öuitenlcmö. Bictijfringm. 2 Volgens eene opmerking van den heer van Uije Pietcrse heeft de heer Hector zoo even gesproken van de toeken ning eener gratificatie op grond van verdienste, doch dit was zijns inziens niet het motief van het voorstel, maar wel het tegemoetkomen aan bestaande behoefte. Overigens herhaalt hij, dat eene dadelijke beslissing tot moeilijkheden zal leiden, en dat hij in principe voor eene traktementsverhooginggeen gratificatie der mindere beambten is gezind, daar sommige meerderen die ook hebben genoten en den een niet mag worden onthouden wat den ander gegeven wordt. De heer Mestdagh, hoezeer in beginsel tegen trakte mentsverhooging, verklaart er zich thans echter voor om de mindere ambtenaren iets toe te kennen. Hij is het evenwel eens met den heer van Uije Pieterse, dat eene lijst van al de ambtenaren behoort te worden opgemaakt, die in het genot daarvan zullen deelen. Hij geeft in over weging om nu het beginsel uit te maken en in eene vol gende zitting over de toekenning te beslissen. De heer van Uije Pieterse ondersteunt dit denkbeeld. De heer Verkuyl Qnakkelaar verklaart zich voor het geven eener gratificatie, maar tegen verhooging van traktement; zijns inziens zou het al heel vreemd wezen dat men nu tot verhooging overging, terwijl slecbtskorte tijd geleden is uitgemaakt dat dit niet kon. Zoodra de financieele toestand der gemeente het echter gedoogt is ook hij voor eene algemeene herziening der trak tementen. De heer Mestdagh releveert, dat hij heeft bedoeld eene gratificatie toe te kennen, maar geen traktementsver hooging. Volgens den heer Pot behoort thans te worden uitge maakt, of er eene gratificatie zal worden verleend en, zoo ja, het maximum der te verstrekken som, zonder dat daarbij echter sprake mag zijn van verdienste of geen verdienste, daar men het er voor houden moet dat alle ambtenaren ijverig en trouw zijn; ware dit anders dan behoorden zij te worden geweerd. De heerRuysch betoogt,dat het indertijd door de kom miezen ingediend request om traktementsverhooging de oorsprong van de tegenwoordige .redekaveling" is. Op voorstel der financieele commissie is de inwilliging van dat verzoek tot een later meer gunstig tijdstip uitgesteld, doch nu wordt het zijns inziens erger, daar men niet alleen meer ziet op hen die vragen, maar men ook hen die niet vragen en die geen dringende behoefte hebben geven wil, hetgeen gelijk staat met het verleenen van gunsten. Hij daarentegen wil alleen ondersteuning toekennen waar nood is. De traktementsverhooging, van den gemeentebouwmeester, secretaris en griffier was in zijn oog eene uitzondering, als noodzakelijk gevolg dor vermeerdering van de werkzaamheden der titularissen. De overige ambtenaren, die 500 a 600 inkomen hebben, kunnen echter zijns inziens in hun stand goed rond komen, doch de kommiezen, die slechts ƒ400 hebben, nietdeze hebben behoefte en daaraan wil gij gaarne tegemoetkomen. Alvorens, ingevolge het voorstel van heer Mestdagh, tot de stemming over te gaan over het beginsel of eene toelage zal worden verleend, zegt de heer Hector dat hij, bij nadere overweging, het voldoende acht in het voorstel die ambtenaren te begrijpen, wier inkomen 500 en minder bedraagt, omdat tusschen de 500 en 600 slechts een paar ambtenaren vallen, en deze geen bepaalde be hoefte hebben. Ten slotte wordt met 9 tegen 3 stemmen besloten, om als beginsel vast te stellen dat eene toelage zal worden verleend aan alle vaste gemeente ambtenaren wier inkomen 500 of minder bedraagt, tot een bedrag van 5 pet. hunner jaarwedde; alsmede van burgemeester en wethouders eene lijst in te wachten tot nadere regeling dier toelage. Tegen stemden de heeren Laernoes, Win kelman en Ockers. Vervolg in een volgend nommer.) Algemeen ovcrzlchf. staten, generaal Dix. De