MIDDELBURGSCHE COURANT. ir 149. Donderdag 1866, 20 September. Editie van Woensdag avond 8 uren. Middelburg 19 September. Indien de troonrede ditmaal niet eenige meerdere be langstelling dan gewoonlijk werd te gemoet gezien, dan was dit zeker uit begeerte om te vernemen of'de opinie der regeering omtrent de toekomst van ons vaderland gerustheid ademen of ongerustheid verraden zou. En wat is nu de uitslag? Naar onze meening kunnen de optimisten tevreden zijn. De troonrede bevat geen enkele uitdrukking waaruit men zou kunnen opmaken dat. de regeering voor het tegenwoordige de veiligheid van ons vaderland eenigszins bedreigd acht. Dat toch bij gebeurtenissen als in onze nabuurschap hebben plaats gegrepen, elke aansporing tot zelfver trouwen zou gemist worden, was wel niet denkbaar. Als zoodanig en niet anders beschouwen wij de uit- drnkking, dat in dezen bewogen en ernstigen tijd ons volksbestaan in zieh zeiven zijn hechtsten steun moet zoeken. Een opzettelijk stilzwijgen over een zoo gunstige uiting van ontwakenden volksgeest als de oprichting van vrijwiiliger korpsen, ware miskenning geweest van een loffelijk streven, welke de natie niet gunstig voor de regeering zou gestemd hebben. Noch een beioep op het vertrouwen op eigen krachten, noch eene hulde aan de wijze waarop het zelfvertrouwen der natie zich reeds tot op zekere hoogte geopenbaard beeft, mocht in de troonrede gemist worden. Dat op deze bnlde aan de natie eene belofte der regee ring volgen moest, om ook van hare zijde te bevorderen wat zij als wenscheiijk aanbeveelt, het steunen opeigen krachten, zal ieder beseffen. Een wet op de schutterijen is dan ook meer daneenige andere van onmiddellijke behoefte. Moge het der regee ring gelukken een ontwerp aan te bieden, dat werkelijk bevorderlijk kan zijn tot versterking van 's lands weer baarheid! De troonrede onderscheidt zich overigens doorrijkdom van beloften. Een wet op het hooger onderwijs zal in den loop der zitting worden aangeboden; dè invoering der nieuwe rechterlijke inrichting wordt ijverig voorbereid; een ontwerp wetboek van strafvordering zal andermaal worden ingediend; een voorstel tot herziening van het wetboek van bur gerlijke rechtsvordering zal daarop volgen; de aanbieding van eene nadere voordracht tot afkoop- baarstelling der tienden kan spoedig worden tegemoet gezien terwijl, eindelijk, de behandeling van „meer andere" voorstellen, het gewicht van de werkzaamheden der wet gevende macht in dit zittingjaar nog verhoogen zal. Waarlijk aan goede voornemens ontbreekt het, niet. Laat ons hopen dat er althans een gedeelte van verwe zenlijkt zal worden. Maar al mocht de regeering ons in dit zittingjaar niets anders verschaffen dan een goede wet op de schut terijen, wij zouden er haar ten hoogste dankbaar voor wezen en zij zou dit levensjaar niet nutteloos hebben laten voorbijgaan. Z. M. de koning heeft Maandag morgen den nieuw benoemden minister van koloniën, den beer N. Trakranen, en de nieuw gekozen en herkozen leden der kamers in audiëntie ontvangen, tot aflegging der gevorderde eeden jn handen van Z. M. Bij de kamer van koophandel en fabrieken alhier is ontvangen en ligt voor belanghebbenden ter inzage: het overzicht van den handel en de scheepvaart van Groot- Britannië, over de maand Juli en de eerste zeven maan den van het loopende jaar. In eene plechtige openbare zitting der arrondisse- ments-rechtbank te Zierikzee werd op 18 dezer do nieuw benoemde substituut-griflier bij die rechtbank jhr.mr. L. van Gitters, als zoodanig geïnstalleerd, nadat hij eenige oogenblikken te voren in eene openbare civile zitting dier rechtbank als zoodanig was beëedigd. Uit Amsterdam schrijft men ons nog: „De maatregelen, door bet bestuur in de laatste dagen genomen, hebben hun doel getroffen. Dank zij de krach tige houding, die aangenomen is, en liet, groot getal mili tairen, dat de rust beschermt, zijn gedurende de drie laatste dagen der week geeno ongeregeldheden voor gevallen, zelfs de Zaterdag avond is rustig voorbijgegaan, ofhienoe zooveel beeft medegewerkt, gelijk sommigen willen, de gevangenneming van den hoofdman der bewe- 6'ng, is moeielijk te beslissen. Het rechterlijk onderzoek, dat zeker volgen zal, kan ook ten dezen aanzien veel aari bet licht brengen. In de Cirque Carré intnssëhen heeft men een anderen maatregel genomen, om de gnnst van de lagere volksklasse voor zich te winnen en zijn toorn van zich af te