O U R A N T.
N° 111.
Zondag
1866.
15 Juli.
Editie van Zaterdag avond 8 uren.
middelburg 15 Juli.
In de vergadering van den gemeenteraad te Krabben-
dijke is Woensdag ontslag uit hunne betrekkingen aan
geboden door de keeren G. van Doorn, L. J. Eijbaard en
D. Blok, de eerste wethouder en allen leden van den raad.
Tevens verzocht de heer wethouder W. van Liere, als
zoodanig zijn ontslag. Goesclie cour.)
Ter vervanging van den heer J. Janse Mol, als lid van
den gemeenteraad te Ondelande, op verzoek eervol ont
slagen, is als zoodanig benoemd met 9 van de 16 uitge
brachte stemmen, de heer A. Westveer, en ter vervanging
van den heer A. van Liere, metterwoon naar elders
vertrokken, mede met 9 van de 16 uitgebrachte stemmen,
de heer M. Dregge. De gemeente telt 36 kiezers.
Goesche cour.)
Bij beschikking van den minister van koloniën,gisteren
genomen, zijn de gewezen kweekelingen der voormalige
Koninklijke akademie te Delft G. P. A. Renoud en
J. H. Cordes gesteld ter beschikking van den gouver
neur-generaal van Nederlandsch Indië, om te worden
benoemd tot adspirant-ingenieur bij het mijnwezen daar
te lande.
De geneeskundige school te Rotterdam, is opgeheven;
de Nieuwe Rotterdamsche courant meldt daaromtrent
het volgende
„De gemeenteraad alhier is in de zitting van Donder
dag tot een definitief besluit gekomen ten aanzien der
geneeskundige school. Gelijk men weet, heeft de com
missie van bestuur over die instelling zich onlangs tot
den raad gewend, en daarbij overgelegd de berekening
der kosten tot de vereischte reorganisatie der inrichting,
waarbij deze gesplitst zou worden in eene voorbereidende
en eene practische school. Naar aanleiding eener offi-
cieuse toezegging van den toenmaligen minister van
binnenlandsche zaken, meende de commissie destijds te
mogen rekenen op eene jaarlijksche subsidie van rijks
wege ten behoeve der eene afdeeling, ten bedrage van
ƒ10,000, terwijl zij voor de andere afdeeling hoopte op
eene subsidie van ƒ5000 van wege de provincie. De raad
was evenwel van oordeel dat er dan voor de nog overige
kosten, ten bedrage van 17,000,eene te groote opoffering
van de zijde der gemeente werd vereischt, daar toch de
school eigenlijk niet als eene gemeentelijke instelling
kon beschouwd worden, terwijl zij bovendien wel door
een aantal leerlingen uit andere plaatsen, maar natuurlijk
door een veel minder aantal Rotterdamsche jongelieden
bezocht werd. Ofschoon men hier dus gaarne eene in
stelling zou willen behouden, die onze stad sedert ruim
dertig jaren ten sieraad had gestrekt, meende men toch
op deze en andere gronden aan de gemeente daartoe niet
zulk een zwaren last te mogen opleggen. Naar aanleiding
daarvan werd toen aan Burgemeester en Wethouders op
gedragen om dienaangaande met het rijk en de provincie
in nadere onderhandeling te treden en wel, gelijk
toen in het besluit werd uitgedrukt: „in het belang der
practische genees- en natuurkundige scholen." In de
Donderdag gehouden zitting heeft dat collegie den uit
slag dezer poging medegedeeld. Daaruit bleek, dat bur
gemeester en wethouders, in het belang der gemeente
hadden gemeend,bij het rijk om eene subsidie van ƒ20,000
en bij de provincie om eene van ƒ10,000 te moeten vra
gen. De minister van binnenlandsche zaken, wiens voor
ganger reeds uitzicht op eene jaarlijksche bijdrage van
ƒ10,000 had gegeven, heeft daarop geantwoord, dat hij
wel bereid was tot eene toelage, doch niet hooger dan
ƒ7000 'sjaars, en dan nog wel onder voorwaarde dat de
gemeente zelve zou voorzien in de lokalen, hulpmiddelen
en verdere kosten. Die subsidie zou dan alleen strekkeu
ten behoeve der eerste of practische school, want wat de
andere of voorbereidende afdeeling betrof, daartegen had
hij wel geen bezwaar, maar de regeering zou niet ge
neigd zijn om die uit 'srijks kas daarbij te ondersteunen.
Wat de onderhandelingen met de provincie betreft, deze
hadden ook al geen gunstig resultaat opgeleverd, daar
gedeputeerde staten hunne subsidie (bij de aanvraag
slechts op de helft van het bedrag uit 'srijks kas bere
kend) afhankelijk wilden stellen van het antwoord des
ministers en dus vooraf wilden weten niet alleen wat het
rijk, maar ook bepaaldelijk wat de gemeente zou doen.