bij laatstbedoelde audiëntie gesproken woorden van welwillendheid en vriendschap waren echter eenigszins in strijd met de in dat zelfde nommer van den Monitenr voorkomende verklaring dat de Amerikaansche regeering ten onrechte eene depêche bij het congres heeft overgelegd als aan de Fransche regeering gericht, terwijl deze aan het keizer lijk gouvernement niet bekend is. Omtrent het voor gevallene deelen de Parijsche berichtgevers het volgende mede. Op 20 November werd door den heer Seward eene depêche aan den heer Bigelow gericht, om aan den minister van buitenlandsche zaken voor te lezen. Dit stuk was echter in zulke scherpe bewoordingen gesteld dat de heer Rouher, toen ad interim met de portefeuille van buitenlandsche zaken belast, weigerde oin de voor lezing dier depêche verder aan te liooren. Men onderstelt nu dat de nota van den Moniteur op deze depêche van 23 November betr. kking heeft. Als een nieuw bewijs van de algemeene afkeuring, waardoor het wetsontwerp tot reorganisatie van het Franseh krijgswezen wordt getroffen, zij het volgende niet onvermeld gelaten. Te Arras moet dezer dagen een lid voor het wetgevend lichaam worden gekozen, waarbij de regeeringscandidaat het noodig achtte om uitdruk kelijk te verklaren dat hij zou stemmen tegen dat wets ontwerp gelijk het daar lag. Hij verkreeg dan ook eene meerderheid van bijna elf duizend stemmen. Uit Weenen wordt gemeld dat de Hongaarsche land dag zijn adres van antwoord op de troonrede aan den keizer door eene deputatie heeft doen overhandigen. Keizer Frans Jozef beeft in antwoord hierop te kennen gegeven dat op dit adres door hem bij rescript zou worden geantwoord, terwijl hij aan de deputatie verzocht om den landdag van zijne welwillende gevoelens de verzekering te geven. Overigens bevestigt het zich dat de reis van den heer von Beust naar Pesth heeft gestrekt om bij de Hongaarsche partij hoofden op gematigdheid aan te dringen. Men verzekert evenwel dat hij daarin niet geslaagd is en de Deak-party op zeer stellige wijze allo verdere concessiëu weigert. Het Parijsch dagblad la Liberté kondigt eene coup d'état in Spanje aan, waarbij een ultra absolutistisch ministerie zou worden samengesteld. In het rijk va'n koningin Isabella is alles mogelijk, doch anders plegen zulke gebeurtenissen niet in buitenlandsche dagbladen den volke te worden aangekondigd. Indien men een door middel van den transatlantische!» telegraafkabel overgebracht bericht gelooven mag, zou de clericale partij in Mexico meer en meer hare vijan dige houding tegenover Maximiliaan hebben laten varen en hem hebben voorgesteld om tegen den waarborg van een aantal millioenen van de kroon geen afstand te doen. Onwaarschijnlijk is dit bericht niet, want de clericale partij heeft zeer veel nadeelen te wachten van een herstel der vrijzinnige republikeinsche regeering onder Juarez. Eene bewilliging van Maximiliaan in het voorstel der clericalen zou voor hem echter slechts een uitstel van executie opleveren. Den 25 dezer is van de reede van Veere naar zee ge zeild de Engelscbe schooner Exerliongezagv. H. Elder, van Middelburg in ballast naar Newcastle. Cirnaiiniai'kten enz. Amsterdam 24 Dec. Tarwe en gerst onveranderd. Raapolie op zes weken 40$. Lijnolie op zes weken ƒ38 j. Prijzen van effecten. Uithoofde van het Kerstfeest is gisteren en heden geen beurs gehoudenwij herhalen daarom de noteering van Maandag. Arasterdam 24 December 1866. dat eerlijkheid en goede trouw beloond worden en de ambtenaren zoo mogelijk in het genot stellen van een aan hunne behoeften geëvenredigd inkomen, als een middel ter voorkoming dat hunne eerlijkheid en goede trouw stranden op de vele en gevaarlijke klippen die zij, vooral in hunne zoo moeilijke en ondankbare betrek king, ontmoeten. De voorzitter zegt dat bet