1! 1 s 1 schappen zijn naar hnnno haardsteden, de provincie Saksen, gezonden. Men verwacht, dat de koning aan de belhamels, omtrent wier lot nog geen besluit is geno then, gratie zal verleenen. Sedert 24 dezer is men bezig met den oogst der voor rekening van de Overijselsche beetwortelsuiker fabriek verbouwde wortelen, die zeer goed gelukt zijn. De ten behoeve van genoemde fabriek aan de beide zijden van den IJsel van Kampen tot aan de Pruisische grenzen met die wortelen bebouwde grond, heeft eene oppervlakte van ongeveer 240 bunders. Handelibl Woensdag is de welbekende markies de Boissy Overleden op zijn kasteel te Marly-le-Roi. In hem ver dwijnt van het staatstooneel een man, die te midden van zijne oratorische excentriciteiten dikwijls scherpe waar heden in den senaat deed hooien en daardoor iets onder houdends gaf aan de anders vrij eentoonige debatten van dat staatslichaam. Met het oog op de misbruiken der preventieve detentie heeft de Belgische minister van justitie, de heer Jules Bara, aan de procureurs generaal bij de hoven van appèl, aan de procureurs des konings bij de rechtbanken van eerste instantie en aan de rechters van instructie de Volgende circulaire gericht: „Mijne beeren, de circulaire van mijn departement, ge- dagteekeud 21 Februari 1852, heeft nader de beginselen Willen vaststellen, welke bij de toepassing der wet om trent de preventieve detentie in bet oog behooren te Worden gehouden. Uit bedoelde circulaire resulteert dat sedert de wet van 18 Februari 1852, de vrijheid van den geinculpeerde regel moet zijn bij delicten; de preven tieve detentie is een maatregel, welke niet meer kan woiden gewettigd dan door ernstige en exceptioneele omstandigheden. Ik verlang in staat te worden gesteld om te beoordeelen hoe deze beginselen worden toegepast ®D of de wet bij de verschillende rechtbanken gelijkelijk wordt ten uitvoer gelegd. Daartoe wordt aan de heeren procureurs des konings en de rechters van instructie verzocht om elke week aan den heer procureur-generaal bij het hof van appèl in hun ressort een rapport in te Zenden houdende aanwijzing der personen, waarvan zij de arrestatie zullen hebben bevolen, met vermelding van de oorzaken dier arrestatie en detentie. De beeren procu reurs generaal zullen mij zoo spoedig mogelijk deze rap porten toezenden met hunne beschouwingen daarover." Verkoopingen en aanbestedingen. Den 24 September is te IJzendijkc ter verkoop aan geboden, in den Amaliapolder: 1. Hotstede met gevolgen en 10 b. 04 r. 40 ell. bouw- en weiland, verkocht voor ƒ8,810 en ƒ200 booraprijs; 2. 1 b. 86 r. 80 ell. bouwland, verkocht voor ƒ2,250; 3. 2 b. 89 r. 70 ell. bouwland, verkocht voor 2,280; 4. 2 b. 14 r. 10 ell. bouwland, verkocht voor 2,035; 5. 3 b. 29 r. 10 ell. bouwland, verkocht voor 2.750 en 120 boomprijs; 6. 1 b. 72 r. dijk, verkocht voor 500 en ƒ500 boomprijs. In den Pieterspolder: 7. 10 b. 58 r. 40 ell. bouw- en weiland, verkocht voor ƒ15,540. In den Wilheltninapolder: 8. 3 b. 52 r. bouwland, ver kocht voor 1,800. Ih den Houfdplaatpolder: 9. 4 b. 60 r. 40 ell. bouwland, verkocht voor 5,812. Meteorologische waarnemingen, gedaan op 'srijks werf te Vlissingeu, des middags 2 uur. September 1866. i Wind.' éi s .9 l -ta 03 Q3 O e o O Thermometer C. betrekkelijke vochtigheid. Spanning van den damp. Regen in24u. Aanmerkingen. 16 Z. ZW. 18 753 0 161 0.71 9.82 4.7 bewolkt regen. 17W.NW. S 755.9 144 0.66 8.54 13.8 bew. onweer regen. 13 W.NW. 3 766 4 15 6 0.68 9.06 7-0 lichtbewolkt. 19 ZWest. 12 ■6S 6 15.6 •0.88 11.72 0.0 bew. betrokk. regen. 20 W.t. N. 5,5 |762 9 15 5 0.75 9.95 3.8 bewolkt regen. 21 W.t.N. 10 17510 14 4 0.70 8 88 23 bewolkt betr. regen. 22|Zw.t.VV 19 743.0 17.2 0.88 12 94 9.9 bew. betrokk. regen. Tlicrinomcterstand. 28 Sept. 