ffuümlflttix
LAND VAN CADZAND.
De Brighton-spoorweg-maatschappij is den 1 De
cember li. veroordeeld tot betalingeener schadevergoeding
van f 96,000 (8000 p. st.), aan de 5 kinderen van den heer
en mevr, Drew, die onlangs beiden bij het spoorweg
ongeluk te Caterham-Junction omgekomen zijn.
Verkoopingeit en aanbestedingen.
Zaterdag jl. zijn te Nieuw- en Sint-Joosland ten ver
koop aangeboden de navolgende perceelenI. Een huis,
staande aldaar, gemerkt no. 17. Verkocht voor f 565.
II. Een stukje erfpachts-groud, mede aldaar, groot 3 roed.
90 ellen. Verkocht voor 201.
Den 13 dezer zijn te Oostburg ten verkoop aange
boden de navolgende vaste goederen 1.1 bund. 8 roed.
60 ellen bouwland, te Oostburg. Verkocht voor 175Q.
II. 1 bund. 6 roed. 50 ellen bouwland, mede aldaar. Ver
kocht voor f 1580. III. 1 bund. 88 roed. 90 ellen bouw
land, mede aldaar. Verkocht voor f 2900. IV. 3 bund.
99 roed. 20 ellen bouwland, gelegen te Oostburg en
Schoondijke. Verkocht voor 6300. V. 4bund.78roea.
60 ellen, gelegen te Schoondijke. Verkocht voor /"7900.
VI. 3 bund. 90 roed. 50 ellen, gelegen te Oostburg en
Schoondijke. Verkocht voor f 7000.
Thernionicterstaiid.
15 Dec. 's av. 11 u. 49 gr.
16 'smorg.7 u.48gr. 'smidd.lu.49gr. 'sav.llu.48gr.
17 's morg.7 u. 42 's midd. 1 u. 47 gr.
'tZijn ditmaal niets dan klaagliederen, waarde redac
teur, waarmede ik u kom lastig vallen. Maar er is ook
reden voor: een gedeelte van ons district loopt gevaar
zijn naam te moeten veranderen en voortaan te heeten
Cadwater. Het laatste element staat bij velen aan de
lippen, althans bij velen in de huizen; op het Paviljoen,
de vroegere verblijfplaats van den generaal van Damme
onder Oostburg, is de dorschvloer ondergeloopen, zoodat
de daar wonende landman niet dorschen kan. In de ge
meente Eede beveiligt men aan de valeisch kreek de
huizen door dijkjes; daar die streek echter geheel zand
is helpen die dijkjes niet veel, sommigen hebben dan ook
reeds hunne huisjes moeten verlaten. Het water staat op
verscheiden binnenwegen, zoodat de paarden er tot de
knieën ingaan. Op vele plaatsen in de Aardenburgsche
haven- en Diomedepolders staat het water op het bouw
land. De oorzaak moge ten deele liggen in den grooten
toevoer hemelwater dat overal tegenwoordig schijnt te
vallen en bij ons zeer zeker valt, maar voor een gedeelte
ligt zij stellig, aan de slechte suatie. In den omtrek van
Biervliet had men gehoopt door de nieuwe suatie gehol
pen te worden. Ik hoor echter dat het daar even erg is als,
zoo niet erger dan het vorige jaar, omdat men de nieuwe-
sluis niet durft laten trekken; omdat men bevreesd is voor
eone nitschuiving van eengedeelte van den nieuwen dijk.
Dat door dezen toestand velen schade lijden begrijpt gij.
Wellicht denkt gij en denken anderen met u dat het zoo
erg niet is. In dat geval verzoek ik u en hen eens over
te komen, als gij ten minste gunstiger over „de Zeeland"
denkt, dan enkelen. Steeds blijft dat stoombootje varen
tot groot ongerief der passagiers. Donderdag 13 Decem-*
ber kwam er 's morgens iemand mede over die aan deze
kanten wezen moest. Hoewel hij anders voor geen
klein geruchtje vervaard is, heeft hij zich om terug te
gaan de lastige reis over België getroost, liever dan nog
eenmaal het genoegen te hebben met „de Zeeland" te varen.
