OURANT. N°- 24. Zondag 1867. 10 Februari. Editie van Zaterdag avond 8 uren. Middelburg 9 Februari. Sedert den len Januari is in het brievenvervoer in deze provincie een belangrijke verbetering tot stand geko men op papier. In werkelijkheid is van die ver betering nog niet veel te bespeuren, daar sedert den aanvang van het jaar sneeuwjacht of stormvlagen den loop der posten schier onophoudelijk hebben belemmerd. In de laatste dagen is de verwarring echter bijzonder groot geweest. Voor het westelijk deel van Staats-Vlaan deren werd de post meer dan eens in geen etmaal over gezet, en de post over Rozendaal onderging mede nu en dan vertraging van een twintigtal uren. Heden morgen kwamen er vier posten, van noord en zuid, nagenoeg tegelijkertijd aan. Dit is natuurlijk niet te wijten aan de nieuwe inrich ting, maar aan bijkomende omstandigheden van tijdelij- ken aard. Wij twijfelen dan ook niet of spoedig zal het voortreffelijke dernieuwemeer uitgebreide dienstregeling duidelijk blijken. Over het algemeen zal men weldra erkennen dat men veel gewonnen heeft, alleen met uit zondering van de gemeenschap tusschen Walcheren en gene zijde der Schelde. Luid verheffen zich daarover dan ook klachten, vooral in het vierde district, waar men zich ook nu weder stiefmoederlijk behandeld ziet. „Wij klagen en zullen blijven klagen, zegt o. a. een schrijver in het Sluisch weekblad, zoolang tot er verbetering komt." De gemeenteraad alhier zal op Maandag a., des namid dags te half twee uren, eene openbare zitting houden ter behandeling van de navolgende punten: missive van gedeputeerde staten, goedkeuring raadsbesluiten; adres mejufvr. Rochat, om eervol ontslag als hulponderwijzeres in de handwerken op school B; missive bestuur godshui zen, financieele voordracht betrekkelijk den bouw van het nieuwe gasthuis; missive burgerlijk armbestuur, machtiging tot overdracht van grond aan het rijk ten behoeve der spoorwegwerkenvaststelling van het sup pletoir kohier no. 2, plaatselijke directe belastingen op de inkomsten; idem staten van restitutie en onwaarde dierzelfde belasting over 1866. De Staatscourant van gisteren bevat het koninklijk besluit van 31 Januari jl., waarbij, ten verzoeke van jhr. Johan Louis de Jonge te Zierikzee en drie anderen, worden goedgekeurd de statuten van de Vereeniging tot bevordering van christelijk schoolonderwijs te Zierik zee, onder de zinspreuk: „Laat de kinderkens tot Mij komen," en is deze vereeniging mitsdien als rechtsper soon erkend. Blijkens de statuten is zij gegrond op de onveranderlijke waarheden in Gods Woord vervat, zoo als die tijdens de reformatie weêr openbaar geworden en uitgedrukt zijn in de belijdenisschriften der gerefor meerde kerk. Omtrent de laatstelijk in Japan bedongen handels- voordeelen isdoor de regeering het volgende medegedeeld: Den 25 Juni 1866 is te Jeddo door de vertegenwoor digers van Nederland, Groot-Britannië, Frankrijk en de Vereenigde Staten van Amerika, met Japan eene nadere overeenkomst gesloten, waarbij o. a. eene betere regeling van het tarief van rechten is gemaakt, een entrepót- stelael in de voor den vreemden handel geopende havens wordt ingevoerd, nadere regeling van het muntwezen is voorbereid en maatregelen genomen zijn ter wering van voor den handel hinderlijke of kostbare misbruiken en formaliteiten iu de bedoelde havens. Bij art. XII dier overeenkomst is bepaald, dat zij reeds van kracht zijn zal op 1 Juli 1866, in afwachting der goedkeuring van de vier bovengenoemde regeeringen, van welke goedkeuring, die in de plaats treedt eener formeele ratificatie, zal moeten blijken bij schriftelijke mededeeling van elke der contracteerende partijen aan de andere. Dezerzijds is de consul-generaal, politiek agent der Nederlanden in Japan, onder dagteekeuing van den 8 