MIDDELBURGSCHE C Oll RANT. V 1«2. Zaterdag 13 October. 1866, Bij deze courant behoort een bijvoegsel, bevattende Edilie van Vrijdag avond 8 uren. Vervolg der nieuwstijdingen enz., alsmede advertentiën. Middelburg 12 October. OPENING VAN HET KANAAL DOOR ZUID-BE VEL AND. Gisteren is dan eindelijk de dag aangebroken, waarop het kanaal door Znid-Beveland is geopend. Reeds vroeg was het kanaal en vooral de beide eind punten in feesttooi gehuld en was ereene groote menigte °P de been, om een kijkje te Wemeldinge te nemen, waar de plechtigheid zou aanvangen. Daar wapperde van de rijksgebouwen, van de huizen die het kanaal Ufflgeven, van de sluizen en van de schepen de Neder- landsche driekleur. Kortom alles was met vlaggen of rimpels getooid. De binnensluis daarenboven was smaak vol met guirlandes omgeven en bij den trap in de schut- holk, waar het jacht moest aanleggen, was eene fraaie eerepoort en een klein bloemperk aangebracht. Ook in het dorp woei menige vlag, terwijl de huizen van de sluis Daar het dorp met groen versierd of met bloemfestoenen vercenigd waren. Het was een heerlijk gezicht die ontel bare vlaggen luchtig te zien golven op den wind. Op de Wederzijdsche dijken en op de plateaux bij de sluizen was eene groote menigte saamgevloeid om getuige van de opening te zijn. Die uit Wemeldinge waren alle met Oranje getooid. Te 10J ure kwam de met vlaggen getooide stoomboot de „stad Tholen" aan, vele bezoekers en ook de muziek van de te Bergen op Zoom in garnizoen liggende infan terie aan boord hebbende. Spoedig begonnen nu alle blikken zich te richten naar het punt, vanwaar men bet koninklijk jacht de Leeuw verwachtte, dat zich reeds van verre liet ontwaren. Te 1 uur stoomde het statig de haven binnen.op eenigen afstand vergezeld door de stoom boot stad Middelburg no. 2. Beide stoomschepen zagen fir recht feestelijk uit. Aau boord van het jacht was de muziek der Middelburgscheschutterij, die bij het binnen varen in vereeniging met die uit Bergen op Zoom het „Wien Neerlandsch bloed" aanhief. Onder dat spelen en het gejubel der menigte hield het fraaie stoomschip in de scbutkolk stil, om de aanwezige genoodigden, waar onder de burgemeesters van Goes, van Kruiningen en Schore en Vlake, en van Wemeldinge, de president en de officier van justitie bij de rechtbank te Goes, de dijk graaf van de Breede Watering bewesten Yerseke, de heeren J. en J. A. A. iVansen van de Putte en eenige anderen op to nemen. Behalve de minister van binnenlandsche zaken, bevonden onder de vele genoodigden, die op bet jacht aanwezig waren, zich ook de ministers van buitenland- sche zaken, marine en van financiën. Toen eerstgenoemde de boot verliet werd hij door den burgemeester van Wemeldinge op gepaste wijze welkom geheeten, en sprak deze een kort woord over het werk, en zeide der regeering dank voor het leggen der brug in den Bon- zijweg. De minister betuigde den burgemeester zijne erkentelijkheid en zeide dat het hem verheugde den voet op den Zuid Bevelandschen bodem te zetten tot het openen van zulk een grootsch werk, dat door zulke bekwame mannen was uitgevoerd, en uitte den wensch dat het onder Gods zegen gedijen mocht om te zamen met andere werken de verschillende provinciën nauwer te verbinden en den bloei van Zeeland, de welvaart van ons vaderland te bevorderen. Met een: leve de koning! eindigde de minister zijne korte toe spraak, hetgeen door al de aanwezigen luide werd herhaald. Zijne exc. bezichtigde vervolgens zeer nauw keurig de kanaalwerken. Onderwijl werd hem door den komrnandant eener eerewacht te paard vergunning gevraagd om het stoomjacht tot aan bet einde van het kanaal te mogen vergezellen, als eene geringe hulde voor hetgeen door de regeering voor Wemeldinge gedaan was, met het leggen der brug in den Bonzijweg, die, zooals de komrnandant zeide, onmisbaar voor eiken Wemelding- schen landbouwer was. De minister nam deze