Beneden was hot door het schommelen niet uit te hou
den en boven was hij druipnat geworden. Daar hij uit
hoofde van den omweg dien hij nu maken moest later te
huis zoude komen dan hij eerst gedacht had, wilde hij
zijne betrekkingen daarvan per telegram onderrichten.
Maar jawel! Gelijk gij begrijpen kunt stond hij raar
te kijken toen hij hoorde dat wij dat middel van ge-
dachtenwisseling nog niet kennen. Hij meende dat als
er maar guarantie beloofd werd, de regeering de lijn wel
zoude geven. Vergeefs was het dat iemand die nog al
op de hoogte is, hem verzekerde dat alle moeiten
zijn aangewend, dat zelf de guarantie aangeboden is,
maar dat men in den Haag niet goedvindt, niet alleen het
verzoek toe te staan, maar zelfs te antwoorden op het
adres dat door het grootste gedeelte der burgemeesters
en secretarissen in dit district herhaalde malen is aan
geboden.
Het is dan ook onbegrijpelijk, te meer als wij in de
courant lezen dat „de gemeente Hontenisse de voorstel
len der regeering omtrent den telegraaf heeft aangeno
men." Aan die gemeente zijn dus door de regeering
voorstellen gedaan, en een geheel distriet krijgt op eene
billijke vraag geen antwoord!
Daar bij de tweede kamer nu slechts credietwetten
zijn aangeboden en de begrooting grondig zal worden
onderzocht, hopen wij maar dat er ten minste een der
vertegenwoordigers uit Zeeland eens zijn aandacht aan
zal wijden en de vox Cadzandriae zal doen verhooren.
Een derde klacht vindthaaroorsprong vooreen gedeelte
in de posterijen. Sedert een paar maanden, wellicht drie,
is er te Znidzande een hulppostkantoor, en dit is over
dat gedeelte van Cadzand zeer goed en nnttig, maar nu
neemt de postkar van Breskens naar Sluis zijne route
over den grindweg van Oostburg naar Sluis, via Zuid-
zande. Men beweert dat een grindweg met het natte
seizoen moeilijk te berijden is. Daarvan trekt de postiljon
partij en de pakketten komen tegenwoordig te Sluis zeer
laat aan, waardoor ook Aardenburg, Eede, St. Kruis ge
fopt worden. Zeker is er in andere opzichten wel reeds
eenige verbetering in het brievenvervoer gekomen,
doch op verre na nog geen voldoende. Wij zien dus zeer
belangstellend uit naar de veranderingen die het nieuwe
jaar ons nog brengen zal.
Te Sluis is het aan het gisten; men heeft aan den
gemeenteraad verlof gevraagd om des Zondags de ge
meenteschool te mogen gebruiken voor godsdienstig
onderwijs, doch dit is (ik hoor met 6 tegen 1 stem)
afgewezen. De vragers willen bij gedeputeerde staten in
beroep komen.
In dezelfde raadszitting werd een regent van het
gasthuis, die jaren lang dio betrekking bekleedde, en
voor zoover men weet niet slechter dan anderen, doch
dit jaar moest aftreden, niet herkozen. Dientengevolge
nam de voorzitter van regenten zijn ontslag en de nieuw
gekozene heeft de benoeming niet aangenomen, daar hij
meende dat er geen termen bestonden om den aftredende
te elimineeren.
Algemeen overzicht.
Zaterdag is het Italiaansche parlement door koning
Victor Emmanuel geopend met eene troonrede. Wij ont-
leenen aan dat stuk het eerste gedeelte, hetwelk eenige
algemeene beschouwingen bevat omtrent den tegenwoor-
digen toestand van het Italiaansch koninkrijk.
