mineerde hulponderwijzers verbonden, om tot hoofdonder
wijzer te worden opgeleid. Het aantal aanvragen
dergenen heeft zich voor die inrichting, hier ter stede
gevestigd, naar men verneemt., slechts tot 8 bepaald en
wel 4 uit Noord Holland, 2 nit Gelderland, 1 uit Utrecht
en 1 uit Friesland. Het vergelijkend examen zal waar
schijnlijk reeds in de eerste helft der volgende maand
plaats hebben.
Nariste est leger.
Bij de Koninklijke militaire academie te Breda zullen
met den aanvang van het nieuwe studiejaar (1 Septem
ber a.) de navolgende veranderingen in het personeel
der officieren bij die inrichting plaats hebben: de
kapitein W, C. D. van Rijen zal naar zijn korps, het
2e regement infanterie, terngkeeren, alsmede de kapitein
H. W. van Harle, naar het 3e regement vesting artillerie;
de Ie luitenant W. F. K. R. Weber, die van het le rege
ment infanterie bij de academie was gedetacheerd, zal
weder bij zijn korps retourneeren; de le luitenant
F. L. Carré van het instructie-bataljon bij de academie
gedetacheerd zijnde, is definitief daarbij overgeplaatst;
de le luitenant R. H. Eijssonius de Waal van het korps
pontonniers en de 2e luitenant J. Regenbogen van het
le regement vesting artillerie zijn in hun rang bij de
academie overgeplaatst geworden; terwijl daarbij gede
tacheerd zullen worden de le luitenant G. R. Langguth
van het instructie-bataljon en F.C. W. von Hom van het
3e regement infanterie.
Rechtszaken.
De arrondissements rechtbank alhier heeft de vorige
week Johanna Theresia Scheppers, vrouw van J.Huygh,
te Aardenburg, veroordeeld tot eene geldboete van ƒ10
en in de kosten, ter zake van beleediging m t woorden
van den brigadier kommandant der maréchaussée te
Aardenbnrg.
Mede zijn veroordeeld, bij verstek, ieder tot zes dagen
gevangenisstraf en solidair in de kosten, Suzanna Deseyn,
ond 17, en Susanna Pieternella Boerman, oud 15 jaren,
beide arbeidsters te Biervliet, wegens het arglistig weg
nemen en zich toeëigenen van eenige olmen blokken,
ter waarde van circa 20 cent, ten nadeele van Abm. de
Smit, timmerman te Seboondijke, welk feit is gequalifi-
ceerddiefstal bij nacht door meer dan éen persoon op
plaatsen die niet als bewoonde huizen worden aange
merkt of daarmede gelijk gesteld.
Jozina Maria van Pecnen, te Seboondijke, werd schul
dig verklaard aan een zeldzaam voorkomend feit: het
door eene moeder niet aangeven van haren zoon voor de
militie, bij ongesteldheid van den dienstplichtige en bij
voor overlijden van den vader. Zij is voor dit feit veroor
deeld tot eene geldboete van 1 of subsidiair een dag
gevangenisstraf, alsmede in de kosten.
Eergisteren heeft de rechtbank A. Cuvenier, winkelier
ster te Aardenbnrg, veroordeeld tot drie weken eenzame
opsluitingen in de kosten, ter zake van bedrog in de soort
van waren van koopmanschappen. De veroordeelde had
namelijk den 2 Maart 11. in haar winkel reuzel verkocht,
welke voor een gedeelte uit routvet bestond.
In de overige dien dag behandelde zaken is de uit
spraak tot aanst. Donderdag geremitteerd.
Gemengde berichten.
De te Rotterdam gevestigde Vereeniging tot bevor
dering van fabriek- en handwerk nijverheid heeftonlangs
besloten, een honderdtal werklieden in staat te stellen
om de Donderdag geopende tentoonstelling in het Paleis
van volksvlijt te Amsterdam te bezoeken, ten einde zich
inzonderheid bekend te maken met hetgeen aldaar is
ingezonden op het gebied van het industrieel vak, waarin
zij werkzaam zijn. In de Douderdag gebonden vergade
ring is die zaak nader besproken en is bierbij om bepaalde
redenen vastgesteld, dat, zoo er zich meer dan honderd
mochten aanmelden, alsdan bij loting zal worden uitge
maakt, wie hunner van deze gelegenheid zal kunnen
gebruik maken, leder lid der vereeniging heeft het recht
éen zijner werklieden aan dat kosteloos bezoek te doen
deelnemen. Tevens is beraadslaagd over eene wijziging
in de statuten der vereeniging, en wel in dien zin dat
onder de middelen, die zij in het belang der nijverheid
in" het werk stelt, ook zal behooren het toekennen van
belooningen aan verdienstelijke werklieden.
