MIDDELBURGSCHE
m
COURANT.
N° 137.
Donderdag
1866.
30 AugUStllS.
Editie van Woensdag avond 8 uren.
middelburg 29 Augustus.
De minister van buitenlantlsche /aken beeft heden de
stukken, betrekking hebbende op de afdamming der
Ooster Schelde, bij de tweede kamer overgelegd; omtrent
het groot dossier werd echter geheimhouding opgelegd.
De voorzitter stelde alsnn voor, deze zaak commis
soriaal te maken. De heer Fokker daarentegen deed het
voorstel de debatten over zijne motie Maandag voort te
zetten, hetwelk na eene heftige discussie met 31 tegen
28 stemmen werd aangenomen.
Verder heeft do tweede kamer de beraadslaging over
de Irdische begrooting voortgezet. Dezitting kenmerkte
zich door de voorstelling van een motie door den heer
Blussé, waarbij de wcnschelijkheid eener trapsgewijze
inkrimping van het consignatie stelsel zou worden uit
gedrukt. De heer Andreae vereenigde zich daarmede,
op voorwaarde dat daarin zon worden opgenomen, dat
de inkrimping niet verder zou gaan als voor de schat
kist, den handel en de scheepvaart voordeelig zou
wezen. In dien geest stelde hij een amendement voor,
hetwelk met 30 tegen 37 stemmen werd aangenomen; de
motie zelve werd daarop echter met 33 tegen 24 stem
men verworpen.
Heden bad te Haarlem de opening plaats der stem
bussen voor de verkiezing van een lid voor de tweede
kamer. De heer Geertsema had 554 en de heer van der
Hucht 330 stemmen bekomen, zoodat eerstgenoemde is
gekozen.
In de heden namiddag altiier gehouden zitting van
den gemeenteraad is onder anderen mededeeling gedaan
van een viertal ingekomen adressen van sollicitanten
voor de betrekking van makelaar, in de piaats van wijlen
den heer Z. Snijder. Deze adressen zijn van de heeren
Jac. de Kanter, Isaac Boasson, Isaiie Dhont en Lanrens
Braat Jzn. De beslissing is aangehouden totdat de kamer
van koophandel en fabrieken het haar gevraagd advies zal
hebben uitgebracht omtrent de al ot'niet noodzakelijkheid
der vervulling van de opengevallen betrekking.
Aan den heer M. van Os, slachter alhier, is een stukgrond,
gelegen op den Beenhouwerssingel aan den kant der
gracht tegenover het perceel K no. 78, voor 25 jaren in
erfpacht afgestaan, tegen f 5 'sjaars, tot hét plaatsen van
een mestbak.
Aan den heer A. Seumers, winkelier alhier, is een
thans door hem in erfpacht bezeten stuk gemeentegrond
in het Znsterstraaije, op den hoek van den Sint Jans
gang, ter grootte van 68 vierkante ellen, alsiiog voor
vijfjaren in huur afgestaan, tegen 2.70 'sjaars.
Op voorstel van burgemeester en wethouders is aan
vier buitengewone agenten van politie, die belast zijn
geweest met de surveillance op den in-, uit- en doorvoer
van vee, eene gratificatie toegestaan, waarvan het bedrag,
op voorstel van een der leden, is bepaald op 15 voor
ieder.
De rekening der gemeente over 1865 is goedgekeurd
tot een bedrag van f 261,393.30j in ontvang; f259,215.59
in uitgaaf, goed slot alzoo /"2,177.71i.
De rekening der dienstdoende, schutterij over 1865 is
gesteld in handen der financieele commissie.
De begrooting der inkomsten en uitgaven dezer ge
meente, voor het dienstjaar 1867, met daartoe behoorende
gedrukte memorie vau toelichting, is door burgemeester
en wethouders overgelegd en zal tegeu betaling ver
krijgbaar worden gesteld.