October II. gemachtigd geworden tot het doen der evengemelde mededeeling. Daar nu de jongste berichten van dien agent melding maken van de ontvangst van brieven van 8 September, zoo mag men binnen kort te gemoet zien de kennisgeving van den afloop der zaak en, vermits er geene reden bestaat om te denken, dat er van de zijde der drie andere mogendheden bedenkingen bestaan, zoo zal waarschijnlijk de afkondiging der over eenkomst en van het daarbij behoorend tarief hier te lande binnen kort kunnen plaats hebben. Omtrent het verleenen van uitstel van betaling of geheele of gedeeltelijke kwijtschelding van het restant der geldelijke schadeloosstelling is bij opgemelde over eenkomst niets bedongen of toegestaan. De regeling dier aangelegenheid is aan de vertegenwoordigers der vier betrokken mogendheden opgedragen, die te dien aanzien in onderling overleg moeten handelen, daar het hier een onderwerp geldt van gemeen belang, bij de beoordeeling en regeling van hetwelk wellicht iu aan merking zullen worden genomen de reeds verkregen handelsvoordeelen, maar vooral ook op de opening van meerdere Japansche havens voor den handel gelet zal behooren te worden. Van den uitslag van dit overleg is tot dusver bij de regeering geen kennisgeving ontvangen. Z. M. de koning heeft de statuten van de te 's Graven- hage gevestigde Vereeniging „tot het oprichten en uit geven van een dagblad", ónder den naam van „Dagblad van Nederland", gelijk die bij het verzoekschrift zijn overgelegd, goedgekeurd en de vereeniging mitsdien als rechtspersoon erkend. In de gisteren gehouden vergadering van deelhebbers, guarandeurs en belangstellenden in de Vereeniging de Rotterdamsche courant is na langdurige beraadslagingen het navolgende voorstel van commissarissen bij acclamatie aangenomen De algemeene vergadering van deelhebbers in de Ver eeniging de Rotterdamsche courant geeft volmacht aan commissarissen van die Vereeniging om: 1. de onderneming op de bestaande of andere grond slagen te continueeren, wanneer daartoe gelegenheid ge vonden wordt; of 2., de onderneming te verkoopen, indien zulks mogelijk is; of 3., tot liquidatie over te gaan, wanneer geene moge lijkheid bestaat tot het sub 1 en 2 vermelde. Door hen, die ter vergadering waren opgekomen, is voor 4 a 5000 geteekend, met het doel om de onderneming weder voor vijf jaren te vestigen. Daar zij ƒ13 a ƒ15,000 per jaar behoeft om staande te kunnen blijven, is eene commissie van tien leden benoemd om inschrijvers voor het nog ontbrekende kapitaal (ongeveer ƒ10,000 per jaar, gedurende vijf jaren) bijeen te brengen. Aan die commissie is tot 1 Maart daartoe tijd gelaten. Kerknieuws. Op den 6 Februari werd in de vacature te Oostkapelle, voortdurende door het bedanken van den aldaar beroepen predikant C. de Wilde, van Poortvliet, beroepen de heer G. Boer, predikant te Ouderkerk aan den IJsel. Marine en leger. De inzichten van den minister van oorlog omtrent ons verdedigingsstelsel komen hierop neder: De eigenlijke verdediging des lands moet aanvangen: op het oostelijk frontier aan den Gelderscheu IJsel en den Neder-Rijn; op het zuidelijk frontier aan het Haringvliet, het IIollandscheDiep,de Maas tot St. Andries en de Waal. De hoofdverdediging des lands wordt uitge maakt door de nieuwe Hollandsche waterlinie van Muiden tot Gorinchem, in verband met de aanzienlijke stroomen, zich van Gorinchem naar zee uitstrekkende. Als laatste toevluchtsoord van het leger, wanneer de nieuwe Hol landsche waterlinie is doorgebroken en de meer binnen- waartsche stellingen insgelij ks zij n bezweken, moet die nen de iinie van Amsterdam. Aan de zeezijde moet men zich bepalen tot de verde diging der positie Ilelder-Texel, van de toegangen tot Amsterdam langs deZuiderzee, van de monden der nieuwe waterwegen van de hoofdstad