De commissie voor het rijksmuseum te Haarlem
heeft van regeeringsvvege op de tentoonstelling van
schilderijen, aldaar, behalve de reeds vermelde, aange
kocht van S. L. Verveer, gezicht te Noordwijk en van
H. A. van Trigt, katechisatie in de oud luthersche dorps
kerk te Vik (Sogne Fjord, Noorwegen).
In den laatsten tijd is te Londen dikwijls een bedrog
gepleegd door middel van schijn verkoopingen, hetgeen
vroeger slechts nu en dan geschiedde, doch thans een
gewoonte geworden is. Een aantal paarden, eene verzame
ling schilderijen of iets anders wordt aangekondigd om
openbaar verkocht te worden. Bij de veiling gaat alles
bijzonder duur en de dagbladen melden den volgenden
dag de buitengemeen hooge prijzen voor zulk een paard,
zulk een schilderij of zulk een artikel of merkwaardigheid
besteed. Eenigen tijd later worden dezelfde voqrwerpen
weder als „door bijzondere gelegenheid" aangeboden en
deze of gene onnoozele persoon, die niet weet dat de
vroeger gehouden verkoopingen slechts eene vertooning
en eene samenspanning tusschen de eigenaars en den
vendumeester waren, betaalt voor hetgeen hij koopt ver
boven de waarde, ofschoon in het vermoeden dat hij
koopjes heeft, afgaande op de prijzen bij eene vroegere
verkooping besteed, doch die natuurlijk slechts in schijn
werden geboden, ten einde het publiek te misleiden.
Thermometers tand.
22 Juni 's av. 11 n. 61 gr.
23 'smorg. 7 u.63 „'sinidd. 1 u. 71 gr.
§fa ten-generaal.
TWEEDE KAMEK.
(Foorloopige verslagen.)
Begrooting van Nederlandsch-Indië voor het dienstjaar 1867.
De inrichting dezer begrooting, die in vier wetsont
werpen samengevat is, vond geen algemeenen bijval,
en men had gewenscht, dat de in die wetsontwerpen
voorkomende afdeelingen, die ieder oen departement van
algemeen bestuur omvatten, elk bij een afzonderlijk
wetsontwerp waren voorgedragen, gelijk met de Neder-
landsche staatsbegrooting geschiedt. Nu toch zal men,
indien men aan eene der afdeelingen zijne goedkeuring
niet kan hechten, genoodzaakt wezen tegen het geheele
hoofdstuk en dus te gelijk tegen al de andere afdeelingen
te stemmen. Deze opmerking klemt nog des te meer voor
de eerste kamer, die niet het recht van amendement
bezit en dus zelfs geene poging kan doen om eventueel
de wetsontwerpen in haren geest te wijzigen.
Achtereenvolgens besprak men in de sectiën de voor
genomen nieuwe indeeling der takken van het algemeen
burgerlijk bestuur in Indië (waarbij men de aanstelling
van een directeur van justitie overbodig rekende), de
reorganisatie van het binnenlandsch bestuur op Java en
Madura en de afschaffing der cultuurpercentende
voorgestelde tracte men ts-verhooging der inlandsche
hoofden, de burgerlijke en militaire pensioenen, do hoog
opgedreven onvoorziene uitgaven, de kosten der zee- en
landmacht, enz., op al hetgeen men vele aanmerkingen
maakte. Die alle samenvattende, kon de vraag of deze
begrooting het kenmerk van zuinig en spaarzaam beheer
draagt en van zucht om de uitgaven binnen redelijke
grenzen te houden, naar het oordeel van zeer vele leden
niet toestemmend beantwoord worden.