Het vroeger medegedeeld voorstel betreffende eene
wijziging in het personeel der plaatselijke gezondheids-
tommissie, in verband met de opheffing der commissie
van geneeskundig toevoorzicht, is goedgekeurd. Dien
tengevolge bestaat de gezondheidscommissie voortaan
uit twee, in plaats van drie door den raad uitzijn mid
den te benoemen leden, benevens twee in plaats van
éen, geneeskundigen, een natuur-, een sche'i en een bouw
kundige. Tot tweede geneeskundig lid is thims benoemd
dr.L. J.deMarréee» tot bouwkundigede heer A. Magielse.
Tot hulponderwijzer op de school G is, op eene jaar
wedde van f 300, benoemd W.Imand, tijdelijk hulponder
wijzer op die school.
De met September a. aftredende wethouder jhr. W. H.
de Jonge is met algemeeue stemmen herbenoemd.
Ten slotte is voorzien in de door periodieke aftreding
ontstane vacatures in de vaste commissiën van den
raad, zijnde al de aftredenden herkozen.
In een volgend nommer geven wij het gewoon verslag.
De Staatscourant van heden bevat de verslagen der
£ouimi6siën te 's Gravenhage, Middelburg en Zwolle,
belast met het afnemen der examens ter verkrijging van
eene acte van bevoegdheid als leerling-apotheker, vol
gens art. 7 der wet van 1 Juni 1865 (Staatsblad no. 59).
Naar men verneemt zou bij de regeering het plan
J bestaan, om voor de vestingen Maastricht en Vcnlo, zoo
zij al niet worden geslecht, dan toch op de begrooting
voor 1867 niet dan de hoogst noodige onderhoudskosten
aan te vragen.
Het door den oorlog beperkte telegrafische verkeer op
de Enropeesche lijnen is thans allerwege hersteld, hoewel
gebrek aan genoegzame verkeermiddelen nog hier en
daar vertraging veroorzaakt. Staatscour
Naar men ons mededeelt, heeft generaal Dix, die be
noemd was tot minister resident der Vereenigde Staten
van Amerika te 's Hage, voor die betrekking bedankt.
Luidens de Amerikaansehe dagbladen waren zijne staat
kundige vrienden, reeds toen de voordracht bekend
werd, ontevreden. Men meende, dat aan een man van
zoo veel talent eene gewichtiger betrekking moest zijn
aangeboden. Generaal Dix is thans de derde, die voor
den post te 's Hage bedankt. Vóór hem waren nog be
noemd generaal Sickles en Gordon Granger.
Handelsblad
De Staatscourant deelt de volgende opgave omtrent
de cholera mede
Den 25 dezer zijn aangetast: te Amsterdam 3, over
leden 8; 's Gravenhage 1, overleden 3; Schiedam 0, over
leden 1; Rotterdam 3, overleden 2; Dordrecht 1, over
leden 1; Gouda 1, overleden 1; Utrecht 1, overleden 1;
Amersfoort 1, overleden 4; Arnhem 5, overleden 4;
Zutfen 5, overleden 2;'s Hertogenbosch 5, overleden 2.
Den 24 dezer zijn aangetastte Zwolle 0, overleden 3;
Meppel 3, overleden 2; Groningen 1, overleden 2.
Te Scheveningen deed zich geen geval voor.
Den 26 en 27 dezer zijn aange.tast: te Amsterdam 15,
overleden 22; 's Gravenhage 8, overleden 8; Delft 6,
overleden 2; Rotterdam 9, overleden 7; Dordrecht 0,
overleden 1; Utrecht 3, overleden 3; Amersfoort 3, over
leden 4; Zutfen 4, overleden 3; 's Hertogenbosch 10,
overleden 6.
Den 25 dezer zijn te Haarlem, Kampen, Zwolle, Meppel
en Groningen, geene personen aan cholera overleden.
Van de aangetasten te 's Gravenhage woonden 2 te
Scheveningen, van de overledenen 1.
