ïtfutmuanö.
courant geschreven dat in den faubourg St. Antoine
ongeregeldheden onder de geringe volksklasse hebben
plaats gehad wegens de duurte van het brood. Naar men
verzekert, heeft de keizer zich onder de volksmenigte
begeven, om door zijne tegenwoordigheid de opgewonden
stemming onder hen te doen bedaren. Men voegt er bij,
dat hij zeer koel is ontvangen.
Jl. Maandag nacht heeft te Londen een hevige
storm gewoed, waardoor belangrijke schade is veroor
zaakt en ten gevolge waarvan twee menschen bet leven
hebben verloren. De storm begon tegen middernacht
en bereikte tusschen 5 en 6 uren de kracht van een
orkaan. Ook te Plymouth heeft het dien nacht ge
weldig gestormd. Men meldt van daar, dat op de kust
drie schepen zijn vergaan; van het eene, de John Gray,
van Demerary naar Londen, waren de passagiers en de
schepelingen (op den kapitein en de schoepsjongen na)
gered; de manschappen van de twee andere vaartuigen
hadden, op éen jongen na, allen het leven verloren.
Kapitein P. T. Hansen, voerende het stoomschip
Amsterdam, dezer dagen van Hamburg te Amsterdam
aangekomen, rapporteert dat hij op Zondag den 6 dezer
op de Elve, tusschen Freyburg en de Oste, bij stormweder
uit het Z. O., door middel van zijn scheepskijker men
schen op een ijsschots meende te zien. Hij hield er
onmiddellijk op aan, en vond werkelijk twee mannen,
gansch verstijfd en uitgeput staande op een ijsschots.
Na veel moeite gelukte het hem die ongelukkigen binnen
boord, en na een onafgebroken inspanning van ruim
2 uren, door sterke inwrijvingen, als het ware tot het
leven terug te brengen. Na hen van het noodige te
hebben voorzien, heeft kapitein Hanren ze met do sloep
te Cuxhaven aan den wal doen brengen en daarop zijn
reis voortgezet. De beiden aan een gewissen dood ont
rukten, waren de stuurman Wendt, van Altona, en de
matroos Johan Ulrich, van Putsfleed, in Hanuover, en
beiden afkomstig van het op de Elve door het ijs doorsne
den eu gezonken Hannoversche galjootschip Pegasus,
kapitein J. Hauschildt, met gerst van de Elve naar Yar-
mouth, waarbij de kapitein, een matroos en een jongen
het leven hadden verloren.
De generaal Mellinet, grootmeester der vrijmetse
laarsorde in Frankrijk, heeft eene circulaire aan al de
loges van dat land gericht, houdende dat zij voortaan
jaarlijksche prijzen tot aanmoediging van het lager onder
wijs aan leerlingen, onderwijzers of onderwijzeressen uit
reiken en zoo mogelijk zelfs scholen stichten zal. Eene
centrale commissie, onder voorzitting van den groot
meester, zal te Parijs gevestigd zijn en commissarissen
in de departementen benoemen. De kosten worden door
eene jaarlijksche inschrijving onder de vrijmetselaren in
vrijwillige giften gedekt. De belooningcn bestaan voor
het onderwijzend personeel in medailles, en voor de
leerlingen in spaarkasboekjes en boekwerken.
De Great Eastern zal den 20 Maart naar New-York
vertrekken, ten einde den 9 April de eerste passagiers
van daar naar Frankrijk over te brengen.
Berichten uit Zanzibar luiden, aangaande de expe
ditie van den heer Livingstone, alles behalve verblijdend.
Vier of vijf der Indische inboorlingen, die hem vergezel
den, zijn ziek uit de binnenlanden teruggekeerd en
verhalen, dat te Mataka, eene sterk bevolkte stad, twee
dagreizen van het meer Nyassa, de expeditie haar einde
had, doordien alle uit lndië medegenomen trekdieren
waren bezweken.