Maar al te zeer scheen er neiging door te stralen tot
gedurige vermeerdering van de bezoldiging der Euro-
peesche ambtenaren en tot weelde in de raming der
sommen voor materieele behoeften. De rekenkamer kost
driemaal meer dan die hier te lande, en trekt bovendien
nog ƒ75,000 uit voor tijdelijk personeel. Bijna op alle
afdeelingen treft men dergelijke sommen voor hulpper
soneel aan. Een en ander gaf de indruk, dat bij het op
maken dezer eerste begrooting alles was opgeschroefd,
om zich later op die cijfers te kunnen beroepen. Het
gevolg van al dat opdrijven is geweest, dat deze begroo
ting van uitgaven tot ƒ124,870,131.54 is geklommen,
tegenover lil.j- millloen in 1865. Al stemde men ook
toe, dat het nadeelig verschil millioenen grooter schijnt
dan het is, ten gevolge van de veranderde inrichting der
begrooting, waarop thans voor het eerst de uitgaven
voor het vervoer en den verkoop der producten en de
bijdrage aan de Nederlandsche schatkist voorkomen,
staat toch daartegen over, dat de begrooting van 1865
bezwaard was met omstreeks 31 millioen voor aankoop
van zout buiten Nederlandsch-Indië, die thans zijn weg
gelaten, en met omstreeks 16 ton voor sedert ingetrok
ken cultures. De slotsom blijft altijd, dat de vaste uitga
ven eenige millioenen (volgens de berekening van som
migen bijna 5 millioen) hooger geraamd zijn dan voor
1865, zoodat er in dezelfde progressie wordt voortgegaan
waarin de Indische begrooting van bijna 92 millioen
in 1861 tot ruim 111 millioen in 1865 gestegen is.
Aan den anderen kant wees men er op, in antwoord
op de aanmerking dat er in vroegere jaren veel voor
Java verzuimd was dat nu ingehaald moest worden, dat
van die ontzaglijke sommen slechts 185,391 voor het
onderwijs der inlandsche bevolking is uitgetrokken,
terwijl het schijnt dat van de 8j- millioen voor openbare
werken slechts enkele tonnen voor de irrigatiën zullen
worden besteed, die de Javaan in 't belang van zijn rijst
bouw zoozeer behoeft.
De afhankelijkheid van Indië van de winsten op de
cultures is dus volgens de begrooting voor 1867 weder
toegenomen. Het nadeelig verschil tusschen territoriale
ontvangsten en uitgaven is tot bijna20millioen gestegen.
Met andere woorden: op de handelswinst van koffie,
suiker, specerijen en peper moeten voor 1867, zonder
dat nog aan eenige bijdrage voor de Nedorlandsche
schatkist te denken valt, 20 millioen worden geprele-
veerd, opdat Indië in zijne eigene uitgaven kunne
voorzien.
Naar aanleiding van deze opmerkingen werd door
sommige leden in overweging gegeven, de thans aange
boden begrooting te vervangen door eene andere, wel
naar de voorschriften der Indische comptabiliteitswet
ingericht, doch geheel op de leest der loopende begrooting
geschoeid. Alleen die nieuwe uitgaven zouden daar
dan bijgevoegd moeten worden, wier onvermijdelijke
noodzakelijkheid kan worden aangetoond.
Cfcmecnieraatl van Vlissingen.
Zitting van Woensdag 20 Juni. Benoeming commissie
hoofdelijlcen omslag; eervol ontslag controleur plaatselijke
belasting; verslag commissie school-onderwijs.
Voorzitter de heer Callenfels.
Afwezig de heeren de Groof, Quakkelaar, Tideman en
van der Hijden.
Nadat de notulen der vorige vergadering zijn goedge
keurd, wordt overgegaan tot de behandeling der op het
agenda voorkomende onderwerpen.
1. Benoeming eener commissie van drie leden voor den
hoofdelijken omslag.
Bij eene eerste stemming verkregen slechts twee leden
de volstrekte meerderheid, zijnde de heeren J. C. Ockers,
die 9, en J. G. Ilector, die 7 stemmen op zich hadden ver-
eeriigd, zoodat nog voor éen lid eene tweede stemming
moest plaats hebben.
Alvorens men daartoe overging, vroeg de heer Hector"
het woord. Hij gaf aan zijne medeleden het vertrouwen
te kennen dat zij hem zouden verschoonen van de aan
vaarding van het lidmaatschap eener commissie, welke
strekken moest tot voorlichting van het dagelijksch be
stuur bij de beoordeeling der aangiften voorde belasting
op het inkomeD, waartoe hij zich niet in staat acht. Of
schoon meer dan een halve eeuw te Vlissingen gewoond,
hebbende, heeft hij daarvan den meesten tijd in 'srijks
dienst bij de marine doorgebracht, en zich, door zijne vele
bezigheden in die betrekking, nimmer in de gelegenheid
bevonden zoodanig met zijne medeburgers bekend te
worden, dat hij eenige inlichting omtrent hunne inkom
sten zou kunnen verschaffen.
De voorzitter neemt zich voor, hierop nader terug te
komen.
De heer Mestdagh verzoekt mede buiten aanmerking
te blijven. Hij zou zich niet onttrekken, indien zijne
gezondheid voldoende was, maar is daartoe nu buiten
staat.