ook hem niet onaangenaam zou zijn eene gratificatie te verleenen. Hij stelt echter voor, bet voorstel van den heer Hector te stellen in handen der financieele commissie. Na hulde te hebben gebracht aan de edele bedoe lingen van den heer Hector, zegt de heer Ruysch dat hij in diens beschouwingen een rijk veld van bespiege lingen vindt. Onder anderen merkt hij op, dat de heer Hector voorbij schijnt te zien dat de ambtenaren worden bezoldigd in overeenstemming met het vermogen van het kleine stadje Vlissingen. Het overige gedeelte van sprekers rede beeft de strekking om, in afwijking van het voorstel, als middelweg alleen aan de kommiezen die een inkomen van slechts 400 hebben voor dit jaar eene gratificatie van 25 toe te staan. Den heer Hector schijnt het niet wensehelijk toe zijn voorstel in handen der financieele commissie te stellen, daar deze reeds bij uitgewerkt rapport als haar gevoelen heeft te kennen gegeven dat de gemeente-ambtenaren eene te geringe bezoldiging genieten, doch alleen voor de financieele bezwaren eener verhooging is teruggedeinsd. Haar gevoelen is dus bekend. Het geopperde bezwaar kan zijns inziens echter tegen zijn voorstel niet gelden, daar hiermede slechts een uitgaaf van 500 a ƒ600 gepaard gaat. De beer Verkuijl Qnakkelaar is er evenzeer tegen, het voorstel in handen der financieele commissie te stellen. Hij heeft opgemerkt dat men in den laatsten tijd meer malen het voorstel daartoe doet nadat de voorsteller zijn voorstel reeds heeft toegelicht, en zulks acht hij in het algemeen niet gewenscht. Nu de commissie ook heeft erkend dat velen, ja bijna alle ambtenareu te weinig traktement hebben en de toekomst zijns inziens, althans voor het volgende jaar, zich niet te donker voordoet, is hij er voor om eene gratificatie toe te staan, in afwach ting dat eerlang weder een voorstel tot traktements verhooging zal worden gedaan. Ook de heer Winkelman is er tegen dat het voorstel in handen der financieele commissie worde gesteld, op grond dat het eene bekende zaak geldt en ook de opinie der commissie reeds is kenbaar gemaakt. Hij merkt echter op dat die commissie de geschiedenis der trakte menten reeds heeft medegedeeld en de bezwaren eener verhooging doen kennen, en hij meent dat men nu nim mer tot een vast systeem zal geraken als men telkens door middel van gratificatiën tot verhoogiug komen wil. Uit een oogpunt van voorzichtigheid met betrekking tot onvoorziene omstandigheden, is spreker tegen het voorstel van den heer Hector. De heer van Uije Pieterse herinnert dat hij steeds, met het oog op de omstandigheden, tegen eene verhoo ging der traktementen is geweest. Verschillende in den laatsten tijd door den raad genomen besluiten tot zoo danige verhooging nopen hem echter, hoezeer met leed wezen, van zijne vroegere opinie af te wijken op grond van rechtvaardigheid. Do jaarwedden van den secretaris, den griffier, den gemeentebouwmeester zijn verhoogd; den havenmeester is bezoldiging als sluismeester toe gekend, betgeen volgens hem met verhooging van trak tement gelijk staat, zoodat de billijkheid vordert, dat ook de mindere ambtenaren bevoordeeld worden. Het is daarom dat bij wel, overeenkomstig het voorstel van den beer Hector, eene kleine verhooging van traktement aan de mindere vaste amtenaren zou willen zien toege kend; eene dadelijke beslissing zou echter zijns inziens tot moeilijkheden leiden, want bij aanneming van het voorstel mag er geen twijfel bestaan wie daarin behoort te deelen hij zou mitsdien, als het voorstel bijval mocht vinden, door de financieele commissie eene lijst willen doen opmaken van de personen welke in die verbooging zouden moeten begrepen zijn. Inclineert hij echter tot het voorstel van den heer Hector, hij is en blijft tegen het toekennen van gratificatiën. De