tfuitmland.
iMijttngcn.
voorgeschreven èn door de billijkheid èn door het belang
der gemeente.
De voorzitter antwoordt dat er hier geen sprake kan
zijn van voor- of nadeel, maar dat, als geen gebruik
is gemaakt van de gelegenheid om zijne bezwaren in
'e brengen, de aanslag als juist behoort te worden be
schouwd en daarop niet kan worden teruggekomen.
De heer Ruysch noemt het onstaatkundig en onrecht
vaardig dien te hoogen aanslag onveranderd te laten.
Bovendien wijst hij andermaal op het verlies dat de
gemeente door het vertrek van bedoelden heer, die reeds
verschillende artikelen heeft laten afschrijven, lijden zal,
een verlies dat alleen op kolen en olie circa 1100
bedraagt.
De heer Pot schenkt zijne adhaesieaan het gesprokene
door de heeren Hector en Ruysch, en stelt voor den
besproken aanslag reeds in deze vergadering tot een
punt van behandeling te maken.
De heer Winkelman deelt mede, dat ook hij den door
den heer Ruysch bedoelden persoon over deze zaak
gesproken en gezegd heeft, dat het hem speet dat hij
zoo handelde, daar hij toch moest aannemen dat de
commissie als zij dwaalde, zulks niet met opzet maar ter
goeder trouw deed dat hij even als anderen het kohier
bad kunnen inzien en zijne bezwaren daartegen inbren
gen, ja zelfs ten overvloede bij gedeputeerde staten in
hooger beroep komen. Een en ander werd door dien
heer jegens spreker beaamd.
De heer Ruysch zegt, dat bedoelde heer in alles zich
jegens de gemeente bereidwillig heeft betoond en zelfs
al zijne onderhoorigen bij zich ontboden en hunne aanslag
biljetten heeft ingevuld. Hij wenscht vooral op grond
van billijkheid, dat de te hooge aanslag worde herzien.
De voorzitter merkt op, dat de ongenoemde heer niet
tot de requestranten behoort en dus het besproken punt
buiten de orde is; hij herhaalt zijn voorstel ten aanzien
van de ingekomen adressen.
De heer Pot meent dat deze zaak met die der adressen
in verhand staat; ook wijst hij er op dat bedoelde persoon
een vreemdeling is, die zich steeds in alles aan de wet
heeft onderworpen; zijn Btilzwijgen in deze zaak kon
echter, naar spreker meent, wel eens eene stilte zijn die,
evenals vaak in de natuur gebeurt, een storm voorafgaat.
De heer Hector stelt thans voor om, hoezeer de belang
hebbende zich niet met een adres tot den raad heeft
gewend, tot eene revisie van diens aanslag te besluiten.
Do heer van Uijo Pioterse verklaart dat hij het be
treurt, dat de besproken persoon elders is benoemd en
de gemeente verlaten zal. Hij betwijfelt echter of het
dien heer zelf wel gevallig zal zijn dat deze zaak een
punt van beraadslaging in den raad beeft uitgemaakt,
daar hij met den heer Winkelman eerst heeft gesprotten
nadat de tijd voor het indienen van bezwaren verstreken
was en ook niet heeft verzocht dat de heer Winkelman
zijne bezwaren mondeling bij het dagelijkse!) bestuur
zou overbrengen. Ook spreker meent dat deze zaak thans
buiten de orde is. Daar alle inwoners van Vlissingen
gelijk voor de wet zijn, kan zijns inziens ten aanzien van
bedoelden persoon niet anders worden gehandeld dan
met betrekking tot de adressanten, en gesteld zelfs dat
de raad besloot dat tal van adressen in te willigen, dan
tlog zonden gedeputeerde staten vermoedelijk daarin
niet bewilligen en antwoorden, dat men de wet niet
scheen te kennen. Hij is dus tegen een onderzoek.
De heer Ruysch erkent dat het niet goed is, dat de
belanghebbende geen adres heeft ingediend, maar merkt
tevens op dat hij toch zijne bezwaren mondeling aan
verschillende personen, waaronder een lid van het dage-
lijkseh bestuur, heeft medegedeeld. Men draagt dus
kennis van de begane dwaling en behoort die, volgens
Sprekers overtuiging, te herstellen. Ook wijst hij er nog
op dat de administratie, waarbij bedoelde heer is ge
plaatst, jaarlijks ongeveer tweemaal honderd duizend
franken in de gemeente in omloop brengt.
De heer van Uijo Pieterse antwoordt, dat hij van de
zaak niets weet, doch alleen de wet verlangt uit te voeren.
