MIDDELBURGSCHE COUR /N T. N- 8. Zondag 1867. ..o 13 Januari. Editie van Zaterdag avond 8 uren. SSIdröcHmrg 12 In (le Staatscourant van gisteren worden medegedeeld de wetten van den 25 December jl., tot vaststelling der begrooting van nitgaven voor de gestichten te Ommer- schans en te Veenhuizen, dienst 1867tot verhooging der begrooting van uitgaven van het pensioenfonds voor burgerlijke ambtenaren over het jaar 1865; tot wijziging van de tweede alinea van art. 4 der wet van 8 Augustus 1862 (Staatsblad no. 164), houdende opheffing der slavernij in de kolonie Suriname; tot vaststelling der begrooting wegens den arbeid der gevangenen voor 1867; alsmede de wet van den 20 December jl., houdende verlenging van den termijn, gedurende welken de wet van den 17 October 1865 (Staatsblad no. 121), betrekkelijk het vaststellen van buitengewone maatregelen tot afwending van besmettelijke veeziekten en tot wering harer uit breiding en gevolgen, van kracht is. In hetzelfde nomrner is opgenomen bet koninklijk be sluit van den 30 December j!., tot wijziging van art. 1 van het besluit van 8 Mei 1865 (Staatsblad no. 31), be trekkelijk de vervaardiging en den ijk van vaatwerk, bestemd tot aflevering van Beiersch bier. Naar men verneemt, is er weder ernstig spraak van, dat de regeering aan de Rijnspoorweg-maatschappij concessie zou verleenen voor het aanleggen van een spoorweg van 'sGravenhage naar Gouda en van Harme ien naar Breukelen, onder voorwaarde, dat door die maatschappij de gelden zouden worden gedeponeerd, die zekerheid moeten geven dat door baar de verbinding der twee spoorwegen te Rotterdam zal uitgevoerd worden. Do Mijverbeids-vereeniging voor goud- en zilversme den te Schoonhoven, beeft zich bij adres tot den minister van financiën gewend, waarin zij de aandacht vestigt op sommige artikelen der wet, omtrent den waarborg en de belasting van gouden en zilveren werken, van 18 Sep tember 1852 (Staatsblad no. 178), welke naar hare mee ning tot teleurstelling, misleiding en tot de grootste bedriegerijen aanleiding geven, ja, zelfs reeds hebben gegeven. De Vereeniging tracht dit haar gezegde met een voorbeeld op te helderen, en wijst op het gemis van eene hoogst wenschelijke onderscheiding van gehalten of waarden en oenen zoo zeer noodigen waarborg betref fende gouden en zilveren voorwerpen. Door dat gemis toch wordt op eene in bet oog loopeude wijze aanleiding gegeven tot het plegen van de schromelijkste misleiding en bedriegerijen, waarvan menigeen reeds de nadeeligste gevolgen moest ondervinden. De Vereeniging acht het wenschelijk, dat er geen gou den en zilveren werken, noch door inlandscbe fabrikan ten mochten worden vervaardigd, noch door kooplieden of bnitenlandsche fabrikanten ingevoerd, beneden de gehalten, vermeld bij artikel 1 der genoemde wet. Benoemingen en besluiten. VRIJ handbls-bntrepÓt. Op nieuw benoemd als directeur van wege den handel van het vrij handels- entrepót alhier de heer J. Luteyu, die met den laatsten April dezes jaars als zoodanig moest aftreden. rechterlijke macht. Benoemd tot substituut officier van justitie bij de arrondissemeuts-rechtbank te Zierik- zee mr, J. G. H. B. Ketjeu, thans griffier bij het kanton gerecht te Zal t-Bom mei. consulaten. Benoemd tot Nederlandsch consul te Colombo, op Ceylou, de heer T. A. Plump. leger. Overgeplaatst in zijn rang bij het regiment grenadiers en jagers de majoor A. A. Hamming, van het 3e regiment infanterie. Marine en leger. De officier van administratie der 2e klasse J. H. C. ten Üove wordt met den 11 dezer geplaatst in de rol van 2r. Ms. wachtschip te Willemsoord. Naar men verneemt zullen met 1 Februari a. Zr. Ms. scbroefatoomsclrepen 4e klasse Kijkduin met bestemming naar Oost-Indië en Schouwen met. bestemming naar West-Indië, en met 1 Maart a. Zr. Ms. scbroefstoomscbe- pen 