öuitfnlcmö.
Gemengde berichten.
In de den 8 dezer door de Koninklijke academie van
wetenschappen, afdeeling letterkunde, gehouden verga
dering, is door den heer Leemans bericht, dat bij do
commissie voor de overblijfselen der oude vaderlandsche
kunst in dank berichten en teekeningen zijn ontvangen,
onder anderen van de heeren J. C. Frederiks, te Oost-
kapelle; J. A. Ovaa, te Middelburg, en A. C. Bon, te
West-Schouwen. Eene zilveren Lodewijksmnnt, te Dom
burg gevonden en door den heer Frederiks voor de
muntverzameling der academie aangeboden, is met
erkentelijkheid aangenomen.
De kamer van koophandel en fabrieken te Gorinchem
heeft de handelaars in granen, de landbouwers in dat
arrondissement, benevens al degenen, die in eenige be
trekking tot den graanhandel staan, beleefd verzocht,
voortaan den verkoop bij het gewicht te doen plaats
hebben, in plaats van bij de maat.
Woensdag morgen heeft men te 's Hage weder het
vreemd verschijnsel gezien, van uit de lucht vallende
vogels, welke onmiddellijk dood waren.
Dezer dagen is voor het hof van cassatie te Peters
burg een rechtsgeding gevoerd, hetwelk de opmerkzaam
heid des publieks heeft getrokken. Twee hooge staats
ambtenaren, de geheimraad Gaiewsky en de staatsraad
Jakowlew waren beschuldigd van gelden uit eene hun
ambtshalve vertrouwde kas, ten bedrage van 76,000
roebels, te hebben verdonkerd en daarbij valschheid in
geschrifte te hebben gepleegd. De zaak is in het open
baar en voor eene jury behandeld; het feit werd ook door
de bekentenis van Jakowlew gestaafd. De jury ver
klaarde de aangeklaagden schuldig, en het hof veroor
deelde den eerste tot verbanning naar Siberië met
verlies van zijnen rang en van al de burgerrechten, den
tweede tot dezelfde straf met zekere verzachtingen.
„Dit strenge vonnis zegt een schrijven uit St. Peters
burg heeft diepen indruk gemaakt. Het is het eerste
voorbeeld van openbare Veroordeeling van een hoogen
staatsambtenaar wegens oneerlijkheid; tot nogtoe was
het eenige gevolg der ontdekking van zulke vergrijpen,
dat de schuldige in alle stilte afgezet werd."
Burgerlijke stand.
Middf.t.bubg. Eerste huwelijksafkondiging van den
7 dezer: M. van Helleman, weduwn. 32 j. met J. Melse,
jd. 21 jaren.
(Van 29 September tot 6 October.)
Vlissingen. Gehuwd: A. C. Carré, jm. 26 j. met.
W. E. Ie Brun, jd. 21 j. J. J. de Vries, jm. 26 j. met H. Hen-
drikse, jd. 26 j. J.L. Queré, weduwn. van H. J. Kloeg, 57 j.
met F. Pierijn, jd. 49 j.
Bevallen: M. E. Kokelaar, geb. de Brnijn, z. II. Lang,
wed. van J. H. Vergragt, d. A. van Vliet, geb. Lage-
waard, z. A. J. Devoghel, geb. Blij, z. M. L. Priem, geb.
de Reeper, d. C. M. A. Bastin, geb. Düa, z. (doodgeb.)
M. S. Brake.lé, geb. Sap, z. (doodgeb.) C. Clemmé, geb.
van Alphen, z. M. Engelberts, geb. de Zeeuw, z. A. M.
Wicherts, geb. Klnmper, z. M. Jansen, geb. Hubregtse, d.
Overleden: P. J. Wisse, jm. 18 j. S. Nortier, wed. van
H. de Wolff, 76 j. W. P. Harent, z. 6 m. M. Ilessler, d.
19 m. H. Knol, z. 2j. J. Kemeling, z. 10 j. C. J. Quite,
d. 5 j.
