Europeesche verwikkelingen. Laatste berichten. echter natuurlijk geheel en al te leur en roept, reeds daardoor met verontwaardiging vervuld, uit: „Welke ernstige verwijtingen zou de regeering zich niet berok kenen, als zij, na over den vijand in het binnenland zoo wel als in het buitenland te hebben gezegevierd, de rechten der koninklijke souvereiniteit ging te» offer brengen aan een machteloos parlementarisme." Zoo ver valt dan ook het voorwendsel van zoovele leden der liberale partij in Pruisen, die hun afval en overgang tot het kamp van von Bismark trachten te verdedigen door de bewering dat zij thans van het met krijgslauweren getooid ministerie concessiën verwachten. Waar de Pruisische aristocratie reeds vroeger door hare organen verklaarde dat zij hare „rechten" zelfs tegenover barrica den des noods zou weten te verdedigen, is het dan ook zeer natuurlijk dat zij thans, na de liberale partij volgens hare meening vernietigd te hebben, van geene concessiën wil booren. Het is slechts haar doel om zoo veel mogelijk partij te trekken van de thans in Dnitsch- land aangebroken gouden eeuw voor aristocratie cn feodaliteit. Terwijl er eene wapenschorsing tusschen Pruisen en Oostenrijk is gesloten, duren de vijandelijkheden tusschen de Pruisische troepen en het bondsleger voort. Het Prui sische Mein-leger rukt steeds zuidwaarts en kan door zijne verrichte krijgsoperatiën de Beiersche troepen, bij Wurzburg gekampeerd, tot den terugtocht dwingen. Een ander Pruisisch legerkorps rukt in de richting van Bonn voort, waardoor de Wurtembergsche troepen, welke zich te Amorbach bevinden, gevaar loopen om zich hunne linie van retraite op Stuttgart te zien afsnijden. De treurige oorlogsrampen welke Europa treffen, hebben tengevolge dat men slechts eene geringe aandacht wijdt aan het reusachtig werk des vredes, hetwelk men reeds sedert eenige dagen tot stand tracht te brengen wij bedoelen de telegrafische verbinding tusschen Europa en Amerika. The Great Eastern is thans het gevaarlijkste punt van zijn weg, alwaar verleden jaar de kabel brak, gepasseerd. Een telegram uit Londen meldt dat dit vaartuig gisteren morgen te Trenity-baai is bin- nengeloopen en dat de aansluiting van den kabel aan den Amerikaanschen grond waarschijnlijk eenige uren later zou zijn tot stand gebracht. Ileidelberg 25 Juli. Er heeft zich eenige dagen geleden een vreemde zaak voorgedaan, waarover ik met opzet, hoeveel piqnants er ook door aan het licht is gekomen, niet gesproken heb, omdat ik aan de Pruisische dagbladen den tijd wilde gunnen om het bericht te wêerspreken. Nu zij echter het stilzwijgen blijven bewaren, vind ik mij tot spreken volkomen gerechtigd. De Oostenrijkers hebben een recht buitenkansje gehad. Een detachement huzaren door den eersten luitenant- Herberstein aangevoerd, heeft zich vnu de papieren.van den heer von Wel!, correspondent der officieuse couran ten in het Pruisische legerkamp, meester gemaakt. Daaronder bevond zich een brief van den luitenant- generaal von Blumenthal, chef van het etat major van den kroonprins. Die brief is dadelijk openbaar gemaakt, en ik kan uit dit curieuse stuk u dus gerust een paar der merkwaardigste passages mcdedeelen. „Trübau in Moravië, den 10 Juli. Het schijnt dat wij een soort van wapenstilstand hebben en ik maak daar gebruik van, om u eens te schrijven. „Wij vervolgen den vijand zoo snel als wij kunnen, maar hij verhaast er slechts zijn vlucht door. Als ge'top de kaart naziet, zult ge u kunnen overtuigen dat wij maar vijf of