Benoemingen en besluiten. ridderorden. Vergunning verleend aan dr. L. J. F. Janssen, conservator bij bet archaeologisch kabinet te Leiden, tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder der orde van St. Anna 3e klasse, hem door Z. M. den keizer van Rusland geschonken. Benoemd tot ridder der orde van den Nederlandscben leeuw de ingenieur van den waterstaat P. Caland. consulaten. Benoemd tot consul van Nederland in China de heer N. G. Peter. leger. Op verzoek eervol ontslaguit Zr. Ms.militairen dienst verleend, met toekenning van pensioen, aan den kapitein N. F. Spencer, van het bataljon jagers no. 27, dienstdoende in West-Indië, thans met verlof hier te lande. politie. Op verzoek eervol ontslag verleend aan den heer J. A. Waldeck, als hoofdcommissaris van politie te 's Gravenhage, onder dankbetuiging voor de goede dien sten door hem als zoodanig bewezen. marine. Vergunning verleend aan den heer W. M. Smit, eervol ontslagen dirigeerenden officier van gezond heid der 2e klasse bij de zeemacht, om de uniform van dien rang te blijven dragen. Kerknieuws. Beroepen tot predikant bij de Nederduitsche her vormde gemeente te Vlissingen, de heer H. C. Creutzberg, thans te Vaassen. Marine en leger. Naar aanleiding van Zr. Ms. besluit van 29 October wordt met den 16 dezer in dienst gesteld Zr. Ms.schroef- stoomscbip Soembing, liggende te Willemsoord, onder bevel van den luitenant ter zee le klasse J. J. A. D. Phaff en bestemd naar West-Indië. 11e le luitenant der mariniers P. Dibbetz, laatst gediend hebbende bij het eskader in Oost-Indië, en dezer dagen van daar in Nederland teruggekeerd, is, te rekenen met 27 October jl., ter beschikking gesteld van den kommandant en inspecteur van het korps mariniers. Gemengde berichten. Dat er ook te Zierikzee vroolijke, dichtlievende kie zers zijn, heeft de stembus gisteren weder bewezen. Onder de in rijm uitgebrachte stemmeu, is er éen in ons bezit gekomen, die wel geschikt is om de lachspieren der lezers in beweging te brengen en ons daarom wordt medegedeeld. Bij het,lezen zal men wel denken gelukkig voor den voorzitter van het stembureau, dat elk kiezer niet rijmlnstig is. Burgemeester, al hoor ik tot de natie Ik kreeg toch ook deftig een' proclamatie Van bode Havinck bij mijn stembiljet, Nou had ik er Boeije vast opgezet, Maar 's avonds heel laat, 'twas tijd te gaan leggen, Daar komt Bosa veraltereerd me zeggen, »N"ah, men maakt aan de deur nog laivaaij, jïn waaraftig, "Wcstplate van de kaaij Brengt me van Plattesclior een courant Die 'k ging lezen, eerst 't nieuws van het land, Maar al spoedig las ik verder geen drop, Dan tegen Kerkwijk, Godefroij, Nierop, N'ah, wat Izak dorst zeggen van Godefrooij, "YVas, ik sta je te zeggen, ganschlijk niet mooij, 'Maar al heel gauw, dacht ik, wat hagel en nikker 't Is niet kancher, er is staan den knikker, Zooveel poerem zag ik van mijn leven nog niet, Van eerlijke joden aan een Israëliet; Ik werd boos en ik dacht, 'kga onder den deken Maar verd als 'k mijn stembriefje teeken Dan is J. J. van Kerkwijk mijn man, Dus dien stem 'k Burgemeester, kalkt "hem maar an. In ons vorig nommer maakten wij melding van een voor het hof van Brussel gevoerd proces tegen den voor- maligen kolonel in Turkschen dieust Risk Allah, beschul digd van zijn pupil Readly te hebben vermoord, toen zij in Februari dezes jaars in het hotel du Rhin te Brussel logeerden, en aan medeplichtigheid aan het maken van valsche wissels. Jl. Woensdag heeft de jury met alge- meene stemmen Risk Allah niet-schnldig verklaard, het geen in de zaal een goedkeurend gemompel deed ont staan, hetwelk evenwel dadelijk door den president van het hof werd tegengegaan. Toen hij echter, ten gevolge van de uitspraak der jury, den beschuldigde vrijsprak en diens onmiddellijke invrijheidstelling beval, werd dit door het talrijk aanwezige publiek levendig en met