astpte
in discrediet te brengen door het bewind zou worden
gekeerd. De regeering zal echter door eene ruime en
milde toepassing der wet op het lager onderwijs aan de
grieven van het bijzonder onderwijs trachten te gemoet
te komen, alleen in dat geval zou het mogelijk kunnen
zijn, dat een enkel punt der wet herziening vorderde.
De minister van financiën schetste met aanhaling van
cijfers den minder gnnstigen toestand onzer financiën
en betoogde, dat om de gewone uitgaven hier te lande te
dekken, millioenen uit Indië noodig waren. Aan onver
plichte amortisatie viel vooreerst niette denken en groote
omzichtigheid wa3 thans de taak der regeering. Voor
hetoogenblik bestond wel nog geen gevaar, dank
zij de maatregelen van den heer van Bosse, maar dit nam
Kiet weg, dat reeds thans de grootste zuinigheid in het
doen van uitgaven moest worden betracht. De minister
van marine zeide, in antwoord op de vraag van den heer
van der Putte, dat de toestand der marine aan de kamer
fliet onbekend kan zijn, maar dat hij thans niet in
beschouwingen zou treden over de verbeteringen daarin
te brengen. Dit alleen kon hij zeggen, dat uit de be
grooting blijken zou, dat hij zou trachten de kustverde
diging in goeden staat te brengen.
Na replieken van enkele sprekers,en van de ministers,
Werd de discussie over het programma gesloten.
2. Interpellatie van den heer Michiels over het trac-
taat met Pruisen tot wering van den sluikhandel.
Spreker somde al de nadeelen van het tractaat, voor
namelijk voor de grensbewoners, op, wees op het groot
aantal adressen daartegen ingekomen, en vroeg ten
slotte of de voortduring van het tractaat moet ophouden,
bijaldien het niet voldoende gewijzigd wordt. Hebben
daaromtrent reeds onderhandelingen plaats gehad, zoo
'a, met welk resultaat? Zoo die onderhandelingen geen
gewenscht resultaat hebben gehad, zal dan het tractaat
vóór 1 Juli worden opgezegd?
De minister van bniteulandsche zaken wees er op, dat
de reden waarom in 1851 dit tractaat gesloten is, was de
behoefte om den .Rijnspoorweg aan het Pruisische net te
doen aansluiten. Thans stond bij de onderhandelingen
slechts het algemeen belang op den voorgrond. Op de
eerste vraag van den heerMichielsantwoorddedeminister
dan ook bevestigend, daarbij tevens verklarende, dat, zoo
geene voldoende wijzigingen daarin gebracht werden,het
tractaat met 1 Juli niet zou worden verlengd.
In gelijken geest sprak de minister van financiën,
Waarover de heer van Nispen zijn genoegen te kennen gaf.
De discussie nam hiermede een einde.
Gemeenteraad van Middelburg.
Zitting van Woensdag 6 Juni.
(Vervolg.)
De heer Luteyn brengt rapport uit namens do com
missie, in wier handen is gesteld een brief van de
directie der teekenschool alhier, dd. 2 Maart ji., houdende
voorwaarden waarop zij gezind zon zijn de uoodige
lokalen aan de gemeente te verhuren tot het inrichten en
houden eener bnrger-avondschool. In den aanvang van
dit rapport zegt de commissie dat zij, tot het volbrengen
der haar opgedragen taak, noodzakelijk eene vergelij
king moest kunnen maken tnsschen huren, met de
daaraan verbonden verbouwingen, en het stellen
van een geheel nieuw gebouw. Tot die vergelij
king werd zij dan ook in staat gesteld door de latere
Ontvangst van drie bij het rapport overgelegde plannen
van verbouwing, eene begrooting der kosten van inrich
ting en eene globale begrooting van een geheel nieuw
gebouw.
Volgens het eerste plan zou do zolder boven het
gebouw der tegenwoordige teeken-academie door afschie
ting en plafoneering tot lokaal worden ingericht, hetwelk
met de zoogenaamde bouw- en prentkamers voldoende
ruimte zou aanbieden. Hiervan worden de kosten
op/720 begroot.
