töuiterilanD.
3f£tijMnöcn.
£}atröclsbmcl]tm.
Opstand op Kandia.
b. Het besluit tot schorsing der veemarkten in Zuid-
Beveland.
0. Goedgekeurd besluit uitgifte grond op erfpacht aan
J- van Aerde.
d. Goedkeuring der subsidie aan het gasthuis;
e. Dankbetuiging van J. Adam voor verhoogde jaar-
Wedde.
Aanbeveling voor een lid van de plaatselijke school
commissie.
g. Idem voor een lid van hot burgerlijk armbestuur en
tevens voor regentessen in het weeshuis.
h. Instructiën voor den bouwmeester en opzichter dei-
gemeente, rond te zenden bij de leden.
('.Voorstel van het armbestuur,maximum van bedeeling.
j. Verzoek van de harmonie De volharding, om een jaar-
ljjksch subsidie tot aankoop van instrumenten en muziek.
De heer Verhagen verklaart zich daarvoor en stelt voor
ƒ100 toe te staan, onder verplichting, om in de zomer
maanden eenige publieke uitvoeringen te geven.
De heer van de Putte en de voorzitter verklaren zich
tegen het verzoek, op grond van den zwakken financieelen
toestand der gemeente en tevens omdat, wanneer hier
een antecedent wordt gesteld, meerdere gezelschappen
met even veel recht een subsidie zouden kunnen aan
vragen.
In stemming gebracht, is bot verzoek met 6 stemmen
tegen 1 afgewezen. Vóór stemde de beer Verhagen.
k. Verzoek van J. Filius om de in te richten verzamel
plaats voor werklieden niet tegen zijne woning te
plaatsen, en
1. Een Staatsblad, hetwelk gedeponeerd wordt.
De voorzitter deelt mede een ingekomen brief van
gedeputeerde staten, ten geleide van een besluit van
Z. M. den koning, waarbij art. 17 der verordening voor
de openbare gezondheids-commissie wordt vernietigd.
Dit artikel hield in de bevoegdheid van de leden dier
commissie om de woningen der ingezetenen Luns ondanks
binnen to treden.
Aan de orde is de behandeling der gemeentebegrooting
voor 1867. In verband daarmede deelt de voorzitter
mede een ingekomen brief van gedeputeerde staten, die
zwarigheid maken het ter vorige vergadering genomen
besluit goed te keuren om van de begrooting van 1866
op die van 1807 over te brengen 2700 restant van de
geldleening van 44,000, en in bedenking geven om die
som te brengen als prelevemcnt op bet vermoedelijk
goed slot der rekening van 1866.
Dienovereenkomstig wordt besloten en daarna de
gebecle begrooting vastgesteld in ontvang eu uitgaaf
op ƒ80,723.34; waaronder voor onvoorziene uitgaven
1129.49 J is uitgetrokken.
Op voorstel van den voorzitter wordt besloten mach
tiging te verzoeken tot den verkoop van eone partij
hoornen in de Oo3terschans.
Wordt nader in behandeling gebracht het verzoek van
N. Eetnijn, om vermindering van cijns opzijn korenmolen.
De voorzitter en de heer van de Putte geven ais hunne
meening te kennen dat dit verzoek voor geene inwil
liging vatbaar is, uithoofde de betaald wordende cijns
representeert de rcrite van de in der tijd onbetaalde
koopsom, terwijl de kooper tijdens den aankoop bekend
Was met den last die op den molen drukte.
Op het verzoek wordt met algemeene stemmen afwij
zend beschikt.
Op voorstel van den voorzitter wordt aan den heer
C. Pilaar op dien3 verzoek eervol ontslag verleend als
lid van bet bestuur van het gasthuis, onder dankbetui
ging voor de bewezene diensten aan dat gesticht.