's av. 11 u. 63 gr. 29 'smorg.7u. 61 'smidd. lu.73gr. Gemeenteraad van Vlissingen. Zitting van Woensdag 26 September. Vaststelling kohier hoofdelijken omslag; bedenkingen politieverordening; goed keuring raadsbesluiten; rapport adres J. Boogaard; nader adres van denzclfden. Voorzitter de heer Callenfels. Afwezig de heeren Tideman en de Groof. Na goedkeuring der voorgelezen notulen wordt de openbare zitting eenige oogenblikken in eene geslotene veranderd, ter beraadslaging over ingekomen bezwaren tegen bet kohier van den hoofdelijken omslag. Na de heropening wordt genoemd kohier met algemeene stem men vastgesteld. Naar aanleiding van eenige door gedeputeerde staten ingezonden bedenkingen tegen sommige artikelen van de verordening van algemeene plaatselijke politie, wordt die verordening gewijzigd. Voor kennisgeving wordt aangenomen de mededeeling, dat van gedeputeerde staten bericht is ingekomen van de ontvangst der wijziging van de verordening op het brandwezen, alsmede van de goedkeuring van raads besluiten. De commissie, in wier handen is gesteld het adres van J. Boogaard, houdende verzoek tot vernietiging zijner pacht van het ophalen van beer en mestspeciën, brengt hij monde van den heer Pot rapport uit. De con clusie daarvan strekt tot afwijziging van het verzoek, daar de commissie geen termen heeft gevonden tot voldoening aan den wensch van den adressant. De pacht som van ƒ2800, plns 700 voor de kazernen, acht zij ten zeerste in evenredigheid met den aan het ophalen besteeden tijd en moeite. De voorzitter deelt mede, dat een nader adres van J. Boogaard is ingekomen. Blijkens de daarvan gedane voorlezing heeft het de strekking om te verzoeken dat het eerst ingekomen adres moge beschouwd worden als niet te zijn ingezonden. Hieromtrent heeft eenige discussie plaats. De heer Ruysch onder anderen zegt, dat in deze gcheele zaak iets duisters voor hem ligt en er in alles wat daarop be trekking heeft, een zekere geest van protectie doorstraalt, welke hij zich niet verklaren kan. Na gewezen te hebben op eene door den heer Winkelman gedane mededeeling van cijfers, betreffende de aan den aannemer betaalde gel den, doet hij uitkomen dat bescherming zijns inziens niet mag plaats hebbeD en de aannemer eenvoudig aan zijn contract moet gehouden worden. Nu deze zijn verzoek tot vernietiging der pacht weder heeft ingetrokken, blijkt het ook dat hij het werk voor de vroegere som kan blij ven verrichten. Spreker wenscht te weten wat er van de zaak is en eene commissie te doen benoemen, om haar te onderzoeken en zoodoende tot klaarheid te brengen. Hij geeft tevens als zijne meening te kennen, dat de ge meente bij deze aanneming niet heeft geprofiteerd. De voorzitter erkent ook zijnerzijds dat er omtrent deze verpachting veel duister is, maar merkt tevens op dat er geen grond bestaat voor de verdenking als zou het dagelijksch bestuurden aannemer voordeden willen bezorgen. De heer Quakkelaar ondersteunt het door den heer Rnysch te kennen gegeven verlangen, om eene com missie van onderzoek te doen benoemen, te meer daar ook de burgemeester heeft verklaard dat de zaak niet duidelijk is, en hij, spreker, er in het geheel niets van begrijpt. Nu toch wordt door de commissie een aanne- mingsom genoemd, welke zijns inziens 300 hooger is dan die waarvan vroeger sprake is geweest. Een onder zoek van deze beerput-quaestie door eene daartoe uit den raad te benoemen commissie, acht hij dus zeer gewenscht. De heer Winkelman komt op tegen eene door den Ruysch gebezigde uitdrukking, als zou bij, spreker, „natuurlijk ten faveure van Boogaard" cijfers hebben medegedeeld. Hij heeft alleen aan Boogaard gezegd dat., als bij werkelijk te kort kwam, hij beginnen moest met zijne boeken over te leggen, hetgeen Boogaard heeft gedaan. Spreker heeft daarvan inzage genomenen slechts de bevonden cijfers medegedeeld, doch niet om Boogaard „natuurlijk te bevoordeelen." De beer Rnysch antwoordt den heer Winkelman, dat hij het van dien heer eene groote welwillendheid noemt om zich met het onderzoek van het boek eens aannemers te belasten. De heer Winkelman vraagt daarentegen den heer Ruysch, of deze het zoo heel fatsoenlijk zou vinden, als men tot een