MIDDELBURGSCHE IM
COURANT.
N° 141.
1866.
6 September.
Donderdag
Editie van Woensdag avond 8 uren.
middelburg 5 September.
De discussie van de tweede kamer in comité over de
Scheldezaak heeft eerst heden tot een beslissing geleid.
Nadat achtereenvolgens motiën van de heeren Fokker,
de Brauw en Begram verworpen waven, is er een van den
heer van Nierop met 40 tegen 23 stemmen aangenomen,
luidende:
„De kamer, gehoord de mededeelingen der regeering,
3,het recht van Nederland om op ons gebied werken te
„maken onbetwistbaar achtende, en den spoedigen aan-
„leg van den Zeenwschen spoorweg aan de regeering.
.aanbevelende, gaat over tot de orde van den dag."
De kamer was gisteren van des voormiddags 11J tot
des namiddags 4 uren en des avonds van 8 tot 11 uren
met de behandeling dezer zaak bezig. Heden morgen te
11 uren werd de zitting hervat.
Op het Handelsblad en de Nieuwe Rotterdamsche
courant schijnt de zaak, die thans onze tweede kamer
zoo zeer bezig houdt, vooral indruk te maken, uithoofde
van de harde woorden die het tegenwoordig ministerie
naar het hoofd worden geworpen.
Eerstgemeld blad laat die vreugde doorschemeren bij
het aanhalen van een paar artikels uit Belgische bladen,
waaraan het enkele volzinnen ontleent, die echter op zich
zelf nog zeer weinig bijbrengen tot het bewijs dat onze
ministers in deze zoo zwaar gezondigd hebben. En tot
dat bewijs toch zonden de citaten en opmerkingen van het
Handelsblad moeten dienen.
Do Nieuwe Rotterdamsche courant bespreekt de zaak
meer au fond. Zij noemt de bonding der regeering ten op
zichte van de gedane interpellatie en dit zijn wij vol
komen met haar eens allerzonderlingst. Indien
toch het doel der commissie was de Belgische regeering
te overtuigen dat de afdammiug geen nadeel aan België
zon toebrengen, dan lag het terrein harer werkzaamheid
te Brussel, niet in Zeeland. Voorts laat de Nieuwe
Rotterdamsche courant vooral de tactiek uitkomen van
den minister van buitenlandsche zaken, om aanvankelijk
met geen enkel der gevraagde stukken voor den dag te
komen en vervolgens, toen op die overlegging andermaal
krachtig was aangedrongen, al de stukken over de
afdamming der Ooster-Schelde, gedurende twintig jaren
met België gewisseld, uit het stof der archieven te laten
opdelven. De Nieuwe Rotterdamsche courant komt ook
op tegen de opgelegde geheimhouding, daar hierdoor de
zaak eenvoudig wordt weggegoocheld, hetwelk echter
den indruk niet zal uitwisschen dat de minister van
buitenlandsche zaken zich tegenover België „zoo onhan
dig mogelijk gedragen en het belang van het land niet
bevorderd heeft."
Het Utrechtsch dagblad verzekert, dat onder de aan
de kamer, betrekkelijk de afdamming der Ooster-Schelde,
overgelegde stukken een stuk voorkomt, waarbij indertijd
de minister Thorbecke heeft geweigerd, concessie te
verleeuen voor den aanleg van een kanaal door Zuid-
Beveland, op grond dat dit werk voor de belangen van
België nadeelig zou zijn. Op deze weigering van concessie
grondt België thans zijn recht om tegen het afdammen
der Ooster-Schelde, ten behoeve van den Zceuwschen
•poorweg, in verzet te komen. Deze inededeeling pleit
echter niet voor de scherpzinnigheid van de redactie
vnn het Utrechtsch dagblad. Bij het nazoeken toch
Van den index op haar eigen blad, heeft zij moeten
v'nden, dat ook door haar is vermeld dat den 6 Octo-
1849 de ministers van binnenlandschc zaken en
vaa financiën, de Kempenaer en vati Bosse, door den
koning gemachtigd zijn tot het verleenen van concessie
■voor de afdamming der Ooster-Schelde, onder verplich-
tlng om een kanaal te graven door Zuid-Beveland. Het
eerste ministerschap van den heer Thorbecke nu dag
tekent eerst van 1 November van hetzelfde jaar.
