öuitmlanö.
Cjan&flsbmrtitm.
over de Indische begrooting, de leden in staat zouden
zijn binnen een paar dagen het geheele dossier stukken
behoorlijk te onderzoeken. En toch was dit noodig om
een rechtvaardig oordeel en, desnoods, een afkeurend
votum over de handelingen der regeering te kunnen uit
brengen. Daarom moest het reglement van orde worden
nageleefd en eene commissie benoemd.
De heer van Henkelom had bezwaar tegen de voor
waarde van geheimhouding, door de regeering gesteld.
Naar zijne overtuiging moest deze zaak niet in het
geheim behandeld worden. Overigens ondersteunde hij
de meening van den heer Fokker, dat de stukken op de
griffie moesten worden gedeponeerd.
De heer Godefroi verklaarde zich tegen het voorstel
van den heer Fokker, voor zoover daarbij voorgesteld
werd de discussie nu reeds tegen Maandag aan de
orde te stellen, daar het onmogelijk zon zijn het lijvige
dossier in dien tusscbentijd na te gaan.
De heer van Eek betreurde de houding door de regee
ring in deze zaak aangenomen, die den schijn had als
of men de zaak slechts wil verwarren. Hij hield vol, dat
kennisneming van al de stukken ounoodig was, zoomen
zich op het juiste standpunt stelt. De kamer heeftalleen
te onderzoeken, of de houding der regeering, waardoor
van het standpunt door de vorige regeering aangenomen,
is afgeweken, gerechtvaardigd wordt, dan wel of het
belang van Nederland daardoor is gecompromitteerd.
Ook verlangt hij geen geheimhouding: hij wil het recht
hebben van spreken.
De heer van Kerkwijk wilde daarentegen al de stuk
ken kennen, ten einde een juist vonnis te vellen, omdat
bet mogelijk is, dat de handelingen der vorige regeering
de benoeming dezer commissie hebben noodig gemaakt.
Alvorens een voorstel te doen om de nota en alleen de
voornaamste stukken te doen drukken, wenschte hij
echter van de regeering te weten, of die stukken genoeg
zaam licht over de zaak verspreiden. De heer van Golt-
stein ondersteunde het voorstel van den heer Fokker, en
betoogde, even als de heer Dullert, dat het reglement van
orde niet voorzag in het hier aanwezig geval. De heer
Dullert betreurde eveneens de door de regeering aange
nomen houding, omdat op deze wijze geen einde aan de
zaak zou komen. Zij had de kamer in staat moeten stel
len om ten spoedigste een besluit te kunnen nemen.
Thans zou de kamer wel eens kunnen staan voor een
fait accompli. Ook de voorwaarde van geheimhouding kan
hij niet aannemen.
De minister van binnenlandscho zaken betoogde, dat
de kamer, zonder kennisneming der stukken, wel spoe
diger vonnis zal kunnen vellen, maar of de waardigheid
der kamer daardoor bevorderd zal worden, betwijfelde
bij. Hij ontkende, dat deze regeering van het aange
nomen standpunt is afgeweken. Zij heeft uitgevoerd, de
vorige voorbereid. Ook de vorige minister heeft een
hoofdingeneur benoemd om met tweeBelgische ingenieurs
werkzaam te zijn. Er bestaat dus geen contrast in
handelen met de vorige regeering.
De heer van Eek beweerde, dat door de benoeming
van ecne internationale commissie deze regeering de
zaak als een gemeenschappelijk belang beschouwt, en
dat dit het contrast met de vorige regeering oplevert,
die steeds heeft volgehouden, dat België geen recht heeft
de uitvoering der werken te beletten, maar desniettemin
de Belgische ingenieurs, die de zaak hebben onderzocht,
met voorkomendheid heeft behandeld.
Do heer Wintgens deed daarna de motie, om deze
debatten te sluiten, over te gaan tot meer gewichtige
zaken, en de kamer met dergelijke nietigheden niet
langer bezig te honden. Niet de zaak zelve was eene
nietigheid: integendeel ze eischte een grondig en tevens
rechtvaardig onderzoek; maar de vraag, of eene commissie
zou benoemd worden, dan of depositie ter griffie zou
plaats hebben, was eene beuzeling.