- Volgens particuliere berichten uit Londen heeft de
Pruisische regeering het door Frankrijk aldaar bestelde
gepantserde schip Fered, dat door den ingenieur Kead
in de Millwall-Ironworksgebouwd werd, voor 500,000p.st.
gekocht en wel zonder geschut. Het schip heeft eene
gepantserde huid van 8 duim, de gebruikelijke onderlaag
van 22 duim en dan nog eene ijzeren binnenhuid van
2 duim, dus eene ijzerdikte van 10 duim. De wapening
bestaat uit 32 driehonderdponders, waarvan 4 zich
bevinden in eenen toren, die 17 a 18 voet boven den
waterspiegel rijst. De hoogte der batterij is li j voet.
-- In het Utrechtsch Dagblad komen omtrent het plan
tot oprichting van een zoogenaamd kosthuis te Utrecht
de volgende bijzonderheden voor:
„De commissie uit de Vereeniging tot bevordering
van fabriek- en handwerksnijverheid wenscht buiten
Katharijne, in de toekomstige nieuwe straat, tusschen
den Stationsweg en de Westerstraat, een gebouw te
plaatsen, waarin op den beganen grond twee groote eet-
en gezelschapszalen, elk met 5 ramen aan de straat,
keukens, bergplaatsen, woning van den conciërge en
portier, 29 slaapkamertjes, waschplaatsen enz. gevonden
worden; op de tusschcnverdieping weder 30slaapkamer
tjes en waschplaatsen, en op de bovenverdieping eene
bestuurskamer, eene zaal, eene groote kamer, provisie-
en linnen-kamers, 8 groote voorkamers en 40 slaap
kamertjes. In dat gebouw is dus plaats tot huisvesting
vau 99 handwerkslieden, en zijn daarenboven nog 8
kamers van grootere ruimte aanwezig, waarvoor men 1
per week meer meent te zullen ontvangen, dan voor de
andere vertrekken, welke men voor 4.50 met den kost
wil beschikbaar stellen, behalve een negental kamertjes,
die men tegen 1 per etmaal aan doortrekkende werk
lieden wil verhuren. Het verhuren van al deze vertrek
ken met het kostgeld wordt op 19,236 berekend; waarbij
nog gevoegd wordt 200 voor het buffet, daar men eene
gezelschapszaal heeft en buitendien op de bovenverdie
ping vertrekken, die voor vereenigingen ten gebruike
kunnen worden afgestaan. Als uitgaaf tegenover
deze ontvangst staat, voor de voeding van 80 man gemid
deld, 12,896, wijl men berekent, dat per hoofd 3.10
wordt verbruikt; voorvvasch wordt ƒ1040, voor conciërge
en bedienden 900, voor verlichiing, belasting en
assurantie 800, voor slijtage 375, voor reparatie 500
geraamd, zoodat er 2925 overblijft voor 4 pet. rente van
het kapitaal voor de oprichting; welk kapitaal op 64,000
gesteld is. Dat kapitaal, waarvan 7000 voor den
grond, 50,000 voor 't gebouw, 6500 voor meubilair en
500 voor onvoorzien wordt gerekend, wil men door
kleine aandeden van ƒ10 bijeenbrengen. Men hoopt nog
eene amortisatiekas te kunnen vormen, om van lieverlede
af te lossen, ten einde het gebouw later aan de Vereeni
ging te doen komen. Elk denkbeeld van philanthropie
wil men ter zijde gesteld hebben; voor den werkman
vraagt men niets: hij betaalt, wat hij gebruikt; alleen
voor de bibliotheek zal men gaarne boeken ontvangen.
Behalve eene vrije kamer, netjes gemeubeld, met gelegen
heid tot aangename verpoozing, zal den werkman 's mor
gens vroeg koffie met suiker, brood en kaas; 't zelfde
tusschen 8—9 urentusschen 121 uren middageten van
aardappelen,groenten en vleesch; tegen 4 uren brood met
kaas, en 's avonds warm eten zonder vleesch verstrekt
worden."