De heer Pot zegt, dat hij de bezwaren van den heer
van Uije Pieterse, voor zooveel de zienswijze van gede
puteerde staten aangaat, niet deelt. Als lid van het
college van zetters is het hem namelijk bekend dat meer
malen de aanslagen van het patent, wanneer die te hoog
zijn bevonden, gewijzigd worden. Volgens den voor
zitter en den heer van Uije Pieterse is dit eene andere
Zaak.
De voorzitter dringt er op aan om de reeds langdurige
discussiën thans te eindigen en herhaalt zijn voorstel,
om de ingekomen adressen te stellen in handen der com
missie, ten einde daarop in het volgende jaar te letten.
Hiertoe wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
Naar aanleiding van dit besluit merkt de heer Laer-
noes op, dat er onder de adressanten zijn, die blijkbaar
niet betalen kunnen; hij vraagt mitsdien, of nu ten
hunnen aanzien al de onaangename gevolgen van niet-
betaling zullen worden toegepast? De voorzitter ant
woordt dat dit aan den ontvanger wordt overgelaten.
Met algemeene stemmen wordt een besluit genomen
om, aangezien eene heffing van hootdelijken omslag tot
een eenigszins aanzienlijk bedrag aan onoverkomelijke
bezwaren onderhevig is, voortdnreud eene plaatselijke
verbruiks belasting te blijven heffen op gedacht, gemaal,
brandstoffen, olie (behalve zoete), turf en gedistilleerd,
op de wijze zooals die volgens de bestaande verorde
ningen thans geheven wordt.
Op voordracht van regenten van het arm-gast- en
Weeshuis wordt machtiging verleend tot opneming van
Q. T. van Niettkerken in dat gesticht.
Tot regent van het arm-gast- en weeshuis wordt met
ll stemmen herbenoemd de aan de beurt van aftreding
zijnde heer J. P. Laernoes. Op den heer K. Blonk, mede
op de aanbevelingslijst geplaatst, werd 1 stem uitge
bracht, terwijl 1 biljet in blanco was ingeleverd.
Als lid van het algemeen armbestuur wordt met alge
meene stemmen herbenoemd het aftredend lid N. A. van
Goethem, nevens wien de heer C. L. Domburg was aan
bevolen.
Het maximum van den onderstand voor door het arm
bestuur verpleegden wordt voor 1867 vastgesteld tot
gelijk bedrag als voor het loopende dienstjaar.
Naar aanleiding eener namens het departement van
oorlog ontvangen missive, stellen burgemeester en wet
houders voor en wordt met algemeene stemmen besloten
tot betaling der kosten, voor de gemeenre verbonden
aan de herstelling van den scheidingsmuur tnsschen de
kazerne Willem III en den Prinsentuin. Deze kosten
zullen worden bestreden uit den daartoe op de begrooting
voor 1866 bereids uitgetrokken post.
Is ingekomen een verzoek van den heer P. Gasillo om
afstand van een klein gedeelte gemeentegrond, tot
plaatsing van een keldertrapje enz. bij zijn woonhuis op
de Oude markt. Dit verzoek wordt gesteld in handen
der commissie van fabricage, ten einde daarop advies
uit te brengen.
Vervolg in het bijvoegsel.)
Algemeen overifcht.
De inhoud der boodschap van den president der'Ver-
eenigde Staten aan het congres te Washington, schijnt
door tnsschenkomst van den vertegenwoordiger aan het
Fransche hof, eenige dagen vóór hare openbaarmaking
aan keizer Napoleon te zijn medegedeeld. Daaruit kon
hem blijken dat Amerika geene langere vertraging in
Mexico's ontruiming door de Fransche troepen zou
dulden en de Monitenr bevatte dan ook, in hetzelfde
nomtner waarin het telegram omtrent de boodschap van
den heer Johnson was opgenomen als ter voorko
ming der regeering te Washington, de mededeeling dat
alle bevelen waren gegeven voor de terugkomst der
troepen uit Mexico naar het vaderland. Frankrijk wijkt
alzoo voor den ernstigen wil der groote Amerikaansche
republiek. Men moet sans phrase Mexico ontruimen, en
maar al te wel wordt te Parijs ingezien welk een veelbe-
teekenende nederlaag de Mexicaanscbe expeditie voor
Napoleon III en zijne dynastie oplevert. Van mond tot
mond gaat zelfs te Parijs dit versje
Le Mexique est tin vampire,
Dont l'appétit est couleux
Nous lui donnons un empire
II en dévorera deux.
De Fransche regeering houdt zich intnsschen steeds
bezig met pogingen om ter elfder nre nog eene verzoe
ning tnsschen Rome en Florence tot stand te brengen.
