öititenlcmö. Oorlogsnieuws. Laatste telegrammen. BRIEVEN UIT BELGIE. betrekking waarin het departement der Maatschappij tot nut van 't algemeen, tot de gemeente staat, waarvan zij gratis het schoollocaal voor gymnastiek in gebruik heeft, de gemeente geene meerdeie uitgaven zal behoeven te doen. De heer de Kruyff, als voorzitter der commissie voor het gymnastiekonderwijs, zegt dat het geld geen bezwaar zal opleveren, maar wel de onderwijzer, die is overgeplaatst, zoodat er nn geen is. De heer Knysch verklaart zich voorstander van de gymnastiek, maar wil die in de eerste plaats aan de mindere standen onderwijzen. Stemt men voor deeene toe, dan moeten ook de andere scholen het hebben. Hij acht dat dit voor de jonge jufvrouwen, althans hier, geen behoefte is, en verklaart zich tegen alle noodelooze uit gaven uit de gemeentekas. Rij kan niet beslissen voor hij de kosten weer. De heer van Uije Pieterse, zegt dat het wet is. De gymnastiek behoort niet tot het. lager onderwijs, maar maakt deel uit van het onderwijs op de scholen van meer uitgebreid lager onderwijs. Nadat hierover uog uitgebreide disciissiën plaats heb ben, wordt het voorstel der commissie in omvraag gebracht. De wijziging der verordening wordt met algemeene stemmen goedgekeurd, doch met. 6 tegen 5 stemmen bepaald de beslissing over het gymnastiek onderwijs tei verdagen tot eene volgende vergadering- De openbare vergadering gaat nu over in eene met gesloten deuren. Na de heropening wordt door burgemeester en wet houders voorgesteld om, daar uit een ingesteld onderzoek naar de geschiktheid van het schoollokaal gebleken is dat dit onvoldoende is,b urgemeester en wethouders te machtigen om tegen 1 Mei 1867 naar een meer geschikt lokaal om te zien, welk voorstel met algemeene stemmen wordt goedgekeurd, Niemand meer het woord vragende, wordt de vergade ring door den voorzitter gesloten. Algemeen overzicht. Eergisteren leverde de vergadering vau het Fransch wetgevend lichaam een allerzonderlingst schouwspel op. De leden luisterden of luisterden niet naar eene redevoering over de tegenwoordige inrichting der medi sche en juridische faculteiten, toen aan den minister van staat Kouher een op de beurs ontvangen telegram werd gebracht. Deze kon bij de lezing daarvan eene beweging van verrassing niet onderdrukken, deelde de ontvangen tijding mede aan zijn buurman, den president van den staatsraad, kortom binnen weinige oogenblikken wist de geheele vergadering den inbond der particuliere telegralische depêche, volgens welke de Pruisen een ontzaglijke nederlaag zouden hebben geleden in Silezië. Te midden van eene algemeene beweging werd nu de zitting geschorst en de heer Konher liet onmiddclljk aan den minister van buitenlandsche zaken Drouyn de Lhuys vragen, of hem iets van den veldslag in Silezië bekend was. De afgezonden bode kwam echter terug met de tijding dat hij den beer Drouyn de Lhnys niet te huis had gevonden. Eindelijk, na allerlei pogingen om den heer Drouyn de Lbuys te vinden, kwam van zijnent wege het bericht dat de tijding van den veldslagiu Silezië geheel en al onwaar was. Dit voorval, waarbij alzoo de minister Kouher in het wetgevend lichaam van „de geestigste natie der wereld" de dupe werd van een speculatie-telegram, strekke weder ter bevestiging van hetgeen wij gisteren reeds opmerkten, dat men namelijk de dagbladen niet moet verwijten de mededeeliug van eenig bericht op gisteren en de tegen spraak van datzelfde bericht op heden. Omtrent de operatiën van het Oostenrijksche leger onder bevel van den veldmaarschalk Benedek werd tot dusverre niets belangrijks gemeld. Nader blijkt thans dat men in het Oostenrijksch hoofdkwartier de bewegin gen zeer geheim wil houden. Daaraan is waarschijnlijk ook het bevel van den veldmaarschalk toe te schrijven dat geene vreemde officieren in