öuitimlanö. mr. W. baron vaiJnden' zal geschieden op Dinsdag 26 Juni a. en dat'0 eene herstemming noodig is, deze zal plaats'hebbe^P Dins(ïag 10 Ju,i daaraanvolgende. Bij herstem'1^ tusschen de heeren J. Feytel en L. M. Wisse jfTStgenoemde met 16 van de 25 stemmen gekozen tot van deD genieenteraad van Kattendijke. Op den f Augustus e. k. en volgende dagen zal te 'sGravenh'é gehouden worden het examen voor aspi rant landrter en landmeter 3e klasse bij het kadaster. De commi'e bestaat uit de heerenA. Bevers, ingenienr- verificatff te 's Hage; L. J. van Tonlon van der Kooy, inspecte^ der registratie en domeinen te Arnhem; J. q. fbes, idem le klasse te's Hage, en C. J. Gerstj idem klasse te Rotterdam. Benoemingen en besluiten. LpBR. Overgeplaatst in hunnen rang bij het regement greadiers en jagers de le luitenants F. le Maire Knotzer en'. C. Santhagens, beiden van het 7e regement infanterie. Marine en leger. Zr. Ms. fregat met stoomvermogen Adolf hertog van Nassau, onder bevel van den kapitein ter zee O. H. Ublenbeck, is, blijkens een bij het departement van marine ontvangen telegram, in den voormiddag van den 11 dezer ter reede van Lissabon aangekomen. Aan boord was alles wel. Staatscour Gemengde berichten. In eene vergadering, 11 Juni jl. door de werkbazen alhier gehouden, is besloten om voor alsnog de daggelden der werklieden niet te verhoogen, eensdeels omdat sedert 1 Mei een aantal levensmiddelen van belasting bevrijd zijn, en de daarvoor in de plaats gestelde lasten thans door anderen gedragen worden, anderdeels omdat er geen groote werken worden uitgevoerd. Voorts heb bende bazen in aanmerking genomen dat verhoogd loon op den lust om te laten werken nadeeligen invloed zon uitoefenen, voornamelijk in den winter. Zij hebben echter aan de werklieden hunne geneigdheid doen kennen om mettertijd op middelen bedacht te zijn, waardoor de toestand der werklieden zou kunnen verbeteren. In den circus der Champs Elysées te Parijs had dezer dagen het volgende plaats. De dierentemmer Batty hitste, na gehouden oefeningen, volgens gewoonte zijn wilde beesten op, door ze met zijne karwats te slaan, toen een leeuwin plotseling op hem toesprongen hem met hare vervaarlijke klauwen het gelaat en den rechterschouder deerlijk verwondde. Ondanks deze kwetsuren en de her baalde waarschuwingen van het publiek, heeft de onver schrokken Hongaar de voorstelling niet willen afbreken. Altijd is men er op uit geweest om de kevers te verdelgen en onschadelijk te maken; ten vorigenjare is men in Zwitserland begonnen om er voordeel van te trekken, door ze onder de pers te leggen en er eene olie uit te trekken, die zeer brandbaar is. Thans heeft men in Duitschland bedacht, om ze te droogen in den oven, nadat deze eerst voor het bakken van brood heeft ge diend zij worden dan gemalen en leveren een meel op, dat de vogels, naar men beweert, zeer gaarne eten. De officier van justitie te Almelo bericht, dat dezer dagen aldaar in omloop is bevonden ee i valsch munt biljet, groot f 10, letter F. N., no. 242, gedagteekend 15 September 1853, waarvan de meest in het oogvallende kenmerken dezelfde zijn, als in de Staatscourant van 17 Juni 1865 zijn medegedeeld. Het verdient echter op merking dat de muntbiljetten, welker valscheid ten vorigen jare en ook thans weder is geconstateerd, alle de letters F. N. dragen en alle genommerd zijn van 240—242. Omtrent de juiste toedracht van het ook door ons medegedeelde ongeval op de schietbaan van het gilde „Het Wiel van Heusden," worden aan het Handelsblad door het bestuur dier vereeniging de onderstaande inlich tingen verstrekt, bevestigd door het getuigenis van den kantonrechter te Ileusden. „De leden van het scherp- schuttersgilde „het Wiel van flensden" waren in den avond van 6 Juni 1866 bezig met de gewone schiet oefening op hunne baan, die, naar het gevoelen van alle deskundigen, zeer gunstig gelegen is aan den voet van de wallen der stad tusschen twee bastions. Tegen acht uren kwam de beurt aan een der leden om te schieten; hij gaf door middel der bel het gewone signaal aan den marqueur en