vrouw, die hem vertelde dat zij, volgens haren gasmeter, eene dub bele hoeveelheid gas verbrandt en desniettegenstaande bij dat licht bijna niet kan zien. Ten slotte wordt het voorstel der commissie in om vraag gebracht en aangenomen met 12 stemmen tegen 1, die van den heer Laernoes. Is ingekomen een adres van I. de Ridder c. s., visschers te Arnemuiden, die bezwaren aanvoeren tegen de bepa ling, in de verordening voor de vischmarkt voorkomende, volgens welke zij geen visch in de gemeente mogen rondventen dan na elf uren des voormiddags. Zij ver zoeken mitsdien vergunning om, even als vroeger, hun visch tijdig te mogen verkoopen eu wel te beginnen des morgens te acht uren. Volgens de verordening kunnen de visschers en visch- vrouwen vóór elf uren van de vischmarkt gebruik maken om hun visch te verkoopen. De voorzitter meent dat daartegen een tegenzin bestaat en dat men zich beklaagt zonder vooraf te beproeven of de verkoop op de markt al of niet slaagt. Aanvankelijk wilden enkelen leden eenige concessie doen, doch later vereenigde men zich met de zienswijze van den heer Winkelman en den voor zitter, dat de bezwaren tegen de verordening geene andere zijn dan die welke tegen elke nieuwe zaak worden gemaakt, en dat alle overgangsbepalingen moeilijk zijn totdat men daaraan gewoon is geworden. Men meende ook dat het publiek, als het visch begeert te koopen en daarmede niet kan wachten tot na elf uren, vóór dien tijd zelf wel naar de vischmarkt zal komen om zich daar van visch te voorzien, zoodat noch verkoopers noch koopers nadeel behoeven te lijden. De slotsom der gedachtenwisseling was, dat het adres is afgewezen met 12 stemmen, zijnde alleen de heer Laernoes vóór eene wijziging der gemaakte bepaling. In handen der financieele commissie worden tot onderzoek en rapport gesteld de begrootingen voor de bank van leeniug en voor den rijweg tusschen Middelburg en Vlissingen. Op voorstel van burgemeester en wethouders wordt aan L. Baart tot wederopzeggens, tegen betaling van f 2.50 'sjaars, een gedeelte grond uitgegeven, waarvan hem tot dusver het gebruik was toegestaan. Alleen de heer Ruysch stemde tegen bet voorstel, op grond dat de som zijns inziens te laag is. Burgemeester en wethouders worden, op hun voorstel, gemachtigd tot het verkoopen van eenig geroeid en gehakt hout, oude hrandbluschmiddelen, oud ijzer, enz. Overgegaan zijnde tot de benoeming van drie leden voor de commissie, belast om met burgemeester en wet houders het kohier van de plaatselijke directe belasting op de inkomsten op te maken, worden als zoodanig benoemd de heeren de Kniyflf, Ockers en Hector, respec tievelijk met 9, 8 en 5 stemmen. De heer Hector verklaart, dat bij even als ten jare tegen die benoeming groot bezwaar heef^Suct- tegenstaande ctéfraad hem toen niet van die heeft willen ontslaan, blijft bij ér bij, dat kijA&Sle asjja neming, volgens de gemeentewet, niet ka|Vw^l'chV worden. Het meest geschikt komt het hem VJ^jCSjat al v

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1867 | | pagina 3