wenden. Tegen beden Maan dag avond wordt er een groote voorstelling aangekon digd, ten gunste der achtergelaten betrekkingen der choiera-lijders. Ware de/.e maatregel vroeger genomen, de Cirque zou misschien minder aanstoot hebben gege ven. Hoe eenvoudig ook, het is een zeer doeltreffend en geoorloofd middel om impopulariteit te voorkomen. Hopen we, dat bet blijken moge ook geschikt te zijn om het verlies der volksgunst te herwinnen. „Om van deze beweging, thans geëindigd, af te stappen, doe ik een sprong naar 't Atheneum. De vacature van prof. Hcintius is nog onvervuld; dr. Guye heeft zich willen belasten met voorloopig diens lessen waar te nemen. De beslissing wacht op de gebeele regeling van het medisch onderwijs. Wanneer deze komen zal, is niet te berekenen." In het Dagblad van Znid-Holland en 's Gravenhage leest men „Maandag middag hebben er op het plein te 's Hago eenige ongeregeldheden plaats gehad. Burgers, die een officier tijdens hij bij den optocht in dienst was, te zeer opdrongen, werden eerst door dezen gewaarschuwd, en een hunner werd vervolgens door hem met zijn sabel afgeweerd, ten gevolge waarvan die man verwond geraakte. Toen nu de optocht afgeloopen was, wachtten onderscheidene burgers dien officier bij deWitte sociëteit af, wierpen hem met steenen en sloegen de tafels en stoelen, die op bet plein stonden en aan de sociëteit toe behoorden, in stukken. Weldra was de politie en de gewa pende macht, waaronder dragonders, ter plaatse aanwezig, die spoedig de samenscholing uiteen dreven. Naar wij vernemen is er een persoon naar de hoofdwacht over gebracht." De Nieuwe Rotterdamsche courant meldt dienaan gaande het volgende: „lieden (Maandag) middag, naafloop van het uitspreken van 's konings openingsrede in de staten-generaal, hebben zich te s Hage eenige wanordelijkheden voorgedaan, als het gevolg van eene toevallige omstandigheid. Bij den terugtocht der garnizoenstroepen naar de kazerne, heeft een der officieren eene vrouw, die zich tusschen de troepen mengde en daardoor den marsch belemmerde, met het plat van zijn sabel trachten te verwijderen, waaruit ongenoegen en opgewondenheid hij eene tie rende menigte ontstonden, die de troepen volgde, waar door de passage van de compagnie, welke door dezen officier" werdgekommandeerd,andermaal werd belemmerd, zoodat die oificier bevel gaf om de hindernissen uit den weg te ruimen. Daaraan werd door de soldaten gevolg gegeven, zoodat in het Vos in 'tTuinstraatje, dicht bij de kazerne, eene nieuwe en meer ernstige botsing ont stond, waarbij de oificier een werkman een steek met zijn sabel hoven het oog toebracht. „Dit verwekte hij de opgewonden menigte verbittering, en men scheen het voornemen te hebben dien officier te vervolgen of op te wachten. Hij kwam kort daarna, om ringd door onderscheidene officieren en onderofficieren, de kazerne uit en werd met scheldwoorden ontvangen. De menigte, die meer en meer aangroeide, drong op, en zóo kwam men tot in de nabijheid van de Witte sociëteit, op het Plein, welke sociëteit de officier zich genoodzaakt zag binnen te treden, doch steeds vervolgd door eene joelende menigte, die zich nu voor de sociëteit posteerde en alras tot handtastelijkheden overging, doorliet werpen met stoelen en tafels, die voor de sociëteit geplaatst waren. Toen dit door de gewapende macht, inmiddels op het terrein gekomen, werd tegengegaan, haalden sommi gen uit het volk de steenen uit den grond, wierpen daar mede naar de soldaten alsmede naar de politie, die inmiddels tot assistentie was aangekomen, bij welke gele genheid een ageDt door een steenworp deerlijk werd gewond. De soldaten, toen nog in kleine getale aanwezig, ontvingen bevel hunne geweren te laden, heigeen al dadelijk een indruk maakte van dien aard, dat veten uit de menigte zich in der haast verwijderden. Inmiddels kwamen meerdere militairen op het Plein, waaronder eenige cavalerie, die de orde, nu en dan hier en daar nog bedreigd of verstoord, krachtdadig handhaafden, zoodat tegen half vijf uren, dank zij ook een geweldigen stortregen, zoowel de deelnemers aan het gebeurde als een groot aantal nieuwsgierigen, het veld ruimden en huiswaarts keerden. Op het Plein waren alle civiele en militaire autoriteiten aanwezig, waaronder generaal- majoor van Wickevoort Crommelin, de plaatselijke komuiandant, de provinciale adjudant, de procureur- generaal, de officier van justitie en de heereu burge meester en wethouders." Dè Staatscourant deelt de volgende opgave omtrent de cholera mede Den 15 dezer zijn aangetast: te Amsterdam 7, over leden 9; 's Gravenhage 3, overleden 3; Rotterdam 2, over leden 1Utrecht 1, overleden 1; Amersfoort 0, overleden 1; Arnhem 1, overleden 2; Zutfen 0, overleden 3; Breda 2, overleden 1. Den 14 dezer zijn aangetast: te Haarlem 0, overleden 1; Cnlemhorgl, overleden 1; Kampen 2,overleden 1; Zwolle 0, overl. 