Volgens het tweede plan zou de prentkamer worden
vorhoogd en de gedeeltelijk daarboven zijnde industrie
kamer worden vergroot. De kosten van dit plan worden
op 2500 geraamd.
Volgens hot derde plan zou alleen de industriekamer
Worden vergroot zonder verhooging der prentkamer. De
Uitvoering van dit plan wordt begroot op 2000.
Bij al de genoemde plannen van verbouwing is gere
kend op een onveranderd gebruik maken der bouvvkamer
en zijn de kosten van inrichting voor alle drie begroot
op 1497. De kosten van uitvoering en inrichting van
plan 1 zouden dus bedragen 2217, van plan 2 3997 en
van plan 3 3497.
Het stellen en inrichten van een geheel nieuw gebouw
'3 geraamd op 16,000.
Van de verschillende plannen komen no. 2 en 3 der
commissie zeer doelmatig voor; daardoor zouden drie
flinke lokalen worden verkregen, geschikt tot het geven
van onderwijs aan een aanzienlijk getal leerlingen. Het
Plan no. 1 beveelt zich echter het meest aan wegens de
reinste kosten, terwijl ook hierdoor, volgens het oordeel
van den gemeentebouwmeester, een goed en doelmatig
'okaal zou verkregen worden, waarvan de kosten met de
Heeste zekerheid kunnen worden begroot. Het is der
commissie evenwel onbekend of de inspecteur van het
Hiddelbaar ouderwijs en andere bevoegde beoordeelaars
fle uitvoering van dit plan doelmatig zonden achten,
terwijl de inspecteur zijne voorloopige goedkeuring der
ar»dere plannen reeds heeft kenbaar gemaakt.
De commissie merkt voorts op dat tegen de verschil
lende huurplannen het bezwaar bestaat dat de ge
beente geld besteedt aan de gebouwen van een ander,
is het ook dat de directie der teekon-academie zich
niet ongezind heeft verklaard om bij het einde der huur
eenige vergoeding te geven voor die veranderingen,
waardoor de innerlijke waarde harer gebouwen is ver
beterd; voorts dat men bij eventueele uoodzakelijke ver
andering weder met de eigenaars in overleg moet treden,
en verder de gewone bezwaren van huren tegenover
eigen bezit.
Bij de globale begrooting voor een nieuw gebouw is
men uitgegaan van de onderstelling dat geen kosten be
hoeven gemaakt te worden voor het terrein, waarop het
moet worden gesteld, en dat de ligging van dat terrein
zoodanig is, dat men volstrekt op geen versiering of
ontsiering der gemeente heeft acht te slaan.
De commissie houdt zich bij hare verdere beschouwing
geheel aan de begroote cijfers; al kan zij zich niet los
maken van het denkbeeld dat de som van 16000, voor
de oprichting en geheele inrichting van een nieuw ge
bouw geraamd, bij de uitkomst zal blijken onvoldoende
te zijn, en zonder ook in rekening te brengen de waar
schijnlijkheid dat, tot het vinden van een voldoend ter
rein, ruimte of een lokaal van meerdere of mindere
waarde zal moeten worden ingenomen of aangekocht.
