OÜRANT.
N° 119.
Zondag
föinnmlattt».
1866.
29 Juli.
Editie van Zaterdag avond 8 uren.
KERMIS TE CORTCfESIE.
Bij raadsbesluit van heden is bepaald, dat, uithoofde
van de heerschende ziekte, de Kermis in deze gemeente
van 't jaar niet zal gehouden worden.
Cortgene, den 26 Juli 1866.
J. H. BIJBAU, burgemeester.
P. H. VAN LIS, secretaris.
Middelburg 28 Juli.
Men schrijft ons heden uit Vlissingen
„Sedert eenigen tijd heerscht het roodvonk zeer uitge
breid in deze gemeente. De meeste huisgezinnen hebben
kinderen die door deze ziekte zijn aangetast. Mocht de
volksmeening juist zijn, dat geen twee verschillende
epidemiën zich te gelijk in eene plaats vertoonen, dan
mogen wij ons met deze uitkomst geluk wenschen, daar
de ziekte tot hiertoe slechts in goedaardigen vorm
voorkomt, en in ieder geval minder te vreezen is dan de
verwoestende cholera."
De heer van Reenen, voorzitter van de tweede kamer
der staten-generaalheeft Donderdag aan het departe
ment van koloniën eene langdurige conferentie gehad
met den tijdelijken president van den ministerraad,
den heer Mijer. Ben en ander brengt men in verband
met de spoedige bijeenroeping van de tweede kamer
der staten-generaal.
In het Dagblad van Zuid-Holland en 's Gravenhage
leest men:
„Uit de residentie is aan de dagbladen bericht dat de
heer d'Espane, zaakgelastigde van H. M. de koningin van
Spanje bij het Nederlandsche hof, zou zijn teruggeroepen
en in de volgende maand reeds Holland zou verlaten.
Onze, van bevoegdezijde ontvangen, inlichtingen stellen
ons in staat dit bericht bepaald tegen te spreken. Wèl is
waar dat de heer Alvareda, laatstelijk Spaansch gezant
alhier, door de verandering van het ministerie in Spanje
zijn ontslag heeft genomen en dus niet meer hier zal
terugkeeren. Ook is tot op dit oogenblik zijn plaatsver
vanger nog niet benoemd, en is er zelfs sprake van, dat
met 't oog op voorgenomen bezuinigingen in Spanje, het
gezantschap in Nederland zal kunnen opgeheven en ver-
eenigd worden met dat van België. Officieel is echter
ook daarvan tot hiertoe bij de legatie niets bekend."
De Staatscourant van heden bevat het koninklijk
besluit van den 18 dezer, waarbij de mede in dat
nommer opgenomen gewijzigde statuten van het zede
lijk lichaam Het Nederlandsche opvoedingshuis, aange
nomen en vastgesteld in de algemeene vergadering van
26 Juni jl., worden goedgekeurd.
De Staatscourant deelt de volgende opgave omtrent
de cholera mede
Den 26 Juli zijn aangetast: te Amsterdam 16, over
leden 16; Leiden 2, overleden 1; 's Gravenhage 35,
overleden 17; Delft 1, overleden 0; Schiedam 2, over
leden 1; Rotterdam 13, overleden 6; Dordrecht 1,
overleden 1Gouda 1overleden 2; Utrecht 20, over
leden 16.
Den 25 dezer zijn aangetast: Haarlem 7, overleden 4;
Kampen 9, overleden 9; Meppel 3, overleden 2; Gro
ningen 13, overleden 9.
Van de aangetasten te 's Gravenhage woonden 22 te
Scheveningen, van de overledenen 10.
De Staatscourant van Dinsdag bevat opgaven betref
fende de cholera over de week van 8—14 Juli:
Noord-Brabant: aangetast 40, overleden 28.
Sedert het begin der ziekte aangetast 265, overleden 137.
Gelderland: aangetast 85, overleden 53. Sedert
het begin der ziekte aangetast 274, overleden 155.
Zuid-Holland: aangetast 827, overleden 494.
Sedert het begin der ziekte aangetast 7932, overleden
4735.
Noord-Holland: aangetast 147 (behalve te Amster
dam, waar geene opgave der aangetasten wordt gedaan),
overleden 174. Sedert het begin der ziekte aangetast
865, overleden 767.