1; Helmond 7, overl. 3; Groningen 3, overl. 2. Den 16 en 17 dezer zijn aangetast: te Amsterdam 11, overleden 13; Leiden 1, overleden 2; 'sGravenhage 5, overleden 4; Rotterdam 5, overleden 2; Utrecht 3, overleden 2; Arnhem 16, overleden 13; Zutfen 4, over leden 3, 'sHertogenbosch 5, overleden 3;Breda 1,over leden 3. Den 15 dezer zijn aangetast: te Culenborg 0, overle den 1Kampen 0, overleden 1; Helmond 4, overleden 4; Grou^gen 3, overleden 3. Benoemingen en besluiten. ridderorden. Benoemd tot kommandeur der orde van den Nederlandschen leeuw de commissaris des koningsin de provincie Drenthe, mr. J. A. G. baron de Vos van Steenwijk van den Havixhorst, ridder dier orde. MINISTERIEELS DEPARTEMENTEN. Op VCrZOek eervol ontslag verleend aan den heer mr. P. Mijer, met ingang van 17 dezer, als minister van koloniën, onder dankbe tuiging voor do vele aan Z. M. en aan den lande bewezene gewichtige diensten. Benoemd tot minister van koloniën, met ingang van 17 dezer, de heer N. Trakranen, lid van den raad van state. koloniën. Op verzoek eervol ontslag verleend aan den heer mr. L. A. J. W. baron Sloet van de Beele, ais gouverneur-generaal van Nederlandsch Indië,onder dank betuiging voor de in die betrekking door hem aan den lande bewezen diensten; en als zoodanig benoemd de heer mr. P. Mijer, laatstelijk minister van koloniën. staten-generaal. Benoemd tot voorzitter van de eerste kamer der staten-generaal, gedurende de zitting van 1866/67, de heer mr. J. A. PbiHpse. commissarissen des konings. Op verzoek eervol ont slag verleend aan mr. J. A. G. baron de Vos van Steen- wijk van den Havixhorst, als commissaris des konings in de provincie Drenthe, onder dankbetuiging voor de vele en langdurige diensten aan den lande bewezen, en als zoodanig benoemd jhr. mr. H. A. M. van Asch van Wijck, raadsheer in het prov. gerechtshof van Utrecht. burgemeesters. Benoemd tot burgemeester der ge meente Zierikzee, de heer mr. B. C. Cau. polderbesturen. Benoemd tot dijkgraaf van den Siizannapolder,C.de Hamer;tot gezworen van de polders Oud-en Jong Breskens, J. van Male Jz.en tot gezwo ren van den Molenpolder, D. Poelman. leger. Benoemd bij het korps ingenieurs, mineurs en sappeurs, tot inspecteur-generaal der fortificatiën de gene raal majoor W. S. van der Hart Beek, chef van het bureau materieel der genie bij het departement van oorlog, van welke laatstgemelde betrekking hij op de meest eervolle wijze wordt ontheven, onder dankbetuiging voor de daarin bewezeD gewichtige diensten; tot chef van het bureau materieel der genie bij het departement van oor log de majoor S. H. Mossel, van het korps; tot majoor de kapitein der le klasse E. A. Del Campo, genaamd Camp, mede van het korps. Gedetacheerd voor den tijd van vijfjaren bij het leger in Oost-Indië, de officier van gezondheid 3e klasse H. J. Flint, van het 4e regiment infanterie. Onderwijs. Tot hulponderwijzer aan do openbare school te Nienwerkerk is benoemd de heer A. J. Bethe, laatst hulponderwijzer te Yzendijke. Marine en leger. De luitenant ter zee le klasse II. Hovy, dienende op Zr. Ms. schroefstoomschip Leeuwarden, en de officier van gezondheid 2e klasseP. J. van VVageninge, behoorendo tot de rol van Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord, worden met den 20 dezer op non-activiteit gebracht. (ïenieiigde berichJen. Eergisteren is, naar wij vernemen, een jongeling uit deze gemeente, die zich ais passagier aan boord der stoomboot van Rotterdam herwaarts bevond, door het leunen over de losliggende verschansing over boord ge vallen en onmiddellijk verdronken. DeZierikzeeschecourant meldt: „Eergisteren (Zon dag) avond liep de stoomboot die tijdelijk dienst doet voor despoorboot, van Middelburg Komende, bij fel stormweder tegen het havenhoofd alhier, waardoor zij erg beschadigd werd en de reis niet vervolgen kon. Er bevonden zich vele passagiers aan boord die met den schrik vrijkwamen,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1866 | | pagina 1