Hun antwoord strekte hierbij meer speciaal tot het vragen
om nadere inlichtingen. De commissie van bestuur ont
veinsde zich niet, dat zij zich door dien afloop teleurge
steld gevoelde, te meer wat de rijks-subsidie betreft
omdat toch voor eene andere dergelijke instelling te
Amsterdam eene toelage van ƒ12,000 was verleend. Even
zeer bevreemdde haar het antwoord van gedeputeerde
staten, doch in allen gevalle moest zij toestemmen dat
het niet doenlijk was de gemeente met nagenoeg al de
kosten der inrichting te bezwaren. Op grond van dit een
en ander hebben burgemeester en wethouders gemeend
den raad te moeten adviseeren tot opheffing der genees
kundige school, door daaraan geeno gelden meer te
verstrekken. Geen der raadsleden hieromtrent het woord
of eene stemming bij hoofdelijke omvraag verlangende,
werd dienovereenkomstig bij acclamatie besloten."
De Staatscourant deelt de volgende opgave omtrent
de cholera mede
Den 12 dezer zijn aangetast: te Amsterdam onbekend,
overleden 11; Leiden 1, overleden 4; 's Gravenhage 10,
overleden 6; Delft 1, overleden 1; Schiedam 4, over
leden 4; Rotterdam 11, overleden 7; Dordrecht 5, over
leden 2; Utrecht 22, overleden 24.
Den 11 dezer zijn aangetast: te Haarlem onbekend,
overleden 4; Kampen 1, overleden 1; Meppel 14, over
leden 5; Groningen 17, overleden 18.
Van de aangetasten te 's Gravenhage woonden 4 te
Scbeveningen, van de overledenen 1.
Te Gouda is de ziekte geweken.
In de Staatscourant van Dinsdag zijn opgenomen opga
ven betreffende de cholera over de week van 2430Juni jl.
Noord-Brabant: aangetast 53, overleden 28.
Sedert het begin der ziekte aangetast 163, overleden 85.
Gelderland: aangetast 37 (waarvan 6 te Arnhem,
6 te Zaltbommel, 5 te Ammerzoden en 4 te Nijmegen),
overleden 25 (waarvan 4 te Arnhem, 4 te Nijmegen, 3 te
Zaltbommel en 3 te Ammerzoden). Sedert het begin
der ziekte aangetast 105, overleden 66.
Zuid-Holland: aangetast 1074, (waarvan 118 te
's Gravenhage, 107 te Rotterdam, 75 te Leiden, 63 te
Dordrecht, 44 te Katwijk, 43 te Schiedam, 41 te Gorin-
chem, 35 te Zegwaard, 29 te Delft, 29 te Gouda, 29 te
Kralingen, 28 te Benthuizen, 25 te Oud-Beierland, 24 te
Zoetcrmeer, 22 te Rhijnsburg, 19 te Woerden, 19 te
Schoonhoven, 18 te Giesendam, 17 te Vlaardingen, 14 te
Middelharnis, 13 te Sliedrecht, 11 te Zoeterwonde, 11 te
Bodegraven, 11 te Leimniden, 10 te den Bommel, 9 te
Brielle, 9 te Hazerswoude en de overigen in 69 ver
schillendeplaatsen); overleden 637 (waarvan 73 te 's Gra
venhage, 77 te Rotterdam, 62 te Leiden, 30 te Dordrecht,
17 te Katwijk, 32 te Schiedam, 23 te Gorinchem, 19 te
Zegwaard, 22 te Delft, 14 te Gouda, 10 te Kralingen,
12 te Benthuizen, 17 te Oud-Beierland, 19 te Zoetermeer,
10 te Rhijnsburg, 11 te Woerden, 6 te Schoonhoven,
12 te Giesendam, 12 te Vlaardingen, 8 te Middelharnis,
8 te Sliedrecht, 7 te Zoeterwoude, 4 te Bodegraven,
4 te Leimniden, 4 te den Bommel, 6 te Brielle, 6 te
Hazerswoude en de overigen in 56 verschillende
plaatsen). - Sedert het begin der ziekte aangetast 5792,
overleden 3489.
Noord-Holland: aangetast 251 (waarvan 57 te
Amsterdam, 62 te Haarlem, 16 te Haarlemmermeer, 16
te Buiksloot, 16 te Weesp, 12 te Spaarndam, 10 te Nieu-
wer-Amstel en de overigen in 16 verschillende plaatsen);
overleden 142 (waarvan 40 te Amsterdam, 35 te Haarlem,
13 te Haarlemmermeer, 6 te Buiksloot, 6 te Uithoorn,
8 te Weesp, 4 te Spaarndam, 5 te Nieuwer-Amstel en de
overigen in 13 verschillende plaatsen). Sedert het
begin der ziekte aangetast 520, overleden 318.