aannemer, die zijn boek ter inzage bood om het door hem aangevoerde te staven, zeide: „mijnheer! ik heb niets met u te maken; ga weg!" De heer van der Ilijden doet de mogelijkheid uitko men dat het boek van den aannemer door den heer Win kelman is nagezien, naar aanleiding van eene door hem, spreker, gemaakte opmerking, dat het voor een aannemer ongelukkig is geld te moeten verliezen. Thans gelooft hij evenwel, dat Boogaard niet over verlies heeft te klagen en zijn verzoek om vernietiging der aanneming vermoedelijk wel heeft ingetrokken uit vrees voor con currentie en in het vooruitzicht dat een ander het werk wellicAt voor 300 of 400 minder zou willen doen. Boogaard heeft toch minstens ƒ580 winst genoten. Nadat de aan Boogaard volgens raadsbesluiten gedane uitbetalingen door den heer Pot zijn ter sprake gebracht, wenscht de heer Winkelman de discussie te eindigen en ondersteunt hij, om alle verdenking weg te nemen, het gedane voorstel ter benoeming eener commissie van onderzoek. De heer Hector meent dat het resultaat van het onder zoek eener commissie bitter weinig verandering zal bren gen in het besluit van Boogaard, om de aanneming te blijven volvoeren, zijnde iemand die een vroeger gedaan verzoek intrekt in zijn goed recht. Volgens den heer van Uije Pieterse trekt Boogaard zijn verzoek om ontheffing der aanneming niet in, omdat hij ze gaarne wil behouden, maar omdat hij wel reeds uit het in eene vorige zitting in den raad verhandelde zal hebben bemerkt dat zijn eerste verzoek weinig kans van slagen bad. Spreker'meent dat dit genoegzaam uit de bewoordingen van het nu ingekomen adres blijkt, ja zelfs dat als de heer van der Hijden zich aanbood om de aan neming van Boogaard over te nemen, hij die wel zou kunnen krijgen. Andermaal doet de heer van der Hijden uitkomen dat de aanneming voor Boogaard niet nadeelig is geweest. De heer Pot is mede voor het benoemen eener com missie van onderzoek, mits hij daarvan geen deel moet uitmaken. De heer van Uije Pieterse verklaart zich mede voor de benoeming eener commissie, op grond dat er een zekere stand tegen burgemeester en wethouders wordt aange nomen, dien hij niet begrijpt. Hij erkent dat de zaak zeer ingewikkeld is, maar is tevens overtuigd dat in alles wat ten aanzien der aanneming van Boogaard is gebeurd, burgemeester en wethouders overeenkomstig hunne be voegdheid hebben gehandeld. Andermaal voert de heer Ruysch het woord, waarbij hij doet uitkomen dat hij van den beginne af een gevoel van afkeer tegen deze zaak heeft gehaddat hij altijd het oogenblik zal blijven betreuren, waarop de stedelijke regeering van Vlissingen zich is gaan belasten met eene exploitatie, welke niet overeenstemt met hare waardig heid en ook door de publieke opinie wordt veroordeeld. Hij verzekert dat alle denkbeeld van verdenking der achtenswaardige leden van het dagelijksch bestuur verre van hem is, maar de publieke opinie moet zijns inziens boven alles gelden. De voorzitter verklaart zich voor de benoeming eener commissie. De heer Pot daarentegen keurt thans die benoeming af, omdat burgemeester en wethouders mee- nen dat er wantrouwen tegen hen bestaat. De heeren Laernoes en Hector zijn er eveneens tegen,eerstgenoemde zonder opgaaf van redenen en laatstgemelde, omdat men uit zulke aannemers als Boogaard blijkt te zijn toch niet wijs kan worden. Nadat nog is opgemerkt dat het doel met de benoe ming eener commissie niet is, om do rekening van Boo gaard te onderzoeken, maar om den stand der zaak zelve na te gaan, wordt het voorstel tot benoeming eener com missie in omvraag gebracht, doch met 7 tegen 6 stemmen verworpen. Vóór stemden de heeren Winkelman, van Uije Pieterse, van der Hijden, Ruysch, Quakkelaar en de voorzitter. Hierna wordt do zitting gesloten. Gemeenteraad van Zlerlkzee. Zitting van 26 September. Ingekomen stuiken; goed keuring rekeningen; schadeloosstelling brandspuitgasten; voorstel overdekken vroonen; beslissing adres idem; aanvrage voorschot uit 's rijks