het hoofdkwartier mogen worden toegelaten. Dit bevel geldt zelfs de Fransche officieren, aan welke door hnnne regeering was opgedra gen om den veldtocht der Oostenrijkers bij te wonen, gelijk zulks ook ten opzichte der Italianen en Pruisen is geschied. De Pruisische troepen nemen intusschen in Hannover en vooral in Saksen eene versterkte stelling in, terwijl zij het bestuur in die landen door commissarissen doen uitoefenen. Verschillende versterkte steden van minder belang worden intusschen door de Pruisen in beide bovenbedoelde rijken bezet. Een heden door ons ontvangen telegram meldt dat het Oostenrijksch bondsleger, te Frankfort bijeengetrokken, eene voorwaartsche beweging heeft gemaakt eu Giessen heeft bezet. Men mag daaruit wellicht afleiden dat de bondstioepen aan vallen derwijze te werk willen gaan tegen de Pruisen welke zich in de nabij beid van Hersteld (in Keurhessen) bevinden. Volgens la Erance zal de benoemde minister van buitenlandsche zaken in Italië, de heer Visconti Venosta, tot dusver Italiaanse!) vertegenwoordiger te Constanti- nopel, een bezoek te Parijs afleggen alvorens zijne nieuwe betrekking te aanvaarden. Het Italiaansch kabinet is thans sameugesteld uit de heeren Ricasoli, president en ■minister vau biuneulaudsehe zaken; Visconti Venosta, ■Dimster van buitenlandsche zakengeneraal Pettinengo, Oinister van oorlog; Depretis, minister van marine; Jacini, minister van openbare werkenBorgatti, minister van justitie; Berti, minister van onderwijs en Scialoja, minister van financiën. Tijdingen uit Constantinopel verzekeren dat de Tnrk- sche regeering voorloopig geen gevolg zal geven aan haar voornemen om de Donau-vorstendommen door een leger te doen bezetten. Intusschen stellen de Eugelsche en Fransche gouvernementen alle pogingen in het werk om den nieuwen hospodar van Moldavië—Walachije door dn Porte te doen erkennen. Volgens die mededeelingen mag men verwachten dat deze pogingen het gewenscht resultaat zullen opleveren en dat vorst Karei I weldra een bezoek zal brengen aan den sultan, om alzoo nader diens siuereiniteit te erkennen. Uit Syrië wordt medegedeeld dat Jozef Karam, die nog altijd in de Libanon-srreken rondzwerft, verdacht wordt gehouden van op nieuw een opstand te willen verwekken. De positiën van de legers der oorlogvoerende par tijen waren een paar dagen geleden volgens verschillende berichten aldus: In het noordelijke gedeelte van Duitschland: De Pruisische armee, namelijk dat gedeelte hetwelk geplaatst is onder kommando van prins Frederik Karei, gevormd uit het 2e, 3e, 4e, 7e, 8e en 9e korps Pruisische troepen, gezamenlijk bekend onder den naam van het Pruisiseh-Saksische korps. Na eenigen tijd aan de noord westelijke grenzen van het koninkrijk Saksen gestatio neerd te zijn geweest, is deze armee zuidwaarts opge marcheerd naar Dresden en Leipzig tot de reeds gemelde bewegingen. De armee van bet koninkrijk Saksen. Deze armee, onder medewerking van Oostenrijk belast met de veide- diging van den bond, telt slechts 30,000 man en was alzoo niet bestand tegen de Pruisische korpsen. Om die reden is zij naar de westelijke grenzen des lands terug getrokken, om zich aan te sluiten bij het Oostenrijksche leger, hetwelk in Bohemen, op het eerste bericht der aanvallende beweging van Pruisen, naar de Saksische grenzen is opgerukt. De Noord-Oostenrijksche armee, onder bevel van Benedek, gevormd uit bet le, 2e, 3e, 4e, 7e en 8e korps, met eene sterke reserve cavalerie rondom Krakau gecon centreerd. Deze armee, na zich gedurende eenige dagen langs de Boheemsche en Silezische grenzen te hebben bewogen, is gedeeltelijk naar Saksen opgerukt, met liet gevolg dat het bovengenoemde le korps, onder bevel van Clam-Gallas, zich reeds beneden Königstein bij de armee van den koning van Saksen beeft aangesloten. De Pruisisch-Silezische