töuiteniand.
Oorlogsnieuws.
Laatste telegrammen.
UIT DE FRANSCHE HOOFDSTAD.
Dit voorstel is zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming goedgekeurd.
III. Het voorstel van gedeputeerde staten, tot onder-
handsche verpachting van het overzetveer aan het Sloe,
▼oor den tijd van twaalf maanden, van 1 Januari tot
31 December 1867, aan den tegenwoordigen pachter
Cornelis Baas, voor eene som van 800, onder de bij de
'thans loopende overeenkomst gestelde voorwaarden.
Ook dit voorstel is zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming goedgekeurd.
IV. De adressen van de spoorbootmaatschappij van Mid
delburg om een vernieuwd doch verhoogd subsidie uit
de provinciale fondsen voorde jaren 1866,1867 en 1868,
benevens op de adressen
a. van G. Witterraans c. s., beurt- en andere schippers
te Bergen op Zoom, strekkende dat voor het vervolg geen
Subsidie uit de provinciale fondsen voor de spoorboot
worde verleend; en
b. van de kamer van koophandel en fabrieken te Zierik-
lee, houdende verzoek om inwilliging van het door de
epoorbootmaatscbappij gedaan verzoek.
De voorzitter stelt namens gedeputeerde staten voor:
,aan adressanten te kennen te geven, dat hun verzoek,
zooals dit door hen is gedaan, voor geen inwilliging
vatbaar is."
De heer Verhagen dient een schriftelijk amendement
in, strekkende: 1. om aan de spoorbootmaatschappij eene
subsidie van ƒ2000 te verleenen, ter tegemoetkoming in
den dienst van 1 Januari tot 1 Juli 1866; 2. verder de
subsidie te bepalen per dagreis; 3. voor het tweede half
jaar van 1866 het bedrag der subsidie per dagreis te
stellen op 40 en voor de jaren 1867 en '68 op 30 per
dagreis.
Tot de toelichting van dit amendement toegelaten
tijnde, zegt de heer Verhagen dat de grond daarvan ligt
in de discussiën, welke in de afdeelingen zijn gevoerd.
Hij wil niet uitweiden over de thans algemeen erkende
waarheid, dat de dienst werkelijk in eene bestaande
behoefte 'voorziet, hetgeen door vroegere hier genomen
besluiten alsmede door de in de afdeelingen gevoerde
gedachtenwisseling bewezen is. Evenwel wil hij niet
ontkennen dat het verzoek om eene subsidie van 8000
's jaars gedurende drie jaren ook hem hoog is voorgeko
men, maar toch zou hij, met het oog op het belang van
den dienst, voor de inwilliging van dat verzoek gezind
zijn geweest. In do afdeeling waartoe hij behoorde werd
Kewezen op de moeilijkheid om de subsidie voor een
geheel jaar te bepalen, bij de onzekerheid of de dienst
ook een geheel jaar zal bestaan. De concessionarissen
konden daarvoor geen waarborg geven, enten eiudedaar
toe nu te geraken, lachte spreker, en anderen met hem,
het denkbeeld toe om de subsidie per dagreis te ver
leenen. De bespreking van het bedrag eener zooda
nige subsidie was echter moeilijk en daarom heeft hij
tegenover het voorstel van gedeputeerde staten
voorgesteld, om eerst het punt uit te maken hetwelk in
de eerste plaats is aangegeven.
Spreker merkt verder op dat op de vroeger verleende
subsidie geanticipeerd schijnt te zijn, daar men over die
subsidie, welke tegen 1 Juli was verleend, reeds met
Jauuari heeft beschikt. Zulks wordt door het eerste
gedeelte van zijn amendement voor het vervolg voor
komen en werd in zijne atdeeling ook algemeen goed
gekeurd. Het tweede gedeelte van het amendement
levert zijns inziens een waarborg dat do dienst, waarvoor
subsidie wordt verleend, werkelijk zal plaats hebben.
Het bedrag der subsidie volgens het derde gedeelte te
bepalen tot een maximum van 40 voor de tweede helft
van dit jaar, en slechts 30 voor het vervolg, is afwisse
lend voorgesteld, met liet oog op de dadelijke behoefte.