LTndépendance Beige hoopt dat de Nederiandsche
regeering en vertegenwoordiging weldra de rechtmatig
heid der door België gedane reclamatiën zal erkennen;
maar ingeval die boop ijdel mocht blijken te zijn, zou
ongetwijfeld het Belgisch gouvernement, hetwelk door
zijn vertegenwoordiger te 's Hage in deze zaak met
behendigheid wordt ter zijde gestaan, het verschil tot
een internationale quaestie maken en een beroep doen
op de mogendheden, die tot de vrijmaking van de Schelde
hebben medegewerkt.
Uit Arnemuiden meldt men ons, dat in het postverkeer
voor die gemeente eene werkelijke verbetering is inge
voerd, daar sedert 1 dezer de te Middelburg ontvangen
brieven voor Arnemuiden en Kleverskerke nog dien
zelfden dag worden rondgebracht, hetwelk vroeger eerst
den volgenden morgen te 11 a 12 uren plaats had. Ook
kannen de brieven uit genoemde gemeenten even
als, gelijk wij reeds gemeld hebben, van andere gemeen
ten nog denzelfden dag Bergen op Zoom bereiken,
terwijl zij vroeger een dag te Middelburg bleven liggen.
Voorts heeft men te Arnemuiden de toezegging, dat met
1 October aldaar een hulpkantoor zal worden gevestigd.
Men spreekt ook nog van andere verbeteringen, welke
binnen kort in het postwezen in Zeeland zullen worden
ingevoerd. Wij hopen dat daartoe ook zal behooren de
organisatie van een tweeden postrit tusschen Bergen op
Zoom en Middelburg en een daarmede in verband staande
snellere postgemeenschap met Zeeuwsch-Vlaanderen.
Zonder dergelijke afdoende maatregelen zullen de bewo
ners van Zeeland niet gemakkelijk te bevredigen zijn.
Men zie te 's Hage toch niet over het hoofd, dat om
slechts een feit te noemen het antwoord op een brief,
dien men te Middelburg des avonds te 6 uren uit Holland
ontvangt, eerst den volgenden morgen te 11 uren kan
worden verzonden.
Waar in Nederland zou een tweede voorbeeld van dien
aard zijn aan te wijzen
Op Vrijdag a. zal er bij gunstig weder, desnamiddags
te zes uren, door het muziekkorps der dienstdoende
schutterij alhier eene uitvoering gehouden worden in de
muziektent op het Molenwater.
In de zitting van den Vlissingschen gemeenteraad,
gisteren gehouden waarvan wij het verslag in ons vol
gend nommer mededeelen is onder anderen herbenoemd
tot wethouder de heer Th. van Uije Pieterse.
De gemeenterekening over 1865 is vastgesteld tot een
bedrag van f 168,191.44^ in ontvang, f 151,882.79 in
uitgaaf, goed slot f 15,308.65 j.
De gemeentebegrooting voor 1867 is door burgemees
ter en wethouders overgelegd en zal met de daarbij
behoorende memorie van toelichting, na gedrukt te zijn,
tegen betaling verkrijgbaar worden gesteld.
Een verzoek van eenige ingezetenen tot het weren
van bergplaatsen van petroleum binnen de gemeente,
alsmede een verzoek van I. Boogaard om vernietiging
zijner pacht van mestspeciën,zijn gesteld in handen van
daartoe afzonderlijk aangewezen commissiën.
Het besluit tot kosteloozen afstand van een gedeelte
der algemeene begraafplaats om te dienen tot begraaf
plaats voor de israelieten, is, tengevolge van daartegen
door gedeputeerde staten aangevoerde bezwaren, inge
trokken. Thans is besloten een plek gronds op de
algemeene hegraafplaats kosteloos aan de israelietische
gemeente in gebruik te geven, zoodat in het wezen der
zaak geene verandering is gebracht.
Eergisteren is te IJzendijke eene vrouw door de
cholera aangetast en gisteren aan de gevolgen daarvan
overleden.
In de raadsvergadering van gisteren zijn te IJzendijke
tot wethonders benoemd de beeren I. van Hijfie en
E. C. F. vou Leschen en tot ambtenaar van den burger
lijken stand, de keerT. J. Wijffels. Voorts is op verzoek
eervol ontslag verleend aan den heer J. F. Carpreau als
svcretaris en ontvanger-griffier van het algemeen bur
gerlijk armbestuur, en aan den heer F. J. M. Bevin Sr.
als gemeente-ontvanger, een en ander ingaande met den
1 October a;
Tot wethouder der gemeente Zuiddorpe is gisteren
benoemd de heer August Adolph van Haelst, ter vervan
ging van den heer F. de Graeve, aftredend lid.
