MIDDELBURGS OURANT. iV 176. Dinsdag 1866. 6 November. Editie van Maandag avond 8 uren. Middelburg 5 November. Om aan de veelvuldige aanvraag om exemplaren van het bijvoegsel van ons nummer van 1 dezer,bevattende «en overzicht van de afgeloopen verkiezingen, te kunnen voldoen, hebben wij besloten een tweeden druk ter perse te leggen. Wij hebben daarvoor dat overzicht nog aan- Derkelijk aangevuld en er ook in vermeld wie de meeste Stemmen hebben bekomen na hen die aan een herstem ming moeten deelnemen,zoodatde waarschijnlijke uitslag daaruit eenigermate zal zijn op te maken. Dit overzicht zal morgen namiddag voor belangstellenden aan ons hureau verkrijgbaar zijn. Als leden der kamer van koophandel en fabrieken alhier zijn met bet einde van dit jaar aan de beurt van aftreding de heeren A. H. G. Fokker, jhr. W. R. Bod- daert, J. Luteijn, J. Fak Brouwer, P. de Bruijne en ter. W. C. Borsius. De verkiezing ter aanvulling der openvallende plaatsen tal Maandag den 26 dezer plaats hebben. Uit Alkmaar vernemen wij, dat het stembureau zich hij het opmaken der stemmen, uitgebracht voor de ver kiezing van een lid der tweede kamer, ten opzichte van den heer van der Kaay met 100 stemmen heeft vergist. Die heer verkreeg niet 896, maar 996 stemmen. R- Ct.) Men schrijft ons uit 'sGravenhage van 4 dezer: „Den 29 October is zonder eenige feestelijkheid de zesde internationale verbindingslijn geopend, namelijk de spoorweg van Venlo naar Kaldenkirchcn. „Heden zijn de ministers van binnen-en buitenlandsche taken, alsmede de heer de Clercq, adviseur voor de taken der spoorwegen, naar Venlo vertrokken, ten einde de feesten bij te wonen die morgen te dezer zake te Venlo zullen worden gevierd." Vrijdag avond heeft het Indisch genootschap te 's Gra- tanhage zijn eerste bijeenkomst gedurende dit winter seizoen gehouden. Het voorname onderwerp van het debat was de vraag van de afschaffing der gedwongen diensten van de hoofden. Daarover werden verschillende gevoelens voorgedragen, totdat de voorzitter, het debat ïesumeerende, aantoonde dat geen lid van het genoot schap was opgestaan, om te staven dat de heffing der diensten steunde op den adatdat de afschaffing alge meen wenschelijk werd geacht, maar dat omtrent de wijze van afschaffing nog meer licht behoort op te gaan en dat in ieder geval zonder medewerking dier hoofden tot die afschaffing niet mag worden overgegaan. Ook de vraag of deze diensten konden gezegd worden tot den staat der hoofden te behooren, werd in verschillenden Zin beantwoord. Op voorstel van een der leden werd besloten eene afzonderlijke beraadslaging op een bijzon deren avond te wijden aan het onderwerp van de afkoop- baarstelling der heerendiensten in het algemeen. Uit Zutfen schrijft men ons onder dagteekening van 3 dezer: „Eindelijk is de gas-quaestie opgelost geworden. De gasfabrikanten hebben zich namelijk verbonden tot den 15 dezer maand hun licht voor 14 en na dien tijd voor 15 cent per kub. el te leveren. Zoo is dus voldaan aan het contract van hen, die zich verbonden hadden geen gas te verbruiken, vóór de prijs op 14 cent gebracht was, en is, in plaats van eene verhooging, eene duurzame verlaging van den prijs tot stand gekomen. Heden avond ziet men dan ook weer overal, waar men zich gedurende teeer dan eene maand met petroleum of patentolie heeft 'loeten behelpen, het gaslicht weêr schitteren. „Ware de uitslag der verkiezing even gunstig geweest! De verderfelijke coalitie tusschen de catholiekeu en do aristocratie heeft een conservatief als van Rappard in de Piaats gesteld van iemand als Dnllert of Dam. Algemeen 13 echter de teleurstelling onder de catholieken, die tot dd conclusie zijn gekomen, dat zij beet genomen zijn. ^Vant, terwijl zij, aan de afspraak getrouw, zoowel don protestantschen van Kappardalsden catholieken Reigers gestemd hebben, is de laatste, blijkens den uitslag, dooi de aristocraten niet met hunne stem vereerd geworden. Men