öuitmlaniX
De „rectificatie" der Fransche grenzen.
Spanje.
kogel, en brandde er op los. De kogel trof den heer Bernard
midden in het lichaam even boven de lendenenen
viel aan zijne voeten neder, zonder hem eenig letsel dan
een schok veroorzaakt te hebben. En toch was die schok
hevig genoeg; het spitse gedeelte van den kogel was plat
geslagen en droeg den indruk van de stof waartegen hij
te land was gekomen, zonder er doorheen te kunnen
dringen. De heer Bernard drong er op aan, dat men de
proefneming herhalen zou, maar alle aanwezigen waren
bang dat hem ten laatste een ongeluk zou overkomen en
waren bovendien voldoende overtuigd dat de uitvinding
van den heer Bernard op goede gronden steunt zóo
althans verhaalt de Nord.
Dezer dagen werd tusschen de Fransche dagbladen
le Constitutionnel en 1'Union eene polemiek gevoerd.
Naar aanleiding daarvan beloofde de hoofdredacteur van
le Constitutionnel honderd duizend franken voor de
armen, indien 1'Union hem kon aantoonen dat hij gedu
rende vijf jaren slechts eenmaal door den Moniteur was
tegengesproken. De redactie van 1'Union heeft thans
ecbter acht dagen geleden twee plaatsen in den Moniteur
aangewezen, waarbij dergelijke tegenspraak van le Con
stitutionnel te vinden is. De heer Henry de Riancey,
hoofdredacteur van 1'Union vraagt thans van den heer
Paulin Limayrac de beloofde honderd duizend franken.
Daar deze laatste tot nog toe in gebreke is gebleven
heeft de heer Riancey hem een brief geschreven, waarbij
„in het belang der armen" op de voldoening der som
wordt aangedrongen, onder bedreiging van anders eene
vordering tegen hem voor den rechter te zullen instellen.
In den ochtend van den 7den had weder in de nabij
heid van Londen een dier vreeselijke openbare vuistge
vechten plaats, waarbij de overwinnaar £400zou behalen.
De strijders waren de welbekende boksers James Mace
en Joseph Goss. Na ruim een half uur gestreden en
vuistslagen gewisseld te hebben, voldoende om een os te
vellen, was Goss, door bloedverlies verzwakt, genoodzaakt
den strijd op te geven. Mace gaf hem daarna de hand en
kuste bem op beide wangen, terwijl Goss van spijt in
tranen uitbarstte.
Jl. Dinsdag morgen heeft de kastelein der nieuwe
sociëteit, op de Ruïne te Leiden, D. J. Terburgh, zich
door een pistoolschot van het leven beroofd. Men zoekt
de aanleiding tot deze daad hierin, dat hij tegen het
einde dezer maand zijne betrekking verlaten moest en
hij er nog niet in geslaagd was eene andere te vinden.
Eergisteren isteMaastrichtbrand ontstaan in dege-
vangenis, welke zich heeft medegedeeld aan het paleis
van justitie en de kaserne der marechattssée. De boven
verdiepingen van deze gebouwen zijn bijna geheel uit
gebrand, en het oud archief, alsmede de papieren van het
parket van den procureur-generaal zijn voor een deel
vernield. De oorzaak van den brand is nog onbekend.
De bekende Spaansche balling Manuël Matamoros
is op 31 Juli 11. te Lausanne overleden, waar hij eene
school tot opleiding van evangelisten voor Spanje had
opgericht.
Dinsdag morgen had te Stafford de executie plaats
van William Collier, die schuldig was bevonden, een jong
mensch van het leven te hebben beroofd. Nadat de ver
schrikkelijke formaliteiten op het schavot waren ten
uitvoer gebracht, liet de beul het luik onder de voeten
van den ongelukkige wegvallen. Uet touw, dat voor strop
diende, bleek echter niet bestand te zijn tegen de zwaarte
van het lichaam en de kracht van den val; het brak, zoo
dat de veroordeelde op den grond terecht kwam. De beul
haastte zich het schavot af te klimmen, om Collier
op nieuw naar boven te geleiden en hem ten tweeden
male op te hangen. Hij vond den ongelukkige met de
witte kap over het hoofd, gebeden prevelende, niet
wetende wat met hem gebeurd was. Middelerwijl was
een nieuw touw aan de galg bevestigd en werd daarna
spoedig de executie volbracht.