warmte toegejuicht. Ten opzichte der gijzeling voor schulden is te Berlijn in zoover een eerste stap tot hare opheffing gedaan, dat de verplegingskosten, welke de schuldeischers moeten voorschieten, tot op het dubbele worden verhoogd. De koning van Pruisen heeft aan ieder der prinsen een der in den jongsten veldtocht veroverde stukken geschut ten geschenke aangeboden. Die voor den kroon prins, prins Karei en prins Frederik Karei, zijn naar Potsdam gezonden. Prins Albrecht heeft het zijne doen plaatsen voor zijn paleis te Berlijn. Het Parijsche blad le Droit deelt do volgende bijzonderheid mede betreffende eene terechtstelling in Spanje: Zoodra de benl zijn droevig werk heeft vervuld, wordt hij omringd door de gendarmen, die hem de hand boeien aanleggen en hem naar een der hokken van de gevangenis brengen. Eenige uren later verschijnt een griffier of escribano, vergezeld van den alguazil. De beul wordt voor deze beeren geroepen, en alsmi begint het volgend verhoor: „Gij wordt beschuldigd een man gedood te hebben," zegt de escribano. „Ja, dat is zoo," ant woordt de beul. „Waarom hebt gij dien moord be gaan?" „Om aan de wet te gehoorzamen en het mandaat te vervullen, mij door de justitie toevertrouwd." Staande de zitting wordt proces-verbaal opgemaakt, dat geteekend wordt door den beul en den volgenden dag aan het onderzoek van den rechter wordt onderworpen. Deze spreekt alsdan een vonnis van vrijspraak uitten voordeele van den beul, die in vrijheid wordt gesteld, na gedurende 24 uren als een misdadiger te zijn behandeld. TheniioiiictcrstaiHl. 31 Oct. 's av. 11 n. 47 gr. 1 Nov. 'smorg.7 u.48gr.'smidd.lu.54gr.'sav. 11 u.52gr. 2 's morg.7 u. 54 's midd. 1 u. 58 gr. Gemeenteraad van Middelburg. Zitting van Woensdag 31 October. Mededeeling betrek kelijk opvordering gronden spoorwegen; ingekomen ge schenken; beschikking adres havenloodsen; voorstellen betreffende gemaalbelasting; goedkeuring rekening bur gerlijk armbestuur; idem begrootingen schutterij, bestuur godshuizen en burgerlijk armbestuur; vaststelling staat roeien boomen; behandeling ge me entebegrootiug met daarbij behoorende stukken. Afwezig de heeren Caland en Luteijn. Later komen de heeren A. W. Suotick Hurgronjeen van Diggelen. Nadat de notulen der vorige zitting zijn gelezen en goedgekeurd en de namen der afwezige leden zijn mede gedeeld, geeft de voorzitter kennis dat van den heer M. Simon Gz., eerstaanwezend ingenieur bij de staats spoorwegen te Bergen op Zoom, bericht is ingekomen, in antwoord op de hem gedane vraag, dat de opvordering van de voor de spoorweg-en kanaalwerken vereischte gemeentegronden nog niet als officieel aangevraagd moet worden beschouwd, daar eerst de begrooting voor de staatsspoorwegen voor 1867 moet zijn vastgesteld. Wanneer in Juni a. tot de afbraak van de voormalige W. I. pakhuizen en de Vlissingsche poort wordt overge gaan, zal zulks, volgens den ingenieur, tijdig genoeg zijn. De voorzitter voegt hier nog de mededeeling bij, dat burgemeester en wethouders van dit bericht aan de eigenaars der bij den spoorweg enz. betrokken perceelen hebben kennis gegeven. Voor de oudheidskamer zijn ten geschenke ontvangen: van jhr. J. W. Paspoort een bokaal, en van jhr. A. W. Teding van Berkhout een medaille van de Zeeuwsche maatschappij van landbouw eri veeteelt. Deze geschen ken zijn onder dankbetuiging aan de gevers aanvaard. Aan de orde wordt gesteld de beslissing op het verzoek der havenloodsen I.Remigius en P. Otte, strekkende tot, verhooging van loon voor het in- en uitloodsen der spoorboot. Met algemeene stemmen wordt, overeenkom stig het advies der fitiancieele commissie, besloten dit verzoek af te wijzen, op grond dat het loon bij de veror dening op den havenloodsdienst is bepaald en de argumen ten van het adres geen genoegzamen grond opleveren tot wijziging der verordening. Geschiedt voorlezing van een