Worden benoemd tot leden van de adviseerende com
missie voor de school van minvermogenden, de beeren
J. A. A. Fransen van de Putte, voorzitter; mr. P. H.
Saaijroans Vader, N. Vervcnne, Pz., G. van der Hoek,
P. li. Timans en J. Kooman, Az.
Tot conciërge aan de hoogere burgerschool wordt met
vier stemmen benoemd H. Duivewaaidt to Goes, terwyl
drie stemmen op C. Schutters waren uitgebracht.
De snppletoirc kohieren van den hoofclelijken omslag
en de hondenbelasting, waartegen geene reclames zijn
ingekomen, worden vastgesteld, het eerste tot een bedrag
van 133.66, het laatste ad ƒ72.
Even als in vorige jaren besluit de raad het bedelen
op Nieuwjaar te weren, door bet uitdeelen van eetwaren
en brandstof op dien dag. De lieer J. A. A. Fransen van
de Putte, daartoe uitgenoodigd, neemt het voorzitter-
Schap dier commissie wederom op zich.
Algemeen overzicht.
Mexico en Eome blijven in Frankrijk het onderwerp
van veler beschouw ingen cn voorspellingen. Vandaar
ook die warrelstroom van berichten en geruchten, te
midden waarvan men te vergeefs naar de waarheid blijft
zoeken. De belangrijkste thans te Parijs ten opzichte
dier beide quae3tiën in omloop zijnde geruchten, welke
echter morgen zeer waarschijnlijk weder tegengesproken
zullen worden, willen wij hier vermelden. Ten opzichte
Van het Mexicaansch vraagstuk verhaalt men het vol
gende: De Fransche regeering zou, naar aanleiding van
generaal Sherman's zending- naar Mexico, aan den Fran-
schen vertegenwoordiger te Washington ecne depêche
hebben gezonden, strekkende tot kennisgeving dat
Drankrijk de Amcrikaansche troepen, welke tot onder-
I stenning van Jnarez naar Mexico mochten gezonden
worden, zal bestrijden. Dit gerucht heeft zelfs vrij
grooten invloed uitgeoefend op de beurs te Parijs.
Wat Rome betreft, komen ons thans sommige Parijsche
dagbladen verhalen dat de reis van keizerin Eugénie
naar Rome toch nog niet zoo geheel onwaarschijnlijk is.
Zelfs het officieus regeeringsorgaan la Patrie zegt dat
omtrent het voorgenomen bezoek der keizei in aan paus
Pius IX nog niets is beslist, doch, zoo dit plan al ver
wezenlijkt werd, slechts als een bewij3 moeten beschouwd
worden van sympathie voor „den persoon" van den
heiligen vader.
Het d er lijk mislukken van de Mexicaanscheexpeditie,
„het glorierijkste fait onder de regeering van NapoleonlII,"
doet de Fransche regeeringsorganen uitzien naar drog
redenen daaromtrent. Wij hadden ons reeds voorgesteld
dat de schuld van dat mislukken zon gegeven worden
óf aan hot slecht bestuur van keizer Maximiliaan, óf aan
de onverbeterlijkheid der Mexicaansehe natie, óf aan de
geheime inmenging van de Vereenigde Staten, doch
geenszins hadden wij vermoed dat een dagblad als
la France, het bekend officieus orgaan der regeering, de
schuld zou werpen op de Fransche natie, welke hare
zonen en millioenen door het Mexicaansch Danal'denvat
zag verslinden. Toch is dit het geval. La France beweert,
dat ten opzichte van „de glorierijke Mexicaansehe
onderneming" ieder zijn plicht heeft gedaan, zoowel de
Fransche regeering als de Fransche troepen en keizer
Maximiliaan, en de expeditie was hare gelukkige bekroo
ning nabij, toen „eene onverwachte uiting der openbare
meening zicli in Frankrijk liet hooren. Men verontrustte
zich over de mogelijke gevolgen onzer interventie in
Mexico en de algemeene opinie, waarvan de oppositie
zich met veel behendigheid meester maakte, vroeg
telkens luider om het terugroepen onzer expedie-
troepen." „Dit bad aan gene zijde van den oceaan
eene gemakkelijk te voorzienen invloed. Het bemoedigde
de vijanden van het Mexicaansch keizerrijk en ontmoe
digde zijne aanhangers. De tegenstanders vonden alzoo
overal ondersteuning enalle elementen, welke den
troon van Maximiliaan steunden, verdwenen eensklaps."