Algemeen overzicht.
Heden morgen te 4 uren is de wapenschorsing tus
schen Oostenrijk en Italië geëindigd, zoodat de oorlogs
toestand thans weder is hersteld, tenzij het verdrag tot
wapenstilstand gisteren mocht zijn geteekend. Dat daar
voor zeer veel waarschijnlijkheid bestaat, bleek reeds uit
een gisteren medegedeeld telegram. Vóór het afdrukken
van dit nommer verwachten wij hieromtrent nog wel
eene mededeeling per telegraaf, welke onze lezers dan
onder „Laatste berichten" zullen aantreffen.
Met het oog op den toestand van het oogenblik en den
invloed, welken door Napoleon III op den loop der gebeur
tenissen kan worden uitgeoefend, vermelden wij het
bericht uit Parijs dat de keizer ziek is. Tengevolge van
een te Vichy genomen bad gedurende koel weder lijdt
Napoleon thans aan eene zware verkoudheid, vergezeld
van koorts, waarbij zich eenige cholerische verschijnselen
hebben vertoond. Ook heeft zich bij den keizer weder
podagra geopenbaard.
De Prov. Corr. te Berlijn geeft eenige nadere toelich
ting omtrent de zending van den generaal von Manteuflfel
naar het Russische hof. Volgens dit blad zou die gene
raal belast zijn met het geven van inlichtingen omtrent
de plannen van Pruisen in Duitschland, met het oog op
de familie-relatiën, welke tusschen verschillende Duit-
sche vorsten en het keizerlijk bof te St. Petersburg
bestaan. Genoemd blad spreekt daarbij tevens alle
geruchten tegen, omtrent eene vijandige houding van
Rusland tegenover Pruisen.
In Engeland gaat men steeds voort met het houden
van reform meetings. Woensdag heeft nog dergelijke
volksvergadering te Guildhal! plaats gehad, onder leiding
van den lord-mayor van Londen. Daarop werd een besluit
genomen, strekkende om aan te dringen op nog uit
gebreider hervorming van het kiesrecht dan in het
onlangs in het lagerhuis behandelde wetsontwerp werd
gegeven. De verschillende sprekers, die in deze meeting
het woord voerden, betoogden voorts de noodzakelijk
heid om het thans aan het bestuur zijnde tory-kabinet
niet te ondersteunen en door krachtige manifestatiën de
optreding der tory-partij aan het bestuur voor altijd
onmogelijk te maken.
Met de meeste belangstelling wordt uit een staat
kundig oogpunt de aanstaande encyclica van Pius IX
verwacht. Niet onwaarschijnlijk is het dat de regeering
te Rome daarbij een zeer gematigden toon zal voeren, daar
toch de toekomst door de laatste gebeurtenissen vrij
somber voor haar is geworden. De vernietiging van Oos-
tenrijk's macht, de treurige toestand van Spanjewaar
omtrent onze lezers in dit nommer weder eenige nadere
mededeelingen zullen aantreifen en het einde van den
bij de September-conventie bepaalden termijn in de
volgende maand, schijnen de pauselijke regeering drin
gend te moeten nopen om eene verzoening met Italië
voor te bereiden.
Reeds van het oogenblik dat de Oostenrijksche regee
ring, na den slag bij Sadowa, Venetië ter beschikking
stelde van Napoleon III en voorts zijne mediatie inriep
in haar conflict met Pruisen, rees bij velen het vermoeden,
dat de Fransche keizer deze gelegenheid zou aangrijpen
om de grenzen van zijn gebied weder uit te breiden.