In Lancashire neemt de beweging tegen de vermin
dering der dagloonen en ten gunste van de verkorting
van den tijd van arbeiden toe. Te Preston is onder ande
ren dezer dagen eene meeting gehouden, waar men een
stemmig het voorstel heeft aangenomen, dat de weke-
lijksche werkdagen tot op vier dagen behoorden te worden
beperkt. De secretaris dier vereeniging merkte aan, dat
de arbeiders bepaald besloten hadden korteren tijd te
arbeiden, om te voorkomen, dat de werkloonen zouden
worden verminderd. De markt was over het algemeen
met producten overladen, zoodat de prijzen buitengewoon
laag waren, en om het aanbod weder met de vraag in
overeenstemming te brengen, was er, naar men meende,
geen beter middel dau den werktijd in te krimpen; tevens
drong men er op aan, om geene gehuwde vrouwen meer
in de fabrieken toe te laten, opdat deze hare zorgen
geheel aan de kinderen zouden kunnen besteden. Do
fabrikanten daarentegen bewerendat vermindering
van den arbeidstijd hen niet helpt; zij moeten met de
Duitsche fabrikanten concurreeren, die hunne goederen
tot mindere prijzen kunnen leveren dan de Engelschen.
De arbeiders zullen thans eene memorie indienen bij
hunne patroons, waarin zij betoogen, dat de verhoo-
giug van loon, die hun in de maand Februari 11. werd
verleend, geheel verslonden wordt door de verhoogde
huurprijzen, terwijl tevens de voornaamste levensmid
delen meer dan 25 percent in prijs zijn gestegen. De
vereeniging van fabrikanten blijft er evenwel op aan
dringen, om de werkloonen met 5 percent te verminderen,
en hiermede zullen de arbeiders genoegon moeten nemen,
indien zij althans willen blijven doorwerken.
Wegeus de vele ongelukken bij de verzending en
bewaring van nitro-glycerine heeft Nobel te Hamburg
naar een middel gezocht, om deze olie zonder gevaar te
verzenden eu tevens weder hare ontplofbaarheid te her
geven. Hij meent daarvoor gevonden te hebben den
houtgeest of dusgenaamden methyl-alcohol, waarin de
nitroglycerine volkomen oplostalthans indien de
methyl-alcohol geheel watervrij is. Eene oplossing van
nitro-glycerine in houtgeest ontploft niet, evenmin bij
eene hooge temperatuur als wanneer er op geslagen
wordt. Op een watje gegoten en aangestoken, verbrandt
deze oplossing rustig zonder ontploffing; zelfs tegen het
einde der bewerking worden er geen vonken verspreid:
het nitro glycerine verbrandt tegelijk met den houtgeest.
Om de nitro glycerine weder uit deze oplossing af te
scheiden, behoeft men er slechts het twee- tot drievoudig
volumen water bij te voegen. De nitro glycerine scheidt
zich dan onveranderd af, en is weder ontplofbaar. Een
droppel der oplossing ondergaat geene verandering,
indien men er met een hamer op slaat, maar heeft men
er een droppel water bijgevoegd, dan zal zij bij den slag
met den hamer oogenblikkelijk détoneeren.
Als desinfecteerend middel wordt weder de aan
dacht gevestigd op de koffie, die in staat zou zijn dier-
i lijke en plantaardige uitwasemingen te vernietigen.
Eene kamer, waarin gedurende onderscheidene dagen
vleesch, dat tot rotting was overgegaan, had gestaan,
werd dadelijk gezuiverdtoen men er eenige oogen-
blikken een kolenbak met kilo zwart gebrande koffie
had geplaatst. In eene andere kamer, die zwavelwaterstof
en ammoniak in eene groote hoeveelheid bevatte, werd
de onaangename reuk door 90 gram geroosterde koffie
weldra vernietigd zoo ook werd de reuk van morchies,
duivelsdrek, enz. weggenomen. De reukstoffen zullen
hierbij niet alleen verwijderd, maar werkelijk ontleed
worden, want in den beginne was de reuk der koffie
zelve in het geheel niet meer waar te nemen en eerst na
verloop van eenigeu tijd merkbaar. De methode der
berooking met koffie is hoogst eenvoudig. Men stoot
eene zekere hoeveelheid koffie fijn en spreidt het poeder
op eene matig verhitte plaats. Kamers, die met tabaks
rook overladen zijn, worden op dezelfde wijze spoedig
door de koffie gezuiverd.
