legt die half of ultimo Januari naast elkaar in een platten
bouten bak, aangevuld met goede fijne aarde, waarin men
ook een zuiger van zelfkant van laken of wol kan plaatsen
tot bevochtiging; dien bak ze£ men op een warme plaats
voor de vensters of buiten in de zon, dit laatste het liefst,
doch zorgende dat de nachtkoude er niet bij komeals
het half Maart of April is en de nachtvorst is over, plant
men de aardappels in daartoe te voren goed bereide losse
aarde, op eene warme plaatsvriest het soms nog, dan
legt men er 's nachts wat wilgen rijs over. Van die
aardappelen of liever van hunne vrucht zal men nu
vooraan in Juni kunnen rooien en eten, doch late dit
liever en beware ze voor poters voor het volgende jaar,
altijd daarvoor zorgende dat men ze rooit vóórdat er
eenige schijn van ziekte is ontdekt; men legge ze nu op
eene van de lucht afgeslotene plaats, doch niet te warm,
wijl ze anders schieten. Vervolgens behandelt men ze
zooals hiervoor volgens het artikel in de Middelburgsche
courant is gezegd, en plant ze het volgende jaar zoo
vroeg mogelijk met andere van dezelfde soort; dan zal
men ondervinden dat ze 14 dagen a 3 weken vroeger
eetbaar zijn, en ze dus kan rooien vóór de ziekte uit
breekt, terwijl de ondervinding mij ook geleerd heeft dat
men ze goed kan bewaren tot het volgende jaar voor
eet- en pootaardappels, mits ze niet te warm gelegd zijn,
want dan schieten zij; nu heeft men in't vervolg jaar
lijks de behandeling in den bak niet meer noodig, mits
zorgende dat men steeds van de vroegste de poters
neemt.
Op dit oogenblik heb ik eene zoo stellige uitkomst
van de proef met den bak, dat degene die lust heeft bij
mij te komen zien, zulks zal moeten bevestigen; ik heb
den 1 Maart 1866 mijne vroege aardappelen uit den bak,
die reeds loof hadden van 10 Ned. duimen lang, in mijn
tuin uitgeplant en goed bewerkt, zoodat ik den 1 Juni
daarvan rooide die de volkomene grootte en gele kleur
hadden en ik heb er een deel van gegeten en een deel
afgezonderd en voor de glazen in de zuiderzon gelegd
tot poters. Den 1 Juli heb ik die op nieuw geplant in
goede losse aarde, niet te diep, zoodat ze spoedig boven
kwamen en weelderig groeiden tot iu Augustus toen de
koude regendagen invielen. In September, toen de droogte
weder inviel, groeiden zij weer weelderig op, zoodat ik
bij het invallen der vorst den 1 December 1866 van de
grootste heb gerooid, ter grootte van gewone poters,
dus tweemaal in negen maanden tijds; kan dit met
10 Brugsche roeden, dan kan het ook met meer, en dan
zijn onze aardappelen vóór de ziekte in onze bergplaatsen.
Nog eenige regelen ter inachtneming.
Men zorge vooral voor goed bewerkte fijne aarde en
als men mest, doet men dit het beste in het vorige jaar
als er een andere vrucht staat, of anders niet te zwaar,
omdat de aardappel anders te vroeg in het loof en te laat
in de knol groeit.
Verwisselen van poters wordt ten zeerste aanbevolen,
en men lette wel op van wie en van waar zij komen,
trekko liefst soorten waar men mede bekend is, bijv. uit
België uit het zoogenaamde Houtland. Men zij ook voor
zichtig in het behandelen van de poters: men legge ze
op geen te warme plaats of dekke ze niet te zwaar als het
vriest; men neme dan liever een tweede voorzorg, die weg
genomen kan worden als de vorst afneemt, wijl ze anders
door het broeien met jongen komen en geen loof maken;
voorts is het ook beter een geheele poter te nemen in
plaats van een doorgesnedene, daar als men wat vroeg
poot en de grond nog koud is, of men zet ze wat te diep
en er valt regen in, zij rotten of met jongen komen.
