iftuitailcmö. en 3e bataljon te Breda; bij de cavallerie geene; bij de artillerie geene (met uitzondering van eenige compag- niën vesting-artillerie, die later zullen worden aange wezen). Staatscourant Rechtszaken. Vrijdag a. zal voor bet provinciaal gerechtshof in Zee" land terecht staan Pieter Ekkebus, oud 46 jaren, geboren te Breskens, wonende te Groede, gepensioneerd kanon nier, thans alhier gedetineerd, ter zake van poging tot moedwilligen doodslag met voorbedachten rade (moord), welke poging door uiterlijke daden gebleken en tot een begin van uitvoering overgeslagen, niet dan door toeval lige van den wil des daders onafhankelijke omstandig heden is verhinderd geworden en hare uitwerking heeft gemist; en gelijktijdig ter zake van het wanbedrijf van het moedwillig toebrengen van wonden, waardoor een beletsel van te werken is ontstaan van meer dan 20 dagen. Twaalf getuigen zijn door den procureur-generaal opgeroepen. Gemengde berichten. In de Beiersche stad Bamberg hadden eenigen tijd geleden een paar inwoners ernstig twist. Een hunner, zijn tegenstander ten hevigste willende grieven, riep hem toe: gij zijt een Bismarck. De andere diende onmid dellijk daarop eene klacht in bij de bevoegde autoriteit, doch de rechter ontsloeg den beklaagde van alle rechts vervolging, op grond dat de rechtbank niet kon uitmaken in hoeverre de toevoeging van bovenstaande uitdrukking als beleedigend kon worden beschouwd in den zin der Strafwet. Het comité van de Hollandsche tooneel- en hoogduit- sche opera-voorstellingen te Botterdam heeft zich tot den gemeenteraad te 's Hage gewend, ten einde vergunning te erlangen, om van tijd tot tijd op nader te bepalen avon den, de schouwburglokalen toegankelijk te stellen voor de gezelschappen onder directie van het comité, op de zelfde voorwaarden als dit aan de 's Gravenhaagsche directiën te Botterdam wordt toegestaan, of, wanneer daartegen onverhoopt bezwaar mocht ontstaan, tegen vergoeding van zoodanige huur ten bate der gemeente kas van 's Gravenhage, als de raad in billijkheid zal ver- meenen te moeten vaststellen. Genoemd comité vraagt die vergunning voor het geval dat de raad niet in bet andere deel van zijn verzoek zou kunnen treden, nl. om het verlof aan de directiën van het Hollandsche tooneel en de Frausche opera te 's Gravenhage te weigeren, om met de tooneelgczelschappen in andere steden te komen concurreeren, niettegenstaande zij subsidiën genieten, en de anderen niet. Het comité zegt, „dat het er hoogen prijs op stelt, om ook aan de inwoners van 's Hage te toonen wat op het gebied van kunst door particulieren kan worden tot stand gebracht, zonder subsidie van stedelijke kassen!" Te Metz heeft dezer dagen het gerechtshof in hoo- ger beroep uitspraak gedaan in eene zaak van stoornis der godsdienstoefening te Boanne bedreven en door de rechtbank aldaar in eerste instantie gevonnisd. De wed. Jakobs had moeielijkheden met den pastoor gehad en wreekte zich daarover op allerlei wijzen. Zondag den 29 Juli liet zij eenige muzikanten komen, waaronder een met de groote trom, plaatste die tnenschen in haar tuin, welke aan de kerk grenst, en liet hen gedurende de godsdienstoefening zulk een luidruchtige muziek maken, dat de pastoor te vergeefs trachtte zijne preek te houden. De gemeente, zeer terecht daarover veront waardigd, diende eene klacht tegen haar in en zij werd veroordeeld tot zes dagen gevangenisstraf. In hooger beroep werd de wed. Jakobs door het hof tot drie maan den gevangenisstraf veroordeeld, niettegenstaande de advocaat der beschuldigde tot vrijspraak concludeerde, omdat de stoornis niet had plaats gehad in de kerk, wat art. 6 dor wet van 25 Maart 1822 als strafbaar stelt. Eene Nederlandsche maatschappijde Société de Commerce et d'Industrie, gevestigd te Amsterdam, heeft voor de rechtbank van koophandel te Brussel een be langrijk proces gewonnen tegen den heer Langrand Dumonceau en diens maatschappijen. De heer Langrand is veroordeeld, om meer dan een miliioen franken te betalen. In de voorgaande maand was de statie