COURANT.
Zaterdag
1 December.
1866.
i\° 190.
föimtmlattö.
Editie van Vrijdag avond 8 uren.
DEPARTEMÉ-nI VAN FINANCIËN.
OPENBARE VERPACHTING
DOMANIALE TOLLEN.
Op Donderdag den 27 December 1866, des voormiddags
te 10 uren, zal, door den ontvanger der Registratie en
Domeinen te Middelburg, Sluis en Tholen, onder nadere
goedkeuring worden overgegaan tot de openbare ver
pachting, bij opbod en afslag, van de tollen op 's rijks
groote wegen in Zeeland, te weten
TE MIDDELBURG:
in het Nederlandsch logement in de Abdij, ten over
staan van den Notaris Woutersen:
1. de tol no. 2 in het eiland Walcheren, onder Nieuw-
land, gedurende de 3 laatste jaren, verpacht voor
ƒ250 's jaars;
2. de tol no. 1 in het eiland Walcheren, onder Middel
burg:, gedurende de 3 laatste jaren, verpacht voor
800 's jaars.
Aan den tol no. 2 wordt, ingevolge koninklijk besluit
van 4 Augustus 1866, no. 75, van 1 Mei 1867, slechts
half tolgeld geheven; deze beide tollen zullen eerst
ieder afzonderlijk en daarna in massa worden aangeboden.
TE OOSTBURG:
in de herberg de Eenhoorn, ten overstaan van den
Notaris r.B Nobei.
1. de tol no. 1, te Groede gedurende de 3 laatste jaren,
verpacht voor 1400 's jaars;
2. de tol no. 2, te Schoondijke, met daarbij behoorend
tolhuis en erf, kadastraal bekend sectie B, no. 502,
groot 0.01.50 bunder, gedurende de 3 laatste jaren,
verpacht voor 620 's jaars;
3. de tol no. 3, te Oostburg, gedurende de 3 laatste jaren,
verpacht voor 1200 's jaars;
4. de tol no. 4, aan de draaibrug onder Aardonburg, met
daarbij beboorend tolhuis en erf, kadastraal bekend
sectie A, no. 296, tuin, groot 0.07.63 bunder, en
no. 297, tolhuis, groot 0.00.37 bunder, gedurende
de 3 laatste jaren verpacht voor 1590 's jaars;
5. de tol no. 5, te Eede, gedurende de 3 laatste jaren
verpacht voor ƒ770 's jaars.
Deze vijf tollen zullen eerst ieder afzonderlijk en
daarna in massa worden aangeboden.
TE THOLEI
in het logement Zeelands Welvaren, ten overstaan
van den Notaris mr. Wagtho:
3. de tol no. 10, nabij Tholen, met daarbij behoorend
tolhuis en erf, kadastraal bekend sectie G, no. 771,
tuin, groot 0.03.62 bunder, en no. 772, tolhuis, groot
0.00.38 bunder, gedurende de 3 laatste jaren verpacht
voor 520 's jaars;
2. de tol no. 9, nabij Poortvliet, met daarbij behoorend
tolhuis en erf, kadastraal bekend sectie F, no. 185,
tolhuis en erf, groot 0.04.00 bunder, gedurende de
3 laatste jaren verpacht voor 355 's jaars;
3. de tol no. 8, nabij Scherpenisse, gedurende de 3 laat
ste jaren verpacht voor 25 's jaars.
Deze drie tollen zullen eerst ieder afzonderlijk en
daarna in massa worden aangeboden.
Te verpachting zal geschieden voor den tijd van drie
jaren, in te gaan te middernacht tusschen den 30 April
er den 1 Mei 1867.
Indien door maatregelen in het algemeen belang geno-
®en, de passage vermindert en de opbrengst dienten
gevolge, naar het oordeel van den minister van financiën
belangrijk wordt benadeeld, zal deze eene billijke vermin
dering van pacht toestaan.
De algemeene en bijzondere voorwaarden van verpach
ting, benevens het koninklijk besluit van den 29 October,
1833, Staatsblad no. 59, liggen ter lezing aan de kantoren
der Registratie en Domeinen te Middelburg, Sluis,
Tholen, Zierikzee, Goes, Kortgene, Hulst, Bergen op
Zoom en Middelharnis, alsmede ten kantore van de
notarissen voornoemd, terwijl tevens inlichtingen zijn
te bekomen bij de ontvangers, die de verpachtingen
zullen houden.