Poot men ze licht en er valt droogte in, dan droogen ze
spoediger uit, als zij half zijn, dan heel.
Half Juli heb ik nog 5 roeden gerooid met het doel
om knollen te zaaien, ik heb ze bewaard en zij zijn goed
gebleven, terwijl de 15 roeden, die ik nog liet staan tot
September, toen voor J bedorven waren en wel al de
grootste, zoodat weder bewezen is dat men inzamelen
moet als de vrucht rijp is, en niet zien of wachten op den
tijd, die door den ouden sleur daarvoor bestemd wordt."
Yeexiekte.
De Staatscourant heeft medegedeeld de opgaven be
treffende den veetypbus over de week, beginnende den
30 December en eindigende den 5 Januari. Daaruit
blijkt, voor zooveel de provincie Zuid-Holland betreft,
dat in die week zijn aangetast 2586 runderen; 705 zijn ge
storven, 25 afgemaakt en 324 hersteld, terwijl er 1532 in
behandeling bleven. Sedert het uitbreken der ziekte zijn
in die provincie 78,585 runderen aangetast, waarvan er
34,604 stierven, 14,707 werden afgemaakt, 27,148 her
stelden en 2126 nog ziek zijn.
In de provincie Noord-Holland werden in die week
aangetast 484 runderen gestorven 27; 456 werden afge
maakt, hersteld 2, nog ziek geene. Sedert het uitbreken
der ziekte werden 5870 runderen aangetast, waarvan er
798 stierven, 4279 werden afgemaakt en 793 herstelden,
terwijl er geen meer ziek zijn.
In de provincie Gelderland werden in die week
aangetast 90 runderen, gestorven 4; 237 werden afge
maakt; terwijl er geene herstelden en 6 nog ziek zijn.
Sedert het uitbreken der ziekte werden 350 runderen
aangetast, waarvan er 22 stierven, 1247 werden afge
maakt, terwijl er geene herstelden en 6 nog ziek zijn.
In de provincie Utrecht werden in die week aange
tast 1828 runderen; 1544 stierven, afgemaakt geene en
862 herstelden. Sedert het uitbreken der ziekte werden
43,591 runderen aangetast, waarvan er 25,236 stierven,
3,479 werden afgemaakt en 12,900 herstelden. In het ge
heel zijn nog ziek 1976 runderen.
Blijkens eene bij deze opgaven gevoegde recapi
tulatie zijn aangetast van 16 tot 22 December: in Zuid-
Holland 2788, in Noord-Holland 442, in Gelderland 40,
in Utrecht 2501. Totaal 5771. Van 23 tot 29 December:
in Zuid-Holland 2588, in Noord Holland 730, in Gelder
land 37, in Utrecht 2477, totaal 5832. Van 30 December
tot 5 Januari: in Zuid-Holland 2586, in Noord Holland
484, in Gelderland 90, in Utrecht 1828, totaal 4988
runderen.
Gemengde berichten.
Ten gevolge van den storm, die de vorige week te
Parijs heeft gewoed, is een paviljoen van vier verdiepin
gen op het Champ de Mars, bestemd voor de tentoon
stelling der voortbrengselen van Nederland, met
vervaarlijk gedruisch ingestort en is er ook een muur
omgevallen. De aldaar arbeidende werklieden zijn onge
deerd gebleven. Dit bericht, in de meeste dagbladen
en ook in de Staatscourant medegedeeld, wordt in een
ingezonden stuk der Nieuwe Botterdamsche courant
tegengesproken door den heer J. F. Metzelaar, architect,
belast met het maken der noodige werken voor de hoofd
commissie der algemeene wereldtentoonstelling te Parijs
voor Nederland. Volgens dien architect kan het ongeval
onmogelijk in het aan Nederland afgestane gedeelte park
gebeurd zijn. Men is op het oogenblik daar nog slechts
bezig met het optrekken van een gebouwtje van hoog
stens 80 vierk. ellen oppervlakte, bestemd voor eene
diamantslijperij. Jl. Donderdag ontving hij van zijn op
zichter uit Parijs een schrijven dat de van hier afgezon
den voorwerpen of gebouwen, voor de uitstalling bestemd,
nog niet waren aangekomen. Er kan alzoo van geen in
storting sprake zijn.