schoot. Onmiddellijk daarop zag hij den marqueur vallen. De schutter zelf had hem, toen hij schoot, niet gezien; en alleen uit de verkla ringen van eenige lieden, die van den wal naar de schiet oefeningen keken, is gebleken dat de marqueur, na het bellen, om welkeredenisonverklaarbaar,nitzijnebedekte stelling kwam en nog niet voor de schijf was, toen hij reeds getroffen nederviel. De plaatselijke gesteldheid is zoodanig, dat een schutter van zijne standplaats niets dan de schijf ziet, en de nadering van iemand die van ter zijde komt, niet bespeuren kan. De marqueur had eene doode- lijke wonde aan de linkerzijde van het hoofd en is des nachts te 1 uur overleden. Alle maatregelen van voor zorg waren behoorlijk in acht genomen; iedereen is dan ook overtuigd, dat ten deze zelfs aan geene onvoorzich tigheid te denken valt, althans niet van de zijde van den ongelukkigen schutter." Het Fransche dagblad le Monde bevat den volgen den canard-, „In sommige kriugen is veel sprake van het dralen van Garibaldi om Caprera te verlaten. Men beweert zelfs in allen ernst dat Garibaldi reeds sedert een vol jaar dood is, maar dat men om den invloed, welken zijn naam uitoefent, levendig te houden, zijn dood geheim houdt; men voegt er bij dat de zaak zoo waar is, dat al degenen die, gelijk A. Dumas, in den ongsten tijd op het eiland zijn geweest, zich wel wachten bijzonderheden omtrent Garibaldi of hun bezoek mede te deelen." In de Leidsche courant leest men het volgende: „De gezondheids-commissie gevestigd in degemeente Katwijk, acht het zich tot plicht, het publiek te wijzen op een spre kend voorbeeld, hetwelk aantoont hoe dringend noodza kelijk het is, vooral gedurende het heerschen eener cholera- epidemie, de matigheid te betrachten. Vrijdag jl. heeft een vijftal personen, waarvan drie uit onze gemeente, gedurende de lammerenmarkt, in de stad uwer inwoning gehouden, zich aan een bovenmatig gebruik van eieren schuldig gemaakt, en wel met het noodlottig gevolg dat van dat vijftal in den nacht van Zatnrdag op Zondag jl. allen, voor zoo ver onze gemeente betreft, aan cholera zijn bezweken. Moge dezemededeeling aan anderen tot waar schuwing strekken. Namens de commissie voornoemd, Katwijk, De voorzitter, 4 Juni 1866. j. schadde van boobn. Omtrent bovenbedoeld voorval meldt men uit Katwijk nog het volgende: In den nacht van 2 op 3 dezer zijn drie personen (twee van Katwijk aan Zee en een van Katwijk aan den Rijn) aan de cholera asiatica overleden. Naar men verneemt hebben bedoelde personen op Vrijdag bevorens, bij gelegenheid der lammerenmarkt te Leiden, aldaar met elkander eene weddenschap aangegaan, vyie de meeste eieren zoude eten, hetgeen het gevolg had, dat door hen gezamenlijk 120 hard gekookte eieren werden geconsumeerd, terwijl zij daarna nogcenig zuur (augurkjes) gebruikten. Verregaande onmatigheid in hetgebruikvan voedsel, waarop dat van geestrijke vochten is gevolgd, schijnt alzoo de ziekte, waaraan zij zijn overleden, te hebben opgewekt. Opmerkelijk is het bovendien, dat zich sedert dien tijd nog geen ander geval van cholera in die beide dorpen (hebbende eene bevolking van p. m. 5400 zielen), heeft voorgedaan. Te Londen heeft een spoorwegongeluk plaatsgehad, waarvan men te vergeefs een tweede voorbeeld zou zoe ken. Zaterdagavond passeerde door den tunnel Weiwijn op den'Noorder spoorweg een trein met leege wagens, die eensklaps door het springen van een ketel der loco motief stil hield. Een goederentrein volgde haar. Het schijnt, dat de bepaling, volgens welke geen trein door den tunnel mag gaan, voordat de chef het teeken ontvan gen heeft dat de weg vrij is, ditmaal overtreden is gewor den, want de tweede trein stoomde door, stootte tegen de eerste aan en wierp haar gedeeltelijk dwars over de lijn. Nu kwam juist een derde goederentrein van den tegen- overgestelden kant aan, en werd in weinige seconden ook tegen de twee eerste opgeworpen. Bijna tegelijkertijd deelden, de gloeiende kolen, die uit de verbrijzelde loco motief gevallen waren en over den grond gestrooid lagen, het vuur aan de wagens mede en dit