schuit van schipper P. Schram, te huis behoorende te Sliedrecht en bestemd van deu polder de Tiengeuieten naar den Vlie- tenpolder, in de nabijheid van Zierikzee aan lagerwal geraakt, bij het woeden van een hevigen zuidwesten wind, ten gevolge waarvan de bemanning in doodsgevaar ver keerde. Gelukkig werd dit onheil ontdekt door den heer B. van Meerendouk, visiteur bij deambulante recherchete water, die zich met zijn vaartuig in de nabijheid bevond en zich onmiddellijk met zijne equipage naar de in gevaar verkeerende schuit begaf, om, ongeacht de geva ren, daaraan voor zich zelven verbonden, redding aan te brengen. Het mocht dan ook aan den wakkeren visi teur en diens onderhebbenden met veel krachtinspanning gelukken de schuit weder in vlot water te krijgen en alzoo de bemanning uit haren hachelijken toestand te redden. Aan dienzelfden ambtenaar en de kloeke beman ning van hetrecherche-vaartuigno. 1, was op 17 Octoberll. de redding te danken van vier personen, die zich aan boord bevonden van het beurtschip Zeelands luister, dat op de Zeeuwsche stroomen iu zinkenden toestand ver keerde. Burgerlijke stand. (Yan 8 tot 15 December.) Vussinoen. Gehuwd: P. Petijt, weduwn. van M. A. Gobert, 68 j. met B. van Dorp, wed. van A. v. Bossen, 52 j. Bevallen: W. Persenacre,geb. Trijselaar,d. N. E. Koo ien, geb. Kleine, d. B. M. Kesteloo, geb. Minderaa, z. M. Groenenberg, geb. Sanderse, d. J. W. M. Peltzer, geb. Spoor, d. Overleden: B. van der Jagt, z. 8j. L. A. Bouverie, d. 4 j. P. M. Kooien, d. 1 d. J. van Eek, z. 19 m. A. J. de Jonge, man van C. M. Kroon, 51 j. Goes. Gehuwd: J.C. vanProoijen, jm. 23 j. met A. Mol hoek, jd. 19 j. Bevallen: A. van Zweden, geb. Kooman, z. Overleden: A. Snoep, jd. 33 j. J. Sierevogel, z. 9 m. C. Steeman, vrouw van F. den Hertog, 30 j. M. Sinke, d. 4 j. A. C. Lindeman, vrouw van Ph. Wessels, 52 j. L. Hooze, z. 3 jaren. Zierikzee. Gehuwd: J. K. Barbier, weduwn. 51 j. met J. Kloet, wed. 54 j. Bevallen: M. Wailer, geb. Lochmans, z. K. P. Botbijl, geb. Deijbel, d. N. Z. van Langeraad, geb. Doeleman, z. A. van der Have, geb. van Dijk, d. Overleden B. Geradts, vrouw van A. Verdoorn, 50 j. M. C. Fortnnati, wed. van E. Pieterse, 97 j. J. A. Theewes, man van S. Heijeriks, 30 jC. Verschelling, vrouw van M. v. d. Boom, 75 j. J. W. Overzee, d. 5 d. A. Weststraate, z. 2 m. L. Bruijnzeel, man van Z. Knoote, 69 j. Verkoopingen cn aanbestedingen. Heden is alhier voor afbraak ten verkoop aangeboden het heerenhuis op de buitenplaats Ehiinsburg, gemeente Oostkapelle. Verkocht voor f 7,500. De koepel bij ge noemd heerenhuis behoorende. Verkocht voor 40. Gisteren werd aan het departement van binnen- landsche zaken aanbesteed de aanleg eener telegraaflijn met éen draad van het rijkstelegraafkantoor langs de bestemde palen tot den staatsspoorweg van Goes naar Bergen op Zoom, en vervolgens langs de spoorbaan tot de snijding met den zoogenaamden Steilendijk, tusschen de polders Kruiningen en Nieuwland nabij het gehucht Oostdijk. Daarvoor waren 7 biljetten van inschrijving ingekomen, en was de minste inschrijving die van den heer Johan Pieter Muller te Goes voor ƒ664. Thermoiiicterstand. 17 Dec. 's av. 11 u. 47 gr. 18 'smorg.7 u. 50gr. 'smidd.1 u. 53gr. 'sav.llu.49gr. 19 's morg.7 u. 46 's midd. 1 u. 51 gr. Staten-generaal, TWEEDE KAMER. Zitting van Dinsdag 18 December. Mededeelingen; interpellatie ongeregeldheden militaire academie. De voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen 1. eene koninklijke boodschap, ten geleide van een ontwerp van wet tot vaststelling van bet slot der rekening wegens de ontvangsten en uitgaven tot regeling van het muntwezen van Nederlandse!) Indië, en 2. eene koninklijke bood schap ten geleide van twee ontwerpen van wet tot definitieve vaststelling van de koloniale huishoudelijke begrootingen voor Suriname en Curagao voor 1867. (Deze stukkeu zullen gedrukt en naar de afdeelingen verzon den worden). 