Goks. Gehuwd: J. Hogesteger, weduwn. 35 j. met
W. Frahnje, jd. 28 j. A. van Lindonk, jm. 31 j. met
K. L. Krabbe, jd. 28 j. K. van der Straate, jm. 25 j. met
Z. Quivy, jd. 21 j. C. Walig met M. A. Eaton.
BevallenC. A. de Pooter, geb. Heirman, z. N. G. van
der Mark, geb. Scheele, z.
Overleden: M. Schrijver, d. bijna 4 w. M.Proos, z. 7 j.
C. J. Kien, d. 2 m.
Zierikzee. Bevallen: M. J. van Altena, geb.Knaap,d.
G. van der Linden, geb. Groeneveld de Kater, z. S. van
den Houten, geb. van de Panne, z. C. E. Schouten, geb.
Wagemakers, d. N. M. Knaap, geb. Ochtman, z. M. Trom-
per, geb. Schults, d. C. Hofman, geb. Proost, d. A. Kalb,
geb. Huf, d. A. van Wezel, geb. van Dijke, z. D. Plaating,
geb. Kostense, d.
OverledenJ. Umans, man van G. Tabberne, circa 66 j.
J. Muste, d. 9 m.
Thermometers tand.
10 Oct. 's av. 11 u. 50 gr.
11 'smorg.7u.50gr. 'smidd.1 u.56gr. 'sav.llu.49gr.
12 's morg.7 u.46 's vnidd. 1 u.53 gr.
Gemeenteraad van Goes.
Zitting van den 2 October. Ingekomen stukkenAdvies
omtrent de wegen in den Goesschen polderverzoek
C. Cornu om voortzetting der pacht van de oude haven.
Afwezig de heeren van den Bosch met en Saagmans
Vader zonder kennisgeving.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen en
goedgekeurd.
Als ingekomen stukken deelt de voorzitter mede:
a. Provinciaal blad no. 99, waarbij gedeputeerde staten
als hunne zienswijze te kennen geven, dat het tijdelijk
uitzetten van gemeente-gelden op beleening of pro
longatie zonder medewerkin van bun collegie, niet mag
geschieden, en dat dus, waar zulks mocht hebben plaats
gehad, gehandeld is in strijd met de bepalingen der
gemeente-wet.
De voorzitter bestrijdt die meening; het uitzetten van
kapitaal op beleening is geene uitgaaf, waarvan art. 213,
114 en 224 der gemeente-wet gewaagt, daar deze uit
sluitend zien op betalingen tot kwijting van gemeente
schuld; het uitzetten op beleening is geene uitgaaf maar
slechts eene tijdelijke verplaatsing van kapitaalwaarop
de goedkeuring van gedeputeerde staten niet gevorderd
wordt.
Intnsschen is in eene andere provincie dat zelfde
verschil van gevoelen verrezen en de beslissing daarvan
aan Z. M. den koning opgedragen, waarom burgemeester
en wethouders voorstellen, die beslissing af te wachten
en zich daarnaar te gedragen, welk voorstel zonder
hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
b. Brief van gedeputeerde staten, goedkeurende de
betaling uit de onvoorziene uitgaven van f40, voor
preraiën bij gelegenheid der onlangs gehoudene tentoon
stelling van landbouw.
c. Brief van het bestuur der afdeeling Heiukenszand,
onder wier directie eene tentoonstelling gehouden is,
haren dank betuigende voor de belangstelling en mede
werking van den raad ondervonden;
d. Missive van gedeputeerde staten, goedkeurende de
betaling uit de onvoorziene uitgaven van 4 maanden
jaarwedde van den bouwkundige der gemeente;
e. Een eerst heden ingekomen adres van H Ellefrinck
om op erfpachtsgrond bij het telegraafkantoor te mogen
bonwen, welk verzoek wordt gerenvooieerd aan burge
meester en wethouders; eu
Eenige Staatsbladen.