De proeven van doctor Percy hebben bewezen, dat
eene kleine hoeveelheid phosphor, in het koper gebracht,
dienende tot bekleeding van zeeschepen, dat koper ten
eenenmale ongevoelig maakt voor de invretende wer
king van het zeewater. Volgens anderen zou het gebruik
van uit zink vervaardigde spijkers of bouten (door het
teweegbrengen van een galvauischen stroom langs of door
de koperen scheepshuid) hetzelfde effect doen.
In het Weekblad vau het recht lezen wij de vol
gende mededeeling betreffende de voltrekking van een
doodvonnis te Lebanon (Ohio) aan Samuel Mand Covert,
overtuigd van den moord der familie Bosa, van Deerfield,
in het graafschap Waren (Ohio), eene misdaad die reeds
van 26 December 1864 dagteekende. Tot op het laatste
oogenblik bleef hij zijne onschuld betuigen. „Ik ben
bereid te sterven," zeide hij, nadat hij zijn laatste maal
had genuttigd, „maar als men mij ophangt, zal men een
onschuldige hangen."
„Eenigen tijd daarna vroeg hem de geestelijke, die
hem bijstond, of hij zeker aan eene betere wereld geloofde.
Hij antwoordde: „Ja, en ik ben bereid tot dien grooten
stap; maar het valt hard, de doodstraf te moeten onder
gaan voor iets, dat men niet gedaan heeft. Ik hoop dat
men eenmaal tot de overtuiging daarvan zal komen."
„De rechter Smith, president bij zijn proces, bezocht
hem 's morgens vroeg. „Wat zoudt gij er van zeggen,"
zeide hij tot hem, „wanneer de gouverneur bereid was
uwe straf in levenslange gevangenis te veranderenzoudt
gij dat liever verkiezen?"
„Ik zou liever de doodstraf ondergaan, antwoordde de
gevangene, dan al mijn leven in de gevangenis door te
brengen. Daarna vervolgde hij, terwijl hij den rechter
Smith onbeschroomd, maar zonder wrok in het gelaat
zagVaarwel, mijnheer Smith, en herinner u mijne laatste
woorden; herinner u, dat gij het doodvonnis hebt uitge
sproken over een onschuldige.
„Is dat waar, hernam de rechter.
„Zoo waar als er een God in den hemel woont.
„Als dat zoo is, koestert gij dan niet den minsten haat
tegen mij
„Neen, mijnheer; gij hebt uw plicht gedaan, gij hebt
mijn vonnis uitgesproken volgens de getuigenissen, die
zoo sterk tegen mij pleitten.
„Maar Sam, indien gij waarlijk onschuldig zijt, is het
eene verschrikkelijke ramp.
„Ik ben onschuldig, antwoordde de veroordeelde op
stelligen toon.
„Toen hij eindelijk het schavot beklommen had,
richtte hij nog de volgende woorden tot de verzamelde
menigte:
„Mijne heeren! ik ga deze wereld verlaten. Ik heb
twee verschrikkelijke processen ondergaan. Ik ben recht
vaardig behandeld, wat aangaat de uitspraak der jury
en rechters; maar van de getuigen kan ik dit niet
zeggen. Op het oogenblik nu mijn einde zoo nabij is,
neem ik God tot getuige, dat ik dit onschuldige gezin
niet vermoord heb. Men heeft verklaard, dat ik er nog
Dinsdag van gesproken had; maar God moge mij voor
eeuwig uit Zijne tegenwoordigheid verbannen, indien ik
er zelfs vóór den volgenden Donderdag over heb hooren
spreken. Dat is alles wat ik te zeggen heb.
„Een oogenblik later viel het luik, en Samuel Covert
verscheen voor den hoogsten rechter."
Thernioincterstanri.
11 Jan. 's av. 11 u. 36 gr.
12 'smorg.7 u.33 'smidd. 1 u.35 gr.
Algemeen overzicht.
Te St. Petersburg beginnen zich meer en meer blijken
van sympathie te openbaren voor de opstandelingen
op Kandia, welke van hooger hand wordt aange-