Zeeland: aangetast 22, (waarvan 1 te Bruinisse,
14 te Sint-Annaland, 1 te Tholen en 6 te Wemeldinge,
waar de ziekte vermoedelijk door vreemde werklieden
gebracht is); overleden 11, (waarvan 8 te St.-Annaland
en 3 te Wemeldinge). Sedert het begin der ziekte
aangetast 35 (waarvan 1 te Breskens, 3 te Bruinisse,
22 te Sint-Annaland, 2 te Tholen, 1 te Vlissingen en
6 te Wemeldinge); overleden 23 (waarvan 1 te Breskens,
1 te Bruinisse, 16 te Sint-Annaland, 1 te Tholen, 1 te
Vlissingen en 3 te Wemeldinge).
Utrecht: aangetast 313, overleden 242. Sedert
het begin der ziekte aangetast 2720, overleden 1711
(waarvan 1176 te Utrecht).
Friesland: aangetast 80, overleden 50. Sedert
het begin der ziekte aangetast 222, overleden 140.
Overijsel: aangetast 115, overleden 80. Sedert
het begin der ziekte aangetast 457, overleden 259.
(waarvan 93 te Kampen).
Groningen: aangetast225,overleden 159. Sedert
het begin der ziekte aangetast 1234, overleden 689,
(waarvan 620 te Groningen).
Drenthe: aangetast 97, overleden 56. Sedert
het begin der ziekte aangetast 366, overleden 205,
(waarvan 143 te Meppel).
Limburg: aangetast 2, overleden 2. Sedert het
begin der ziekte aangetast 8, overleden 5.
algemeen totaal: aangetast 1953 (behalve te
Amsterdam), overleden 1349. Sedert het begin dei-
ziekte aangetast 14,378, overleden 8,826.
Recapitulatie:
In de week van
Aangetast
Overleden
29 April5 Mei.
305
159
6-12
222
120
13-19
191
118
20-26
27 Mei—2 Juni.
179
100
312
166
39 Juni.
1070
591
10-16
2295
1396
17-23
1737
1117
24-30
2500
1477
1-7 Juli.
3572
2119
8-14
1953
(behalve te Amst.)
1349
Benoemingen en besluiten.
onderwijs. Benoemd tot leeraar aan de rijks hoogere
burgerschool te Groningen, de heer C. F. Terppe, te
Magdeburg.
ministerieele depaktementen. Pensioen verleend,
wegens ouderdom en diensttijd, ten bedrage van f 4000
'sjaars, aan den heer H. A. VerniersvanderLoeff, hoofd
administrateur bij het departement van financiën.
koloniën. Benoemd tot resident voor den dienst der
Nederlandsche bezittingen ter kuste van Guinea: de
adsistent voor den dienst aldaar W. P. A. Ie Jeune en
mr. W. de Vries Schultze, advocaat te Groningen.
Kerknieuws.
Tot predikant bij de hervormde gemeente te Scher-
penzeel (classis Arnhem) is beroepen de heer Th. J. van
Stipriaan Luïscius, thans te Oosterland (classis Zierikzee).
In de Kerkelijke courant van heden is opgenomen
de „naamlijst van de candidaten tot den heiligen dienst
bij de Nederlandsche hervormde kerk op 1 Juli 1866."
Uit deze lijst blijkt dat
het aantal candidaten op dat tijdstip 76 bedroeg,
waarvan 8 bij het provinciaal kerkbestuur van Zeeland,
t. w. de heeren E. J. J. Berns, G. H. Blanken, G. de
Bruijne, A. ten Have, J. Heenk, dr. P. de Jong, int. leg.
Warn. te Leiden, J. W. Margadant en J. J. Meinsma,
leeraar in de taal-, land- en volkenkunde van Neder-
landsch Indië, te Delft;
gedurende het eerste halfjaar zijn bevestigd 24 candi-
daten, waaronder in deze provincie de heer N. J. Telders,
te Renesse;
beroepen zijn 17 candidaten, waaronder in deze pro
vincie de heer C. W. Schoorel, te :s Heer-Abtskerke.