zes mijlen meer van Olmiitz verwijderd zijn. „De Saksen zijn gisteren Triiban doorgetrokken. Mijn vriend de kroonprins van Saksen sliep in hetzelfde bed, waar ik plan heb mij dezen nacht heerlijk in uit te strekken. Het hindert mij echterdat men mij geen schoon linnen geven wil. „De koning is niet ver van hier; hij isteZwittau, waar hij zeker reeds dezenofgenenOostenrijkschen ministerbij zich heeft, die het er op toelegt hem in zijn net te krijgen. Nochtans hoop ik dat hij zich ditmaal goed zal houden en aan hunne leugens het oor niet leenen. „Tot nu toe is de veldtocht voor mij zeer gelukkig geweest, men richt zich in alles naar mijn zin. Ik maak mij aan geen te groote pretentie schuldig, wanneer ik beweer dat ik het leidend beginsel der operatiën ben, niet alleen hier maar ook bij den generaal Moltke, die geheel en al de man is dien ik mij voorgesteld heb. Hij is een denker, maar heeft geenerlei begrip van het prac- tische leven, noch van de beweging der troepen. Ik heb zoo veel mogelijk mijn best gedaan om hem dikwijls te ontmoeten, en hij was alles behalve in zijn schik toen ik I hem zeide dat zijne bevelen onuitvoerbaar wareu; doch niettemin wijzigde hij telkens zijne beschikkingen over eenkomstig mijne aanwijzingen. „Wij maakten heden een langen marsch van ongeveer twintig Engelsche mijlen, waarbij de prins echter de beleefdheid had mij zijn rijtuig aan te bieden. Het weder was zeer ongunstig en wij verloren veel paarden, o. a. twee prachtige rossen, die den prins toebehoorden. Zij aten gerst in plaats van haver; de mijne, die niet wilden eten, hebben zich goed gehouden. „De prins is zeer gezond, in een best humeur en jegens mij allervoorkomendst. Welk een verschil met Fr. K. (Frederik Karei)! 'tls echter jammer dat hij niet beter op zijn tijd past en men uren achtereen naar hem wachten moet. Steinmetz is een uitmuntend generaal, maar van de overigen zijn er weinig die den naam van generaal verdienen, 't Zij verre dat de dagbladen betrekkelijk onze veldslagen de geheele waarheid hebben gemeld. De troepen van prins Frederik Karei hebben gedurende acht uren als leeuwen gevochten, maar toch was de slag biina als verloren beschouwd, toen ik met het leger van den kroonprins aanrukte. De vijand werd uit de eene positie na de andere verdreven, totdat hij tot een overijlde vlucht genoodzaakt werd. Indien Herwarth even goed als wij zijn positie begrepen had; indien hij, in plaats van dadelijk prins Frederik Karei ter hulp te snellen, het leger van Benedek in den flank en den rug had aangevallen, zou het geheele Oostenrijksche leger vernietigd of krijgsgevan gen gemaakt zijn. Dikwijls heb ik die manoeuvre zelf beproefd, voornamelijk met den prins van Coburg in 1855, en steeds heb ik den slag gewonnen. Velen beschouwen mij als de ziel van den oorlog, en hoe vleiend dit ook voor mij moge wezen, zoo ontveins ik mij niet dat het weldra zal vergeten worden. Dit is mij echter onver schillig, zoo wij slechts overwinnaars blij venMen komt mij storen en ik ben dus verplicht mijn brief te sluiten. Tot een volgende keer dus!" Deze brief heeft iets zoo piquants dat ik in den beginne twijfelde of hij wel echt zijn zou. Wat al jaloezie: Moltke jaloerseh op het naaldgeweer; Blumenthal jaloersch op Moltke! Ik heb ook nog een stuk van een geheel anderen aard tijdelijk in bezit gekregen. Het is een openlijke huide en dankbetuiging van den heer von Burow, chef der geneeskundige dienst van het Pruisische leger aan den Mein, tot de voorname dames van Kissingen