Door de Tijd is aan vrijwillige bijdragen voor don
paus reeds ontvangen f 42,420.56i.
Jl. Vrijdag zijn bij het nemen van proeven met
nieuwe ijzeren kanonnen op het proefveld van Waalsdorp
drie der stukken gesprongen. Gelukkig werden daarbij
geen personen gedeerd.
Volgens het ministerieel orgaan in België, 1'Echo
du parlement, zal de graaf van Vlaanderen, broeder van
koning Leopold, eerlang in het huwelijk treden met eene
prinses van Hohenzollern.
Tot heden scheen het onmogelijk, om de gewone
schaafmachines te gebruiken tot effening der opper
vlakte van bolvormige lichamen. Eindelijk is dit vraag
stuk opgelost door den heer Middleton, chef van de
werktuigkundige afdeeling der scheepstimmerwerven te
Chattam. De gebogene vlakken en de hoekige gedeelten
van het pantserschip Monarch zijn onder de leiding van
gemelden werktuigkundige volkomen glad geschaafd,
door middel van eene gewone schaafmachine.
Dr. Vohl te Keulen bericht, dat hem eene vergif
tiging is voorgekomen van brood, beschuit en gebak
ten gevolge van het bezigen als brandstof van oud hout
en spoorwegbalken, die allen lood- en zinkverf bevatten
of met koperzouten en arsenikzuur doortrokken zijn.
Op zijne aanwijzing is het gebruik dezer brandstof door
bet Pruissisehc gouvernement verboden. Ook het gebruik
van de kool dezer brandstof,dusgenaamde „bakkerskool",
die bijv. tot het verhitten van strijkijzers en ook tot het
roosten van kastanjes wordt aangewend, is wegens haar
gehalte aan loodoxyde en zinkoxyde ter zeerste af te
raden.
In de gemeente Bergschenhoek is naar men verneemt
de brigadier van het aldaar gestationeerde detachement
hulp-maréchaussèe eensklaps verdwenen, met zich
nemende de gelden voor voedingskosten der manschap
pen en paarden. Men zegt, dat hij als geleider van rund-
vleesch gratis overtocht op de Engelsche boot heeft
weten te verkrijgen. (A. Rott. cour.)
Risk-Allah bey heeft aan verscheidene Londensche
bladen doen weten, dat bij hen wegens laster in rechten
zou vervolgen, indien zij hunne beleedigende oordeel
vellingen over bet in België tegen hem gevoerde rechts
geding niet herriepen.
Uit Doetinchem wordt aan de Amsterd. cour. ge
schreven: „Ziehier een letterlijk afschrift van een brief,
door een gepatenteerd veearts dezer dagen aan een
burgemeester in den omtrek gezonden„Mijnheer Bur
gemeester ik verzoek UEds. vrindelijk stuk of 8 stemper-
jes van runder en van varken wilt langen, met verklaring
dat hier Geen besmettelijkke veesiekte heers wantdat er
wel veel komt om een briefje en anders niet mag helpen
zonder stemper van de gemeente." Is het niet te bejam
meren, vooral met het oog op de heerschende veepest,
dat dergelijke menschen door het nemen van een patent,
dat eenige stuivers kost, gerechtigd zijn tot de uitoefe
ning der thans zoo veel beteekenende artsenijkunde?"
Te Maidstono zijn jl. Donderdag een man en eene
vrouw opgehangen, de eerste omdat hij een medegevan
gene, de laatste omdat zij haar kind had vermoord.
Sedert 1834 was aldaar geen vrouw ter dood gebracht.
Eene buitengewoon grooto volksmassa woonde de uit
voering der doodstraf bij.
Thermomcterstaiid.
12 Jan. 's av. 11 u. 32 gr.
13 'smorg.7u. 32 gr. 'sinidd.1 u.33gr. 'sav.llu. 29 gr.