zegt dat de heer Dam de kiezers zal aansporen, hnnne stemmen op den heer Dullert uit te brengen. In ieder geval verliest de liberale partij alhier een talent- vollen afgevaardigde." Benoemingen en besluiten. KiDDEBOHDEN. Vergunning verleend aan den heer F. H. W. von Ranzow, Oost Indisch ambtenaar op non- activiteit, laatstelijk secretaris der residentie Samarang, woonachtig te Batavia, tot het aannemen der versierselen van ridder le klasse van de Oldenburgsche huis - en ver. dienstenorde van hertog Peter Friedrich Ludwig, hem geschonken door Z. K. H. den groothertog van Oldenburg. eeketeekenen. Verleend, als blijk van Zr. Ms. goed keuring en tevredenheid, de zilveren medaille, ingesteld bij besluit van 22 September 1855, en een loffelijk getuig schrift, aan William Grainger, kapitein van het Engel- sche barkschip Queen of India, van Liverpool, wegens het opnemen en gedurende 53 dagen verzorgen van zeven personen, die in eene boot 17 dagen in zee hadden rondgedreven, nadat hun vaartuig, het Nederlaudscho schip Joannes, in Juni jl. was gezonken. leger. Benoemd tot tweede luitenants bij het korps mariniers, de sergeanten der infanterie A. R. de Wendt, H. B. Stenfert, C. H. Pilaar en H. A. J. Batteké. Kerknieuws. Te Arnemuidcn is op 3 November tot predikant beroe pen de heer A. Stnffken, predikant te Zuilichem en Nienwaal. Op het zestal waren geplaatst de heeren A. Stuffken te Zuilichem en NienwaalH. W. A. Verhoeff te Scheveningen; J. Boer te Ouwerkerk aan den IJsel; J. C. Verhoeff te RidderkerkJ. G. G. Moorrees te Ommen en D. Bresser te Strijen en Strijensas. Marine en leger. Met den 16 dezer worden geplaatst: op Zr. Ms. wachtschip te Vlissingen de luitenant ter zee 2e klasse P. F. baron van Heerdt; in de rol van Zr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis, om gedetacheerd te worden op het kost- schip te Rotterdam, de officier van administratie 2e klasse W. J. Medenbacb; en op Zr. Ms. raderstoomboot de Valk de scheepsklerk W. D. J. Bezemer. Z. M. heeft goedgekeurd een nieuw reglement op den inwendigen dienst der infanterie, met machtiging om dit bij de korpsen der infanterie te doen invoeren. Koloniën. Volgens berichten met de Fransche mail uit Neder- landsch Indië aangebracht, was de cholera te Batavia en Soerabaija sterk afnemende. In het Nieuw Bataviaasch Handelsblad leest men het volgende „De wijzigingen, door den minister Mijer in de Indische begrooting voor 1867 gebracht, en wel inzonderheid de schorsing van het besluit der Indische regeering tol afschaffing der verplichtediensten ten behoeve der hoof den, wordeu hier algemeen afgekeurd, ja wij gelooven niet dat deze schorsing op geheel Java éen ernstigen verdediger vinden zoude, zelfs onder de tegenstanders der vrijzinnige beginselen. Welke voorstelling moeten hoofden en bevolking zich toch vormen van eene regee ring die tegen zich zelve strijdt, en den eenen dag buiten werking stelt wat zij den vorigen dag heeft be volen en als haar vasten wil aan allen bekend gemaakt? Het gezag van den gouverneur-generaal kon niet beter ondermijnd worden dan langs dezen weg, en wanneer de reactie voor „schokken en sprongen" van dien aard niet terugdeinst, dan is voor den duur onzer heerschappij in Indië het ergste te vreezen. Alle» hopen, doch niet allen vertrouwen, datde minister Mijer door 'tnemen van dien reactionairen maatregel tevens het politiek doodvonnis van zichzelven en zijn ambtgenooten geteekeud hebben zal. Datde suikerfabrikanten en hun geldschieters over de hun aangeboden redding uit den nood alles behalve tevreden zijn, spreekt van zelf; het zonneklaar betoog van „een deskundige" in de Nieuwe Rotterd.cour. heeft, zoowel als een artikel in den Java-Bode, de redenen dier ontevredenheid volkomen duidelijk gemaakt. „De Indische regeering' gaat, zoover haar de handen niet gebonden zijn, voort met het nemen van goede en billijke maatregelen, waaronder een voorname plaats