heer Ockers is niet tegen het verleeuen van grati ficatiën, maar hij wenscht ze te verleenen wegens bijzon deren ijver en verdienste, niet als eene verhooging van traktement; dit laatste werkt zijns inziens verkeerd. Daarom is bij tegen het voorstel. Terugkomende op het reeds aangevoerde, merkt de heer Ruijsch op, dat het rijk ook niet altijd de mindere ambtenaren zoo genereus beloont, hetgeen'onder anderen blijkt uit de bezoldiging der rijks-kommiezen. Hij blijft er" echter bij, dat ook de gemeente de kommiezen met eene jaarwedde van slechts ƒ400 te laag bezoldigt. De onder commissaris en agenten van politie kunnen zijns inziens met een traktement van ƒ600 en 500 in hun stand fatsoenlijk leven, de kommiezen met 400 niet. Traktementsverhooging mag, naar hij meent, niet geba seerd ztjn op gunst, maar op de zucht om behoeftigen te ondersteunen. De beer Hector, naar aanleiding van het door den heer Ockers aangevoerde andermaal het woord nemende, zegt dat als zeker is aan te nemen, dat alle gemeente ambtenaren ijverig en geschikt zijn, daar men ze anders wel niot in dienst zou houdenop dien grond beschouwt hij ze allen als zeer trouwe, brave en ijverige menschen en diegenen hunner, wier inkomen 600 of minder be draagt zon bij nu door de toekenning eener kleine grati ficatie het bewijs willen geven dat hunne diensten niet onopgemerkt biijven, en daardoor alzoo eene prettige stemming teweegbrengen. Nog is do Mexicaansche quaestie onder schade en schande voor Frankrijk niet geëindigd, nog zijn de expeditie-troepen niet voor de dreigende houding der Vereenigde staten teruggekeerd, of reeds nadert eene nieuwe quaestie aan den horizon. Wij deelden reeds mede dat de keizerlijke regeering in oorlog is met rlen vorst van Korea, dat de Fransche vloot de rivier, welke naar de hoofdstad leidt, geblokkeerd had, en dat eenige landingstroepen reeds vrij ver in het binnenland waren voortgernkt. Thans wordt van 1 December uit Hongkong gemeld dat volgens een aldaar algemeen verspreid gerucht, deze troepen waren teruggedreven en de vloot naar Shanghai was teruggetrokken. Indien dit gerucht moeht worden bevestigd, dau zou de „nationale eer" van Frankrijk waarschijnlijk eene expeditie op groote schaal eisehen en weder een aantal millioenen en menschen- levens kosten. De Fransche Moniteur blijft stelselmatig den opstand op Kandia als gedempt voorstellen, in strijd met alle feiten, welke uit onpartijdige bronnen worden medege deeld. De laatste tijdingen deden eene belangrijke ont moeting tusschen beide tegenover elkander staande partijen verwachten. Thans wordt uit Athene gemeld dat deze botsing heeft plaats gehad en dat de Turksche troepen met ontzaglijk verlies zijn teruggedreven. De Fransche Moniteur bevat een verslag van de door den keizer verleende andientiën aan den nieuwen Turk- schen vertegenwoordiger Djemil-pacha en den onlangs benoemden gevolmachtigden minister der Vereenigde Nederland. Certific. Werkelijke schuld '2\ pet. 55$ dito dito dito 3 65$ dito dito dito 4 Aand. Handelmaatschappij 4$ België. Certificaten bij Rothschild 2$ Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 91 Certific. Hope co4 56$ Oblig. dito 1855,6e serie 5 76 dito dito Leening 1860 4$ 80$ Certificaten 6 38$ Aand. spoorweg187$ Polen. Schatkistobligatiën4 Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 43^- dito 1847/1852 2$ 21$ dito rente Amsterdam5 66$ dito nationale5 47$ Bankactiën 3 Italië. Leening 18615 Spanje. Obligatiën 3 thans 2$ 31-j^ Amortisatie schuld Portugal. Obligatiën 1853 3 41y$ dito 18561862 3 Griekenl. dito (blauwe)5 Turkije. dito (binnenl.)5 29$ Vereen.Stat.dito (1882) 6 75$ Mexico. *v« dlttK Grënada. dito afgestempftl .*v Venezuela dito - gjj|,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1866 | | pagina 3