14 's morg.7 n. 28 'smidd. 1 u.34 gr.
Gemeenteraad van Vlissingen.
Zitting van Zaterdag 12 Januari. Beslissing schoolgebouw
regeling gratificatiënmededeelingeningekomen stukken
en voorstel betreffende maatregelen veeziekte.
Voorzitter de heer Callenfels. Waarnemend secre
taris de heer Dommisse, griffier. Afwezig de beeren
Tideman, de Groof en Verkuyl Quakkelaar.
Na goedkeuring der voorgelezen notulen van de voor
laatste en laatste zittingen 1) wordt mededeeling gedaan
van het rapport der commissie betreffende het aanbod
tot verkoop van een thans tot sociëteit gebezigd huis in
de Nieuwstraat, ten einde dit te doen inrichten tot school
voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs voor
meisjes. De slotsom van het rapport is, dat de commissie,
zoowel op grond van de localiteit van het gebouw als
van de matige koopsom, adviseert tot den aankoop te
besluiten en de overige aanbiedingen van huizen voor
het oogenblik stilzwijgend voorbij te gaan.
De voorzitter brengt namens burgemeester en wet
houders gelijk advies uit.
Op eene vraag van den heer van der Os, of er ook
eene begrooting van kosten voor do inrichting van het
gebouw is opgemaakt? wordt door den heer Winkelman
geantwoord, dat de commissie voor het oogenblik nog
geene specifieke berekening daarvan heeft gemaakt; zij
meent evenwel dat de geheele uitgaaf geen 5000 zal be
dragen en alzoo in evenredigheid beneden het maximum
van het tot dusver voor die school betaalde zal blijven.
De heer Ruysch hecht zijne adhaesie aan het voorstel
der commissie en verheugt zich dat daardoor alle onaan
gename quaestiën van buur en dergelijke voor het vervolg
zullen ophouden.
Daar de vorige spreker ook op de geschiktheid van
het besproken huis gewezen had, merkt de voorzitter op,
dat de stand van het huis mede alleszins geschikt is.
De heer Laernoes meent, dat 1200 a f 1400 voor de
inrichting van het huis tot schoolgebouw voldoende zal
wezen.
Nadat de heer van der Hijden heeft aangedrongen om
de in het huis te maken veranderingen niet onder eigen
beheer, maar bij aanbesteding te doen plaats hebben,
wordt het voorstel der commissie met algemeene stem
men aangenomen.
Naar aanleiding van het in de voorlaatste zitting ge
nomen besluit tot bet verleenen eener toelage aan de
lagere gemeente-ambtenaren, die een inkomen van ƒ500
of daarbeneden hebben, ten bedrage van vijf percent
hunner jaarwedde, leggen burgemeester en wethouders
eene lijst over der personen, die in het genot daarvan
behooren te deelen.
De slotsom van de over deze lijst gevoerde beraad
slaging is dat wordt toegekend, in evenredigheid tot vijf
percent hunner jaarwedde, aan: G. de Vos en J. Smit,
1) Den 31 December jl. werd eene zitting gehouden, waarvan wij
wegens onvoorziene omstandigheden geen verslag hebben kunnen
geven. Uit de voorgelezen notulen bleek, dat die zitting hoofdzakelijk
was belegd tot goedkeuring der tolvcrpachting voor den rijweg
tusschen Middelburg en Vlissingen, welke verpachting ten vorigen
jare heeft plaats gehad voor ƒ1800, terwijl zij voor het loopende
jaar ƒ2700 bedraagt, Voorts is in die zitting de staat van ge
meente-eigendommen door burgemeester en wethouders overgelegd,
en, ten slotte, een aanbod tot verkoop van een huis in de Nieuwstraat
voor ƒ3600, ten behoeve eencr school voor gewoon en meer uitge
breid lager onderwijs voor meisjes, welk huis thans tot sociëteit
wordt gebezigd, in handen eener commissie gesteld, ten einde daar
omtrent rapport uit te brengen.