gericht. „Duizend gewonden, zegt hij, zoowel Pruisen als Beier- schen, waren te Kissingen en in de nabij liggende plaat sen gelegerd. „De badinrichting heeft hen met eene bewonderens waardige welwillendheid bijstand verleend. Zij heeft haar linnengoed, hare bedden, tot zelfs haar voedsel afgestaan om het lot der ongelukkige soldaten te lenigen. Dames en jonge meisjes van allerlei natiën wedijverden in hulp vaardigheid. Onderscheidene dames hebben gekwetsten bij zich aan huis doen brengen, om hen dag en nacht te kunnen verplegen. Vele dezer liefdadige dames verlang den onbekend te blijven, maar van de overigen is een lijst in onderscheidene dagbladen medegedeeld. En die openbaarmaking is voldoende. Zulke daden behoeft men niet te prijzen, het is genoeg ze te vermelden. Ik zal insgelijks handelen ten opzichte van het gebeurde te Frankfort, maar in omgekeerden zin, ik zal afkeuren noch veroordeelen, maar eenvoudig feiten vermelden. In de eerste plaats moet ik dan aanstippen dat van een bevolking van 80,000 zielen de betaling van 25 millioen florijnen te eischeu gelijk staat, alsof men van Amster dam 80 en van Botterdam 32 millioen gulden wilde vorderen, of, neen, eigenlijk is die verhouding nog niet de ware, daar de bevolking van Frankfort voor twee vijfden uit vreemdelingen bestaat, die men aan de schat ting niet kan doen bijdragen. Door zulk een afzetterij bedreigd, hebben de aanzien lijkste ingezetenen van Frankfort, met von Kotbscbild aan het hoofd, nadrukkelijk verklaard dat zij niet zouden betalen en dat zij allen vast besloten waren liever hunne betalingen te staken. De heer von Rothschild moet den generaal von Manteuffel onder het oog gebracht hebben, dat zulk een maatregel van zijne zijde de onmiddellijke ontbinding van de te Berlijn gevestigde gouvernements bank „Seehandlung" zou ten gevolge hebben. Voor dit verzet is de generaal wat terug gedeinsd en heeft hij den termij n tot Maandag avond zes uren verlengd. De groote Frankforter bankiers en vooral Karei Roth schild, hebben waarlijk aanspraak op de erkentelijkheid der bevolking. Hoewel zij het grootste gevaar liepen, hebben zij van krachtigen wil en moed het bewijs gegeven. Wij zijn thans in de gelegenheid een bijzonder soort van heldenmoed waar te nemen die der millionairs. Wij zijn getuige van een tegenstand van het geld, die nog vrij wat moeilijker te overwinnen isdandie der Oostenrij kers, daar hij reeds de verplaatsing van twee Pruisische generaals tengevolge heeft gehad. De generaal der infan terie Vogel von Falkenstein is naar Bohemen vertrokken en de generaal von Manteuffel is naar het leger van den Mein verplaatst. Daardoor is de generaal Roder thans met het voortzetten der onderhandelingen belast. De generaal Falkenstein had een groote fout begaan door den senaat, de vergadering der afgevaardigden en den raad der ölgen en der municipaliteit van Frankfort op te heffen. Zijn handelwijze heeft dan ook te Berlijn groote af keuring gevonden, want wie zijn de aansprakelijke personen wanneer alle bestuur geheel heeft opgehouden te bestaan? Alen is in de noodzakelijkheid geweest op dien maatregel terug te komen. Do drie lichamen zijn ad hoe bijeen geroepenmen heeft hen het ultimatum betrekkelijk de schatting voorgelegd, en deze is door elk der drie colleges met algemeene stemmen verworpen. Zal men nu in navolging van den keurvorst van Hessen de geldkoffers der bankiers openbreken? Dat is niet zeer waarschijnlijk. Men zou er niets vinden, ten ware alleen rente bewijzen, die van