M1DDELBURGSCHE COURANT. N°' 1. 1867. Dinsdag 1 Januari. Bij deze courant behoort een bijvoegsel, bevallende Editie van Maandag avond 8 uren. Het verslag van het verhandelde in de zitting der eersto kamer, j|. Vrijdag gehouden. middelburg 31 December 1866. EEN BLIK ACHTERWAARTS. I. Een blik achterwaarts! Waartoe zal hij dienen? Niet om ons slecht» enkele feiten in herinnering te brengen, maar om den loop der gebeurtenissen en gros nog eens te overzien, en na te gaan, welke lessen wij er Uit zouden trekken voor het vervolg. Niet aan ons zij het echter om telkens de toepassing te maken, de lezer zal zich zelf wel de moeite willen geven zijne opmerkingen aan hetgeen wij hier neerschrijven vast te knoopen. Waartoe zullen onze opmerkingen zich uitstrekken? Op de bladzijde waar wij dagelijks de hnitenlandsche gebeurtenissen plegen te schetsen, zullen wij als gewoon- lijk nagaan, wat buiten ons vaderland Europa en de Overige werelddeelen hebben opgeleverd aan gebeurte nissen, die thans nog eens opzettelijk herdacht verdienen te worden. Hier ter plaatse bespreken wij beknopt wat onzen binnenlandschen staatkundigen toestand betreft en in het bijzonder voor onze provincie en gemeente van belang kan worden geacht. Laat ons echter ditmaal de orde verbreken, en, met Middelburg beginnende, van het bijzondere tot het meer algemeene opklimmen. 't Is omdat de feestvreugde ons nog zoo levendig voor den geest staat die er heerschtejuist gisteren een jaar geleden, toen in den vroegen morgen de tijding tot ons kwam, dat de eerste kamer de onteigeningswet voor den spoorweg en het kanaal door Walcheren had aangenomen. Er heerschte toen groote blijdschap. En met reden. Men behoeft de geschiedenis van de spoorweg-plannen, ontwerpen en concessiën slechts op te slaan, om zich de vreugde te verklaren, die de zoo evengenoemde tijding bier teweegbracht. De uitvoering, zoolang verwacht, was dan nu toch eindelijk nabij. Groot was de blijdschap, levendig de verwachting. Men meende algemeen, dat nu ook aan de uitvoering dier belangrijke werken spoedig de hand zou worden geslagen, en dat op ons eiland weldra reeds eenige be drijvigheid zou te bespeuren zijn. Die verwachting, volkomen billijk, maar toch wel wat te hoog gespannen, bleek weldra niet verwezenlijkt to zullen worden. De plannen voor dc havenwerken zijn wel is waar reeds sedert geruimen tijd opgemaakt. De ta ont eigenen perceelen zijn aangewezen, met het aankoopen van do noodige terreinen schijnt men druk bezig te wezen maar van de uitvoering is nog niets te bemerken; C este'ikou voor de aanbesteding der sluiswerken r mg za moeten gewacht worden, is vrij onzeker. Lang bad men zich gevleid dat die aanbesteding, zoo al nie in u a„e oopen najaar, dan toch in deeerste dagen van Januari zou plaats hebben, maar dit schijnt het geval niet te wezen. Op bespoediging schl,nt v.,n de zijde der regeering niet veel aangedrongen te worden, en het eenige dagen door den heer Fokker in de tweede kamer der staten generaal beweerdo, dat yan een 80m yan f 868,000 die (behalve de öOO.Ouo voor onteige ning toegestaan) voor de werken op Walcheren op "do begrooting van 1866 is uitgetiokken, nog geen enke|e Ruiden is besteed, dat beweren, zeggen wij, wacht n°g altijd op wederlegging. Over het algemeen zijn in de tweede kamer gerezen klachten over den l'agen voortgang der werkzaamheden aan den Zeeuw- scben spoorweg zeer flauw door den minister van binnen- nndsche zaken beantwoord, wat omtrent den verderen sP°eUigen voortgang der werkzaamheden juist niet de Sbustigste vooruitzichten opent. lat <>e ^root Gie teleurstelling nu ook wezen moge, mea e 'Mch daardoor niet ontmoedigen. Tot dubbele waak- zaamheid, nfefTót inslapen moet