It 1 Öuitmlcmïr. •3 p jf 3 io S-I .2 1 Oorlogsnieuws. onlangs den afstand van Southampton tot Malta in den voorbeeldeloos korten tijd van 157 uren beeft afgelegd. De machine is van 800 paardenkrachten; zij gebruikt, niet volle stoomkracht werkende, zeven tonnen steenko len per uur. Het jacht is te Londen gebouwd en heeft 1(36,000 p. st. gekost. Dezer dagen heeft te Nantes een congres van 18 vrijmetselaarsloges uit den omtrek plaats gehad, waarin is beraadslaagd over de middelen tot voortplanting der magonnieke beginselen onder de oningewijden. Het volgende congres, waartoe alle loges uit het Westen van Frankrijk zullen worden uitgenoodigd, zal te Lorient plaats hebben. Den 4 dezer zal de burgerlijke rechtbank te Parijs zich bezig houden met den eisch der bloedverwanten van den hertog de Grammont-Caderousse, waarbij de vernie tiging word gevraagd van het testament van dien heer, dat luidde ten gunste van den geneesheer Declat. Naar men weet, wordt de heer Deelat slechts beschouwd als tnsschenpersoon, ten einde de vermaking der erfenis aan eene zeer befaamde tooneelkunstenares te bemantelen. Het portret van generaal Benedek wordt door een Weener correspondent der N. Fr. Ztg. aldus geschetst: „Een klein stevig man, van een sterk beenstelsel, eerder mager dan het tegenovergestelde, flink in alle bewegingen, van een vluggen en krachtigen tred, 't hoofd steeds om hoog geheven, opdat van onder de dichte donkerbruine wenkbrauwen de groote, vurige, doordringende oogen gemakkelijk in alle richtingen alles kunnen zien. Uit dit paar oogen schittert een geweldige levensgloed, en niet ongepast is hier de vergelijking met den arendsblik. Het gezicht is smal, naar de kin spits nitloopende; het verblijf in Italië heeft het sterk gebruind; smalle bakke baarden omlijsten het; in deze, gelijk in't hoofdhaar, ontdekt men reeds menige witte plek,'t geen echter in den knevel volstrekt niet het geval is. Behalve aan zijne oogen is Benedek vooral te herkennen aan dezen knevel, die zeer zorgvuldig opgekruld is; eerst namelijk meteen soort van Hongaarsche pommade geprepareerd, wordt hij naar weerszijde opgerold, om eindelijk in een paar scherpe opwaarts gerichte punten te eindigen, die den neus in sluiten. Op dezen knevel laat Benedek zich niet weinig voorstaan. Als hij op straat de handen uit zijn mantel te voorschijn haalt, dan kan men staat maken dat ditgebeurt om aan den knevel te draaien. Den militairen groet be antwoordt hij meestal met een vriendelijk hoofdknikken. Als politicus is BenedekOostenrijksch soldaat. Hij had zitting in 't heerenknis, maar hij scheen er zich niet bijzonder te amuseeren. Als hij teWeencn was, kwam hij punctueel ter zitting, hoorde ook opmerkzaam toe, maar met weinig genot. Van zijn onder kommandanten weet men niet veel af. Op aller lippen te Weenen zijn talrijke gezegden van hem, die hij bij hunne keuze geuit zou hebben." Om voor onze lezers een blijk te leveren, welke middelen men al in de Pruisische legers bezigt om de manschappen op te winden, ontleenen wij het vol gende aan een brief van een soldaat der Landwehr in Silezië aan zijne vrouw, gedagteekend 23 Juni. „lede ren dag worden ons bulletins voorgelezen van door de Pruisen behaalde overwinningen. Gij weet zeker dat onze troepen te Friedberg geheel het Hessisch leger in de pao hebben gehakt en dat zij onmiddellijk daarop twee Beiersche tegementen te Bergen hebben vernield. Maar is het wel waar, dat Frankfort sedert twee dagen in vlammen staat? Heden heeft men ons medegedeeld dat de keizer van Oostenrijk krankzinnig is geworden omdat hij eigenlijk tegen den oorlog is, maar heeft moe ten zwichten voor den invloed der nltramontanen. De aartsbisschop Kauser heeft hem met eeuwige verdoeme nis bedreigd als hij niet alle protestanten vermoordde. De maarschalk Benedek valt ons maar niet aan. Hij wilde liever terug trekken." -- Wij vernemen, dat ten gevolge van het heerschen