Rcnocniingen en besluiten.
eeueteekenen. Als blijk van Zr. Ms. goedkeuring en
tevredenheid verleend de. bronzen medaille, ingesteld bij
besluit van 22 September 1855, en een loffelijk getuig
schrift aan M. van der Ros te 's Hertogenbosch, wegens
het met levensgevaar redden van een kind uit de haven
aldaar op 5 April 1866.
Kerknieuws.
De heer W. van den Bijtel, predikant te Nnnspeet,
heeft voor het beroep naar Vlissingen bedankt.
Jl. Zondag werd de heer A. Keers, dusver predikant
te Zaamslag, ais predikant te Kondekerke bevestigd door
den voormaligen predikant dier gemeente, de heer
J. E. Steenbakker Morilyon Loysen, thans predikant te
Overschie. De bevestiger had tot tekst Hand. 4: 29/;, en
de tekst der intreerede van den heer Keers was Gal 6:14.
Bij de doopsgezinde gemeente te Zijldijk (Groningen)
is beroepen de heer S. Cramer, proponent bij de alge-
meene doopsgezinde sociëteit te Amsterdam.
Onderwijs.
Zaterdag namiddag is aan het departement van
binnenlandsche zaken het afnemen van het examen van
candidaat-leeraren voor het middelbaar onderwijs, dat
circa 14 da^en geduurd heeft, afgeloopen.
Gemengde berichten.
Aan de Stoompost wordt het volgende ontleend
„Wij vernemen, dat van de 60 werklieden, die van Mei
tot Augustus in de gasfabriek te Utrecht werkzaam
waren, slechts éen man door cholera aangetast en daaraan
bezweken is. De werklieden der fabriek woonden allen,
bijna zonder eenige nitzondering, in de meest geteisterde
wijken der stad. De inademing van gekooid en gezwa
veld waterstofgas schijnt een preservatief tegen cholera.
Nauwkeurige onderzoekingen aangaande de waarheid
dezer onderstelling zullen op aanzoek van een Utrechtsch
hoogleeraar worden ingesteld.''
De hoogleeraar van Deen deelt in de Groningsche
courant mede, dat hij den schrijver van het artikel in de
Prov. Groninger courant, waarin hij werd beschuldigd
zijne hulp aan een choleralijder te hebben geweigerd en
de stad te zijn ontvlucht, in rechten zal vervolgen.
Het internationaal congres voor de statistiek, het-
l welk dit jaar te Florence zou bijeenkomen, is uitgesteld
en zal in 1867 te Parijs tijdens de wereld-tentoonstelling
aldaar gehouden worden.
De misbruiken der preventieve detentie ztjn talrijk,
ofschoon zij niet altijd aan het licht komen. Te Brussel
heeft weder een feit plaats gehad, hetwelk zeer de aan
dacht verdient. Een vreemdeling, met eene Belgische
vrouw gehuwd, komt na lange afwezigheid weder te
Brussel terug, alwaar vervolgingen tegen hem worden
ingesteld krachtens de wet van 6 fructidor jaar elf,
welke on straffe van zes maanden gevangenis verbiedt
om andere namen eu voornamen te dragen dan in
de acte van geboorte zijn vermeld. Gedurende een
tiental dagen wordt de verdachte in vrijheid gelaten
en bestond voor hem dus de gelegenheid om de gren
zen over te gaan, hetgeen hij echter niet deed. Hij
verzekerde steeds dat hij geene geboorte acte bezat en
nooit een anderen naam gediagen heeft dan hij thans
nog draagt, dat hij onder idien naam en altijd onder
dien naam is getrouwd, in Indië, in de Krim en laatste
lijk in Noord-Amerika heeft gediend. Toch wordt de
ongelukkige gearresteerd, blijft voortdurend in pre
ventieve hechtenis en wordt krankzinnig. Nu is zijne
terechtstelling oninogeljjk, maar hij wordt naar een
gesticht vervoerd, altijd preventief in hechtenis. Zal