De Fransche natie dus, de hond die zij het nu en
dan eens morrend nog altijd aan de voeten van zijn
meester ligt uitgestrekt, is volgens la France ver
antwoordelijk voor het mislukken der Mexicaansehe
expeditie, voor de natuurlijke ineenstorting der Napo
leontische combinatie, gegrond op eene thans onjuist
gebleken voorstelling van bet resultaat des Amerikaan-
schen bnrgeroorlogs. Oest ainsi qu'on écrit Vhistoire!
Volgens het Franseh dagblad le Temps zou keizer
Maximiliaan zich naar Frankrijk hebben ingescheept op
het Oostenrijksch vaartuig Dandolo en in het einde dezer
week te Saint-Nazaire kunnen verwacht worden.
Omtrent de gevoelens der meerderheid van den Hon-
gaarschen landdag de Deak partij ten opzichte der
keizerlijke openingsrede, wordt gemeld, dat zij besloten
heeft om een beknopt maar krachtig adres van antwoord
op te maken en de openingsrede in handen te stellen van
eene commissie.
Sedert ge'ruimen tijd had men in de medodeelingen
uit Ierland slechts als terloops meer gewag zien gemaakt
van arrestatiën van fenians. Thans wordt uit Dublin ge
meld, dat weder eene bezending wapenen voor de fenian-
vereeniging bestemd in beslag genomen is, waarbij ook
eenige tot die vereeniging bchoorende personen zijn
gearresteerd. Ten gevolge van dit alles heerschle in de
Iersclie hoofdstad eenige agitatie.
Eene nadere bevestiging van de beide brieven uit
Bncharest, onzen lezers medegedeeld, vinden wij in een
artikel van het dagblad var St. Petersburg, hetwelk zijne
hooge ingenomenheid betuigt met de eerste regeerings-
daden van vorst Karei I van Riimanic. De Russische
regeering verlangt dan ook met de regeering te Bucharest
op den meest vriendschappelijke!! voet te blijven.
Aan eene mededeeling nit Athene ontleenen wij het
volgende:
Athene10 November.
De ministerraden zijn thans zoo talrijk, dat de leden
onzer regeering ter nanwernood tijd vinden om hunne
aandacht te wijden aan de meest spoed vereischende
loopende zaken. Men spreekt van nieuwe mededeelingen
der groote mogendheden aan het ministerie Bulgaris
niet alleen ten opzichte van de gebeurtenissen op Kandia,
maar ook ten opzichte der onrustbarende verschijnselen
in de aangrenzende Turksche provinciën, waarvoor men
Griekenland verantwoordelijk wil stellen.
Onze verhouding tot Turkije wordt al meer en meer
gespannen. De Grieksehe dagbladen mogen volstrekt
niet meer de Turksche grenzen overschrijden en zelfs
de bijzondere correspondentiën uit Griekenland worden
niet geëerbiedigd.
De Grieksehe burgers worden in Turkije thans op
allerlei wijze gemolesteerd cn een niet gering aantal
hunner is zelfs vrij willekeurig in de gevangenis ge
worpen. Het lot der ongelukkige rayus is nog treuriger
en de verhalen, welke daaromtrent uit Epirus, Thessalië
en andere gewesten tot ons komen, mochten zij al over
dreven wezen, zijn hartverscheurend.