De Directeur der Registratie en Domeinen
in de Provincie Zeeland.
MATHON.
Middelburg 30 November.
De afdeelingen der tweede kamer hebben tot rappor
teurs van hoofdstuk I der staatsbegrootiDg benoemd de
heeren Thorbecke, van Nispen van Sevenaer, van Golt-
stein, van Foreest en Jonckbloet.
De commissie van rapporteurs over hetzelfde hoofdstuk
der staatsbegrooting voor 1860? bestond uit de heeren
Rochussen, de Brauw, Dumbar, van Bosse en Dirks.
De heer mr. C. W. E. Vaillant heeft verzocht niet in
aanmerking te komen bij het opmaken der nominatie
voor de benoeming van een lid van den hoogen raad
der Nederlanden.
Gisteren is aan de boogeschool te Leiden na verdedi
ging van stellingen tot. doctor in de beide rechten bevor
derd, de heer J. F. Schuurbeque Boeije, geboren te
Zierikzee.
Bij de jl. Dinsdag te Groede plaats gehad hebbende
verkiezing van een lid voor den gemeenteraad in de
plaats van wijlen den heer Johannes Risseeuw, is met
66 van de 86 uitgebrachte stemmen gekozen de heer
Abraham Risseeuw, zoon van eerstgenoenaden.
Tot lid van den gemeenteraad te Kapelle is met 38
van de 63 uitgebrachte stemmen gekozen de heer
J. van Strien.
Uit Groningen schrijft men ons
„De kiesvereeniging Eendracht maakt macht heeft
den heer mr. W. H. Dullert candidaat voor het lidmaat
schap der tweede kamer gesteld. Bij de stemming
bekwam Dullert 53 en van Bosse 44 stemmen.
„Ik geloof dat ik mij nietaan lichtvaardigheid schuldig
maak, indien ik beweer, dat de kansen van van Bosse
beter zouden gestaan hebben, indien hij, toen er over de
motie Keuchenius werd gestemd, in de kamer tegenwoor
dig was geweest en vóór de motie zijne stem had kunnen
uitbrengen. Want dat van Bosce indertijd lid is geweest
van het ministerie Rochussen, kan hem hier niet schaden,
daar men weet dat Rochussen toen liberaal was en
Thorbecke, bij zijne eerste redevoering in de kamer,
toen dat ministerie bad zitting genomen, de volgende
verklaring aflegde„tot dusverre verwachtte men meestal
van mij, dat ik tegen bet ministerie zou pleiten, telkens
als ik het woord namvoortaan zal het tegendeel plaats
grijpen." Echter erkent men hief, dat het ministerie
RochussenTets van Goudriaan van 1858, een liberaal
ministerie zonder den leider der liberale partij, een
politieke fout was.
„Ik wil u nog meêdeelen, dat door de kleine liberale
kiesvereeniging Groningen van Bosse candidaat is ge
steld. Deze kreeg, indien ik wel ben ingelicht 5, Dull ert
4 ste mmen."
De kiesvereeniging Neêrlands heil, te Groningen
heeft den heer mr. J. J. Cremers, lid der eerste kamer,
tot candidaat voor het lidmaatschap der tweede kamer
geproclameerd.
Den 27 dezer heeft Z. M. de koning een afscheids
gehoor verleend aan den heer graaf von Platen-Haller-
mund, voormalig minister-resident van Z. M. den koning
van Hannover.
De heer Beijerinck, inspecteur van den waterstaat,
beeft, als lid en ondervoorzitter der bij 's konings besluit
van den 16 Juli jl. no. 68, ingestelde commissie belast
met het onderzoek van drinkwater, aan den minister van
binnenlandsehe zaken een nota ingediend, waarin hij
zich bepaald als voorstander verklaart van het ontwerp
voor eene algemeene Maaswaterleiding-maatschappij.
Naar aanleiding dezer bij den heer Beijerinck geves
tigde opinie beeft hij aan den gemeenteraad van
's Gravenhage verklaard dat bij zich bezwaard achtte de
opdracht aan te nemen van het onderzoek der zes ver
schillende aanvragen om concessie voor het maken eener
waterleiding aldaar, waaromtrent vroeger door ons mel
ding is gemaakt.
Dit onderzoek is thans opgedragen aan den heer
J. F. Augier, hoofdingenieur van den waterstaat in het
tiende district, met bevoegdheid zich deskundigen te
assumeeren, wannéér dit door hem in het belang der
zaak noodig wordt geacht.