hulde aan, ofschoon het, zooals hij zeide, te veel eer voor hem was. Die eerewacht bestond nit 28 paarden, allen op twee na, door Wemeldingscbe boeren, met Oranje getooid, bereden, wat een niet onaardig effect maakte. Deze bege- leiddenden minister in twee afdeelingen,aan beide zijden van liet jacht, tot aan het einde van het kanaal te Hans- weert, waar de minister hun zijn dank betuigde. Ouder het spelen der muziek stevende het jacht vervolgens de scbutkolk uit, vergezeld door de Middelburgsche boot en „de stad Tholen," die 's rijks boeier,geheel met vlaggen gedecoreerd, medevoerde. Onder weg had men tevens gelegenheid alles goed op te nemen. Telkens als het jacht eene brug doorgestoomd was hield het stil, om de werking te doen gade slaan. Al de bruggen waren met vlaggen en loovers getooid. Op de Bonzijbrng was boven dien eene fraaie tropkée aangebracht met de woorden: „huldeaan de regeering door de burgerij vanWemeldinge." De spoorbrug en de wachthuisjes muntten door smaak volle versiering uit. De laatste waren met guirlandes omgeven, terwijl de gevel van het hnis met eene trophée prijkte. De locomotief „Vlissingen" stond op de brug keurig met groen en vlaggen versierd en twaalf wagens aan zich hebbende, allen met belangstellenden geladen, die de toebtgenooten met daverende toejuichingen be groetten. Toen het jacht teHansweertaankwaraspeelde bet muziek korps uit Kruiningen „Eendracht maakt macht" het Wilhelmus, en liet zich vervolgens met dat nit llontenisse bij afwisseling hooren. Ook de andere muziekkorpsen voerden van tijd tot tijd eenige stukken uit. Daar bezoekt de miuister even de werken en werden de leden van den gemeenteraad van Kruiningen aan hem voorgesteld en door den oudsten wethouder op doeltref fende wijze toegesproken. De minister ging vervolgens hoogst voldaan over al wat hij gezien en gehoord had en getroffen over de eer hein zoo ruimschoots en algemeen ten deel gevallen, aan boord van het stoomjacht de Leeuw terug, dat kort daarna onder het spelen van do muziek korpsen de haven uitstoomde, weldra door de Middel burgsche boot gevolgd. Vele genoodigden maakten de reis naar Vlissingen mede. Ook te Hansweert had men zich, zooals te verwachten was, als om strijd beijverd alles een feestelijk aanzien te geven. Honderden vlaggen verkondigde dat het feest was. Aan de schutkolk waren de verschillende vlagge- stokken door frissche bloemkransen vereenigd. Het muziekgezelschap uit Kruiningen liet zich op eene fraai getooide estrade hooren, waar ook de directeur door deti minister werd toegesproken. Op het bewoonde ge deelte van Hansweert was eene eerepoort opgericht ep vele huizen met groen en loovers getooid en zelfs uit het kleiuste huisje trilde een vlaggetje. Alles liep in de beste orde af en getuigde van groote ingenomenheid met het feest. Te vijf uren stoomde „de Leeuw" onder het lossen van saluutschoten van de batterij, de marinehaven van Vlissingen binnen. Aan boord bevonden zich toen, voor zoover wij hebben kunnen nagaan, behalve de ministers van binnen- en die van buitenland- sche zaken, van financiën en marine, de secretaris generaal van binnenlandsche zaken, de referendaris Boogaard, chef van de afdeeling waterstaat aan dat departement, jhr. G. J. G. Klerk, adviseur en J. A. Kool, ingenieur in algemeenen dienst voor de zaken van den aanleg der spoorwegen. De generaal-majoor van Meurs, voorzitter van den raad van toezicht op de spoorweg diensten, de hoofd inspecteur Conrad, de inspecteur Beyerinck,de ingenieur P. Caland, alleu van den water staat; de kapitein-luitenant Bloemendael, en naar wij meenen nog een paar ambtenaren van binnenlandsche zaken. Voorts de leden van de eerste kamer der staten- generaal mr. C. van der Lek de Clereq en J. Fransen van de Putte; do leden van gedeputeerde staten mr. J. C. R. van der Bilt, mr. A. M. Becius, J. P. I. Buteux, G. J- Sprenger en mr. T. A. Lambrechtsen. De