en van Rotterdam naar zee, en van het Haringvliet en Volkerak. In de meeste gevallen zal ook de positie Groningen- Delfzijl, welke door weinige troepen kan worden ver dedigd en in voortdurende gemeenschap kan blijven met het hart des lands, voor de verdediging van groote waaide zijn. De minister heeft bezwaar tegen de aanbieding van een vast plan voor al de aan te leggen werken, met aan duiding van de kosten en van den tijd waarin zij zullen moeten zijn voltooid. Ilij is intusschen niet voornemens zonder vast plan te werk te gaan. Vóór alles moet de Amsterdamsche linie, ons hoofdreduit, en de nieuwe Hollandsche waterlinie, onze hoofdverdedigingslijn, in voldoenden staat van tegenweer worden gebracht. Met die twee liniën kan ons land zich verdedigen; zonder deze valt er aan geen weerstand te denken. De technische voordcelen van het plan tot aanleg van forten op of nabij de Voordorpsche en Rnigenhoeksche dijken en van de forten tot verdediging der Houtensche vlakte. De minister raamt de kosten der daar geprojecteerde werken, die hij tusschen de jaren 1867 en 1870 wil doen uitvoeren, op 7,178,000. Voor de verdediging des lands acht de minister noodig vermeerdering van de jaarlijksehe lichting der nationale militie van 11,000 op 14,000 man, ten einde daarmede de infanterie van het leger met ongeveer 15,000 man te versterken. De technische troepen zullen eeuigszins worden vermeerderd en het overige bestemd worden op vorming van drie nieuwe regimenten infanterie. In oorlogstijd zal ieder regiment infanterie aanvankelijk eene brigade vormen van 4 bataljons; de cavalerie in 2 brigades verdeeld zijn; de veldartillerie 14, de rijdende artillerie 4 batterijen te velde brengeu; ieder van 6 stuk ken. Hierbij zullen zich later wellicht nog 3 of 4 batte rijen veld- en eene batterij rijdende artillerie kunnen aansluiten, gevormd uit de manschappen der schutterij, die vroeger bij die korpsen hebben gediend. De schutterij in de kustplaatsen en vestingen zal zooveel mogelijk tot artillerie-schutterij worden bestemd en als zoodanig geoefend. Voor behoorlijke oefening der artillerie zal de gelegen heid worden opengesteld door vereeniging van al de onderdeelen van het wapen, op groote schaal in het kamp. Zoodra doenlijk zal met troepen-vereenigingen in de kampen worden voortgegaan. Verder wil de minister: 1. voortgaan met het inrich ten van de voorhanden vuurmonden tot getrokken ge schut, zoo van zwaar kaliber (19 duim) als veldgeschut 8 pond (10 duim); 2. aanschaffen zwaar geschut tot be wapening van knstbatterijen3. transformeeren 40,000 geweven voor kulaslading (onder handen); 4. aanschaften 90,000 nieuwe geweren in drie jaren trjds, tegen een gezamenlijk bedrag van ongeveer 3.jmil!ioen; 5. aan schaffen 500 karabijnen met kulaslading voor de cavalerie, alsmede 2000 pistolen voor datzelfde wapen en de veld en rijdende artillerie; 6. aanschaffen, verbeteien of her stellen van het overige noodigde materieel, ook voor den torpedo-dienst. Ook de tegenwoordige minister van oorlog acht, gelijk nu gebleken is, het behoud van de vesting Neuzen en de forten van Breskens en Ellewoutsdijk wenschelijk, zoowel om steeds vasten voel te houden in Staats Vlaan deren, als om eenige bescherming te kunnen verleenen aan de scheepvaart op de Schelde. De minister van oorlog heeft voorloopig ter kennis van de belanghebbenden gebracht, dat waarschijnlijk in dit jaar geene jongelingen als cadet bij de koninklijke militaire academie zullen worden toegelaten. ntechtszaken. De hooge raad der Nederlanden heeft jl. Dinsdag uit spraak gedaan in het hooger beroep van den officier van justitie bij de arrondissements-rechtbank alhier tegen een vonnis in zake den 13jarigen J. Timmermans, mole-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1867 | | pagina 1