De minister van buitenlandsche zaken bleef er bij, dat
kennisneming van al de stukken noodig is, hoewel hij
zich niet tegen spoedigonderzoek verklaarde. Hij vreesde
echter, dat zoodanig onderzoek vóór Maandag niet zou
zijn afgeloopen. Er kon geen sprake zijn van de moge
lijkheid, dat de kamer zou staan vooreen fait accompli
want aan het recht van Nederland om de werken uit te
voeren is nimmer getwijfeld. Ilij moest echter blijven
vasthouden aan de voorwaarde van geheimhouding.
Demotie van orde van den heerWintgens (totsluitingder
beraadslaging), werd verworpen met 44 tegen 15 stemmen.
De heer Keuchenius beweerde daarna, dat men der
legeering niet verwijten kan, dat ze te veel stukken
overlegt.
De heer de Brauw gaf de voorkeur aan de benoeming
eener commissie omdat bij de zaak minder spoed is, nu
het zeker is dat. het werk uitgevoerd wordt.
Het voorstel van den voorzitter (benoeming eener
commissie van vijf leden) werd verworpen met 31 tegen
28 stemmen.
Daardoor is aangenomen het voorstel van den lieer
Fokker om de beraadslaging Maandag te heropenen, en
destukken inmiddels ter griffie tedeponeeren: terwijl de
nota alleen voor de leden en ook onder belofte van ge
heimhouding zal worden gedrukt.
Vervolgens werd de beraadslaging over de Indische
heKiooting voortgezet, en wel over 1 (cultures en con-
8'{tnatiestelsel).
Bij die gelegenheid werd breedvoerig gesproken over
de in Nederlandsch Indië afgekondigde proclamatie, naar
Aanleiding der disenssiën over de jongste cultuurwet.
Alen betwijfelde of de proclamatie wel het geschikte mid
del was, om het Javaansehe volk te doen kennen lioeda-
zijne rechten op den grond waren. Bovendien was
dergelijk stuk onstaatkundig, omdat het eene beschuldi
ging inhoudt, alsof de vorige regeeringen de gebruiks
rechten van den Javaan op den grond niet hebben
geëerbiedigd.
De minister van koloniën merkte op, dat de oppositie
tegen de proclamatie kwam van hen, die de verworpen
cultuurwet hebben verdedigd, en betoogde de nuttige
strekking daarvan.
Wat het consignatie stelsel betreft, verklaarde de
minister, dat er op dit oogenblik geen enkele reden was
om tot vermeerdering van de op Java te verkoopen suiker
en koffie over te gaan, waarop door den heer Blussé
werd aangedrongen. In verband daarmede werd hand
having der nog bestaande gouvernementscultures toe
gezegd, maar tevens uitvoering van art. 56 van het
regeerings-reglement.
Naar aanleiding eener vrij uitvoerige discussie over
het consignatie-stelsel stelde de heer Blussé de volgende
motie voor:
„De kamer, van oordeel dat het voortgaan op den
ingeslagen weg tot langzame inkrimping van het con
signatie-stelsel wenschelijk is, gaat over tot de orde van
den dag."
De heer Andreae stelde daarop op die motie een amen
dement voor, luidende: „voor zoover het mocht blijken,
dat dit voor de schatkist en voor de Ncderlandsche
handel en scheepvaart niet nadeelig werkt."
Dat amendement werd aangenomen met 30 tegen 27
stemmen, maar de gewijzigde motie verworpen met 33
tegen 23 stemmen.
Morgen voortzetting.
Gemeenteraad van Middelburg.
Wegens plaatsgebrek moeten wij bet verslag van het
verhandelde in de eergisteren gehouden zitting tot mor
gen laten liggen.
Algemeen orerzlchl.
Omtrent het vredestractaat tusschcn Oostenrijk en
Pruisen verneemt men nog slechts alleen dat dit in het
algemeen de herhaling bevat van de reeds bekende
vredespreliminairen met eenige additioneele bepalingen
omtrent enkele bijzondere aangelegenheden. Het vredes
tractaat tusschen Italië en Oostenrijk zal waarschijnlijk
binnen weinige dagen volgen.
De geruchten omtrent de toenemende vriendschap
pelijke verhouding tusschen de hoven van Oostenrijk en
Italië worden bevestigd. Men spreekt te Florence zelfs
van een aanstaand huwelijk tusschen den Italiaanschen
troonopvolger prins Hmnbert en de Oostenrijksche
aartshertogin Mathilde Maria Hildegonda Alexandrina.