„Voortaan zoo sprak koning Vietor Emmanuel is
het vaderland bevrijd van alle vreemde overheersching.
Met innig genoegen kan ik dit aan de vertegenwoordigers
van vijf en twintig millioen Italianen mededeelen.
„Stelde de natie vertrouwen in mij, ik heb in haar
vertrouwen gesteld. De belangrijke gebeurtenis, welke
thans onze gemeenschappelijke pogingen bekroont, geeft
nieuwe kracht aan de zaak der ontwikkeling en waar
borgt te meer het staatkundig evenwicht in Europa.
„Door de spoedige organisatie van zijn krijgswezen en
door de op zoo rassehe wijze volbrachte vereeriiging
zijner bevolking heeft Italië het algemeen vertrouwen
weten te verwerven, noodig om door zich zelf en met
behulp van krachtige alliantiën zijne onafhankelijkheid
te verwerven.
„Daarbij heeft het aanmoediging en ondersteuning
gevonden tot het volbrengen dezer belangrijke taak bij
de beschaafde natiën en regeeringen, bovendien bijge
staan door de moedige volharding der Venetiaansche
gewesten in de gemeenschappelijke onderneming tot be
vrijding des vaderlands.
„Na het vredestractaat met Oostenrijk, hetwelk aan
uwe goedkeuring zal worden onderworpen, zullen nadere
onderhandelingen de betrekkingen tusschen beide regee
ringen vergemakkelijken.
„De Fransche regeering heeft, getrouw aan de op zich
genomen verplichtingen bij het September-tractaat, hare
troepen uit Rome teruggeroepen. Van de zijde der
Italiaansche regeering is met het oog op die overeen
komst ook het Pauselijk grondgebied steeds geëerbiedigd,
hetgeen ook in het vervolg zal geschieden.
„De goede verstandhouding met den keizer der Fran
sehen, waaraan wij door vriendschap en dankbaarheid
zijn verbonden, de gematigde houding der Romeinen, de
wijsheid van den heiligen vader, het godsdienstig gevoel
en het gezond verstand van het Italiaansche volk, zullen
bijdragen om eene juiste afscheiding te bewaren en toch
toenadering tot stand te brengen tusschen de belangen
der catholieke kerk en de nationale wenschen, welke te
Rome ineensmelten en zieh tegenover eikander stellen.
„Gehecht aan den godsdienst onzer vaderen, welke
tevens die der meerderheid van de Italianen is, breng ik
echter terzelfder tijd hulde aan het beginsel der vrijheid,
als den grondslag onzer staatsinstellingen, welk beginsel,
met onbekrompen vrijgevigheid toegepast, de oorzaken
der oude oneenigheden tusschen kerk en staat zal weg
nemen.
„Deze gevoelens onzerzijds zullen, naar ik hoop, onder
geruststelling van de gemoederen der catholieken,
bijdragen tot verwezenlijking van mijn wensch, dat de
heilige vader onafhankelijk te Rome blijve wonen."
Voorts wordt gezegd, dat Italië alzoo thans zich kan
bezig houden met den vooruitgang op binnenlandsch
gebied te bevorderen, waartoe een aantal wetsontwerpen
zullen worden ingediend.
De reis van keizerin Eugénie van Frankrijk wordt
door de Parijsche dagbladpers met stilzwijgen voorbij
gegaan. Men beweert dat dit het gevolg is van een
„verzoek" door den minister van binnenlandsche zaken
namens den keizer aan de verschillende dagblad-redac
tiën gedaan.
Het adres-ontwerp der Deak partij in den Hongaar-
schen landdag is zonder amendementen aangenomen.
Het strekt, gelijk men weet, om aan te dringen op de
herstelling van den legalen toestand de benoeming
van een afzonderlijk Hongaarsch ministerie vóór den
aanvang der debatten in de vergadering over de gemeen
schappelijke aangelegenheden.