Ook het bericht van aanstaande directe onderhandelin
gen tnsschen de Italiaansche en pauselijke regeeringen
wordt bevestigd, doch tevens medegedeeld dat de heer
Vegezzi geweigerd heeft om zich daarmede te belasten,
hetzij wegens zijn min gunstigen gezondheidstoestand,
hetzij omdat hij ongaarne ten tweedenmale eene hem
opgedragen zending naar de pauselijke residentiestad
zon zien mislukken. Daarop heeft de regeering van
koning Vietor Eminanuel den staatsraad Maurizzio met
die zending belast. Deze vergezelde den heer Vegezzi bij
zijn vroeger bezoek aan het pauselijk hof.
Te Rome blijft overigens het gerucht in omloop dat
keizerin Eugénie van Frankrijk haar voornemen om een
bezoek te komen brengen aan paus Pius IX nog gedu
rende de December maand zal verwezenlijken.
Eergisteren heeft het Pruisisch huis van afgevaardig
den weder een bewijs gegeven van verregaande vermetel
heid. Op de thans in die vergadering aan de orde zijnde
begrooting was een post uitgetrokken voor geheime
fondsen ten dienste der politie-administratie. Ofschoon
de regeering bij monde van den minister van binnen-
landsehe zaken ook thans weder beweerde dat een
gouvernement zonder geheime fondsen voor de politie
niet bestaan kan, was het huis toch ditmaal van een
ander gevoelen en met een meerderheid van 153 tegen
150 stemmen werd die post geschrapt. Wij betwijfelen
of de regeering hierin eene schending van het prerogatief
der kroon zal zien, omdat het huis thans daar geen
gouvernement zonder die geheime fondsen bestaan
kan aan de kroon het regeeren onmogelijk maakt en
alzoo misschien wel zijne bevoegdheid te buiten gegaan
en buiten de behoorlijke grenzen getreden is.
De heer von Bismarck zal het huis van afgevaardigden
om deze reden echter niet ontbinden, maar die geheime
fondsen wel op de eene of andere wijze kunnen vinden.
De schuld dezer écartade ligt intnsschen aan den heer
Twesten, en met te meer vtinr en ijver zal het openbaar
ministerie nu de vernietiging bij eer. hooger rechtscollege
vragen van het vonnis, waarbij dat lid van hot huis
nog altijd vervolgd wegens zijne bekende redevoering
in die vergadering werd vrijgesproken.
Men zal zich herinneren dat de door Pruisen verjaagde
koning van Hannover steeds weigerde om de officieren
van het leger te ontslaan van den aan hem afgelegden
eed van getronwheid. Thans wordt echter gemeld dat
koning George op aandrang der regeering te Londen,
zegt een Duitsch dagbladzijnevroegere officieren van
dien eed heeft ontheven. Overigens blijft de agitatie,
waarvan de dezer dagen door ons medegedeelde brief uit
Hannover gewaagde, niet alleen voortduren, maar heeft
zulk eene uitbreiding en beteekenis erlangd, dat de heer
von Bismarck den koning dezer dagen een zeer streng
besluit heeft doen onderteekenen, waarbij wordt voor
geschreven dat alle ambtenaren, die niet beantwoorden
aan de verwachtingen der Pruisische regeering, onmid
dellijk zullen worden afgezet en vervangen; dat alle
Hannoversche militairen die blijk geven van vijandige
gezindheid tegen Pruisen, voor een krijgsraad zullen
terecht staan, aan welke jurisdictie evenzeer ieder zal
onderworpen zijn die de Pruisische nnilorm baleedigt.
Nog slechts weinige weken geleden verklaarde koning
Wilhelm aan eene deputatie uit Hannover dat hij die
bevolking zooveel achting toedroeg omdat zij zich zoo
gehecht betoonde aan hare dynastie, doch, het is waar,
de heer von Bismarck en zijn koninklijke meester ver
geten de door hen afgelegde verklaringen, gegeven be
loften en gesloten tractaten al zeer spoedig.
In de gisteren door het Pruisisch hnis van afgevaar
digden gehouden zitting is het veelbesproken dotatie-
ontwerp met 219 tegen 80 stemmen aangenomen, nadat
vooraf het voorstel van den heer von Hoverbeck was
verworpen, strekkende om slechts eene gratificatie toe
te kennen aan vier met name genoemde generaals.