In alle staten van den Noord-duitschen bond worden
thans de noodige maatregelen genomen voor de verkie
zingen tot samenstelling der vergadering, welke von
Bismarck een parlement noemt, doch slechts een lichaam
zal wezen waarin de Duitschers naar hartelust zullen
kunnen redeneeren en politiseeren over eenige onder
geschikte, aan den minister von Bismarck voor het groot
ste deel geheel onverschillige onderwerpen. Omtrent do
bijeenroeping van dit „parlement" verkeert men nog in
bet onzekere. Dergelijke schaduwbeelden van het parle
mentair stelsel boezemen echter al zeer weitiig belang
stelling in, waar wij nog dezer dagen door koning Wilhelm
van Pruisen in zijne toespraak aan de commissie, welke
hem het adres van antwoord op de troonrede kwam aan
bieden, op zeer onbeschaamde of zeer naïve wijze hoorden
verklaren dat hij de parlementaire staatsinstellingen
telkens zou behandelen als tot dusverre, indieu zij zich
mochten verstouten om anders te willen, dan hij, koning
bij de gratie Gods.
Intusschen tracht de minister von Bismarck, indien
men althans het Journal des Débats gelooven raag, eene
alliantie tot stand te brengen tusschen de Zuidelijke
staten van Duitschland en het thans vergroot Pruisen
of als men wil: den Noord Duitsehen bond. Waar het
recht van den sterkste voorloopig weder het internationaal
recht zal uitmaken, moet von Bismarck zich natuurlijk
zooveel mogelijk toerusten met het oog op de politieke
combinatiën en alliantiën van vorsten, wdke hem vóór
of na de Parijsche tentoonstelling, vóór of na de verbe
tering der infanterie geweren, op dit terrein zullen
willen volgen.
In Frankrijk beeft dezer dagen de opening der zittin
gen van de provinciale raden plaats gehad. De daarbij
tot dusverre uitgesproken redevoeringen leverden echter
niets belangrijks op en misten op boog hevel voor het
grootste deel alle politieke zinspelingén. Aan een diner
bij gelegenheid van de opening der zitting van den
provincialen raad in het departement de la Nièvre beeft
de president, de heer Delangle, een meer politieke rede
voering uitgesproken. Daarbij beweerde hij o. a. in vollen
ernst „dat Frankrijk thans overal zijne stem geëerbie
digd ziet in de beschaafde wereld, dank zij de keizerlijke
regeering." De minister Delangle uitte deze en derge
lijke beweringen waarschijnlijk toen het banket zijn einde
zeer nabij was, want anders zou hij dergelijke conven-
tioneele phrases liever hebben teruggehouden op een
oogenblik, dat, Napoleon III zich schier al zijne prestige
ziet ontnomen.
De Engelsche natie blijft in hare organen en meetings
steeds met vermeerderenden ijver aandringen op de
uitbreiding van het kiesrecht en de demonstratiën begin
nen thans zoo toe te nemen, dat het tory-ministerie wel
haast zijne aandacht zal moeten vestigen op de al luider
eu luider sprekende volksstem. Dezer dagen heeft weder
eene volksvergadering plaats gehad, waaraan meer dan
twee honderd duizend personen deel namen. Verschil-
lende leden der Reform league voerden daar het woord om
de houding der regeering ten sterkste af te keuren en
het lagerhuis voor te stellen als onwaardig om langer
het vertrouwen der natie te bezitten, daar dit staats
lichaam zelfs de zeer gematigde kieshervorming van het
vorig ministerie heeft verworpen. De uitsluiting der
werkende klasse van het stemrecht zeide een der
sprekers, de heer Bright is gevaarlijk voor den staat
en heeft meer dan eens, waar men deze politiek wilde
handhaven, troonen doen ineenstorten. De optreding van
lord Derby aan het bestuur was, volgens dien spreker,
eene oorlogsverklaring aan den werkenden stand.
De onlusten op Candia blijven de algemeene belang
stelling opwekken, met het oog op de diep ingrijpende
conflicten, welke daarvan het gevolg kunnen wezen.
Volgens het Fransch dagblad la Patrie zou de regeering
te Constantinopel echter belangrijke concessiën hebben
gedaan aan de christen-bevolking aldaar, en verwachtte
men dat de hoofden der beweging zich daarmede tevre
den zouden stellen. Het belangrijkste van dit artikel in
een officieus orgaan der Fransche regeering is, dat
hieruit schijnt te blijken, dat Napoleon III, voor het
oogenblik althans, niet de partij kiest der opstandelingen
tegen het Turkscü gezag.