4e klasse Soestdijk met bestemming naar Oost-Indië en Amstel met bestemming naar West-Indië, in dienst gesteld worden. Rechlsï.alreji. Het provinciaal gerechtshof in Gelderland heeft A. Huisman en B. Kluin schuldig verklaard aan moord, en beiden tot de doodstraf veroordeeld, uit te voeren binnen Arnhem. Veeziekte. In verband met de quarantaine maatregelen in Enge land voor buitenlandsch, niet tot onmiddellijke consura- tie bestemd vee, zijn thans van wege den Privy Council de voorwaarden vastgesteld, waarop, onder gehoudenheid aan die maatregelen, vergunning wórdt verleend tot het aan wal brengen van vreemd vee. Die voorwaarden luiden aldus: „Niemand wordt tot de quarantaine-hokken toegelaten, met uitzondering van den eigenaar dier hokken of zijn gevolmachtigde, den opzichter of andere beambten, aan gewezen door het bestuur der douane of den Privy Coun- cil, den invoerder van het vee of zijn aangewezen agent en de oppassers van het vee. Die toelating moet steeds door den chef officer in chargé) van het quarantaine station plaats hebben. „Gezegde eigenaar moet geschikte personen aanwijzen voor de oppassing van het vee en de reiniging der hok ken, en moet van tijd tot tijd hunne namen aan den chef raededeelen. „Ieder der aldus in dienst gestelde personen, die in strijd met de voorschriften handelt, zal het recht van toegang tot de hokken verliezen. „Wanneer onder het vee in een der hokken of afge schoten gedeelten eene ziekte ontstaat, zal met het vee in dat hok of afgeschoten gedeelte gehandeld worden overeenkomstig de voorschriften van den opzichter en ten koste van den eigenaar der hokken. De beesten echter in aangrenzende hokken, waaronder geeue ziekte is uitgebroken, behoeven niet geslacht te worden dan op qevel van het hoofdbestuur der douane commissioners of customsonder goedkeuring van de lords van den Council. Wanneer de beambten de slachting gelasten, zullen alle kosten door den eigenaar van de hokken ge dragen worden. Noch deze eigenaar, noch de eigenaar van eenig vee in die hokken, zal voor het aldus geslachte vee vergoeding kunnen vorderen op grond van eenige \óor dezen vastgestelde parlements acte ofeenigen „order of Council „Zonder certificaat van den opzichter van het quaran taine-station mogen geenn dieren (betzij levend of dood), huiden, vleesch, afval of voeder van het station verwijderd worden. „De ingang tot de hokken en de derwaarts leidende wegen zullen aanhoudend met versche kalk bestrooid of op andere wijze gedesinfecteerd moeten worden, ten genoegen van den opzichter. „Hij, die eene vergunning tot landing van vreerad vee verzoekt, zal eene verklaring behooren te teekenen, waarbij hij aanneemt de gezegde voorwaarden te zullen naleven en den ingang van elk der quarantaine-hokken te zullen voorzien van eeu afschrift der bepalingen door de commissioners of customsof de lords van den Privy Council op de quarantaine gemaakt. „Hij moet verder schriftelijk opgave doen van 1. den naam en de ligging van het station, waar hij zijn vee wenscht af te zonderen; 2. het getal hokken of afzon deringsplaatsen dat hij verlangt; 3. de ruimte van elk hok en het getal beesten, dat hij in elk hok wenscht te plaatsen; 4. de beschikkingen, gemaakt om het isoleeren van eiken koppel beesten bij het overbrengen van de landingsplaats naar de verschillende hokken te verze keren; 5. de wijze waarop de slachting der beesten, welker afmaking wordt gelast, zal plaats hebben 6. de wijze waarop gehandeld zal worden met den afval, de huid en de mest van dieren, die niet van het station mogen verwijderd worden." Jl. Dinsdag zijn te Zaandam gearresteerd en naar Haarlem overgebracht 5 personen, te Oostzaan gevat en beschuldigd van opgraving van afgekeurd en onteigend vleesch. -Ten opzichte van het desiDfecteeren te Cranenburg van met den