Spreker merkt hierbij op, dat er een jaar is geweest
waarop de spoorboot 291 reizen heeft gemaakt, hetgeen
echter als zeer buitengewoon moet worden beschouwd,
daar bet gemiddeld cijfer zijns inziens niet booger dan
250 of 260 reizen testellen is. Concessionarissen heb
ben door het openleggen hunner boeken een blijk van
rondheid en openhartigheid gegeven en spreker gelooft
dat gezegd kan worden dat ook hier van beide zijden
openlijk gehandeld wordt. Zij hebben verklaard behoefte
te hebben aan een hooger cijfer dan dat, hetwelk zjj tot
dusver genoten; zij hebben ƒ24000 gevraagd, en alles
hangt slechts af van het tijdstip waarop de subsidie zal
verleend wordenspieker zon het dus bejammeren als
ter wille van den vorm een voorstel tot ondersteuning
mocht verworpen worden.
De heer F. van Deinse stelt een sub amendement voor
strekkende om, bij ondersteuning van het amendement
van den heer Verhagen, te bepalen: „dat ingeval de
opbrengst van passagiers en goederen jaarlijks meer dan
ƒ15000 zal bedragen, de helft daarvan ten bate der
provincie zid komen."
De heer Verhagen verklaart dit sub-amendement over
te willen nemen, daar hij erkennen moet dat hij dit bij
zijn voorstel heeft vergeten. Dientengevolge worden
beidti amendementen als éen beschouwd.
De heer F. van Deinse verklaart dat hij weinig heeft
te zeggen na het aangevoerde door den heer Verhagen.
Wanneer toch in een jaar van het uitgangspunt Middel
burg meer dan 6000 en van het aanlegpunt. Tholen meer
dan 5000 personen zijn vervoerd, behalve het belangrijk
vervoer op de tussclienveren, dan is bet belang van den
spoorbootdienst, vooral met het oog op de vermeerdering
van communicatie, bij de aanstaande spoorwegwerken te
verwachten, niet te ontkennen. Ook in de afdeeling waar
in hij zitting had, betoonde men zich algemeen bereid
tot bet verleenen van eene zelfs belangrijke toelage, en
hij onderstelt dat alleen de uitbreiding van het verzoek
de aanleiding is geweest dat een min gunstig verslag
namens de afdeelingen is uitgebracht.
Vervolg in ons volgend hommer
Algemeen overzicht.
Het in ons vorig uommer opgenomen bericht dat
tusschen de strijdende partijen in Europa reeds een
wapenstilstand van veertien dagen gesloten zou zijn is,
terwijl wij deze regelen schrijven, nog door geene nadere
mededeelingen bevestigd geworden. Integendeel zou,
volgens geruchten, van de Pruisische zijde bezwaar
worden gemaakt om in den door Frankrijk voorgestelden
wapenstilstand toe te stemmeu. Wat de beoordeeling
aangaat van het tegenwoordig oogenblik, verwijzen wij
onze lezers naar den in dit nominer voorkomenden brief
van onzen Parijschen correspondent.
Overigens biedt het laatste tooneel van het thans afge
speelde eerste bedrijf van het Dnitsch drama, een zoo
verrassend tableau aan, dat men den door het stuk heen
loopenden draad der intrige niet volgen kan. Het is
waar, Napoleon III verschijnt hierbij weder in zijn rol
van Europeesche voorzienigheid, otn belastte wordenmet
het verder verscheuren der tractaten van 1815. Maar wie
is nu eigenlijk de vertrouwde van Frankrijk? Ageert
Bonaparte heimelijk met Pruisen tegen Oostenrijk of
met Oostenrijk tegen Pruisen? Onder de toeschouwers
die in angstige verbazing het half verlicht tooneel gade
slaan, worden daaromtrent verschillende gevoelens geuit,
welke echter slechts op onderstellingen rusten, voor het
grootste deel even gegrond of ongegrond. Wij willen
deze dan ook thans hier niet vermelden, maar daartoe
het oogenblia atwachten, waarop deze of gene meening
door den loop der gebeurtenissen zelf eenige waarschijn
lijkheid boven de overige zal erlangen.
In allen gevalle is het niet onbelangijk wat het officieus
orgaan la France o. a. omtrent den toestand van het
oogenblik zegt: Het gevaarlijkste dat de tractaten van
1815 voor ons in het leven riep, zegt la France, was
een machtig Pruisen. Indien Pruisen zich eenmaal, met
verbreking zijner grenzen, mocht uitstrekken van de
Noordzee tot aan ons grondgebied, dan zouden daardoor
niet alleen de gehate tractaten van 1815 worden gehand
haafd, maar zouden zij nog op eene voor ons zeer ge
vaarlijke wijze worden uitgebreid. Pruisen zal dit voor
zeker begrijpen. Indien Pruisen heerscheresse werd in
Duitschland en zijne suprematie in de plaats der bonds-
acte stelde, zou dit voor Frankrijk zoo gevaarlijk zijn, dat
geen enkel Fransch gouvernement daarin zon kunnen
berusten.