Woensdag 11. werd hier de tijding der onderwerping
van de Sphakioten, die de kern der opstandelingen op
Kandia vormen, aangebracht, hetgeen eene algemeene
verbijstering veroorzaakte. Te elf uren des avonds ver
anderde echter dit alles bij de aankomst der stoomboot
van Kanea, welke tijdingen medebracht die overal leven
dige vreugde verwekten. Niet alleen berichtten deze dat
bet bericht van de onderwerping der Sphakioten onjuist
was, maar meldde dat de opslandelingen, sedert de neder
laag van 24 October, een aantal gelukkige ontmoetingen
hadden gehad met de Turksche troepen in verschillende
provinciën, Hoewel de strijd, bij het vertrek der bedoelde
Oostenrijksche stoomboot van Kanea, steeds met kracht
werd voortgezet op verscheidene punten des lands, waren
de plaatsgehad hebbende ontmoetingen alle ten voordcele
der opstandelingen uitgevallen en hadden de Turken
zware verliezen geleden, onder meer, in liet sneuvelen
van Yahia-pacha, den overwinnaar van dcMontenegrijnen
en rechterhand van Mustapha. Op 1 November gekwetst
geworden door twee geweerkogels tusschen Retbymne
en Hcraclion, was hij naar Kanea vervoerd en aldaar den
volgenden morgen overleden. De rapporten der consuls
bevatten de bevestiging van dat alles. De Engelsche
consul, de lieer Dixon, beeft zich overigens zeer beklaagd
over de hem door Mustaplia-pacha gegeven onjuiste in
lichtingen, ten gevolge waarvan de door hem op grond
dezer inlichtingen aan zijne regeering opgezonden rap
porten evenzeer onjuist zijn geweest.
De stoomboot Panhellenium, wien het niet is mogen
gelukken eene groote lading levens- en krijgsbehoeften
op de kust van Kandia te ontschepen, is op nieuw naar
dat eiland vertrokken onder bevel van een anderen
kapitein. De Concordia is evenzeer daarheen gezonden
met dergelijke lading en voorts met eenigen bonderde
vrijwilligers, waaronder eenige garibaldiauen. Beide
vaartuigen hebben eergisteren nacht Syra verlaten en
men verwacht elk oogenblik bericht van hunne geluk
kige aankomst en ontscheping.
Een bericht uit Triëst van eergisteren meldt dat
volgens de laatste aldaar uit Athene ontvangen tijdingen
de Turksche bevelhebber op Kandia, Mustaplia-pacha
nog geen aanval tegen de opstandelingen bad onder
nomen. Voorts werd daarin gezegd dat de Grieksehe
regeering, naar aanleiding van de steeds tocuomende
spanning tegenover Turkije, besloten had om alle be
schikbare troepen naar de Grieksch-Turksche grenzen
zouden worden gezonden. De regeering te Athene had
overigens op nieuw geprotesteerd b'j de groote mogend
heden tegen de staatkunde van Turkije op Kandia.
Triëst Zondag 25 November. De opstandelingen
op Kandia hebben eene groote overwinning behaald op
de Turken. Ibraïm-pacha is gesneuveld en een auder
Turksch generaal gekwetst.
Gisteren zijn te Vlissingen in de haven gekomen de
Nederlandsche schooner Adriana ffilhelmina, gezagv.
J. van Eyk, en de Nederlandsche galjoot Frangois, gezagv.
P. 't Hart, beide met steenkolen voor die stad, komende
van Engeland.
MI c c Si ra j. pri j?.cjj
Rotterdam 26 November. Bij veel aanbieding waren
de prijzen slap.
®raanisïiiat-kSesi enz:.
Amsterdam 26 November. Tarwe en gerst booger.
Raapolie op zes weken ƒ41. Lijnolie op zes weken ƒ40i.
Rotterdam 26 November. Tarwe, witzaad en erw
ten 25, witte- en bruineboonen 50 cent lager; gerst
30 cent booger.
Axei. 24 November. Tarwe ƒ11.20 a/ 11.55; rogge
7.75 a 8.10; wintergerst 7.20 a 7.45; zomergerst
6,55a ƒ6.75; haver ƒ3.45:1 ƒ4.paardenboonen ƒ7.45
a ƒ7.75; Duiveboonen ƒ7.95 a ƒ8.20; bruineboonen
11.20 a 13.05; groene erwten ƒ8.40 a 9.10; gele dito
/8.15 a 8.65; graujve dito 0.35 a 9.80boekweit
6.35 a ƒ6.55.