spoorweg uit Nederland komende personen, wordt aan de Nijmeegsche courant met zekerheid mede gedeeld, dat de passagiers, wier uiterlijk voorkomen geene aanleiding geeft tot het vermoeden dat zij met rundvee in aanraking komen, slechts gedurende eenige minnten in een vertrek van het visitatiegebouw aan eene zeer geringe chioorberooking zullen onderworpen wor den, en dat ziekelijke personen, die den chloordamp niet verdragen kunnen, daarbij met de meeste consideratie zullen behandeld worden. Daar evenwel de passagiers, van welke ondersteld wordt dat zij wel met rundvee in aanraking komen, eene sterkere desinfectie in eene daartoe ingerigte loods zullen moeten ondergaan, is het allezins aan te bevelen, om zich te voorzien van een bewijs, waaruit liet beroep, dat men uitoefent, blijkt. Gemengde berichten. Te Rotterdam is aangehouden een jong Franschman van goede familie, die als kassier van een der voor naamste handelshuizen te Luik, zich dezer dagen heimelijk uit die stad verwijderd heeft, naar men zegt aanzienlijke waarden met zich nemende. Hij heeft den nacht tusschen Zondag en Maandag t,e Maastricht door gebracht en was vergezeld van eene dame. Een adjunct commissaris van politie heèft onmiddellijk zich naar Maastricht begeven,maar vond den vogel reeds gevlogen. Door middel van den telegraaf is daarop de Rotterdam- sche politie verwittigd en dientengevolge heeft de arrestatie plaats gehad. Uit Maastricht wordt geschreven„Reeds sedert acht dagen wordt de luitenant-adjudant v. W., in garnizoen al hier, vermist. Oudejaars-avond omstreeks 10 uren verliet hij de sociëteit, en sinds dat oogenblik heeft men niets meer van hem vernomen. Men vreest, dat hem, door de duisternis misleid, eenig ODgeluk overkomen is. Aan de familie heeft men van zijn verdwijnen kennis gegeven en een zijner broeders bevindt zich sedert eenige dagen hier ter stede, doch alle nasporingen, door hem en de vrienden van den vermiste gedaan, zijn tot nu toe zonder gevolg gebleven." Dezer dagen deelde the Times mede dat de koningin ingevolge bekomen inlichtingen van graaf Fitzwilüam, haren dank en bewondering had betuigd aan twee jonge lieden, voor hun heldhaftig gedrag bij gelegenheid eener uitbarsting van de Oaks steenkolenmijn, waarbij zij met eigen levensgevaar een persoon uit de mijn redden, terwijl, op voordracht van den heer Stanhope, op eene openbare plaats te Manchester een gedenkteeken zal wor den opgericht tot herinnering aan dit feit. De Pall Mali Gazette, deze zaak besprekende, legt hare verwondering aan den dag, dat de koningin in deze slechts rvoorden had, om baren dank te betuigen, en herinnert er aan, dat de koningin vóór eenige weken aan een soldaat het Victoria-kruis schonk, omdat hij een spoorweg-waggon, geladen rnet ammunitie, voortrolde en alzoo belette dat hij ontplofte. Het blad eindigt met de vraag, of Engeland ook al eene militaire natie is geworden. In de Gazette de Liège wordt gewag gemaakt van een vreemd verschijnsel, dat op den spoorweg tusschen Luik en Namen is waargenomen. In den nacht van Zaterdag op Zondag is namelijk een rotsklomp, van ongeveer honderd kubieke ellen, van den berg losge raakt, die zich nabij het stations-gebouw van Seilles- Andennes, ter zijde van den spoorweg, verheft terwijl op betzelfde oogenblik waarop die rotsklomp langs den bergwand naar beneden gleed en de spoorbaan naderde, die baan eensklaps over eene lengte van vijftig el om- bo ig gerezen is, op sommige punten ter hoogte van twee of drie el. Men weet dit verschijnsel aan niets anders toe te schrijven dan aan de drukking, die de rots heeft uitgeoefend op de aard-of kleilaag, waarop zij gedeelte lijk rust en die onder den spoorweg doorloopt. Uit Parijs wordt aan de Nieuwe Rotterdainscne

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1867 | | pagina 1