Te Sint Maartensdijk is de heer B. Quakkeiaar, te
Scherpenisse de heer J. Rijstenbil Hz. tot wethouder
herkozen.
De Staatscourant van heden deelt een overzicht mede
van de maatregelen, door de besturen van de 112gemeen
ten in Zeeland tot wering der cholera genomen. Dit over
zicht is bewerkt naar de opgaven, die tot den 20 Augus
tus bij den commissaris des konings dezer provincie zijn
jngekomen.
Bij beschikking van den minister van marine, is aan
den heer G. II. Steinigeweg, genees-, heel- en verloskun
dige te Brouwershaven, de betrekking opgedragen van
visiteur der quarantaine aldaar.
Volgens het Dagblad van 's Gravenhage kan spoe
dig eene voordracht van wet worden te gemoet
gezien tot bekrachtiging van een, namens den staat, met
het bestuur van de maatschappij tot exploitatie van
staatspoorwegen gesloten overeenkomst, volgens welke
die maatschappij uit 's rijks schatkist zou ter leen ont
vangen eene som, nagenoeg overeenkomende met 50 ten
honderd van den prijs van aanschaffing van haar mate
rieel, hoogstens een bedrag van 2,500,000, tegen eene
rente van 5 ten honderd 'sjaars en onder verband van
hare bezittingen. Mocht die leening niet binnen drie
jaren aan den staat zijn terugbetaald, dan zou de maat
schappij geacht worden van de rechten der haar verleende
concessie vervallen te zijn, eD het verschuldigde aan
den staat in mindering komen van hetgeen deze in
dat geval, naar de bepaling der concessie, voor over
name van het materieel der exploitatie aan de maat
schappij zon te voldoen hebben.
De Staatscourant van gisteren bevat een koninklijk
besluit van den 25 Augustus jl., tot regeling van kosten
in zake de in- en uitgaande rechten en accfjnsen.
De Staatscourant deelt de volgende opgave omtrent
de cholera mede
Den 1 September zijn aangetast: te Amsterdam 3,
overleden 13; 's Gravenhage 3, overleden 1; Rotter
dam 6, overleden 1; Utiecht 5, overleden 1; Amers
foort 2, overleden 1Arnhem 8, overleden 7 Zutfen 3,
overleden 1; 's Hertogenbosch 15, overleden 6.
Den 31 dezer zijn aangetastte Haarlem 0, over
leden 1; Arnhem 10, overleden 4; Zwolle 2, overleden 1;
Groningen 1, overleden 1.
Te Scheveningen deed zicb geen geval voor.
Den 2 en 3 dezer zijn aangetastte Amsterdam 24,
overleden 28; Leiden 1, overleden 1; 's Gravenhage 5,
overleden 4; Dordrecht 0, overleden 1; Utrecht 5, over
leden 5; Amersfoort 0, overleden 1; Zutfen 4, overle
den 2; 's Hertogenboseh 27, overleden 13.
Den 1 dezer zijn aangetast: te Zwolle 0, overleden 1
Groningen 1, overleden 1.
Te Scheveningen deed zich geen geval voor.
Benoemingen en besluiten,
waterstaat. Ingetrokken art. 53 van het koninklijk
besluit van 25 Juli 1816, houdende dat geen officier van
het korps van den waterstaat zich in het huwelijk mag
begeven zonder voorafgaande gc-teekende toestemming
van den minister van binnenlandsche zaken.
leger. Op verzoek eervol ontslag uit den militairen
dienst verleend aan den tweeden luitenant T. Romein,
van het 8e regiment infanterie, aLmede aan den diri-
geerenden officier van gezondheid 2e klasse bij den
militairen geneeskundigen dienst in Nederlandsch Indië
J. H. Ie Piqué, thans met verlof hier te lande, met toe
kenning van den rang van dirigeerend officier van
gezondheid le klasse en van pensioen,
j marine. Op verzoek eervol uit den zeedienst ontslagen
I de luitenant ter zee 2e klasse C. J. M. Swaan.