aan die heeren remissie van den hoofdelijken omslag is verleend tot 1 Augustus 1865, doch verderniet. Adressan tengeven daarbij hoofdzakelijk te kennen dat hun recht op reclamatie steunt op de verordening tot invordering van 11 Maart 1855flat de raad ten onrechte heeft aangeno men dat die bepaling zou zijn opgeheven en vervangen door art. 6 der wet van den 6 Juli 1865, en dat art. 151 der gemeentewet op belasting-verordeningen niet van toepassing is. De financieele commissie, daarop gehoord, zegt hoofd zakelijk, dat de aangeslagenen geen recht, uit de veror dening ontleenen, inaar dat recht steunde op het vroeger art. 245 der gemeentewet, terwijl de commissie met adressanten betwijfelt of het wel de bedoeling de3 wet gevers is geweest, die wet reeds vóór 1866 in werking te doen treden, doch dat, de wet het stilzwijgen bewarende, de iraperative bepaling van art. 2 der wet, houdende algemeene bepalingen, moet worden gehandhaafd, waarom zij voorstelt bij het vroeger genomen besluit te volharden en de verzoeken der adressanten af te wijzen. De voorzitter beaamt het voorstel door de commissie gedaan, voert nog eenige gronden aan om het vroeger genomen besluit tegen de redeneeringen der adressanten te handhaven, waarna de raad met algemeene stemmen de beide verzoeken afwijst. Bij de behandeling dezer zaak hebben de heeren Fransen van de Putte en Saaymans Vader de vergade ring verlaten, terwijl na den afloop eerstgenoemde wederkeert. Wordt gelezen eene missive van gedeputeerde staten, kennisgevende dat zijne exc. de minister van binnen- landsche zaken zich met hunne bedenkingen heeft vereenigd tegen art. 17 der verordening voor de open bare gezondheidscommissie, waarbij aan de leden de bevoegdheid is toegekend en den last gegeven de wonin gen der ingezetenen huns ondanks binnen te treden, met inachtneming der bepalingen van de wet. De voorzitter stelt namens burgemeester en wethou ders voor, de verordening zooals zij ligt te handhaven, op grond dat de termijn van twee maanden bij art. 167 der gemeentewet bedoeld,is verstreken zonder dat de betwiste bepaling door den koning is vernietigd, en ten anderen omdat het bedoeld artikel geenszins in strijd is met de wet, maar integendeel eene navolging van art. 5 der wet van 1 Juni 1865 (Staatsblad no. 58), waarbij aan de geneeskundige ambtenaren dezelfde bevoegdheid wordt toegekend als bij de verordening aan de leden der gezondheids commissie. Na eene korte discnsie is met 5 tegen 2 stemmen alzoo besloten. Tegen stemden de heeren Pilaar en Verhagen. Van de heeren Verhagen en, Pilaar is ingekomen een voorstel om met het oog op het gevaar dat de cholera door schepen, komende van besmette plaatsen, in deze gemeente worde aangebracht, eene verordening vast te stellen, waarbij den schippers de verplichting worde opge legd vóór zij de schutsluis passeeren, daar ter plaatse aangifte te doen van alle die bijzonderheden welke de raad zal noodig achten. De heer Verhagen licht het voorstel eenigszins toe en beweert dat de politie maatregelen door den burgemeester op dat punt genomen, onvoldoende zijn, omdat daarbij geen straf is bedreigd. De voorzitter voert daartegen aan dat hij met den burgemeester der gemeente Kattcndijke ook die voor zorgen heeft genomen die zij meenden dat in dezen het doel der voorstellers zouden kunnen bevorderen. Na eenige discussie wordt het voorstel in stemming gebracht en staakten de stemmen, zijnde de heeren van Dort, Pilaar enVerhagen vóór, de heeren Kakebeeke, van de Pntte en den voorzitter tegen, terwijl de heer van den Bosch buiten stemming bleef, zoodat hierover in eene volgende vergadering zal moeten herstemd worden. Het verzoek van het burgerlijk armbestuur om uit hoofde van de heerschende cholera-epidemie het maxi mum van bedeeling bedoeld bij art. 25 der