teleurstelling ons aan sporen. De uitvoering der werken is verzekerd, en vorderen zij niet veel, zij vorderen elk jaar dan toch een heel klein weinigje. Maar van ontmoediging is gelukkig in Middelburg nog geen spoor te ontdekken. Wij zagen er integendeel in den laatsten tijd kenteekenen van meer krachtig leven. Wij hebben, onder meer, pogingen zien uitgaan van een Nijverheidsvereeniging, jong van leeftijd, zwak wat geldelijke middelen betreft, maar reeds sterk in ledental en vooral krachtig door den onvermoeibaren ijver van velen harer leden. Als eerste vrucht barer werkzaamheden wezen wij reeds vroeger op de in 1865 tot stand gekomen vlas- serij, die al moge de geldelijke uitkomsten tot heden geenszins bevredigend genoemd worden, levenskracht genoeg bezit, om onder gunstiger omstandigheden een goede toekomst tegen te gaan. De kousen breierij, mede een uitvloeisel dezer vereeni- ging, die voor een groot deel schijnt te voorzien in de behoefte onzer landlieden aan dat eigenaardig soort van kousen, hetwelk niet, althans niet met voordeel, door de machine schijnt te kunnen vervaardigd worden, ver schaft vele personen een nuttigen, geenszins, gelijk men, oppervlakkig beschouwd, licht zon denken, kunstmatig in het leven geroepen arbeid. Het doel dezer instelling was een tak van industrie, welke elders met goed gevolg schijnt gedreven te worden, herwaarts over te brengen. Ook over het van deze vereeniging uitgegaan plan tot oprichting eener meel- en broodfabriek hebben wij in het afgeloopen jaar meermalen gesproken. De verwezen lijking schijnt echter op onoverkomelijke bezwaren te stuiten, hoewel die bezwaren, voor zoover wij weten, nooit zijn bekend gemaakt. Wij hopen dat de Nijver heidsvereeniging met de uitvoering van andere plannen, welke zij nog mocht ontworpen hebben, gelukkiger wezen zal. En toch zijn er moeielijk ondernemingen te bedenken, die van meer directe en dadelijke behoefte zijn voor Middelburg dan een broodfabriek, en daarom wan hopen wij ook nog niet geheel aan de tot standkoming van zulk een inrichting. Mocht iemand het ongepast vinden dat wij die zaak zoo bij herbalitig ter sprake brengen, of er wellicht een onbescheidenheid in zien tegenover de commissie, die bereidwillig op zich geno men heeft geacheveerde plannen over te leggen en bepaalde voorstellen te doen, dau antwoorden wij op dezulker bedenking gaarne, dat wij die commissie geens zins van gebrek aan ijver of belangstelling verdenken, maar integendeel gelooven dat omstandigheden van den wil harer leden onafhankelijk, dezen tot heden hebuen verhinderd hun rapport uit te brengen. Doch al ware dit ook anders, dan zou toch, waar het een zaak van zoo groot belang betreft, angstvalligeoverweging of wij soms niet iets zeggen wat voor dezen of genen minder aange naam zon kunnen klinken, ons volstrekt niet mogen weerhouden telkens te wijzen op een aangelegenheid die, naar het ons voorkomt, aaD de belangstelling van bet publiek bij elke gelegenheid op nieuw behoort te worden aanbevolen. Wij ontvingen gisteren een afdruk van het rapport der internationale commissie van ingenieurs, die belast is geweest met hot onderzoek naar de gevolgen van de afdamming der Ooster-Schelde. De conclusie van dat stuk is bekend. Zij komt hierop neêr, dat de Nederland- actie ingenieurs van oordeel zijn, dat de gevolgen der afdamming op den toestand der geheele rivier gunstig wezen zal; dat de Belgische leden der commissie wel erkennen dat die gunstige invloed zich zal doen gevoelen op het gedeelte van Bath tot Antwerpen en verder op waarts, doch tevens beweren dat. het gedeelte van Bath naar zee er nadeel door zal lijden. Wij meenen verdere mededeeling uit dit rapport gerust te kunnen achterwege laten, te meer daar wij het voor belangstellenden gaarne op ons bureau ter inzage leggen. De Köln. Zeitung bericht dat Pruisen voorloopig zich in dequaestie der Schelde-afdamining aan de zijde van Frankrijk en Engeland heeft geschaard en ingeenen deele de eischen van België te dien opzichte bestrijdt. 