der cholera in Nederland, de uit Nederland komende bedevaartgangers naar Kevelaar aan de Pruisische gren zen zullen worden afgewezen, en dat het aan Nederlan ders ook niet zal worden toegelaten, zich aan Pruisische processiën, die zich naar Kevclaar begeven,aan te sluiten. De ziekte, onder de zijdewormen waargenomen, dreigt met enorme duurte van hun product. Maar van een geheel anderen kant komt eene vergoeding op dagen, en wel uit den Oceaan. De heer Jolly, scheikun dige te La Koebelle, heeft ontdekt dat de schaal van de eieren van sommige vischsoorten uitwendig van een zeer dicht weefsel is voorzien; dat weefsel bestaat uit een on eindig aantal uiterst fijne draden, die zich zeer gemak kelijk laten scheiden en van het ei afnemen. Na afge haspeld te zijn, hebben die draden de kleur, den samen hang en het aanzien van gewone zijde, en kunnen als deze geweven en bewerkt worden. De bedoelde eieren zijn 25 Ned. duimen lang, 13 duim dik en wegen 240 wichtjes. Zij zijn gevuld met eiwit en een groenachtig geelen dojer. De kusten van Frankrijk leveren onge looflijke hoeveelheden dezer eieren op, en de visschers in het kanaal kunnen daarvan verzamelen zoo veel zij willen. Dat de mode zich niet door oorlog en ziekte laat afschrikken, bewijst het feit dat in minder dan twee weken in Frankrijk zeven en zeventig octrooien zijn aangevraagd en verleend, tot het vervaardigen van dameshoeden, alzoo in zeveu en zeventig verschillende vormen. Het is onzen lezers bekend dat de Zwitsersche regee ring reeds eenige weken geleden een vrij groot aantal troepen onder de wapenen heeft doen komen en thans daarmede hare grenzen heeft bezet. In eene proclamatie van den opperbevelhebber lezen wij het volgende, het geen ook door het Nederlandsche ministerie wel zeer ter harte mag worden genomen: „De Zwitsersche natie wil en kan hare onafhankelijk heid handhaven. „Soldaten! De bondsraad heeft ons daarom onder de wapenen geroepen en mij het bevel over de achtste bondsdivisie toevertrouwd, ter verdediging der zuid oostelijke grenzen van Zwitserland. „Te midden van het oorlogsgeweld bevindt de Zwit sersche bond zich als een eiland in eene stormachtige zee. Voorzeker, onze onzijdigheid is gewaarborgd door de tractaten; maar die tractaten bieden ons slechts een bedriegelijken waarborg, indien wij niet den wil en de kracht hebben, om onze onzijdigheid met de wapens in de vuist te handhaven. „De Zwitsersche natie wil dat onze aan de vrijheid ge wijde grond tot aan de uiterste grenzen ongeschonden bewaard blijve; zij vestigt dan ook daartoe ernstig en vertrouwend op u het oog." Meteorologische waarnemingen, gedaan op 's rijks werf te Vlissingen, des middags 2 uur. Junj 1866. Wind. V <u S A CtJ O *p3 V g Ui "o, O EO O «5 E kt V -C Cm <U -C -U Ü3 -* *3 v 4) O -O §/a co •2 s 60 V Pd Aanmerkingen. 26 27 28 29 30 NOost. O. NO. O. NO. O. ZO. N West. W.NW. Nw.t.W 7 1 8 6 1 3 3 767.1 763.9 762.7 759 4 761.1 761.5 759.6 21.2 24.8 26.2 25 2 21.0 18 6 19.0 0.69 0.69 0.56 0.67 0.74 0.81 0.83 12 66 15 30 13 40 15.40 13 40 12 88 13,50 00 00 00 0.0 3.5 0.0 0.0 helder, helder, helder. l.bew.dond.weerl. r. bew. licht bewolkt, betr. in de n. mistig, betrokken helder. De grootste wind druk b geweest op 1 Juni 's namidd, te Z.77°WV w. t. z. 5,33 761,5 10.17 0.63 11,01 >,1 K uur, NW. t. W. ge middelde druk 30 p. op de vierkante el, zwaarste druk B0 p. op de vierkante el. De onderste regel bevat de opgaaf der gemiddelde meteorologische waarnemingen gedurende de maand Juni, des middags te 2 aren. Therniomcterstaml. 30 Juni 's av. 11 u. 66 gr. 1 Ju 1 i '8 morg. 7 u. 61gr.'smidd. 1 u. 62 gr. 's av. 11 u.58 gr. 2 's morg. 7 u. 56 „'smidd. 