3. Dat door de afdeelingen tot rapporteurs over do navolgende wetsontwerpen zijn benoemd, als: 1. over dat tot bekrachtiging van provinciale belastingen in Zeeland, de heeren Westerhoff, van Eek, Saaymans Vader, Geertsema en Bichon van IJsselmonde; 2. tot wijziging en verbooging van hoofdstuk V der staats- begrooting van 1866, de heeren Westerhoff, Beinders, van Bappard, Begram en van Voorthuysen; en 3. tot vaststelling der credietwetten voor het dienstjaar 1867, de heeren Thorbecke, Dumbar, van Heiden Beinestein, Geertsema en Fransen van de Putte. De heer Viruly Verbrugge releveert, dat sedert eenige dagen in de nieuwspapieren treurige mededeelingen voorkomen wegens wanordelijkheden aan de Militaire academie te Breda. Die berichten zeggen zelfs, dat een der cadets zich het leven zou hebben benomen, om ver dere mishandeling te ontgaan. Hoewel bij nu niet op elk gerucht in dagbladen eene interpellatie zou willen gron den, zoo zijn er toch berichten en mededeelingen, die de aandacht 'der volksvertegenwoordiging niet mogen ont gaan. Daaronder rangschikt hij deze,en daarom verzoekt hij verlof, eene interpellatie tot de regeering te richten, omdat velen groot belang in deze zaakstellen. Vooreerst toch geldt het hier het persoonlijk belang zoowel van ouders en voogden als der cadetten; ten andere is het voor het leger zelt van belang, dat dergelijke onregelma tigheden niet meer voorkomen. Ook is het in 't belang des rijks, dat schatten voor de militaire academie veil heeft, dat daar orde en discipline heerschen. Voor den minister moet ook de gelegenheid welkom zijn, als de geruchten overdreven zijn, om aan den lande gerust stellende mededeelingen en ophelderingen te kunnen geven. Hij vraagt dus verlof, aan den minister van oorlog te vragen: Zijn de berichten der dagbladen over de wan ordelijkheden aan de Militaire academie juist? En zoo ja (zij bet ook maar gedeeltelijk), wat zal door de regeering worden gedaan, om voor het vervolg de herhaling daar van te voorkomen? Het verlof wordt verleend, en de minister van oorlog, die ter vergadering tegenwoordig is, verklaart zich be reid dadelijk te antwoorden. De minister van oorlog verklaart, dat hij den lOen De cember het eerste bericht der ziekte van den cadet Mestingh kreeg, die zich in de infirmerie bevond. De officier van gezondheid meende, dat de ziekte te wijten was aan mishandeling, en dat er maagontsteking bestond; later zou hij nader rapport inzenden. De minister ge loofde, dat de ziekte het gevolg was van een slag of stoot, maar hij zou bet Dader rapport afwachten. Voorts blijkt, dat Mestingh getracht heeft, zich door vergif het leven te benemeu; hij had kwik ingenomen. Op genoemden dag is de auditeur-militair met twee commissarissen uit den krijgsraad gekomen, om de zaak te instruëeren. Dit isgeschied met volkomen kennis van Mestingh, en daarbij is gebleken, dat de genoemde cadet sedert langen tijd lijdende was aan zwaarmoedigheid; dat hij sedert eenigen tijd van het denkbeeld van zelfmoord zwanger ging en zelf het kwik heeft medegebracht, toen hij in AugustusjL van huis aan do academie terugkwam. Nu vooral was bij bedrukt door een gering voorval, dat in zijne klasse plaats vond, waardoor een blaam van minder goede kameraadschap op hem geworpen was, zoodat men hem had „dood verklaard." Hierdoor was een gevecht ont staan, waarbij M. aangevallen en geslagen is, ofschoon de sporen daarvan drie dagen later niet meer zichtbaar waren. Het heeft hem tot wanhoop gevoerd en tot het innemen van het kwik geleid. Zoo lang de zaak in disciplinaire behandeling was, meende de minister geen dadelijke maatregelen te moeten nemen, maar hij heeft onmiddellijk twee luitenant-generaals gecommitteerd tot onderzoek. Door ziekte echter van generaal Nepvue is die reis eenige dagen uitgesteld; maar gisteren zijn generaal Steuerwald en kolonel Ie Clercq naar Breda met die zending vertrokken. De minister zal nn het nader rapport afwachten, maar het is zijn vast voornemen maat regelen te nemen, ten einde dergelijke ongeregeldheden voor het vervolg te voorkomen. Ook zal hij een onder zoek doen instellen naar de organisatie der academie en, zoo noodig, eene herziening