1'Etoile beige merkt naar aanleiding van deze mededeeling op „dat men alzoo weldra de ingenieurs door Frankrijk, Engeland en Pruisen zal zien aanwijzen om ten minste ais kanonnen hun dit niet beletten de zaak in loco te gaan onderzoeken." Aan de Arnhemsche courant wordt als zeker gemeld dat de minister van oorlog eene gemengde commissie, uit militairen en burgers samengesteld, zal benoemen, otn het gebeele reglement der Koninklijke militaire aca demie te Breda te onderzoeken en te herzien, en dat tot voorzitter dier commissie zal worden aangewezen de generaal-majoor Delprat. Bij beschikking van den minister van binnenlandsche zaken zijn benoemd tot secretaris van den geneeskun digen raad: voor Noord Brabant en Limburg dr. E. A. P. vau den Bogacrt te Hertogenboschvoor Gelderland en Utrecht dr. J. G. de Voogt te Arnhem; voor Zuid- Holland dr. W. M. II. Sanger te 's Gravenhage; voor Noord-Holland dr. I. Teixeira de Mattos te Amsterdam; voor Zeeland dr. J. P. Berdeni» van Berlekom te Middel burg; voor Friesland en Groningen dr. A. Drielsma te Leeuwarden. De minister van financiën heeft bepaald, dat de nage- noetnde commiezen der posterijen van de 3e klasse hunne nieuwe functiën zulten uitoefenen als volgt: de commies C. vau der Veen op het bureau van den inspecteur der posterijen te Arnhemen de commies P. Polvliet ten kantore te Rotterdam. Voorts is bij beschikking van denzelfden minister de commies der 3e klasse P. Valter verplaatst van het postkantoor te Amsterdam naar dat to Leiden, en de commies der 3e klasse A. G. Wcsterouen van Meeteren van het postkantoor te Leiden naar dat te Amsterdam. Benoemingen en besluiten. ridderorden. Vergunning verleend aan den heer Jobn Loitdon te s'Gravenhage, tot het aannemen on dragen der versierselen van ridder der orde van St. Olaf, hem door Z. M. den koning van Zweden en Noorwegen geschonken. Benoemd tot ridders der orde van den Nederlandschen leeuw, de heeren E. O. Scbubarth, koninklijk landraad, en F. Lange, koninklijk Kreis-bouwmeeater, beiden te Munchen Gladbach. f, er et kek en en. Als blijk van Zr. Ms. goedkeuringen tevredenheid verleend de zilveren- medaille en een ge tuigschrift aan P. Kasteleyn, J. Kasteleyn, W. Kasteleyn en C. van der Klooster, inwoner» van Ouddorp, wegens het met levensgevaar redden van 25 personen van het op den 27 November jl. op den Oosterd gestrande Neder- landsch stoomschip Cotnelia. geneeskundige raad. Benoemd, ter vervanging van de op heden aftredende en niet verkiesbare leden van den geneeskundigen raad voor Zeelandtot leden de heeren dr. M. H. Damtne en dr. J. P. Berdenis van Berle kom, beiden alhier, dr. I. Kosten de Bruyn, te Zierikzee, en P. M. de Ligny, apotheker alhier; tot plaatsvervan gende leden, dr. P. A. van Toorenburg, te Aardenbnrg^ dr. N. J. F. Verschoor te Goes, J. J. A. Baert, apotheker, en mr. A. P. Snotick Hnrgronje, advocaat, beiden alhier. gandmei eks. Bevorderd tot landmeter le klasse bij bet kadaster de heer J. W. Heijerman, thans landmeter 2e klasse. leger. Uit den militairen dienst ontslagen de le lui tenant J. F. J. Strengnart van het 7e regiment infanterie, en hem tot levensonderhoud een voortdurende onder stand toegekend, ten bedrage van f 167 'sjaars. Verleend de rang van kolonel aan den luitenant-kolo nel VV. H. Camp, militie-commissaris in Noord Holland.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1867 | | pagina 1