bekleedt het onlangs genomen besluit, dat geen inlander zal worden genoodzaakt in koffietuinen te werken, die meer dan vier palen van zijne woonplaats verwijderd zijn. Hierdoor vervalt een der hoofdbezwaren tegen de ge dwongen koffiecultuur. De commissie, in 1863benoemd tot het ontwerpen eener regeling der gemeenteinstellin gen, heeft hare taak volbracht, en is, met de bijzondere dankbetuiging der regeering, ontbonden verklaard, liet resultaat van haren arbeid wordt met verlangen te gemoet gezien. „Van de Pasumah-landen (residentie Palembang) lui den de berichten bijzonder gunstig. Overal keeren hoof den en bevolking tot onderwerping terug; een der hoofd aanvoerders van den opstand heeft de zijnen in de steek gelaten, en ook de laatste versterking (voor zoover bekend was) is ontruimd en gesloopt geworden. Met de vrij aanzienlijke macht, thans in die streken aanwezig, lijdt hetgeen twijfel dat de opstand geheel bedwongen worden zal. De vraag blijft alleen of de bevolking niet dadelijk weder in verzet zal komen, zoodra zij haar kans daartoe schoon zal zien." Rechtszaken De arrondissements-rechtbank te 's Hertogenbosch heeft dezer dagen uitspraak gedaan in de volgende zaakEen landbouwer uit de gemeente Herpen had den 22 Augustus jl. zijne koe verkocht aan een boer te Uden. Om dat rund behoorlijk en zonder vervol d te worden te kunnen leveren, begaf hij zich naar den burgemeester zijner woonplaats om het vereischte document, bedoeld bij de verordening tot wering der veepest. De burge meester zeide hem, dat in het voorhanden geval geen bewijs noodig was, en de landbouwer voerde zijn rund uit Herpen in Uden, maar werd bekeurd door twee rijks veldwachters uit Vechel en Uden. Het proces-verbaal werd opgezonden en de zaak vervolgd. De rechtbank verklaarde, dat, hoewel een ieder verplicht is, de wet te kennen, en in casu een gelei biljet vereischt werd, de beklaagde, voor zoover hem doenlijk was, aan de vooischriften der wet had voldaan, door zich tot de bevoegde autoriteit te wenden tot het bekomen van het noodige documentdat ieder burger in redelijken zin verplicht is, zich te gedragen naar de voorschriften, die bij ontvangt van de bij de wet aangewezen autoriteit, en dat, indien deze autoriteit zich ten aanzien eener wetsbepaling vergist, de burger voor de gevolgen daarvan niet strafrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld; dat hij veeleer, zich houdende aan de voor schriften van zoodanige autoriteit, moet geacht worden in redelijken zin niet anders te hebben kunnen handelen; dat eindelijk wanneer bemand door de omstandigheden zeiven' gedwongen werd, verkeerd te handelen, er geen wanbedrijf aanwezig is en ontsloeg mitsdien den beklaagd» van alle rechtsvervolging. Het openbaar ministerie echter is van dat vonnis in hooger beroep gekomen bij het provinciaal gerechtshof in Noord Brabant. Gemengde berichten. Naar aanleiding der vrijspraak van Risk Allah, wordt- door een Belgisch dagblad het volgende opgemerkt, hetgeen ook hier te lande zeer de aandacht verdient: „Zoo is dan de procedure, welke dcalgemeene nieuws gierigheid eene week lang bezig hield, geëindigd met eene vrijspraak. Gelukkig is Risk Allah rijk; hij leefde van zijne rente en was meester van zijn tijd en persoon. De gevolgen van zijne langdurige preventieve det. ntie strekken zich niet verder uit dan tot het gewone lijden, hetwelk het verlies der vrijheid roet zich brengt. Maar stel eens in de plaats van Risk Allah een koopman, een industrieel, een ambtenaar als vader van een talrijk gezin, levende van zijn handel, van zijn arbeid, van zijne betrek king. Welke gevolgen zouden eene preventieve detentie van acht maanden, gevolgd van eene viijspraak, niet voor hem hebben gehad? Zijn cred-.et zou verloren zijn, zijn huisgezin tot armoede gebracht, zijne vrouwen kinderen gedurende al dien tijd van elk verstooten.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1866 | | pagina 1