Volgens sommige Fransche dagbladen zou er bij de kei
zerlijke regeering sprake zijn van een nieuwe beperking
der reeds zoo beperkte vrijheid door een senaatsbesluit.
Men zou de thans bestaande politieke omstandigheden
als voorwendsel willen bezigen om de noodzakelijkheid
te betoogen van meerdere eenheid in het bestuur des
lands. In verband met deze nieuwe uiting van Napoleon's
bon plaisir wordt voorts beweord, dat de officieele mede-
deeling daarvan gevolgd zal worden door het ontslag van
de afgevaardigden der Seine in bet wetgevend lichaam,
als demonstratie tegen deze nieuwe Napoleontische wille
keur.
Omtrent den aftocht van het Oostenrijksch leger na
den verloren veldslag bij Sadowa is nog niets met zeker
heid bekend. Men vermoedt dat de troepen van den
generaal Benedek in de richting van Bcihmisch Trubau
zijn geretireerd, om aldaar de vereeniging der spoorweg-
lijnen naar Olrnütz en naar Brünn te bezetten. Een der
berichten omtrent den slag bij Sadowa meldde nog, dat
de generaal von Gablentz eergisteren als parlementair in
het Pruisisch hoofdkwartier was aangekomen om een
wapenstilstand voor eenige uren te verzoeken. Of hierin
toen werd toegestemd, is nog niet gebleken.
De Italiaanscbe dagbladen dringen bij de regeering
aan, om Pruisen niet te verlaten en tot het einde toe mede
te werken ter vernietiging van de Oostenrijksche monar
chie. Waar evenwel Italië zijne eischen door den afstand
van Venetië bevredigd moet zien, daar zal wellicht thans
te dien opzichte eenig licht opgaan over de veelbesproken,
maar nog niet bekend geworden overeenkomst, voorden
aanvang des oorlogs tusschen Pruisen en Italië gesloten.
Florence. Vrijdag avond. De Oostenrijksche troepen
hebben eene stelling ingenomen te Borgo forte aan den
rechteroever van de Po, twee uren ten zuiden van Mantua.
Gisteren heeft het Italiaansche leger tegen die positie
zyne krijgsoperatiën aangevangen.
De Norddeutsche Zeitung van heden, een minis
terieel orgaan, verzekert dat de koning van Pruisen en
het kabinet von Bismarck geen wapenstilstand willen
sluiten dan op voorwaarden, welke in verhouding zullen
staan tot de thans reeds in den oorlog gebrachte offers.
Eisenach. Donderdag. Een hevig gevecht heelt
plaats gehad tusschen Pruisische en Beiersche troepen,
waarin de Pruisen de overwinning behaalden. Aan beide
zijden zijn zeer vele manschappen verloren.
Koning Victor Emmanuel heeft in antwoord op het
voorstel der Fransche regeering tot een wapenstilstand,
te kennen gegeven dat de Italiaansche regeering te zeer
mot de Pruisen verbonden is, dan dat zij daaromtrent
iets kan besluiten, zonder eerst met Pruisen te hebben
geraadpleegd. Overigens beweert koning Victor Emmanuel
te zeer getroffen te zijn door de algemeene geestdrift in
Italië, om niet in ruime mate met de publieke opinie te
rade te gaan.
Florence. Donderdag. Verschillende dagbladen
meenen dat de regeering den afstand van Venetië aan
Frankrijk en den wederafstand aan Italië niet moet
aannemen,' omdat dit eene schonding van het nationaal
recht en de onderwerping aan eene vreemde mogend
heid zou zijn. Italië moet Venetië door eigen wapenen
veroveren.
Berlijn. Vrijdag. Het verzoek van den Oostenrnk-
schen generaal von Gablentz om een wapenstilstand if
afgewezen.
Volgens la Presse zal een Fransch commissaris zich
ontniddelijk naar Venetië begeven om aldaar namens
keizer Napoleon het bestuur te voeren. Aan het Fransch
eskader in de Middelandsche zee is bevel gegeven om
onmiddeiijk naar Venetië onder zeil te gaan en op alle
versterkte plaatsen der kust de Fransche vlag naast de
Oostenrijksche te hijschen.
Berlijn. Vrijdag. De dagbladen berichten dat de
regeering per telegraaf gclukwenschingen heeft ontvan
gen der keizers van Frankrijk en ltusland benevens van
andere soevereinen. Onder de gesneuvelden in den slag
bij Sadowa behoort ook onze generaal von Hiller.