Uit de verschillende adressen van antwoord op de
keizerlijke openingstoespraken, welke nog het onder
werp van debat uitmaken in de verschillende Oosten-
rijksche landdagen of reeds zijn aangenomen, blijkt ten
overvloede op nieuw hoeveel elementen van oneenigheid
en partijschap de Oostenrijksche monarchie steeds bevat,
zoodat eene telkens waarschijnlijker wordende uitbars
ting in het Oosten het bestaan van dat onsamenhangend
rijk ten zeerste in gevaar brengt. Bovenbedoelde adres
sen van antwoord geven ons weder eene zeer juiste
afspiegeling van den politieken toestand des lands. In
de landdagen der Duitsche provinciën wordt aangedron
gen op nauwe vereeniging der provinciën aan deze zijde
der Leitha, terwijl de landdagen van Boheinen en Galli-
cië integendeel afscheiding en autonomie verlangen. In
provinciën alwaar eene gemengde bevolking woont,
gelijk in Moravië, staan twee partijen tegenover elkan
der, waarvan de eene vereeniging, de andere afscheiding
wenscht. Al meer en meer worden op dergelijke wijze de
verschillende gewesten der Oostenrijksche monarchie
verdeeld, totdat, gelijk wij zeiden, eene uitbarsting in
het Oosten, ondanks allen goeden wil van keizer Frans
Jozef en zijne ministers, den genadeslag zou kun
nen toebrengen aan een land, hetwelk eigenlijk nog
altijd slechts bestaat uit eene dyuastie, een leger en eene
bureaucratie.
In de zitting van den ITongaarschen landdag op
gisteren is, gelijk werd verwacht, het ontwerp-adres der
linkerzijde verworpen en het in kalmeren zin door de
Deakpartij ingediende aangenomen met 227 tegen
107 stemmen.
Omtrent den opstand op Kandia worden weder gun
stige tijdingen aangebracht voor de opstandelingen.
Terzelfder tijd gelieft de Fransche Monitenr echter den
volke te verkondigen dat die opstand als geëindigd kan
beschouwd worden en nog slechts eenige bnitenlandsche
avonturiers in de gebergten weerstand bieden. Dergelijke
lezing is echter in tegenspraak met alle mededeelingen
thans omtrent Kandia ontvangen.
Volgens telegrafisch bericht is de Zeelandia, gezagv.
J. Botesz, gisteren morgen ter rc-ede van Portland
binnen gekomen. Aan boord alles wel.
(iiraanmai'klen enz.
Amsterdam 7 December. Tarwe en gerst handelloos.
Raapolie op zes weken /A0j. Lijnolie op zes weken 39.
Oostburg 5 December. De aanvoer van granen was
heden weder ruim en er bestond meer vraag voor tarwe,
ofschoon tot lager prijzen; gerst was almede lager te
bekomen, doch haver en paardenboonen bij veel kooplust
hooger gedaan. Puike nieuwe tarwe ƒ11.50 a 11.75,
gemeenere en blauwe 9 a ƒ10.50. Nieuwe Zeenwsche
rogge ƒ7.25 a ƒ8. Nieuwe wintergerst ƒ6.50 a ƒ7.60.
Dito zomergerst ƒ6 a ƒ6.30. Haver ƒ3 a ƒ4. Paarden
boonen 7.25 a 7.80.
Middelburg 6 December. De aanvoer uit. onze nabu
rige eilanden was heden weder maar gering, doch uit
Walcheren bestond een vrij goede aanvoer. Naar puike
Walchersche nieuwe tarwe bestoud goede vraag en werd
zoo voor uitvoer als voor consumtie met graagte gekocht.
Rogge bleef bij weinig handel vorigen weekprijs houden.
De vraag naar gerst was beden niet groot en dan nog
waren de beste soorten alleen met moeite te plaatsen en
veelal 25 cent lager. Walchersche witteboonen zijn weder
algemeen lager afgegeven niettegenstaande daarvoor
kooplust bestond.Ditobruineboonen konden moeilijk prijs
honden en zijn meestal 25 cent lager gekocht. Dito paar
denboonen minder ter markt dan men gewacht had, de
beste werden algemeen gaarne aan vorigen weekprijs
genomen. Dito groene erwten waren op de kook weder
gevraagd en ruimden tot 15 cent lager goed op. Koolzaad
zonder omgang. Nieuwe Zeenwsctie tarwe 11.4(1 a ƒ11.
Puike tweejarige Walchersche tarwe was aan 12.50 en
dito jarige was aan 12 te koop, dpcb daarin ging niets
om. Puike nieuwe dito 11.60 a ƒ11.40, mindere 11.25
h 11. Jarige en nieuwe Zeetnvspbe rogge ƒ8.50 bij uit
slijting betaald. Nieuwe Zeeuwsche wintergerst noteert