Een nader telegram omtrent den inhoud der boodschap
van den president Johnson aan het congres der Vereen igde
Staten meldt dat daarin wordt te kennen gegeven dat de
regeering te Washington voortaan het beginsel van non
interventie in de Mexicaansehe zaken zal handhaven,
daar Frankrijk volgens zijne beloften in de aanstaande
lente Mexico zal hebben ontruiind. Met leedwezen wordt
echter in die boodschap gewag gemaakt van de weigering
der Engelsche regeering om schadevergoeding te geven
voor de gedurende den laatsten oorlog in strijd met het
volkenrecht plaats gehad hebbende rooverijen. Wat de
binnenlandsche staatkunde aangaat verklaart de heer
Johnson zijn tot dnsverre gevolgde gedragslijn te zullen
blijven volgen, als in overeenstemming met de belangen
der Unie, met de rechtvaardigheid en met eene gezonde
politiek.
ZEELAND DOOR EEN BELGISCHEN BRIL BEKEKEN.
V. (Slot.)
Vlissingen is levendiger dan Middelburg, hoewel de
bevolking drie maal kleiner is. Er bevinden zich steeds
een duizendtal zeelieden, die leven maken voor tien
duizend coupon-knippers. Er woont geen enkel rentenier
en men vindt daar wandelingen noch koffiehuizen
alwaar men dagbladen kan lezen, noch goede logementen.
Ik moet dan ook mijne lezers aanraden om er nooit langer
dan een halven dag-te vertoeven. De zee kan men bijna
niet naderen dan door een donkeren gang. Als de ves
tingwerken (geheel onnoodig volgens verzekering van
een deskundige) Vlissingen niet ontsierden en nadeelig
werkten op de uitbreiding van zijn handel, zou deze stad
zeer fraai kunnen zijn, want hare ligging aan de mond
der Schelde op een vruchtbaar eiland aan een zeearm,
steeds door stoombooten bevaren, is even gunstig als
schilderachtig.
Waartoe dienen toch al die bastions, vroeg ik aan
den havenmeester.
Om eenige van epauletten voorziene militairen te
onderhouden en voor niets anders, want een bombarde
ment van eenige minuten zou genoeg zijn om onze
kanonnen tot zwijgen te brengen en onze stad tot over
gave te dwingen, 't Is wezenlijk waar, mijnheer, de
instandhouding van een aantal oude instellingen dient
nergens anders voor dan tot voordeel van zekere klassen
van staatsambtenaren. Gij ziet daar b. v. mooie fregatten,
een twintigtal jaren oud en thans met veel geld her
nieuwd, die slechts voor brandhout meer kunnen dienen.
Als wij onzen spoorweg naar den Rijn hebben, dan zullen
onze militaire tuighuizen en citadellen wel hunne plaats
aan den handel moeten afstaan.
Utinamzuchtte ik.
Dat zal zeker beteekenen: het zij zoo?
Juist mijnheer, maar de militaire ingenieurs
zullen nog lang dergelijken vooruitgang verhinderen.
Dat vrees ik ook, maar laat ons het beste daarvan
hopen. Hoop is ook eene macht.
Dat is waar, als men met luider stemme mag hopen.
Dan is die hoop even besmettelijk als de veepest.
Vertel mij eens wat van deze runderen-chcilera,
waarvan hier ieder met zooveel schrik spreekt.
Niet zonder reden, mijnbeer, want dat is een ramp
voor landbouw en menschheid. In 1740 verloren wij op
zulk een wijze de helft van ons vee. De veepest brengt
ons voor millioenen guldens verlies toe en het verbran
den van een aantal steden zou ons minder nadeelig zijn.
Onze boeren haasten zich om hunne stallen te ledigen,
maar de koopers zijn zeer wantrouwend en de markt
blijft dalend.
Toch blijft het vleesch duur, vooral in België. Wat
is daarvan dan de oorzaak?
Die is niet moeilijk te verklaren. De beesten kan