1 u. 66 gr. Algemeen overzicht. Een telegram uit Weenen, nog in de tweede editie van ons vorig nommer vermeld, stelt de uitslag der gevechten in Bohemen eenigszins anders voor dan de berichten uit Berlijn zulks deden. Eene vergelijking van deze voorstel ling' der twee strijdende partijen, leidt intusschen tot de waarschijnlijkheid dat het doel der Pruisische legerkorpsen om zich met elkander te vereenigen mochten zij ook eenige partieele voordcelen behalen nog niet bereikt is. Omtrent dit krijgskundig doel der Pruisen treedt de Moniteur du soir in eenige nadereontwikkeling. Bedoeld betoog zullen onze lezers in dit nommer aantreffen. Van de capitulatie van den koning van Ilannover met zijne troepen worden thans de voorwaarden medegedeeld. Koning Geotge heeft zich verbonden om gedurende den tegen woord igen oorlog niet racer tegen Pruisen testrijden. De officieren hebben dezelfde belofte afgelegd, terwijl hun daarop is toegestaan om hunne degens en paarden te behouden. De manschappen hebben de wapenen moeten overgeven en zullen naar huis gezonden worden. Het oorlogsmaterieel is aan den vijand overgeleverd. De ministerieele organen te Berlijn protesteeren tegen de berichten, alsof de Pruisische regeering het plan zou hebben om Hannoveren Kenrhessen bij haar grondgebied in te lijven. Ook zonder deze tegenspraak, op zich zelf van weinig waarde, zou aan dergelijke absurditeiten weinig geloof worden gehecht. Zelfs een afstand der Rijngrenzen aan Frankrijk zou Napoleon III met dergelijke enormiteiten niet kunnen verzoenen. Uit het hoofdkwartier van koning Victor Emmanuel wordt medegedeeld dat het verlies van den slag bij Custozza tot eene geheele wijziging van het krijgsplan der Italia nen aanleiding heeft gegeven. Het is daarom dan ook onzeker wanneer de Italiaansche troepen, onder bevel des konings, weder aanvallenderwijze zullen te werk gaan. Inmiddels heeft het Oostenrijksche leger den wijkenden vijand niet tot over de Mincio achtervolgd, maar is aan gene zijde van die rivier teruggebleven, hetzij omdat de Oostenrijksche regeering aan de Vene- tiaansche grenzen, met het oog op Frankrijk, slechts verdedigenderwijze wil te werk gaan, hetzij omdat de Oostenrijksche opperbevelhebber voor het oogenblik althans zijne geduchte stelling in den beroemden vier hoek niet wil verlaten. Omtrent de krijgsoperatiën van Garibaldi en zijne vrijwilligers wordt nog niets met eenige zekerheid ge meld. Te dien opzichte sprak een onzer binnenlandsche couranten (het Dagblad van Zuid-Holland en 's Graven- hage) dezer dagen van Garibaldi's „rooverbenden." Dergelijke belachelijke uiting van antipathie tegen den held der Italiaansche democratie is vooral thans zeer zonderling, omdat het Dagblad daarbij blijkt vergeten te zijn, dat de legerafdeelingen, welke met dien naam van „rooverbenden" worden bestempeld, door de regeering te Florence in de wapenen zijn geroepen, onder bevel van Garibaldi zijn geplaatst, terwijl bovendien verschil lende officieren van het staande leger verzocht hebben om zich onder de bevelen van Garibaldi te mogen scharen, hetgeen hun is toegestaan/Thans van Garibaldi's „roover benden" te spreken, is, zelfs van het standpunt der redactie van het Dagblad, om het zachtste woord te gebruiken, een schromelijk anachronisme. Omtrent de bijeenroeping der tot de reserve behoo- rende manschappen in Portugal, wordt nader vernomen dat dit in verband staat met de oproerige bewegingen, welke op sommige punten des lands zich openbaren. Om trent de aanleiding dezer rustverstoringen schijnt men echter nog in het onzekere te verkeeren. De Moniteur du soir geeft het volgend overzicht van de eerste krijgsoperatiën der Pruisen in Bohemen. Bij het schrijven van dat overzicht was echter het gevecht van 28 Juni bij Nachod nog niet bekend. Het krijgsplan der Pruisen, met zeer veel stoutheid en talent gevormd, bestond in het binnenrukken van Bohemen met twee talrijke legers; dat van de Elbe, onder bevel van prins Frederik Karei, deboucheerde in de Neisse-vallei over Zittan, Reichenberg enz.; het leger van de Oder, onder bevel van den kroonprins, rukte het Oostenrijksch grondgebied binnen door de passen van het Reuzengebergte, van