Ji. Dinsdag is in het Paleis voor volksvlijt te Amster
dam bet gouden jubilé van Z. K. H. prins Frederik der
Nederlanden als grootmeester-nationaal der orde van
vrijmetselaren feestelijk gevierd. De groot-loges uit ver
schillende landen: Zweden, Darmstadt, Pruisen, Frank
rijk, Engeland enz., hadden zich door afgevaardigden
doen vertegenwoordigen. De prins werd bij zijne komst
aan het station door eene commissie van groot-officieren
afgehaald en ter feestloge mede door eene daartoe be
noemde commissie binnengeleid. Zijne komst, omstreeks
te half twaalf uren, werd met gejuich, bazuingeschal en
fanfares begroet, en hij door den voorzitter verwelkomd.
Onder leiding van den componist werd eene voor deze
gelegenheid door den heer F. Dunkier voor orchest ge
componeerde feest-ouverture, welke met het „Wilhelmus"
eindigde, uitgevoerd. Het zangkoor voerde mede, met
begeleiding van orchest, eene feest cantate, gedicht van
den heer J. ter Gouw en muziek van den heer Nicolai,
uit. De heer J. van Lennep hield eene feestrede, waarin
onder anderen een overzicht werd gegeven van hetgeen
de jubilaris gedurende de verloopen vijftig jaren als
grootmeester-national heeft tot stand gebracht.
Namens de Nederlandsche vrijmetselaren, zoowel hier
te lande als in de buitenlandsche bezittingen, werd den
prins eene schriftelijke verklaring aangeboden van hunne
dankbare gevoelens voor zijne diensten; de hiervan
gemaakte en door alle aanwezigen onderteekende „oor
konde" werd door den voorzitter voorgelezen. Deze
oorkonde werd nedergelegd in een daartoe bestemd rijk
zilveren kistje, waarop het beeld der waarheid zich
vertoont.
De toespraken der buitenlandsche vertegenwoordigers
werden door den prins in onderscheidene talen beant
woord.
Ook de loge 1'Union royale, van 's Gravenhage, waar
van de jubilaris meester van eer is, bracht hem hare
hulde; de leden schaarden zich daartoe, met hunne
banier aan het hoofd, rond den troon. Na het einde der
rede van den voorztttenden meester dier loge werd het
voor den jubilaris bestemde geschenk ontbloot. Dit
bestaat uit een op een voetstuk geplaatst beeld der waar
heid, die het borstbeeld van den prins, aan den voet van
eene gebroken kolom geplaatst, bekroont. Het te Amster
dam aanwezige beeld was een afgietsel in gips, doch het
oorspronkelijke, te's Hage aanwezig, is van Cararisch
marmer. Het beeld is geplaatst op een voetstuk: dat
voetstuk is een uitslaande lessenaar, waarop een rijk
album met teekeningen der eerste meesters is neder
gelegd.
Namens al de loges in de Nederlandsche Oost Indische
bezittingen werd den jubilaris mede een prachtig album
aangeboden. Ook werd hem ter hand gesteld een exem
plaar in goud, zilver en brons van den op last der orde
voor dit jubilé geslagen gedenkpenning. Nadat de prins
voor een en ander zijne erkentelijkheid had uitgesproken,
werd uitgevoerd een mede door den heer F. Dunkier
vervaardigde muzikale voordracht, getiteld: Hulde der
Nederlandsche broederschap aan den feestvierenden
grootmeester-nationaal. Dit werd gevolgd door een
gezamenlijk gezang, op de wijze van Psalm 68, waarin
prins Frederik hulde werd gebracht en de bede werd
geuit, dat hij nog lang moge gespaard blijven.
Van zes tot tien uren des avonds had het feestbanket
plaats, hetwelk tot laatstgenoemd oogenblik door den
prins werd bijgewoond.
Renoemlngeii en besluiten.
ridderorden. Benoemd tot ridders der orde van den
Nederlandschen leeuw, de kapitein ter zee J. van der
Meerschde kapitein-luitenant ter zee J. Vosde dirigee-
rende officier van gezondheid 2e klasse W. H.Vermeulen;
de inspecteur van administratie J. A. L. den Ouden; de
heer J. C. Bloem, referendaris bij het departement van
financiën; de heer W. C. P- Toewater, directeur der
directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnsen
in de provincie Zuid-Holland, en de heer A. Volkmaars,
directeur der directe belastingen, in- en uitgaande rechten
en accijnsen in de provincie Noord-Holland.