armenwet aan te vallen met de bepaling, dat in billijkheid aan andere gemeenten zal kunnen worden in rekening gebracht het geen ten dienste van choleralijders en hunne huisgenoo- ten zal zijn uitgeschoten; dewijl daarin reeds is voorzien naar het oordeel van den raad, bij zijn besluit van den 29 December 1865; is besloten het armbestuur daarnaar te verwijzen. De behandeling der overige aan de orde zijnde zaken wordt uithoofde van het vergevorderde uur aangehouden alleen uit de heer Verhagen voor het sluiten der ver gadering den wenscb, dat het nachtrumoer dat tegen woordig schier wekelijks in de dansschool in de zooge naamde Langevosstraat plaats heeft, zooveel mogelijk door de politie worde te keer gegaan. De voorzitter geeft de verlangde toezegging en sluit daarna de vergadering. Gemeenteraad van Zierikzee. Zitting van 29 Augustus. Ingekomen missivesadres inge zetenen, feestdagenadres G. Kanaar c. s., wijziging pacht; overlegging bcgrootingen en rekeningenmachtiging ver koop kleedingstukken schutterijoverlegging gemeente- begrooting; goedkeuring gcmcenterekeningverbooging toelage administratiekosten directeur gasfabriek; afloop aanbesteding; geschenk van den beer J. van der Baan. Voorzitter de heer Can. Afwezig de heeren Mulock Houwer en de Crane met kennisgeving,alsmededeheeren Zuurdeeg en Landsknegt. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Wordt gelezen eene missive van den heer Oosterman, houdende dankbetuiging voor de verhooging zijner jaar wedde als hoofdonderwijzer op de armenschool. Voor kennisgeving aangenomen. Mede worden gelezen eene missive van gedeputeerde staten, berichtende de ontvangst der verordening voor het desinfecteeren van vaartuigen, en eene missive, bege leidende het goedgekeurd raadsbesluit tot regeling der toelagen voor twee kweekelingen op de tusschensehool. Beide missives zijn voor kennisgeving aangenomen. Komt ter tafel een adres van eenige ingezetenen dezer gemeente, naar aanleiding van het raadsbesluit tot het niet honden, der kermis, verzoekende om eenige feest dagen, ter vervanging der kermis te houden. Burgemeester en wethouders vinden bezwaar om eene gunstige beschik king over te dragen en stellen voor, te besluiten om niet in het verzoek van adressanten te treden. De heer van Dongen meent, dat het alleen tot de com petentie van het hoofd der politie behoort otn hierop te beschikken. De voorzitter antwoordt dat dit evenmin tot zijne competentie als tot die van den raad behoort, maar dat, als ingezetenen feesten wilden houden, de burge meester ah hoofd der politie moet oordeelen of die met de publieke orde overeenkomen en al dan niet moeten worden toegestaan. De heer van der Grijp geeft te kennen, dat hij in beslo ten zitting een vraag aan den voorzitter, als hoofd der politie, wenscht te richten, waarvan, zijns inziens, veel zal afhangen omtrent de al of niet gunstige beschikking op het adres. Na eenige discussie wordt overeenkomstig het voorstel van den heer van der Grijp de vergadering met gesloten deuren voortgezet. Heropend zijnde, wordt besloten aan adressanten te kennen te geven, dat de raad niet bevoegd is om feestdagen, zooals de adressanten dit verlangen, vast te stellen dat aan dat verlangen alleen zou kunnen worden te gemoet gekomen door volledige intrekking van het in vorige vergadering genomen besluit om in dit jaar de gewone jaarmarkt niet te houden, doch dat met het oog op het nog voortdurend heerschen der cholera geene termen bestaan om daartoe over te gaan. Op een adres van G. Kanaar c. s., als borgen voor R. Kanaar, naar Noord-Amerika vertrokken, om de pacht- voorwaarden zoodanig te wijzigen, dat de pacht door hen onder hunnen borgtocht aan een ander moge worden over gedaan en daarbij tevens verlof worde gegeven om de bedoelde terreinen te laten