armee, samengesteld uit het le, 5e en 6e korps, onder bevel van den kroonprins. Deze legerafdeeling strekt zich uit langs de linie van Bresiau naar Oppeln en detacheert langs den spoorweg de troe pen, bestemd tot observatiën in Bohemen eu desnoods tot verdediging der bergpassen. Voorts in het Zniden De Oostenrijksche armee, onder bevel van den aarts hertog Albrecht, gevormd uit bet 5e en 6e korps, te zameu ter sterkte van 160,000 man, waaronder dan niet zijn medegerekend de talrijke korpsen in gar nizoen te Verona, Pescbiera, Mantua, Legnano, en Vene- tie. Deze armee is geconcentreerd in de omstreken van Venetië, van Padna en van Treviso. Zij dient tot het ver strekken van reserves aan de garnizoenstroepen in den bekenden vierhoek en tot defensieve operatiën. De eerste aanval van de zijde der Itaiiaansche armee wordt naar dien kant gericht. De Itaiiaansche armee, geéchelonneerd in de linie van Bologna naar Bergamo, verdeeld in vier korpsen; het le te Lodi ouder bevel van Durando; het 2e te (Jremona ouder Cucêhiani, het 3e te Piacenza onder Delhi Rocca en het 4e te Bologna onder Cialdini, waarbij dan nog komen de korpsen vrijwilligers onder Garibaldi. Volgens de berichten zullen de drie eerstgenoemde korpsen gedeeltelijk naar Ancona en gedeeltelijk naar de Mincio oprukken, terwijl het vierde zal worden ingescheept om tegen Venetie te ageeren. Uit Heidelberg wordt aan leTemps het volgende geschreven„DePruisen haasten zich om partij te trekken van de voordeelen, welke hnnne snelle krijgsbewegingen hebben opgeleverd. In Saksen noodzaken zij alle weer bare mannen beneden de veertig jaren oud om dienst te nemen in hunne gelederen. Dit is een schandelijke maatregel, reeds door Frederik II in practijk gebracht, welke niet meer in onze dagen te huis behoort. Ik geef hem dan ook hier prijs aan de algemeene verontwaar diging. Op dezelfde wijze handelt Pruisen in Sleeswijk- Holstein; de heer von Scheel-Plesseti, de nieuwe gou verneur, heeft eene lichting bevolen van veertigduizend man, eu dat in een land, hetwelk slechts feitelijk aan Pruisen toebehoort. Zullen de Europeesehe mogend heden deze grove schending van het volkenrecht zwijgend aanzienTe Hamburg hebben de Pruisen de schutterij bij hun leger ingelijfd. - De Weser Zeitnng zegt het volgende betreffende de bewegingen der Hannoveranen tijdeus het voortruk ken der Pruisen, hetwelk ook met het oog op Nederland wel ter harte mag worden genomen. „De nieuwe krijgs kunst vordert een leger, dat onmiddellijk strijdvaardig is. Van bet Hannoversche kan dit niet worden gezegd; sommige korpsen waren gewapend met geweren, waarop de uitgereikte ammunitie niet paste; andere korpsen had men eenvoudig vergeten van ammunitie te voorzien, en toen men die met oppassers en jongens per spoortrein had nagezonden, had men nog het kruit vergeten. Wat de versterkingsmaatregelen betreft, had men ook al derge lijke ervaringen. Het gebeurde b. v. dat men bij de nade ring van den vijand wipbrtiggen wilde ophalen en dit niet kon, omdat al het ijzerwerk verroest was. Een en ander beeft reeds ten gevolge gehad, dat verscheidene hoofd officieren van het Hannoversche leger hun ontslag bekwamen." Florence. Donderdag. Do koning van Italië is heden ochtend te 5 uren naar het leger vertrokken. Er heerschte bij zijn vertrek groote geestdrift. Berlijn. Donderdag. De Saksische troepen hebben het koninkrijk Saksen geheel ontruimd. De Pruisische voorposten staan aan de Boheemsche grenzen. Het be richt van een gevecht bij Pirna is ongegrond. Berlijn. Donderdag. De bevelhebbers der Pruisi sche armee zijn gemachtigd om, door tusschenkomst der voorposten, aan de Oostenrijksche bevelhebbers van troepen mede te deelen, dat Oostenrfjk's verklaring te Frankfort van 16 dezer, strekkende om Saksen gewa pende hulp tegen Pruisen te verleenen, eene