deze nu altijddurend zijn, vraagt het Belgisch dagblad,
waaraan wij dit bericht ontleenen, dan ware het beter
geweest om hem maar te veroordeelen tot het bij de wet
bepaalde maximum van zes maanden, maar is liet niet een
monsterachtige onbillijkheid dat aan de magistratuur de
bevoegdheid is gegeven om hoewel eigenlijk slechts
bijzondere en zwaarwichtige omstandigheden eene pre
ventieve detentie vergunnen een man, aan wien men
ten laste legt van zijn naam niet juist te weten, in
arrest te doen blijven, en misschien voor altijd zijn
vrijheid en verstand te doen verliezen
Het Journal des Débats klaagt den sedert lang
reeds van Bonapartisme verdachten aartsbisschop van
Parijs nu ook van ketterij aan, omdat hij in zijne opwek
king tot viering van het feest op 15 Augustus van de
maagd Maria sprekende, zeide: onze zuster, eene doch
ter van Adam gelijk wij. Van alle zijden maken zich
catholieke en protestantsche schrijvers gereed en de zaak
schijnt warm en in elk geval voor den aartsbisschop
onaangenaam te zullen worden.
Uit China wordt gemeld, dat de oproerigo benden,
welke dat landafloopen, zich zoozeer uitbreiden, dat prins
Kung besloten heeft de bulp der Europeanen in te roepen,
en dat een Fransch-Chineesch korps zal worden opge
richt om Kiang-Su te beschermen. Deze opstandelingen
behooren tot de secte van de Nicnfci, die eene machtige
organisatie bezitten, waarvan de zetel zich bevindt in
het land der Khnkhuk-Noor in Mongolië.
Thermomctersland
27 Atig. 's av. 11 n. no gr.
28 'smorg. 7n.61gr.'smidd. 1 u.64gr. 'sav. 11 u.60gr.
29 'smorg. 7 u. 60 ,'smidd. Iu. 62 gr.
Staten»generaai.
tweede kamek.
Zitting van Maandag 27 Augustus. Ontslag van den heer
Groen van Prinsterervraag van den heer van Kekaan
neming van wetsontwerpendiscussie over de afdamming
der Ooster-Schelde uaar aanleiding der vraag van den
lieer van Eek; voorstel om de beraadslaging over de
Indische begrooting te verdagen.
De voorzitter deelt mede dat de heer Groen van Prin
sterer zijn ontslag als lid der kamer beeft genomen, bij
een schrijven, waarhij hij te kennen geeft dat, tengevolge
der nadere verklaringen door het ministerie in de zitting
van 24 Augustus II. afgelegd, zijn terugkeer in de kamer
doelloos, ja zelfs schadelijk zou kunnen zijn.
Daarna vroeg de heer van i-.ck of de regeering spoe
dig gevolg zou geven aan den wenseh dor kamer om de
met België gewisselde diplomatieke stukken over de
afdamming van de Ooster-Schelde, in verband met de
daaromtrent voorgestelde motiën van de heeren de Brauw
en Fokker, over te leggen. Te meer was spoed bij die
overlegging noodig, omdat de kamer wellicht spoedig uit
een zou gaan en de deskundigen, naar men vernam, reeds
aan het werk waren, zoodat het rapport weldra kon wor
den te gemoet gezien.
De minister van binnenlandsche zaken verzocht, dat
de kamer met de beantwoording dier vraag zou wachten
tot dat de minister van buitenfatdisehe zaken zon aan
wezig zijn. Hij wees er echter op dat, wat zijn departe
ment betrof, die overlegging spoedig kon plaats hebben:
anders was het. gelegen mét. het ministerie van huiten-
landsche zaken, van wien eigenlijk de stukken moesten
uitgaan, daar het eene zaak gold, die sinds jaren aan
hangig is.
De kamer besloot hierop de komst van den minister
'van buitenlandsche zaken af te wachten.