van het reglement vaststel len, ten einde in het vervolg een militairen geest bij die inrichting te doen heerschen. De heer Viruly Verbrugge dankt den minister voor de heusche wijze, waarop de door hem gedane vragen zijn beantwoord. Daaruit is het gebleken dat de geruchten en berichten over gepleegde mishandeling aan de mili taire academie waarheid behelzen, en dat het overlijden van een der cadets daarvan het gevolg was; maar tevens heeft men vernomen, dat de minister voornemens is, krachtige maatregelen te nemen ter voorkoming van dergelijke ongeregeldheden. Hij dankt den minister voor de toezegging, dat er een onderzoek naar liet voorge vallene zal worden gebonden, maar hij hoopt dat dit onderzoek zoo kort mogelijk duren zal, en dat daaren tegen zoo spoedig doenlijk de middelen tot redres zullen genomen worden. De minister van oorlog dankt den spreker voor de welwillende wijze, waarop deze gesproken heeft; maar hij moet éene zaak releveeren. Hij had gezegd, dat de mishandeling de oorzaak was van den dooddit is min der juist; de dood is veroorzaakt door de vergiftiging, die wederom het gevolg was van den gemoedstoestand, waarin de cadet sedert eenigen tijd verkeerde. Hij belooft spoedige voorziening ter voorkoming vau ongeregeld heden voor het vervolg; maar wat de reorganisatie der militaire academie betreft, dat vereischt een grondig onderzoek, alvorens eene beslissing te nemen. De beer van Kerkwijk herinnert, dat bij de begrooting van verleden jaar de wensch is uitgedrukt, om de militaire academie in overeenstemming te brengen met de wet nopens het middelbaar onderwijs. Nu de minister eene reorganisatie beoogt, hoopt spreker dat zij, die met het onderzoek belast zullen worden, ook personen zullea zjjn, bekend met de wet omtrent, dit onderwerp, en dus niet alleen militairen, maar ook zoodanigen, die bekend zijn met het middelbaar onderwijs. Hij vraagt ook, of het stelsel van kazerneeriug niet oorzaak is van herhaalde ongeregeldheden. De minister van oorlog is wel degelijk van plan om niet uitsluitend officieren in de commissie van onderzoek op te nemen, maar ook het burgerlijk element, en vooral hen, die met het middelbaar onderwijs bekend zijn. Wat het stelsel van kazerneeringbetreft,dit zal een punt van nader onderzoek uitmaken. Algemeen overzicht. Wij hebben thans de ditmaal zeer uitvoerige boodschap van den president der Vereenigde Staten voor ons liggen. Behalve het daaruit reeds medegedeelde, citeeren wij uit dit stuk nog de twee volgende gedeelten: „Ik heb de expeditie (der fenians tegen Canada) niet slechts als van uitsluitend politieken aard beschouwd, maar ook geheel en al vreemd aan de Vereenigde staten, zoowel wat hare aanleiding als haar karakter en doel betrof. Men wist dat de ondernoming het gevolg was van sympathie voor eene in verzet gekomen partij in Ierland en dat men, door een aanval op eene Engelsche provincie in Amerika, herstel hoopte te erlangen van de staatkundige grieven, welke hetlerscbe volk, gelijk men beweerde, sedert eeuwen tegen het Engelsch gouver nement uitte. De personen, die aan deze expeditie deel namen, waren voornamelijk Ieren van afkomst, waarvan eenigen burgers der Vereenigde Staten waren geworden volgens onze algemeene naturalisatie wetten, terwijl anderen dit burgerrecht niet hadden verkregen. De klachten over het slecht bestuur in Ierland trekken voortdurend de aandacht der Engelsche natie en de thans in Ierland heerschendc gisting is van zulk een ernstigen aard, dat het Engelsche gouvernement het noodig heeft geacht om de liabeas corpus act in dat gewest te schorsen. Deze omstandigheden moeten noodwendig eenige wijzi ging brengen in het standpunt, waaruit wij in een ander geval eene expeditie zouden beschouwen, in lijnrechten strijd met onze neutraliteits-wetten. Zoolang die bepa lingen in onze wetboeken staan geschreven, moeten zij met getrouwheid worden nageleefd en indien zij als te streng, als onbillijk of als onderdrukkend mochten wor-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1866 | | pagina 2