Dit vermoeden werd gedurende de laatste weken door
geruchten van verschillenden aard gerechtvaardigd.
Ofschoon deofficieuse Fransche regeeringsorganen hulde
brachten a m Napoleon's „belangeloosheid", ofschoon
enkele dier dagbladen zelfs op indirecte wijze de ge
ruchten eener vergrooting van Frankrijk tegenspraken,
werden, vooial gedurende de laatste dagen, die geruchten
van te veel verschillende zijden bevestigd, dan dat men
langer kon twijfelen aan de juistheid van het feit, dat er
wederom aan geene belangeloosheid van Napoleon III te
denken viel. Ook de troonrede van koning Wilhelm
van Pruisen bevestigde die geruchten in zekeren zin.
Ware toch Frankrijk zoo geheel belangeloos bij de vredes
onderhandelingen opgetreden, dan bad dit stuk zeer
zeker eene dankbetuiging bevat voor Napoleon's goede
diensten.
De groote vraag is echter thans, waarin de „rectificatie"
of „afronding" der Fransche grenzen zal bestaan. Som
mige dagbladen spreken van eene inlijving van het
groothertogdom Luxemburg bij Frankrijk. Andere dag
bladen gewagen van eene inlijving van Philippeville,
Mariënburg en Bouillon, waarvoor België Luxemburg
zou ontvangen en een gedeelte van Limburg. De groot
hertog van Luxemburg zou, volgens deze combinatie,
schadeloos gesteld worden met een gedeelte van Olden-
burg en van Hannover. In dit laatste geval zou de quaestie
in de Nederlandsche tweede kamer moeten behandeld
worden, daar Limburg eene Nederlandsche provincie is
en de grenzen van den staat, volgens de Nederlandsche
grondwet, alleen bij eene wet kunnen worden veranderd.
Bovendien kan de koning van Nederland geene vreemde
kroon dragen dan die van Luxemburg.
Een te Parijs iu omloop zijnd gerucht wil dat op
15 Augustus de Moniteur aan de Fransche natie omtrent
het rectificatie-vraagstuk nadere inlichting zal geven.
Eene depêche van Reuter's agentschap beweert
dat Napoleon de herstelling der grenzen van 1814 ver
langt, als noodzakelijk ten gevolge van Duitschland's
reorganisatie.
Berlijn. Vrijdag. De ambassadeur van het Fransche
hof bij onze regeering, de heer Benedetti, is naar Parijs
vertrokken. De geruchten omtrent de eischen van
Frankrijk tot uitbreiding der Rijngrenzen veroorzaken
hier eene hevige spanning.
Parijs. Vrijdag. De door keizer Napoleon in eene
depêche aan de regeering te Berlijn verlangde vergoe
ding van grondgebied voor Pruisen's machtsvergrooting
heeft alleen betrekking op Duitscbe gewesten en
niet op Belgisch of Luxemburgsch grondgebied.
De Spaansche geschiedenis van den dag is in den laat-
sten tijd, terwijl de oorlog in Duitschland aller aandacht
bezig hield, geheel en al op den achtergrond getreden.
Om onze lezers thans echter een blik te doen werpen op
het bestuur van het ministerie Narvaez, willen wij de
volgende mededeeling uit Barcelona aan het dagblad
le Temps overnemen, alvorens misschien reeds spoedig
ook het tegenwoordig kabinet zijn politiek leven zal
hebben geëindigd. Aan le Temps dan wordt uit Barcelona
van 6 Augustus eene mededeeling gedaan, welke wij
aldus resumeeren
Nauwelijks had de hertog van Valentia de erfenis van
den hertog van Tetuan aanvaard, of hij haastte zich om
eene geheele en volledige amnestie uit te vaardigen voor
allen, die direct of indirect hadden deel genomen aan de
beide pronunciamientos van dit jaar. Alleen eenige voor
name leiders, die reeds door eene militaire rechtbank
waren ter dood veroordeeld, werden van deze amnestie
uitgesloten.