Een bericht uit Athene meldt dat een Turksch leger
aan de Grieksehe grenzen wordt bijeengetrokken.
Graanmarkten enz.
Amsterdam 31 Augustus. Kaapolie op zes weken f 40}.
Lijnolie op zes weken ƒ43}.
Oostburg 29 Augustus. De aanvoer van granen was
heden ruimer dan vorige week, doch de stemming der
koopers flauw, terwijl houders te hoog bleven in hunne
eischen; alleen in gerst werd wat gedaan tot goed vorige
prijzen. Jarige en tweejarige tarwe f9 a 10. Puike
nieuwe dito 8a/ 9. Nieuwe Zceuvvscbe rogge /6a
ƒ6.40. Nieuwe wintergerst ƒ5.50 a ƒ6. Haver ƒ3 a ƒ3.50.
Winter koolzaad ƒ12.50 a 12.80. Groene erwten ƒ7.50
a 8.
Middelburg 30 Augustus. Er was heden een tamelijk
goede aanvoer, zoowel uit onze naburige eilanden als
ook uit Walcheren. Jarige tarwe werd slechts voor con-
sumtie tot 25 cent lager gekocht. Nieuwe Walchersche
dito werd alleen in de puikste soorten voor de zaai ge
vraagd. Nieuwe rogge met weinig handel. Gerst, zoo
winter- als zomer-, was alleen in de beste soorten te plaat
sen, mindere bleef zonder handel. Walchersche witte-
boonen zeer weinig ter veil met genegen koopers,
Paardenboonen niet getoond. Nieuwe Walchersche
groene erwten ruim ter veil, de beste en droogste soorten
hadden tot f la ƒ1.25 lager grage koopers. Koolzaad was
door olieslagers meer begeerd en vorige weekprijzen
werden daarvoor betaald. Puike jarige Zecuwsnhe tarwe
10 a 9.75. Dito nieuwe Zceuwsehe 10, mindere bleef
zonder handel. Dito jarige Walchersche 10.25 a 10.
Dito nieuwe dito voor de zaai ƒ10.25 a ƒ10 gekocht,
afwijkende bleef onverkocht, Nieuwe Zeeuwsclie rogge
7 a 6.25 naar qualiteit. Dito wintergerst 6.40 a 6
naar deugd. Dito zomergerst ƒ6 a ƒ5.25 naar deugd.
Walchersche witteboonen 10.50 a ƒ11 het mud. Nieuwe
Walchersche groene erwten, enkele monsters werden
8.25 betaald, doch verre de meesten kocht men ook in
beste soorten aan 8 het mud. Koolzaad 12.75, 12.50.
Kaapolie ƒ42.50. Pateutolie 44.50, Lijnolie 46.25 op
zes weken, op contant 1 lager.
GEMIDDELDE MARKTPRIJZEN.
Middelprijzen van bakbare tarwe 9.90 en rogge
6.80. Aardappelen (nieuwe) ƒ2.10 a ƒ2.40 per Ned. mud.
Versche boter f 0.85 a f 0.95 per Ned. pond.
Opdelaatstgehoudene varkenmarkt te Oostburg waren
aangebracht omtrent 300 biggen, die gretig werden,
opgekocht voor 4 tot 11.75 per stuk.
Prijzen vau eflëeten.
Amsterdam 31 Augustus 1866.
Nederland. Certific. Werkelijke schuld 2} pet. 56}
dito dito dito 3 66}
dito dito dito 4 88}
Aand. Handelmaatschappij 4}
België. Certificaten bij Rotlischild 2}
Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 96}
Certific. Hope co4
Oblig. dito 1855,6e serie 5 77}
dito dito Leening 1860 4} 85}
Certificaten6
Aand. spoorweg„182
Polen. Sehatkistobligatiën4 60}
OosteurijK. Obligatiën metalliek5 47 ,V
dito 1847/1852 2} 23 j|
dito rente Amsterdam5 70}
dito nationale5
Bankactiën 3
Italië. Leening 18615 56}
Spanje. Obligatiën3 thans 2} 33
Amortisable schuld
Portugal. Obligatiën 1853 3 42}
dito 18561862 3
Griekenl. dito (blauwe) 5 14
Turkije. dito (binnenl.) 5 25}}
Vereen.Stat. dito (1882) fi 75}}
Illinois. dito7 -
Mexico. dito 15A-
Grenada, dito afgestempeld V4} 12 ll
Venezuela, dito 2