Door den kerkeraad der Ned. lierv. gemeente te
Groningen, is den 25 dezer ter vervulling der vacature,
ontstaan door het overlijden van dr. W. H. Krijt en voort
durende door het bedanken van den heer Bervoets, het
navolgend alphabetisch gestelde zes- en drietal van pre
dikanten opgemaakt: zestal, de heeren Adriani, te Oud-
Loosdrecht; Creutzberg, te Vaassen; dr.de Geer, te
DoesborghHoog, te Haarlem; Koningsberger,te Hazers-
woude, en Nonhebei, te Middelburg.
Drietal, de heeren Creut zberg, de Geer en Koningsberger.
Ten gevolge van het bedanken van den heer
W. R. Poolman, te Leeuwarden, voor het op hem uitge
bracht beroep tot predikant bij de evangelisch luthersche
gemeente te Leiden, is thans aldaar beroepen de heer
A. M. L. Rümke, te Monnikkendam.
Onderwijs.
Door burgemeester en wethouders van Schiedam zijn,
op voordracht der plaatselijke schoolcommissie, eenige
wijzigingen gebracht in de schooluren en zulks inzon
derheid met het oog op den gezondheidstoestand der
jeugd. De schooltijd is ingekort en den meesters aan
bevolen te raidden van den schooltijd den kinderen
gelegenheid te geven zich voor een twintigtal minuten
in den tuin of op de open plaats, welke zich bij de scholen
bevindt, te ontspannen.
Marine en leger.
De minister van oorlog heeft de bevelhebbers in de
militaire afdeelingen gemachtigd om, wanneer door ver-
eenigingen, die zich ten doel stellen om door vrijwillige
oefening in den wapenhandel zich voor te bereiden
het vaderland in tijden van gevaar te dienen, bij hen
ondersteuning of medewerking wordt gevraagd, deze als
dan te verleenen, met inachtneming van het volgende
1. dat in infanterie-garnizoensplaatsen, van de geweren,
bestemd voor het recruten-onderwijs, des verlangd eenige
zullen worden afgezonderd voor het eerste onderricht in
de behandeling van hetgeweer; 2.datdit onderricht door
daartoe te bestemmen militairo onderwijzers zal worden
gegeven; 3.dat de bedoelde geweren na elke oefening
behoorlijk zullen worden ingenomen; 4. dat bij het onder
wijs zoowel als bij het uitreiken en innemender geweren
van de zijde der militairen met de meeste welwillendheid
en voorkomendheid worde te werk gegaan5. dat de
leden der vereeniging niet langer dan volstrekt noodig
met zoogenaamde exercitiën worden bezig gehouden en
dat zij dan ook zoodra mogelijk tot het schijfschieten,
de hoofdzaak waarop voornamelijk alles neêrkomt,
overgaan; 6. dat zoodra de oefeningen in het schijfschie
ten aanvangen, tot dat einde een tiental getrokken ge
weren ter beschikking van de vereenigingknnnen worden
gesteld7. dat ook deze geweren onder toezicht der
militaire autoriteit blij ven, terwijl het aanschaffen van do
munitie geheel voor rekening van de vereeniging moet
komen8. dat de voorbereidende oefening tot het schie
ten en het schieten zelf, met de meeste zorg zal moeten
worden geregeld; en eindelijk 9. dat alles zal moeten
worden aangewend wat strekken kan, om den lust voor
die oefeningen aan te kweeken en levendig te houden.
In plaatsen, waar geen infanterie garnizoen aanwezig
is, kan een geschikt onder-officier of ander persoon, voor
zien van de noodige geweren, derwaarts worden gedeta
cheerd om de oefeningen te leiden. De uitgaven, daaraan
verbonden, zullen echter voor rekening der vereenigingen
moeten komen.
Rechtszaken.
Johannes Philippus de Bont, oud 57 jaren, smid, en
Johannes Frederik de Kaart jr., oud 22 jaren, kantoor
bediende, beide wonende te Vlissingen, thans alhier
gedetineerd, stonden heden voor het provinciaal ge
rechtshof in Zeeland terecht, beschuldigd van het afleggen
van valsche getuigenis in een boetstraffelijk geding ten
voordeele van een beklaagde.
Het hof heeft hen beide schuldig verklaard aan het