Deze daad van genade, na de Juni execnticn, op een
oogenblik dat elk meende dat deze door nog bloediger
executiën zonden worden gevolgd, verschafte aan den
minister Narvaez eene ovatie, waaraan hij verre van ge
woon is. De bevolking der voorsteden illumineerde, en
Spanje haalde vrijer adem. Tusschen O'Donnell „den
liberaal" en Narvaez „den gematigden behoudsman"
gaf men de voorkeur aan den laatsten, omdat men een
afschuw van al dat bloedvergieten had.
Welnu, die amnestie schijnt eenvoudig eene schorsing
van executie te zijn geweest, welke heden eindigt. Dezen
morgen toch te acht uren is men weder begonnen met
executeeren voor feiten, welke nu reeds drie maanden
geleden waren geschied, en door elkeen als vergeten en
vergeven werden beschouwd.
Voor de citadel hier te Barcelona zijn twee officieren
ter dood gebracht: Don Joaquin Mas, luitenant der
Lusitanische lansiers, beschuldigd en overtuigd van met
den generaal Prim deel te hebben genomen aan de^ira-
nunciamiento van Januari. Naar Portugal uitgeweken was
hij nu drie maanden geleden in Spanje teruggekomen en
herkend en verraden door een zijner bekenden. De
andere, don Pascual Ventura, de vroegere secretaris van
den generaal Prim, is het slachtoffer geworden van het
systeem van aanbrenging, thans bij het leger zeer in
zwang. Door een onderofficier beschuldigd van hem te
willen omkoopen, werd hij veroordeeld. Ieder soldaat,
die thans eene samenzweering kan aanwijzen, krijgt een
rang en eene premie, of wordt geheel en al van den dienst
vrijgesteld. Nog niet lang geleden is een sergeant op
deze wijze officier geworden. Hij heeft echter niet lang
de epauletten gedragen, want op den vierden dag na
zijne bevordering werd hij op zeer geheimzinnige wijze
vermoord.
Onder het stelsel van willekeur, waaronder Spanjo
thans leeft, kan men zich gemakkelijk een denkbeeld
maken van den toestand der drukpers. Zelfs de verine-
telsten zwijgen, want een dagblad wordt opgeheven,
zonder dat de autoriteiten zich verwaardigen om de
minste reden daarvan te geven.
„Mijnheer de redacteur enz. Op bevel van den heer
kapitein generaal zult gij van heden af hebben op te
honden met het uitgeven van uw dagblad."
Ziedaar de gewone formule, door de tegenwoordige
regeering bij dergelijke gelegenheid gebezigd. Het alge
meen vertrouwen wordt intussehen geheel en al ver
nietigd. De kapitalen gaan naar het buitenland en de
gegoede familiën zenden hun fortuin naar den vreemde,
omdat men eene algemeene revolutie verwacht; te
Madrid, Barcelona, Valentia, Sevilla en andere groote
steden staan een aantal van de fraaiste huizen geheel
en al ledig.
Eene bevestiging van bovenstaande mededeeling vin
den wij in eene beschouwing van den tegen woord igen
toestand van Spanje, uit Madrid aan l'Europc van
Frankfort toegezonden. „Zonder twijfel, lezen wij ook
daarin, gaan wij in Spanje eene ontzaglijke revolutie
te gemoet en terwijl men dit bet minst verwacht, zal do
generaal Prim zich weder op het een of ander punt van
het schiereiland vertoonen. Moge de regeering der
koningin nog*;bij tijdas tot liberale concessiën overgaan.
Allee«^»tri?diMW|r piogressistisehe partij aan het
bestaSr^kaftiét land .nog redden van eene omwenteling,
welk» dê^iWfet^der j^urbons in Europa van dèn troon
zou dpen"stOr?eu^v.