Op het verzoek van het dijksbestuur van den Goeschen
polder om op grond der bestaande onzekerheid, aan wie
den eigendom der wegen in dien polder behoort, wel te
willen verklaren dat die als eigendom van den polder
worden erkend en ten zijnen uarae gesteld, bericht de
voorzitter namens burgemeester en wethouders dat de
wegen in den polder iu den regel eigendom zijn van
ingelanden, maar dat zij zwarigheid moeten maken het
verzoek, zooals het ligt, te ondersteunen, omdat sedert
onheugelijke jaren die wegen in het bezit der gemeente
zijn geweest. Zij stellen mitsdien voor, aan de directie
van den polder tot wederopzeggens toe het recht van
verpachting der grasetting van die wegen te verleenen,
mits de wegen goed worden onderhouden en onder spe
ciaal voorbehoud van het recht van planten door de
gemeente. Burgemeester en wethouders worden gemach
tigd, onder goedkeuring van gedeputeerde staten, in dien
geest eene overeenkomst aan te gaan.
Wordt nader iu behandeling gebracht het verzoek van
C. Cornu, om verlenging van pacht, hetgeen ten vorige
vergadering is aangehouden.
De voorzitter deelt daarbij mede dat behalve de door
hem aangebodene in orde brenging van den weg, langs
bet verpachte perceel loopende, hij nog heeft toegezegd
gedurende zijnen pachttermijn dien behoorlijk te onder
houden, waarom burgemeester en wethouders te meer
geneigd zijn tot inwilliging, en waartoe zij mitsdien het
voorstel doen.
De heer Broes van Dort verklaart zich in het algemeen
tegen onderhandsche verpachtingen en vermeent dat de
weg instede van te veibeteren, voor voetgangers on
bruikbaar zal worden.
De heer Verhagen deelt het gevoelen van den laatsten
spreker, maar daar geen enkel persoon tegen de bekend
gemaakte onderhandsche verpachting is opgekomen, zal
hij er vóór stemmen.
In stemming gebracht, wordt het verzoek ingewilligd
met 7 tegen 2 stemmen, die van de heeren de Kanter en
van Dort.
Op het verzoek van N. Remijn, om vermindering van
de cijns op zijne korenmolen rustende, wordt afwijzend
beschikt, als bestaande daarvoor hoegenaamd geene
gronden.
Het verzoek van J. van Aerde om grond op erfpacht
bij het voormalige telegraafkantoor, ten einde daar eene
woning te bouwen, wordt tot nader onderzoek aan
gehouden.
Het verzoek van den heer J. Dekker Lz. om te mogen
afbreken twee pakhuizen en éene woning tusschen de
hoogere burgerschool en zijne woning gelegen, en daar
ter plaatse in eene eenigszins uitwijkende richting twee
andere woningen en een werkwinkel te bouwen, wordt
op voorstel van burgemeester en wethouders toegestaan,
mits de adressant voor den in te nemen grond van de
gemeente eene erfpachtsom betale van ƒ3 's jaars.
De ingekomen begrooting van het burgerlijk armbe
stuur voor 1867 wordt gesteld in handen der financieele
commissie.
j Wordt gelezen brief van de openbare gezondheids
j commissie in deze gemeente, daarbij op grond van het
verhandelde in de openbare raadsvergadering van
29 Augustus 11. ontslag nemende uit hunne betrekking,
uithoofde daar toch met zoovele woorden wordt gezegd,
dat in een door haar uitgebracht advies geen leidend
beginsel wordt aangetroffen en de commissie met eene
zucht tot verdachtmaking is bezield.
Het stilzwijgen der overige raadsleden op die punten
heeft de commissie de natuurlijke gevolgtrekking doen
maken, dat dit voor haar weinig vleiend gevoelen alge
meen door den raad wordt gedeeld.
De voorzitter protesteert tegen die laatste bewering
der commissie, als zou uit het stilzwijgen goedkeuring
zou zijn op te maken van hetgeen door éen of meer
I raadsleden gezegd is.