etlen, wordt op voorstel van burgemeester en wethouders besloten afwjjzend te beschikken. In banden der straks te benoemen commissie voor de gemeentebegrootirig worden gesteld de begrootingen van hetevangelisch lutherscb,roomsch-catholiekenburgerlijk armbestuur, alsmede der teekeuschool en dienstdoende schutterij voor 1867. In banden van de heeren de Jonge, Koole en van der Vliet worden gesteld de rekeningen van het burgerlijk armbestuur, der dienstdoende schutterij en der teeken- school over 1865, tot onderzoek en rapport. Wordt medegedeeld een verzoek van den kommandant der dienstdoende schutterij alhier, om machtiging tot verkoop van oud model en afgekeurde uniform kleeding stukken dier schutterij, welk verzoek wordt toegestaan. Burgemeester en wethouders bieden aan den raad de begrooting voor 1867 aan met memorie van toelichting in duplo. Tot leden der commissie tot onderzoek dier begrooting worden bij stemming benoemd de heeren van Dongen, Koole en Mulock Houwer. De begrooting zal terstond ter inzage gelegd en in afschrilt tegen betaling der kosten verkrijgbaar gesteld worden, waarvan afkondiging zal geschieden. De heer Koole brengt namens de commissie ad hoe verslag uit op degemeentcrekeningover 1865, strekkende tot voorloopige goedkeuring in ontvangst op ƒ98,391.38), in uitgaaf op 96,338.40.) en alzoo goed slot op ƒ2,002.98. Dienovereenkomstig wordt besloten het concept-raads besluit tot voorloopige vaststelling dier rekening goed te keuren en aan gedeputeerde staten met de rekening en bijlagen ter goedkeuring op te zenden. Burgemeester en wethouders hebben zich hierbij van medestemming onthouden. Op voorstel der commissie voor de gas fabriek wordt de toelage van den directeur dier fabriek voor admini stratie kosten ad 150 verhoogd tot 200, te rekenen van 1 Juli jl. De voorzitter deelt mede dat hij publieke aanbesteding van de ebdeuren aan het sas aannemer is geworden L. Geers voor 3,985, en dat dit eenige honderde guldens beneden de raming is, doch meer bedraagt dan op de gemeente-begrooting daarvoor beschikbaar is. Deze mededeeling wordt voor kennisgeving aangenomen. Mede wordt voor kennisgeving aangenomen eene missive van den heer J. van der Baan te Wolfaartsdijk, begeleidende zes door hem geschreven boekwerken, welke h'j deze gemeente, zijne geboorteplaats, ten geschenke aanbiedt Zij zullen in de boekerij geplaatst wordeD, en den inzender de dank der vergadering worden betuigd. Hierna sluit de voorzitter de vergadering. Gemeenteraad van Vlïssingen. (Vervolg van het verslag in de courant De heer Ruysch acht het een verderfelijk stelsel dat bij aanbestedingen of verpachtingen menschen, die buiten staat zijn zelf eenige berekening te maken en slechts gedreven worden door de zucht tot onderkruiping, aan nemers worden tot schade van anderen. Ilij zegt dit evenwel niet mot het oog op den adressant, want hij kent dien persoonlijk niet. Toch noemt hij het opmerke lijk en vreemd dat Bogaard niet, alvorens het contract aan te gaan, inlichtingen heeft ingewonnen van menschen die hij kon onderstellen met dusdanige zaken bekend te zijn. Ten slotte betuigt hij zijn diep leedwezen dat de aanneming vroeger is goedgekeurd. De heer Qnakkeluar vereenigt zich met de zienswijze van den heer Rnyseh. Overigens merkt hij opdat Bogaard wel is waar niet zegt dat. hij de pacht niet wil voort zetten, maar dat hij niet kan, hetgeen in zoover gelijk staat, daar hij dan in allen geval moet ophouden. De voorzitter herinnert dat bij de verpachting niemand pachter wilde zijn, en alstoen op advies van Bogaard de gemeente dit zelve heeft gedaan en daarbij eenige honderde guldens heeft geprofiteerd. Hij zou het hard vinden om ten aanzien van de toepassing van het contract met den adressant te streng te werk te gaan, en herhaalt thans nogmaals zijn