vuur, nog gevoed door den wind, die met kracht door den tunnel blies, herschiep weldra het gewuifde gedeelte van den weg in een soort van krater, waaruit de vlammen door de twee openingen opstegen. De onvoorzichtige wach ters, die de ooi zaak van het ongeluk, schijnen geweest te zijn, zijn door het onheil omgekomen. De geldelijke schade is vrij aanzienlijk. Zes en dertig wagens zijn met hunne vracht een prooi der vlammen geworden. Zoodra het voorval bekend was geworden, zijn tweehonderd man van de compagnie op de plaats aangeloopen met het doel om hulp te verleeuen. Maar de gedurige ont ploffingen, die telkens op nieuw zich in den tunnel deden hooren, de hitte en den rook, die er zich uit verspreidden, de vlammen, die bij tusscheDpoozen uit barstten en zich tot op eene hoogte van 60 voet verhieven, maakten elke poging van redding vruchteloos. Eerst nadat het vuur alles wat bet bereiken kon vernield had, waren de brandblusschers in staat den tunnel binnen te gaan. Gedurende verscheidene dagen zal alle verkeer op den weg gestaakt zijn. De Levant Herald heeft een brief uit Mekkva, over de orde, die dit jaar bewaard is geworden, bij de viering van het groote feest der bedevaartgangers. Men weet dat, bij het laatste uitbarsten der cholera in Frankrijk, op de verpestende werking van de overblijfselen der op dit feest in overmatig grooten getale geofferde dieren gewe zen is als op een der mogelijke oorzaken van de cholera, en dat men dientengevolge bij den onderkoning van Egypte op afdoende maatregelen tegen de wanorde bij deze offerplechtigheden heeft aangedrongen. De corres pondent van den Levant Herald schrijft nu, dat van ver pestenden of walgelijken reuk op de vlakte der offeranden dit jaar niets bespeurd werd; dat alle afval zorgvuldig begraven werd; dat de bronnen die door het bloed der offerdieren en het reinigen der kleederen bedorven waren, bewaakt werden om te beletten dat, ouder gewoonte, men zich van haar water als drank bediende; dat al deze maatregelen wel bij sommige dweepers tegenstand, doch bj de meesten willige opvolging vondeu,en dat dienten gevolge de sterfte ook werkelijk onder de pelgrims veel geringer dan anders geweest is. Burgerlijke stand. Middelburg. Eerste huwelijksafkondiging van den 10 dezer: G. van Telgen, weduwn. 41 j. met G. Schu ring, jd. 32 j. D. van de Vijver, jm. 28 j. met J. Wendels, jd. 26 j. J. A. Geldof, jm. 33 j. met E. F. Colijn,jd. 26 j. (Van 2 tot 9 Juni.) Vlissingen. Gehuwd: E. J. Huilmand, jm. 24 j. met M. Thienpont, jd. 24 j. J. J. Patras, jm. 30 j. met C. A. Brandenburg,jd. 20 j. B. van Sluijs, jm.25j. metL. M. Gal lier, jd. 31 j. Bevallen: C. J. Corveleijn, geb. Bos, z. Y. Slagmolen, geb. Los, z. J. Fey, geb. van Boven, z. P. van Oijen, geb. Mos, d. J. A. Wels, geb. van der Minne, d. M. J. Dissen, geb. Akkers, d. H. C. Bom, geb. Oldermann, d. M. Stroo, geb. Louwerse, z. M. J. Belle, geb. Kromo, z. (doodgeb.) M. S. Adriaansen, geb. Boxman, d. (doodgeb.) OverledenJ. Vianeu, weduwn. van C. Staal, 70 j. J. C. van de Veijver, jm. 79 j. C. J. Riemens, z. 7 m. J. B. Lauwereins, man van C. II. van der Looi, 48 j. Goes. Gehuwd: C. Romboutsjm. 36 j. met M.T. Schik, jd- 21 j. Bevallen: L. de Wilde, geb. Mange, z. K. de Mnnck, geb. Harinck, d. J. den Boer, geb. Weijers,d. A. Clement, geb. Verstelle, z. H. van Anrooij, geb. Brninshoofd, d. Overleden: J. E. Lensen, vrouw van P. M. Verboom, 47 j. A. van den Meulen, vrouw van P. van Vunren,56j. J. F. Haffener, jm. 16 j. C. van 't Westende, weduwn. van M. de Winter, 79 j. K. v. d. Bliek, man van J. Filius, 27 j. Zierikzee. Gehuwd: M.L. Schilperoort, weduwD. 35j. met L. K. Remmers, jd. 26 j. Bevallen: W. Kloet, geb. Boot, d. J. Peute, geb. Bak ker, d. L. de Looze, geb. Lopse Hoeke, d. J. Elsevier, geb. van de Velde, d. J. Kramer, geb. Iiodoe, z. (levenl.) Overleden: A.C.Evertse, vrouw van W.Akkenaar,76j, Tliermometerstaiid. 11 Juni 's av. 11 n. 59 gr. 12 'smorg. 7 u.62gr.'smidd. 