Landshut tot Trautenau, met den linkervleugel rustende op de Pruisische enclave van het graafschap Glatz. Het verdient de aandacht dat do beide legers alzoo langs twee Oostenrijksche spoorweglijnen voortrukten, waarvan de vereeniging wordt verdedigd door de vesting Josephstadt, en van welke lijnen de eene over Reichen berg naar Zittau en Saksen loopt, terwijl de andere zich uitstrekt tot aan de Pruisische grenzen, op het punt, alwaar deze door het leger van den kroonprins werden gepasseerd. Reeds gedurende den Italiaaaschen oorlog beeft men kunnen opmerken van hoeveel gewicht voor de strijd- voerende legers het bezit van spoorweglijnen was. De laatste oorlog in Noord Amerika heeft daarvan insgelijks het bewijs geleverd, en wel waarschijnlijk zal de tegen woordige oorlog in midden-Europa op zeer treffende wijze nader de belangrijkheid van dit nieuw element in de krijgskunst aantoonen. Wij hebben reeds de aandacht onzer lezers gevestigd op de groote spoorweglijn, welke Praag en Ollmiitz ver bindt en welke der, generaal Benedek dienen om zijne troepen zeer spoedig naar min of meer van de grenzen verwijderde punten te voeren, volgens de vereischten van het oogenblik. Nabij Pardubitz verbindt zich met deze groote lijn die, welke verdedigd wordt door de ves tingen Königgriitz en Josephstadt, en zich ten noorden van laatstgenoemde plaats in twee armen splitst. De twee Pruisische legers, ieder alzoo een arm van de spoorweglijn volgende, hadden in de eerste plaats ten doel om zich te Josephstadt te vereenigen en voorts verder midden in het vijandelijk land door te dringen. Indien zij hierin slaagden, dan drongen zij, altijd de spoorweglijn volgende, al verder en verder door, en, kwamen zij tot Pardubitz, dan sneden zij de groote spoorweglijn af voor den generaal Benedek. Men ziet dus hoe belangrijk de plaats gehad hebbende gevechten zijn geweest. De Oostenrijkers moesten Joseph stadt verdedigen tegen den dubbelen aanval der Pruisen en Benedek - in wiens plan het, naar 'tschijnt, niet lag om de bergpassen aan de Boheemsche grenzen tegen den vijand te verdedigen had geen oogenblik te verliezen om de dreigende krijgsbeweging te verhinderen van de troepen, welke hij op het keizerlijk grondgebied had laten voortrukken. Aan elk der beide Pruisische legers heeft hij dan ook geduchten wederstand geboden aan prins Frederik Karei tusschen Turnau en Munchengratz; aan den kroonprins tusschen Skalisz en Trautenau. Vooral de positie bij Skalisz schijnt als zeer belangrijk te zijn beschouwd. De Pruisen marcheerden daarheen, komende voor een gedeelte over Trautenau en voor een gedeelte over Nachod en Neustadl, alwaar zij hunne gemeenschap met het Pruisische gebied van Glatz konden blijven behouden. Om deze te bevechten, werd eene Oos tenrijksche legerafdeeling voorwaarts tot aan Trautenau gezonden, terwijl andere troepen de positie bij Skalisz tegen de van Nachod en Neustadt voortrukkendePruisen verdedigden. Omtrent de plaats gehad hebbende gevechten zullen wij hier niet in bijzonderheden treden, maar alleen her inneren dat te dien opzichte slechts de vraag is: zullen de beide Pruisische legers zich kunnen vereenigen? Weenen. De toestand van het leger is in alle opzich ten voldoende. Alle korpsen bevinden zich in de positiën, die het oorspronkelijk oorlogsplan voor hen bestemde. Eenige korpsen hebben geïsoleerde gevechten moeten doorstaan, die hen niet hebben kunnen beletten hunne bestemming te bereiken, en geen afbreuk hebben gedaan aan het operatieplar,alles is onder de meest gunstige voorwaar den voorbereid voor een beslissend treffen, dat onver mijdelijk is. Frankfort. Zaterdag. Het gerucht loopt hier, dat de Pruisen in Bohemen door de Oostenrijkers zijn geslagen. Berlijn. Zondag. Een groot aantal arbeiders zijn naar Dresden gezonden om daar aan de verschansingen te arbeiden.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1866 | | pagina 2