Ilij betuigt zijn persoonlijk leedwezen over het besluit
der commissie en wenscht haar uit te noodigen op het
genomen besluit tot ontslag terug te komen.
De heer de Kanter spreekt in gelijken zin even als de
heer Verhagen.
De heer van Dort verklaart met het door hem gespro
kene ter voorgaande vergadering geenszins het doel
gehad te hebben de commissie te krenken, en het hoog
belang vau haar blijvend bestaan te erkennen, waarom
ook hij zich gaarne met het voorstel vereenigt. Alzoo is
zonder hoofdelijke stemming besloten.
Tot leden der vaste commissie voor het financiewezen
worden achtereen volgens herbenoemd de heeren deKanter,.
voorzitter, benevens de Knokke van der Meulen en
van den Bosch.
Tot leden der commissie voor de strafverordeningen de
heeren de Knokke van der Meulen en de Laat de Kanter.
Daarna is de vergadering gesloten.
Algemeen overzicht.
Maandag heeft te Leeds in Engeland andermaal eene
meeting plaats gehad van de voorstanders der uitbreiding
van het kiesrecht. Daarbij hield de heer Bright weder
eene redevoering, waarin hij, onder meer, betoogde dat
het lagerhuis de eenige ware grondslag en de eenige
waarborg was voor de veiligheid der natie. „Wij weten
allen zeide de spreker dat de kroon in onze dagen
niet de vrijheid aan de bevolking kan schenken, even
min als de kroon do bestaande vrijheid der natie kan
verminderen."
Deze bewering vjnden talentvollen Engelschen staats
man is volkomen juist, indien men zich de positie der
kroon denkt, gelijk die volgens de coustitutioneele be
ginselen behoort te zijn. Er komen echter nu en dan
ernstige oogenblikken voor in het leven der natiën,
oogenblikken, waarin door de vorsten stappen worden
gedaan, welke zij later dikwijls betreuren, al hadden zij,
met het oog op de geschiedenis, reeds dadelijk de gevol
gen daarvan kunnen berekenen, diehen dan met angstige
bekommernis vervullen. Zoodra een constitutioneel
vorst zijn verheven constitutioneelen zetel boven
de politieke partijen verlaat, om af te dalen in het staat
kundig strijdperk, zoodra een constitutioneel vorst partij
trekt tegen een groot gedeelte der natie, dan is het ge
volg van dien stap dat de stemgerechtigde bevolking
moet kiezen tusschen bet toegeven aan een inconstitutio
neel verlangen des konings en de handhaving der plech
tig door hem bezworen grondwet. In Pruisen heeft de
natie willen transigeeren met de constitutioneele begin
selen en de goondwet door den koning zien verlagen tot
een stuk scheurpapier; in andere landen ontdoet de
vorst zich echter niet altijd straffeloos van zijne constitu
tioneele onschendbaarheid.
Na alzoo aan de volksvertegenwoordiging slechts een
recht van bestaan te hebben toegekend, voor zooverre
zij waarlijk in het belang des volks optreedt, en niet
alleen voor de kroon, den adel en de aanzienlijken, ging
de heer Bright voort om aan te toonen dat bet tegen
woordig lagerhuis aan zijne roeping niet beanwoordt.
„Ik beweer zeide de spreker dat het karakter der
volksvertegenwoordiging worde verloochend, als men
op hare banken bij twintigtallen geldzakken telt, welke
als leden van het parlement fignreeren (toejuiching)."—
„Moet er eene vertegenwoordiging bestaan zoo ver
volgde de heer Bright dan moet zij in overeenstem
ming wezen met de beginselen der Engelsche constitutie,
dan moet zij alle klassen der bevolking vertegenwoordi
gen, zoodat iedereen, hij bezitte het stemrecht of niet,
begrijpt en gevoelt dat hij belang heeft bij de volksver
tegenwoordiging en dat deze op loyale wijze voor zijne
rechten en belangen waakt." De conclusie van de rede
voering des sprekers was dat het stemrecht moest
worden uitgebreid. {Zie verder het lijooegsel.)