1 u.76gr.'sav. 11 u.62gr. 13 i(1 's morg. 7 u. 59 's midd. 1 u. 63 gr. Algemeen overzicht. De weinige hoop, welke ook nog thans op het behoud des vredes gevestigd was is nu geheel verdwenen en van uur tot uur wordt de tijding verwacht dat het eerste schot is gelost, als sein tot eene algemeene oorlogsuit barsting in ons werelddeel. En waar wij deze allertreu rigste tijding aan onze lezers mededeelen, gronden wij ons niet op geruchten, op misschien onjuiste berichten, of op overdreven voorspellingen, maar op verschillende niet tegengesproken feiten, welke onze lezers onder de rubriek „Europeesche verwikkelingen" zullen aantreffen en waarvan wij reeds gisteren eenige aan de geabbon- neerden op het bulletin mededeelden. Uit. Florence wordt gemeld dat Garibaldi Caprera heeft verlaten, terwijl men weet dat zijn vertrek naar het vaste land steeds werd beschouwd als bet sein dat het uur van den strijd voor Italië was geslagen. Uit Holstein wordt bericht dat de stenden-vergadering van dat hertogdom te Itzehoe door de Pruisen met brutaal geweld is uiteen gejaagd; dat de Oostenrijksche civiel commissaris heeft geprotesteerd en voorts gevangen genomen en naar de vesting Rendsbnrg is gebracht; dat Oostenrijk dien ten gevolge bij de Duitsche bondsvergadering te Frankfort een voorstel heeft ingediend tot mobielverklaring der bondscontingenten. Uit Parijs wordt medegedeeld dat de regeering voortgaat met het nemen van maatregelen om binnen zeer weinige dagen een leger in het veld te kun nen brengen. Uit St. Petersbnrg wordt eindelijk de tijding aangebracht dat een ontzachelijke legermacht op de Oostenrijksche grenzen wordt samengetrokken. Terwijl alzoo van uur tot uur, op grond van al deze berichten, de noodlottige tijding van het begin der vijan delijkheden wordt verwacht, wordt ook nog bovendien uit Londen medegedeeld dat in het lagerhuis door den minister Gladstone is verklaard dat alle hoop op de hand having des vredes is verdwenen. Vergissen wij ons niet, dan mag men in deze officieele verklaring in zekeren zin de officieele bevestiging zien van al de bovenbedoelde onheil spellende tijdingen. Dat deze ook als zoodanig isopgevat, bewijst de groote daling in den prijs der effecten. Daar de toestand van Europa zelf in de laatste weken schier uitsluitend de aandacht trok,traden verschillende andere overigens zeer belangrijke vraagstukken op den achtergrond. Daaronder behoorde ook liet Mexicaansche vraagstuk. De tijdingen gedurende den laatsten tijd uit Maxiiniliaan's keizerrijk aangebracht, waren verre van gunstig en vooral de financieele toestand des lauds liet zeer veel te wenschen over. Ondanks verschillende bezuinigingen in onderscheidene takken van bestuur, ondanks de afstand door den keizer van een deel zijner inkomsten gedaan, was de schatkist in allertretirigsten staat. Thans wordt uit Parijs gemeld dat keizer Maximi- liaan zijn voornemen aan Napoleon III zou hebben mede gedeeld, om de kroon neder te leggen, indien Frankrijk weigerde om Mexico uit den financieelen nood, waarin het verkeert, te redden. Keizer Napoleon zou echter in antwoord hierop ten stelligste hebben verklaard dat hij daartoe niet in meerdere mate, dan reeds tot dusverre het geval was geweest, kon medewerken. Te gelijkertijd zouden aan den maarschalk Bazaine bevelen zijn ge zonden om weder de Mexicaansche bevolking te raad plegen over een opvolger voor keizer Maximiliaan, indien deze aan zijn besluit gevolg mocht geven. Wij mogen dus verwachten dat, indien dit bericht zich beves tigt, eene tweede voorstelling van het comediespel zal gegeven worden, hetwelk reeds eenmaal in Mexico heeft plaats gehad. Dergelijke vorstenverkiezingen, gelijk wij ze in Mexico, Griekenland, Moldavie-Walachije zagen, strekken intusschen geenszins om bet reeds niet meer bijzonder groot prestige der vorstelijke waardigheid te vermeerderen. Waar men op den eenen dag luite nant der dragouders of adelborst is, om den volgenden dag vorst te worden te Athene of te Bucharest, daar wordt zelfs op de vorstelijke waardigheid reeds een zeer democratisch merk gedrukt, hetwelk tevens herinnert dat men in onze dagen al even spoedig eene kroon erlan-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1866 | | pagina 2