Zeeland: aangetastö (waarvan 4 te Sint-Annaland
en 2 te Bruinisse, onder welke laatste een schipper uit
Middelburg, die uit Holland te Bruinisse gekomen was);
overleden 4 (waarvan 3 te Sint Annaland en 1 te Brui
nisse).Sedert het begin der ziekte aangetast 8, over
leden 6 (te Sint-Annaland Bruinisse en Tholen).
Utrecht: aangetast 563, (waarvan 363 te Utrecht)
overleden 387 (waarvan 264 te Utrecht). Sedert het
begin der ziekte aangetast 1742, (waarvan 1190 te
Utrecht)overleden 1067 (waarvan 761 te Utrecht).
Friesland: aangetast 23 (waarvan 5 te Dokkum,
5 teLemsterland en de overigen in 9 verschillende plaat
sen); overleden 19 (waarvan 4 te Dokkum, 5 te Lemster-
land en de overigen in 8 verschillende plaatsen).
Sedert het begin der ziekte aangetast 39, overleden 29.
Overijsel: aangetast 109 (waarvan 55 te Kampen,
14 te Zwartsluis, 14 te Giethoorn en de overigen in 9
verschillende plaatsen)overleden 50, (waarvan 20 te
Kampen, 11 te Zwartsluis, 6 te Giethoorn en de overigen
in 8 verschillende plaatsen). Sedert het begin der
ziekte aangetast 129, overleden 64.
Groningen: aangetast 294 (waarvan 275 te Gronin
gen); overleden 135 (waarvan 157 teGroningen). -Sedert
het begin der ziekte aangetast 338 (waarvan 310 te
Groningen); overleden 157, (waarvan 142 teGroningen).
Drenthe: aangetast 90 (waarvan 74 te Meppel),
overleden 50 (waarvan 39 te Meppel). Sedert het
begin der ziekte aangetast 111 (waarvan 83 te Meppel);
overleden 62 (waarvan 45 te Meppel).
algemeen totaal aangetast 2500, overleden 1447.
Sedert het begin der ziekte aangetast 8947, overleden
5343.
Recapitulatie:
In de week van
Aangetast
Overleden
29 April—5 Mei.
305
159
6-12
222
120
13-19
191
118
20-26
179
100
27 Mei2 Juni.
312
166
39 Juni.
1070
591
10-16
2295
1396
17-23
1737
1117
24-30
2500
1477
Benoemingen en besluiten.
belastingen enz. Benoemd tot ontvanger der directe
belastingen en accijnsen te Willemsoord c. a. de heer
P. Bouwens, thans indezelfde betrekking te Sommelsdijk-
Onderwijs.
Ten gevolge van het examen, gedurende deze week van
de leerlingen der hier gevestigde rijks hoogere burger
school afgenomen, zijn 2 leerlingen van de 4e tot de 5e kl.,
6 van de 3e tot de 4e, 10 van de 2e tot de 3e en 11 van
de le tot de 2e klasse toegelaten.
Het gezamenlijk aantal leerlingen bij het eindigen van
dezen cursus bedraagt 73 voor het volledig onderwijs en
20 voor enkele lessen. Alleen die van het volledig onder
wijs namen aan de examina deel.
De gemeenteraad van Vlissiugen heeft heden na
middag tot hulponderwijzeres aan de school voor gewoon
en meer uitgebreid lager onderwijs voor meisjes benoemd
mejufvronw C. J. Bentinck. Nevens de benoemden waren
op de voordracht geplaatst mejufvronw A. J. D. H. van
Beest en mejnfvrouw C. J. van Waesberghe.
marine en leger.
Woensdag namiddag hebben de kadetten van het
vierde of hoogste studiejaar der Koninklijke militaire
academie te Breda het vóór een zevental weken betrok
ken kamp op de Teteringschc heide verlaten, en zijn, in
afwachting hunner benoeming tot officier, huiswaarts
vertrokken. Donderdag namiddag hebben ook de kadet
ten van het derde studiejaar het kamp verlaten, om even
als die der eerste en tweede studiejaren, zich met verlof
naar hunne familiën te begeven.
Rechtszaken.
Veroordeelende vonnissen ter zake van mishandeling
behooren bij de rechtbank alhier niet tot de zeldzaam
heden. De zitting van eergisteren kenmerkte zich helaas
in bet bijzonder door twee zoodanige vonnissen, maar