schriftelijk door den heer Lantsheer ingediend voorstel, strekkende1. om den boofdelijken omslag uit te breiden tot al de ingeze tenen, hoofden van huisgezinnen, die f 300 of inv-er inko men hebben, met een verminderden aanslag voor deze lagere klassen; 2. vijf opcenten op de personeele belas ting meer te heffen 3. de belasting op het gemaal met te verminderen; 4. de op de begrooting uitgetrokken gelden voor aflossing van schuld en ledintegratie te laten wegvallen; 5. zich tot de regeering te wenden met verzoek om van de verdere betaling van f 2000 voor aflossing der schuld voor het havenkanaal verschoond te worden en die aan te wenden tot het doel onder no. 6 vermeld; 6. de sub 4 en 5 vrijvallende gelden te besteden aan publieke werken boven het daarvoor op de begroo ting uitgetrokkene; 7. bij aanneming van het eerste punt van dit voorstel, de verordening op het schoolwezen te herzien. Uit de toelichting van dit voorstel blijkt dat de heer Lantsheer het voorstel van den heer Fokker (in ons verslag der vorige zitting medegedeeld), strekkende tot geheele afschaffing der gemeente!,elasting, in strijd met het ten vorigen jare door den raad genomen besluit, zonder dat de omstandigheden sedert veranderd zijn, onaannemelijk acht: 1. wegens de cijfers, daar op eene te booge opbrengst van den hoofdelijken omslag is gere kend en voorbijgezien dat, als men rekent dat hij de ver hooging der belastingen de som der restitutiën niet zal vermeerderen, dat de post voor onwaarde veel hooger moot worden uitgetrokken; 2. omdat 20 pet. vei hooging op de personeele belasting te groot is en die verhooging wellicht van gewichtigen invloed zal zijn op de opbrengst der geheele personeele belasting; 3. omdat gerekend wordt op eene opbrengst van den hoofdelijken omslag, waarvan de inning ten deele geheel onzeker is, bij het betrekkelijk booge bedrag der sommen, door de laagste klassen te betalendaarom komt, bij de hoogst gewich tige uitgaven die weldra op de gemeente zullen rusten, de aanneming van het voorstel hem voor als eene ge vaarlijke proefneming, waarvan de gevolgen niet te voorzien zijn. Niets te doen is echter, volgens den heer Lantsheer, de oplossing van het vraagstuk uitstellen tot over vijf jaren, wanneer men naar alle waarschijnlijkheid niet meer tot geleidelijken overgang in staat zal zijn. Het door hem gedane voorstel berust dan ook voornamelijk op de volgende gronden: de gemaalbelasting moet binnen vijf jaren wegvallen; na verloop van die vijfjaren zal moeten beslist worden of genoemde belasting al of niet door directe belasting vervangen kan worden; zoo niet, dan moet óf eene nieuwe wet tot verlenging van de heffing van accijnsen verzocht worden, welk verzoek vermoedelijk niet zou worden ingewilligd, óf de regee ring moet door buitengewone hulpmiddelen, door afstand van andere belastingen enz., hulp verleenen; voor beide gevallen behooren nu reeds maatregelen te worden ge nomen, waaruit zal kunuen blijken of de vervanging mogelijk is of niet; iD het eerste geval zal door lang zame verhooging van de personeele belasting en den hoofdelijken omslag een geleidelijke overgang verkregen zijn, terwijl in het tweede aan de regeering zal kunuen bewezen worden, dat er noodzakelijkheid bestaat om de gemeente hulpmiddelen aan te wijzen; de inwilliging van de accijnsheffing in 1867 is meer verzekerd als de regeering ziet dat de afschaffing, zoo die mogelijk is, wordt voorbereid; dergelijke voorbereiding bevat het voorste), door maatregelen, welke, zooals de voorsteller verder betoogt, geene gevaarlijke proefnemingen met de gemeentefinanciën in zich sluiten. De voorzitter stelt alsnu de behandeling van de voor stellen der heeren Lantsheer en Fokker beide aan de ordehet eerst echter dat van den heer Fokker, strekkende tot geheele afschaffing der gemaalbelasting en voor- zieningin het daardoor te lijden verlies: 