De heer van Uije Pieterse merkt op dat de commissie
slechts voor éen jaar wordt benoemd en meent dat die
taak, voor wie ook, niet zoo bezwarend zal zijn. Hij zou
bet betreuren indien men gevolg gaf aan al de verzoeken
om uitsluiting; doch wenscht dat de benoemden zich de
keuze voor dit jaar zullen laten welgevallen, zij kunnen
dan zien welke bezwaren zich voordoen.
De heer de Kruijff verzoekt ook om niet te worden be
noemd. Hij is lid van bijna iedere commissie, en verklaart
met den hesten wil deze nieuwe niet te kunnen waarnemen.
De beer Ockers zegt beter dan iemand de bezwaren,
daaraan verbonden, te kennen, daar hij zoo vele jaren in
het college van zetters is geweest. Maar hij acht het
plicht die benoeming aan te nemen en hij zal het. daarom
ook doen. Ook noodigt hij den heer Hector uit zijn voor
beeld te volgen.
De heer Laernoes heeft ook bezwaren en verzoekt dus
mede van de benoeming verschoond te blijven.
Alsnu overgaaude tot eene tweede vrije stemming,
worden de meeste stemmen vereenigd op de heeren
A. Rnysch en W. de Krnyff.
De heer Rnysch verklaart die betrekking niet te zullen
aannemen; de heeren Mestdagh en de Kruyff zijn onaf
hankelijk; doch hij is koopman en is dat dus niet. Hij
zegt ook te hoog in jaren te zijn en wil de von Bismaick
zijner medeburgers niet wezen.
Bij herstemming wordt de heer de Kruyffbcnoemd met
7 stemmen. IIij volhardt echter bij zijn besluit om voor
die benoeming te bedanken, daar de commissie niets aan
hem hebben zon, omdat hij niet zou kunnen komen.
De voorzitter zegt de ingebrachte bezwaren niette
kunnen aannemen, maar zal die ingevolge het reglement
van orde aan de beslissing der leden onderwerpen.
In stemming gebracht wordt het verzoek van den heer
Ilector verworpen met 9 tegen 1 stem.
De heer Ilector verklaart, die betrekking nog niet te
aanvaarden, maar dit eene maand in beraad te nemenom
zich nader te verklaren.
Het verzoek van heer de Kruyff wordt alsnu mede met
een gelijk aantal stemmen verworpen, zoodat de benoemde
heeren gehouden worden leden der commissie te zijn.
De heer Hector verzoekt nog dat de leden zijne weige
ring niet zullen toeschrijven aan onwil; hij had verwacht
van die commissie vrijgesteld te worden, omdat hij van
den beginne aftegen het principe eener belasting op de
inkomsten is gestemd geweest; terwijl hij zich, hoewel
in de vaststelling der verordening berust, heeft voorbe
houden, wanneer aan do benoeming eener commissie werd
gevolg gegeven, voor zich een nader besluit te kunnen
nemen, daar hij in allen gevalle, al keurde geheel Neder
land eene belasting op het inkomen goed, hij die afkeurde.
2. De voorzitter deelt mede dat is ingekomen een
verzoek van den heer J. W. Spies, controleur der plaatse
lijke belastingen, om eervol ontslag uit die betreuking.
Het gevraagde ontslag wordt met algemeene stemmen
eervol verleend, onder dankbetuiging voor de belangrijke
diensten in die betrekking bewezen.
3. Verslag commissie schoolonderwijs.
Uit het voorgelezene verslag blijkt dat de avondschool
voor jonge jufvrouwen weinig bezocht wordt, waarom
de commissie zoodanige wijziging in de verordening
wenscht te brengen als strekken kan om zulks meer aan
te moedigen. Daarbij zou men wenschen bepaald te zien
dat het schoolgeld voor dag- en avondschool te zatnen,
werd bepaald op 30 voor éen leerling en 24 per hoofd,
voor twee leerlingen uit hetzelfde gezin, daaronder
begrepen de gymnastieklessen.
De heer van der Os vraagt, of de gymnastieklessen,
gegeven zullen worden op kosten der gemeente of der
ouders zeiven. In het eerste geval zal hij er tegen
stemmen.
De heer Winkelman licht het voorstel nader toe; d&
kosten zijn voor rekening der gemeente en men wenscht
het schoolgeld te bepalen op 30 voor het geheele onder
wijs, alles daaronder begrepen.
De heer van der Os is er dan tegen, daar de meisjes
op andere scholen dan evenzeer behoefte aan gymnastiek
hebben.
De heer van Uije Pieterse merkt op dat de gymnastiek
begrepen is onder de vakken van het meer uitgebreid
lager onderwijs, en doet uitkomen dat uithoofde van de