officieele aankondiging van oorlogstoestand tusschen Oostenrijk en Pruisen in zich sluit, en dat de Pruisische militaire korpsen bevel hebben om dienovereenkomstigtehandelen. De Staats-Anzeiger bevat het verbod van uit- en door voer van alle soorten van wapenen en ammunitie. Parijs. Vrijdag. De Pruisen schijnen hunne positie bij Dresden te versterken. De bewegingen van den veld maarschalk Benedek worden zeer geheim gehouden. Iu Silezië schijnen nog slechts verkenningen plaats te hebben. Berlijn. Woensdag. De Staats-Anzeiger bevat een koninklijk besluit, waarbij wordt bevolen om, nu de oorlog is uitgebarsten, in geheel het rijk een bededag te houden op 27 Juni e. k. Berlijn. Vrjjdag. De minister van oorlog in Keur hessen is gevangen genomen eu naar de vesting Minden gebracht. Frankfort. Vrijdag. De Engelsclte gezant alhier is belast met de bescherming der hier vertoevende Pruisi sche onderdanen. Berlijn. Vrijdag. Te Emden heeft het garnizoen de wapens nedergelegd en de stad aan den kommandant der Pruisische kanonneerboot Ilenzel overgegeven, nadat de kanonnen der kustbatterijen waren vernageld. Wiesbaden. Woensdag. Het bericht van de bezet- zing onzer stad door de Pruisen is onjuist. Gisteren nacht is te Madrid een opstand uitgebar sten onder het garnizoen. Na een gevecht werd echter gisteren de beweging geheel onderdrukt. Men heeft ongeveer zes honderd opstandelingen gevangen genomen. De maarschalk Narvaez is licht gewond. Gisteren hebben de met Oostenrijk verbondene troepen de stad Giessen in het groothertog Hessen bezet. Praag. Donderdag avond. De Pruisische troepen hebben in hun tnarsch over de Saksisch Boheemsche grenzen naar Bodenbach verschillende hindernissen ont moet, zoodat zij hun verder voortrukken moesten staken. De sterke vest ing op de grenzen van Saksen en Bohemen, Königstein, zijn de Pruisische troepen omgetrokken. Bncharest. Vrijdag. Heden heeft vorst Karei I eene proclamatie gericht tot de natie, waarbij bij vrijwilligers oproept, „daar liet vaderland weldra zal mueteu verdedigd worden." Kiel.Vrijdag. Bj kabinetsorder, uit Berlijn ontvan gen, is ;do heer von Scheel-Plessen, gedurende de afwe zigheid'van den generaal von Mauteuffel, belast met het bestuur over de hertogdommen Sleeswijk Holstein. Kopenhagen. Vrijdag. De Deonsche vertegen woordiger te St. Petersburg, de heer Otto von Scheel- Plessen, broeder van den tijdelijken gouverneur der hertogdommen is over Kiel hier aangekomen en heeft zich onmiddellijk naar den koning begeven. Londen. Vrijdag. Hier is het bericht ontvangen dat eene afdeeling Garibaldianen gisteren Tyrol is binnengedrongen en eenige geweerschoteu heeft gewis seld met de Oostenrijksche voorposten. Parijs. Vrijdag avond. Volgens den Moniteur du soir hebben de Pruisische troepen bij het bezetten van Cassel den keurvorst van Hessen gevangen genomen. Berlijn. Heden. Volgens hier ontvangen officieele berichten hebben de Pruisische troepen heden de gren zen van Bohemen overschreden, zonder dat hen eenigen tegenstand geboden werd. Brussel, 21 Juni. Indien wij in gelukkiger omstandigheden verkeerden zou ik u zeker met uitvoerigheid schrijven over het schoone feest, dat den vorigen Zondag ie Gent heeft plaats gehad, 't Was eene schitterende en eene waardige bijeenkomst! Het waren woorden, die alle van lielde voor België, de onafhankelijkheid en do vrijheid getuigden, in sierlijke ysrjziiffcen sarpengevoegd en met welluidende stem uitge; nieuwen plaats in die, sedi altijd led oogenhlik vroolijke biiëëslt&instett te spreken? De vrijheidszod is in Europa aan,.^jrrtanen, den beer D'Elliougne,den rdigde, die eiudelijk zijne komt innemen, een plaats, lftal jaren geleden verliet, ar helaas, is het nu wel het edrijven, feesten, toasten en spreken

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1866 | | pagina 3