geenerlei nut zouden zijn. Een enkel bericht aan de Europeesche beurzen zou de verkoop er van beletten. Zal een compagnie Pruisische soldaten zich van den geldvoorraad der bank meester maken? Ook dit geloof ik niet, want zulk een daad zou de grootste moeilijkheden na zich slepen en een interventie uitlokken. Hoe dit ook zijn moge, men kan van dit oogenblik af verzekerd zijn dat Frankfort niet zal toegeven. Het geldt hier geen weigering tot het opbrengen van belasting, maar een verzet tegen de oorlogsschatting. En is het niet vreemd dat de heer von Rothschild, de koning der ban kiers, aan het soevereine volk de beste methode zal aan de hand doen, om op glansrijke wijze aan de onbillijke eischen eener regeering wederstand te bieden? De telegraaf heeft het gerucht overgebracht dat von Bismarck de regeering van het groothertogdom Baden zou gesommeerd hebben, om zich aan Pruisen te onderwerpen. Dit is echter niets dan een valsche tijding, te Carlsruhe in omloop gebracht om ten gunste van Pruisen op de vergadering van afgevaardigden te influenceeren. Men had die moeite echter kunnen sparen. De heer von der Pfordten heeft zich naar het Pruisisch legerkamp bij Nikolsburg begeven, om in naam derZuidelijkestaten over de vredespreliminairen te onderhandelen. Nicolsburg. Donderdag. Officieel wordt gemeld dat heden een wapenstilstand is gesloten voor onbepaalden tijd, met het recht aan elk der partijen om dezen even tueel op te zeggen. Berlijn. Donderdag. De opening der zittingen van den landdag is door den koning onbepaald uitgesteld Berlijn. Vrijdag. Te Altona is door den burge meester een adres aan den koning van Pruisen in omloop gebracht, waarbij wordt aangedrongen op inlijving bij Pruisen. Dergelijk adres is reeds uit verschillende steden van Oost-Friesland ontvangen, waarbij de inlijving van geheel Hannover bij Pruisen wordt verzocht. Berlijn. Vrijdag. Volgens de Zeidl. Corr. mag men het sluiten van den vrede tusschen de oorlogvoerende partijen thans spoedig tegemoet zien. Berlijn. Vrijdag avond. Uit Wurzburg is hier de tijding ontvangen dat het Beiersch hoofdkwartier op een vierde mijl ten zuiden dier stad is opgeslagen. Gisteren en heden zijn onze troepen herhaaldelijk met Beiersche troepen slaags geweest, waarbij de laatste groote verlie zen leden. Eergisteren heeft in de omstreken van Gerns- heim een gevecht plaats gehad tusschen de divisie Göbcn en de achtste divisie van het bondsleger, waarin de Pruisen de overwinning behaalden. Ook in een gevecht bij Ilelmstadt werden de Beiersche troepen teruggedreven. De Pruisische legerafdeelingen bevinden zich thans op ongeveer een mijl afstands ten zuiden van Wurzburg. Londen. Vrijdag. Gisteren avond is dq regeering in het lagerhuis geïnterpelleerd omtrent de aan Frank» fort door Pruisen opgelegde schatting. Lord Stanley antwoordde echter dat Engeland in deze quaestie niet tusschenbeide kon treden. Berlijn. Vrijdag avond. De Pruisische regeering heeft aan den koning van Nederland in zijne hoedanigheid van groothertog van Luxemburg bet ontwerp der bonds- hervorming medegedeeld. De Nederlandsche regeering heeft zich echter onbevoegd verklaard om van deze mede- deeling kennis te nemen, waaropdePruisischeregeering zich tot het ministerie van Luxemburg heeft gewend, hetwelk echter tot dusverre de kennisgeving van de Pruisische regeering niet heeft beantwoord. Londen. Vrijdag. De transatlantische kabel ia heden zonder'stoornis gelegd.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1866 | | pagina 3