voorstel om het adres in handen eener commissie te stellen. Hietoe wordt met 8 tegen 5 stemmen besloten. Tegen 'stemden de heeren Quakkelaar, Pot, Ruysch, Laernoes en de Groof. Tot leden der commissie worden door den voorzitter aangewezen de heeren de Groof, Pot en van der Hijden. De heer Winkelman verlaat de vergadering. De voorzitter deelt mede dat bij de aanbesteding der verkoop van cokes de beerde Leef de hoogste inschrijver is geweest, voor 18 cent, terwijl al de andere inschrijvers slechts 17 cent hebben geboden. Vóór de opening der inschrijvingsbiljetten hebben de inschrijvers evenwel gemeenschappelijk verklaard dat zij vooraf zekerheid willen hebben dat, zoo gedurende de driejaren waarover deze besteding loopt, de belasting op de brandstoffen mocht afgeschaft worden, zij ook teruggaaf van de be lasting voor de cokes zullen krijgen. Alleen bij die zekerheid willen zij aannemers worden. De voorzitter brengt dit beding tbans ter kennis van den raad en stelt voor, daaraan te voldoen. Hij acht terug gaaf bij afschaffing van belasting billijk en wenschelijk, ook al is het dat van die op de eetwaren, uithoofde van talrijke moeielijkheden en bezwaren, geen teruggaaf is kunnen verleend worden. Na korte discussie is met algemeene stemmen besloten aan het verlangen der inschrijvers te voldoen. Voor kennisgeving wordt aangenomen de mededeeling des voorzitters, dat de verhooging der jaarwedde van den tweeden hulponderwijzer aan de school voor meer uit gebreid lager ouderwijs door gedeputeerde staten is goedgekeurd. Geschiedt voorlezing van eene door burgemeester en wethouders met gedeputeerde staten gevoerde corres pondentie omtrent het onlangs genomen besluit tot kosteloozen afstand van een gedeelte der algemeene begraafplaats, ten behoeve der israëlietische gemeente, welk gedeelte alstoen werd verklaard niet meer tot den publieken dienst te behooren. Gedeputeerde staten maken zwarigheid tegen de goedkeuring van dat besluit, omdat zij dat in strijd achten met art. ,15 van het keizerlijk decreet van 23 Prairial an XII en het koninklijk besluit van 10 Februari 1806. Burgemeester en wethouders hebben hierop het genomen besluit verdedigd, doch zulks heeft gedeputeerde staten tot geene andere zienswijze geleid. Tengevolge dezer briefwisseling, stelt de voorzitter thans namens burgemeester en wethouders voor, op be doeld besluit terug te komen, en alsnu een plek gronds op de algemeene begraafplaats aan te wijzen, waarop uitsluitend israëlieten zullen begraven worden, over eenkomstig de eischen van hunnen godsdienst. Na enkele beschouwingen is met algemeene stemmen overeenkomstig het voorstel des voorzitters besloten en het voorgelezen concept-besluit goedgekeurd. De heer van Uije Pieterse deelde evenwel mede dat hij zich bij de meerderheid wil voegen, doch persoonlijk liever had ge zien dat eene voordracht aan den koning tot. vernietiging van het vroeger genomen besluit ware afgewacht, daar hij de bezwaren van gedeputeerde staten niet kan deelen. Aan de orde is, volgens de agenda, een punt betrek kelijk den hoofdelijken omslag, hetwelk echter niet in de openbare zitting wordt behandeld. De voorzitter doet ter resumtie der notulen van de vorige geheime zitting, de zitting overgaan in eene met gesloten deuren. Na de heropening wordt voor kennisgeving aangenomen de mededeeling dat de opneming der boeken en kas van den gemeente ontvanger heeft plaats gehad, waarbij alles in orde is bevonden. Ten slotte wordt de heer van Uije Pieterse herbenoemd als lid uit liet college van burgemeester en wethouders in de commissie voor de verordeningen tegen wier over treding straf is bedreigd. Daarna wordt de vergadering gesloten. SNELPERSDRUKKERIJ VAN DE GEBROEDERS ABRAHAMS.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1866 | | pagina 4