1. door de heffing van 50 opcenten op de personeele belasting, in plaats van de voorgedragen 30; en 2. door een hoofdelijken omslag van 3 pet. van het inkomen van alle ingezetenen, die een jaarlijksch inkomen van minstens 300 hebben, en alzoo met wijziging van de in 1866 gemaakte tabel. [Wij verwijzen betreffende dit voorstel naar het raadsverslag in het nommer dezer courant van jl. Zondag.] De heer N. J. C. Snouck Hurgronje deelt eenige op schrift gestelde beschouwingen mede. Hij herinnert aan het standpunt van een jaar geleden ten opzichte van het belastingstelsel, toen den 16 Augustus met 8 tegen 1 stem beslist werd dat de raad verzoeken zou onder de uit zonderingen gerangschikt en gemachtigd te worden eene gebruiksbeiasting op het gemaal en het gedistilleerd te heffen, welk gevoelen bij de daarop gevolgde behandeling der gemeentebegrooting door 13 van de 17 leden gedeeld werd. Met het oog daaiop, en daar er geen enkele reden is aangevoeld om van het toen genomen besluit terug te komen, gelooft bij dat er weinig tot bestrijding van het zeker tot teleurstelling leidende voorstel van den heer Fokker behoeft gezegd te worden. Voorts herinnert hij, dat tegelijkertijd op zijn voorstel als principe is aangeno men, dat men niet de begrootingen tot basis zon nemen voor de sommen die men bij het veranderde belasting stelsel zou moeten verkrijgen, maar wel de rekeningen, daar men zich anders juist van die gelden zon berooven, waardoor men in den laatsten tijd was in staat gesteld niet eenige kracht de vervallen gemeentewerken ter hand te nemen en die men iu den eersten tijd nog niet zou kimnen missen. Daar de belasting op het gedistil leerd niet vergund werd, komt het h un voor dat naar andere middelen behoort te worden uitgezien om uit voering te geven aan het besluit van den raad om de belastingen op het oude cijfer te houden. Een gereed middel scheen hem toe, de belasting op de inkomsten eenige klassen lager te doen afdalen, en wel omdat toch reeds van onderscheidene zijden is erkend dat daarin was gedwaald en het voornemen was opgevat daarop terug te komen, terwijl ook van de zijde der burgerij stemmen voor zoodanigen maatregel waren opgegaan. Daar zijne zienswijs bij het opmaken der begrooting door burgemeester en wethouders niet werd gedeeld, stelde spreker zich voor op deze zaak persoonlijk aan te dringen, doch daar zijn oordeel voornamelijk steunde op de vele dringend voorzieningeischende werken, wensehte hij voorat eene begrooting te hebben van al de werken die in het eerste tiental jaren znllen moeten worden onder handen genomen. De door den gemeentebouw meester dientengevolge overgelegde staat is gunstiger dan hij zich had voorgesteld, zoodat hij besloot, bij de bezuiniging die buitendien op verschillende pusten was mogelijk geworden, geen bepaald voorstel ten aanzien dezer begrooting aan den raad te zullen doen. Intnsschen doet het hem genoegen dat de heer Lantsheer zijne overtuiging schijnt te deelen, dat er meer geld moet komen wil men eenige werken afdoen, alvorens de havenwerken die oneindig duurder zouden maken, en tevens opruimen wat er te doen is vóór de nieuwe werken tot nieuwe uitgaven zullen verplichten. Met de door den heer Lantsheer daartoe voorgestelde middelen kan hij zich desnoods vereenigen. Hij had zich echttr voorge steld thans een ander voorstel te doen, namelijk om den bedoelden staat tot punt van bepaald onderzoek bij de commissie van fabricage te maken en dien later na de daarin noodig geoordeelde wijzigingen te arresteeren, om dan op grond daarvan het cijfer te bepalen, dat vervolgens jaarlijks op de begrooting voor aanleg en vernieuwing zal worden gebracht. Hij is bereid dit voor stel nog te doen, maar wil er dan een tweede aan verbinden, t. w.: om voor dit jaar te berusten in de

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1866 | | pagina 2