burge meesters der gemeenten Middelburg, Vlissingen en Veere: mr. J. F. Bijleveld van Serooskerke, dr. J. W. Callenfels en mr. J. Snijder, een der wethouders van de gemeente Middelburg: mr. N. J. C. Snouck Hurgronje, de secretaris dier gemeente mr. G. N. de Stoppelaar, de president van het provinciaal gerechtshof in Zeeland mr. C. W. E. Vaillant, de procureur generaal bij dat hof, mr. M. Verbrugge. Omstreeks te 6 uren stapte deze autoriteiten aan wal en begaven zij zich meerendeelsonmiddellijk per rijtuig naar Middelburg, waar velen deel namen aan een door het provinciaal bestuur in de bovenzaal van de sociëteit St. Joris hen aangeboden diner van 23 couverts. De ministers van binnenlandsche zaken en buiten- landsche zaken en marine hebben hun intrek genomen bij den commissaris des konings, de minister van finan ciën bij den burgemeester dezer gemeente. De genoodigden uit Holland zijn meerendeels nog des avonds naar Vlissingen geretourneerd. De vier ministers bezochten heden met den commis saris des konings een gedeelte van dit eiland, o.a. Veere, Vrouwepolder, Domburg en Westkapelle en zullen ver moedelijk heden avond te Vlissingen terug zijn, om van daar met het koninklijk jacht den terugtocht aan te nemen. Omtrent den jnisten tijd van vertrek was heden avond te 7 uren te Vlissingen echter nog niets met zekerheid bekend. Het schijnt dat wij volkomen juist den geest van Mid- delburg's en Vlissingen's ingezetenen hebben uitgedrukt, toen wij in ons vorig nommer de vraag, of het raadzaam was op den dag van de opening van het kanaal door Zuid-Beveland door den minister van binnenlandsche zaken, te vlaggen, ontkenuend beantwoordden. De ingezetenen in beide gemeenten hebben begrepen dat het. voorzichtig was zich van elke demonstratie, die zoo licht in verkeerden zin kon worden uitgelegd, te onthouden. Wel wapperde hier nit enkele woningen de vlag, maar het getal was toch zeer gering; in Vlissingen waar men trouwens tegen de regeering grieven van bij zonderen aard heeft beeft dit hoogstens een tiental bedragen. De proclamatie door den koning uitgevaardigd en waarvan wij gisteren op ons bulletin hebben melding gemaakt, is in de Staatscourant van heden opgenomen en luidt als volgt: Wij Willem III, bij de gratie Gods, koning der Neder landen, prins van Oranje-Nassau, groot-hertog van Luxemburg, enz. enz. enz. Geliefde landgenooten en onderdanen! Ik heb het noodig geoordeeld, gebruik makende van mijn grondwettig recht, de tweede kamer der staten- generaal te ontbinden. Zal ons dierbaar vaderland voortdurend orde en eens gezindheid blijven bewaren en daarmede, onder hoogeren zegen, rust en welvaart blijven genieten, dan behoort de regeering een middelpunt te zijn, waarop de blikken des volks zich met vertrouwen kunnen vestigen. Aan dat vereischte kan geene regeering voldoen, wan neer tnsschen haar en de volksvertegenwoordiging de overeenstemming ontbreekt, zonder welke de eendrach tige samenwerking der grondwettige machtenzoo onmisbaar voor de behartiging der nationale zaak, onmogelijk is. De ondervinding der laatste tijden heeft overtuigend bewezen, dat die overeenstemming en samenwerking niet te verkrijgen zijn met de jongstö samenstelling van de tweede kamer der staten-generaal. De gedurige verwisseling van mijne verantwoorde lijke raadslieden zou allengs schadelijk worden voor de zedelijke en stoffelijke belangen der natie. Zij verlamt de kracht der regeering; bestendiging van richting brengt daarentegen kracht van bestuur en van uitvoering mede. Om daartoe te geraken, roep ik thans mijn geliefd volk op, ten einde van zijne wenscben te doen blijken. Nederlanders! Beschouwt den 30 October aanstaande als een gewichtigen dag in uw volkslevenUw koning noodigt u allen, aan wie de wet de uitoefening van het kiesrecht toekent, tot de stembus.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1866 | | pagina 1