kasverhooging verzeke ring brandschade; adres overdracht pacht; benoeming leden vaste commissiën. Voorzitter de heer Cau. Afwezig de beejen van Dongen, Moolenburgh, de Crane en Koole, welke twee laatstgenoemden later binnentreden. Wordt medegedeeld eene missive van den commissaris des konings, houdende kennisgeving van de herbenoeming van den heer Cau tot burgemeester dezergemeente. De heer Fokker, wethouder, richt daarop het woord tot den heer Can en wenscht hem met die benoeming welmeenend geluk, hetgeen door den heer Cau wordt beantwoord, die zich tevens bij vernieuwing aanbeveelt in de wel willendheid van de wethouders en de overige raadsleden. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Wordt gelezen eene missive van de kamer van koop handel, betrekkelijk het leggen van een ankerboei,of zoo genaamd corps mort buiten het havenhoofd ten diensteder scheepvaart, welke wordt gesteld in handen van burge meester en wethouders om deze zaak te onderzoeken en later aan den raad hun gevoelen mede te deelen. Bij monde van den heer de Jonge wordt namens de commissie ad hoe verslag uitgebracht op de rekening van het burgerlijk armbestuur, der dienstdoende schutterij en der teekenschool over 1865, strekkende de con clusie tot goedkeuring. Dienovereenkomstig wordt be sloten. Bij de behandeling van eerstgenoemde onthoudt de heer Fokker en bij die der dienstdoende schutterij de heer Mulock Houwer zich vau het deelnemen aan de beraadslaging en het nemen van besluit; bij die van laatstgenoemden de heer Cau, die het presidium aan den heer Fokker overdraagt. Wordt besloten tot het verleenen van schadeloosstel ling aan die brandspuitgasten, welke verlet hebben gehad bij den jongsten brand, tot een bedrag van 72. Komt in behandeling eeri voorstel betreffende het overdekken der openliggende vroonen naar aanleiding van het betrekkelijk deze zaak in eene vorige vergade ring besprokene. De voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders met de commissie van fabricage, na lokale opneming, hierover in overleg zijn getreden. De bezwa- reD aan de volvoering van zulk een plan verbonden, zijn vele en van velerlei aard. Men wil het beginsel, ten wiens laste de kosten komen, ongeprejudicieerd laten, doch eene kleine proef nemen door met eene vertakking van 205 Ned. ellen vroonen te rioleeren, te beginnen aan het kasteel langs de St. Domusstraat tot aan de wo ning van den bakker van Dijk. De kosten zijn moeilijk te begrooten, doch volgens globale raming zou daartoe benooaigd zijn een som van ƒ5000. Burgemees ter en wethouders vragen alzoo tot dat einde een crediet tot gemeld bedrag. Na eenige discussie wordt besloten de stukken ter secretarie ter inzage voor de leden te leggen. Op een adres van den heer J. Groeneveld de Kater, waarop in eene vorige vergadering de beschikking was aangehouden, betrekkelijk het overdekken zijner vroon, voor rekening der gemeente, wordt na discussie besloten met 6 stemmen tegen 4, overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders om de helft in de kosten te dragen, blijvende tevens het beginsel, wie de kosten behoort te dragen, de geïnteresseerde of de gemeente, onuitgemaakt. Wordt goedgekeurd een concept-besluit tot aanvrage van een voorschot uit 's rijks kas ten bedrage van ƒ5000, naar aanleiding van het koninklijk besluit van 16 Juli jl. (Staatsblad no. 116), hetwelk door burgemeester en wet houders met tusschenkomst van gedeputeerde staten aan den minister van financiën zal gezonden worden. Wordt besloten tot verhooging der sommen voor ver zekering tegen brandschade van de armenschool, van de woning van den hoofdonderwijzer Kok en van de school naast dfens woning, welke beiden zijn vergroot en wel de armenschool op 10,000; het woonhuis van den hoofd onderwijzer Kok in innerlijke waarde op ƒ6000 en in herbouw op 1Q;000, en de daarnevenstaande nieuw gebouwde school op ƒ7000 herbouw-waatde.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1866 | | pagina 3