Munchen. Vrijdag. Alhier is de bevestiging ont
vangen van het bericht, dat de Beiersche troepen voor
de Pruisen zijn moeten terugtrekken. De Pruisen hebben
Brückenau bezet.
Een telegram uit Parijs meldt, dat men aldaar in
plaats van aan het herstel des vredes te geloovcn, de
voortzetting van den krijg verwacht, waaraan ook Frank
rijk zou deel nemen.
Een gei ucht wil dat een Fransch legerkorps naar
Venetië zou worden gezonden, om, in naam van Napo
leon 111, die provincie te bezetten, totdat de afstand
aan Italië nader zal plaats hebben.
Berlijn heden, (niet officieel). Koning Wilhelm
heeft geweigerd om liet voorstel tot wapenstilstand aan te
nemen. De Pruisische troepen zullen tegen Weenon
oprukken.
Parijs5 Juli.
Het Parijsch sociaal leven concentreert zich thans voor
een groot deel rondom de kiosques op de boulevards,
alwaar, gelijk men weet, de dagbladen te koop zijn. Dezer
dagen vroeg een mijner vrienden aan een dierkiosquesde
laatst uitgekomen editie van een dagblad.
Zonderling, zeide hijtotiemand diehèm vergezelde,
ik zie niets van de groote overwinning die de Oosten
rijkers zonden behaald hebben.
Voor de overwinningen der Oostenrijkers riep de
verkoopster met den grootsten ernst moet gij dat blad
ook niet nemen, maar dit!
En waarlijk, men kon dezer dagen, wat overwin
ningen betreft, voor eenige centimes geheel en al zyne
sympathiën of antipatliiën bevredigen. Wildet gij eene
overwinning van de Oostenrijkers op de Pruisen, gij
kondt uw zin krijgen in dit blad. Wildet gij eene over
winning van de Pruisen, een ander blad verschafte u het
verlangd genoegen. Ten slotte is intusscben gebleken aan
welke zijde de waarheid was.
Ik hei) echter gedurende die groote menschcnslachting
in Duitschland er. Italië, u niet lastig willen vallen met
de uiededeeling van al de zeer kleine overwinningen der
Oostenrijkers of de groote der Pruisen, met de juiste of
onjuiste opgaven van liet aantal vermoorden of voor hnn
verder leven ten gevolge van ontvangen wonden onge
lukkig gemaakte lieden, of met de optelling van het van
weerszijden veroverd wapentuig. Thans echter nu aan
dezijde van Oostenrijk, naar men beweert,ongeveer vijftig
duizend mensehen verloren zijn, nnPruisen heelt getoond
't verder te hebben gebracht in de kunst van inenscben
te slachten, dan zijn tegenpartij, en nu voorts op al dat
krijgsgewoel een oogenblik van verademing schijnt te
zuilen volgen, neem ik weder eens de pen op om u mijne
impressions de voyagedoor Parijsmede te deeien, terwijl
onze regeering geroepen wordt door Oostenrijk, om door
hare tusschenkomst den vrede tot stand te bréngen,
daartoe Venetië ter harer beschikking wordt gesteld.
Omtrent de oorzaak der herhaalde nederlagen van het
Oostenrijksch leger onder Benedek, bestaan verschillende
meeningen. Sommigen beweren dat het geweer door de
Pruisen gebruikt, hun al die zegepralen verschaft heeft.
Anderen spreken van zeer grove strategische feilen,
door Benedek's onderbevelhebbers begaan, terwijl men
hier en daar zelfs hoort mompelen van overwinningen der
Pruisen, die zij niet door bun Ziindnadelgewehr, noch uit
hoofde van de „altijd zegevierende rëgtvaardigheid hunner
zaak," noeli door „Gods genade," maar door middel van
geld zouden bebben behaald. Zoo zou het geld hier nog in
een ander opzicht le nerf de la guerre zijn geweest. Wat
hiervan zijn moge, zal de toekomst loeren en wellicht het
onderzoek van de krijgsraden,die sommige Oostenrijksche
hoofdofficieren voor zich zuilen zien verschijnen. Het is
intusscheii een feit, dat Oostenrijk thans den vrede ver
langt, zelfs ten prijze van Venetië.
Op welke voorwaarden zal nu echter Pruisen den vrede
willen sliiiirëtfyi"öe Pruisische natie is thans zeer inge
nomen mefTpirenRolling, "H:t haar Voorzienigheid,
met ifiaar ZundnedeLyiwehr cn met haar minister von
Bisijliarh^Uhdèrdo Borlijnscbe bevolking worden thans