Volgens het schrijven van de directie der teeken
academie zou 300 aan huur worden gevorderd. De
kosten van inrichting, begroot op 1497, kunnen bij het
eindigen der huur als voor de gemeente verloren worden
beschouwddit bedrag dient volgens de commissie echter
verminderd te worden met 350 voor aanschaffing van
schrijftafels, schrijfborden, kapstokken enz., omdat die
het eigendom der gemeente blijven; na die vermindering
blijft dus 1147 als kosten van inrichting, over de huur
jaren te verdeelen. Neemt men plan 1, dan zal de ge
meente in zeven jaren betalenkosten van verbouwing
720, kosten van inrichting ƒ1147, zeven jaar huur
ƒ2100, te zamen 3967; stelt men hetgeen de teeken
academie voor de kosten zon willen restitueeren op 200,
dan blijft nog 3767 in zeven jaren of ƒ538 per jaar
over. Neemt men plan 2, dan betaalt de gemeente in
zeven jaren: kosten van verbouwing 2500, kosten van
inrichting 1147, zeven jaar huur ƒ2100, te zamen ƒ5747;
de restitutie der teeken-academie stellende op 600 en
daarvan aftrekkende blijft ƒ5147 in de zeven jaren of
735 per jaar. Plan 3 nemende, dan betaalt de ge
meente in zeven jaren: kosten van verbouwing 2000,
kosten van inrichting ƒ1147, zeven jaar huur ƒ2100, te
zamen 5247; blijft na aftrek der restitutie van de
teeken academie, gesteld op 500, in zeven jaren ƒ4747
of 678 's jaars. Bij vernieuwing van huur na zeven
jaren is op gelijke voorwaarden slechts ƒ300 's jaars te
betalen, in plaats van 538, 735 en 678.
Ten aanzien van het stellen van een n i e u w gebouw
zegt do commissie, dat daarbij moet gerekend worden op
minstens 5 pet. van het besteede kapitaal, dus over de
geraamde ƒ16000: ƒ800 of per zeven j iren ƒ5600, zonder
iets voor amortisatie te stellen.
In aanmerking nemende: a. het dadelijke verschil in
kosten; b. het aanmerkelijk verschil bij langere huur dan
zeven jaren; c. bet bezwarende voor de gemeente om aan-
zienlijke sommen uit te geven; d. het wenschelijke om
eene min kostbare proef te nemen, bij het onzekere welk
gebruik van de op te richten avondschool zal worden
gemaakt, welke ruimte er dus noodig zal zijn en welke
veranderingen later in de inrichting noodzakelijk kunnen
blijken meent decommissie in het belang der gemeente
te moeten adviseeren om over te gaan tot het huren en
verbouwen der teeken-academie volgens plan 1, indien
dit door deskundigen voldoende mocht worden geacht,
en anders volgens plan 3. Zoo de gemeenteraad zich
daarmede vereenigt, stelt de commissie ten slotte als
wijzigingen in de conditiën van verhuring voor den tijd
van huur te laten ingaan den 1 September, omdat vóór
dien tijd van de lokalen geen gebruik zal worden ge
maakt; den huurtijd op zeven jaar te stellen, omdat over
een korteren termijn de kosten van verbouwing en in
richting te zwaar drukken en te bepalen dat de directie
der teeken-academie alleen met toestemming van den
burgemeester gebruik zal mogen maken van de verhuurde
lokalen, op die tijden dat zij voor de burger-avondschool
niet gebruikt worden.
Nadat de commissie voor haar uitgebracht rapport is
dank gezegd, wordt de beraadslaging geopend.
De heer Siffló vraagt of de teeken-academie is een
zedelijk lichaam en als rechtspersoon is erkend, of wie
er eigenaren van zijn. Hij doet die vraag omdat er een
onderzoek naar dien eigendom schijnt ingesteld tezullen
worden.
Volgens het antwoord des voorzitters is de teeken
academie als het ware een corps morale, waarover dirigee-
rende leden het toezicht hebben; laatstgenoemde zijn
echter geen eigenaren, evenmin als de gemeente eige
nares is.
De heer Lantsheer vraagt, naar aanleiding van het
uitgebracht rapport, eenige inlichtingen. Vooreerst
meent hij dat de burger-avondschool volgens de mede
gedeelde plannen eigenlijk meer eene teekenschool,
waaraan enkele vakken worden toegevoegd, dan wel
ambachtschool zal zijn. Kan de inspecteur van het
middelbaar onderwijs goedvinden dat het teekeuen
geheel op den voorgrond wordt gesteld, dan heeft
spreker daarmede echter ook vrede. De voorzitter
antwoordt dat teekenen op de burger-avondschool hoofd
zaak wezen moet, dat zulks in de bedoeling ligt van den
inspecteur en door dezen zelf is bepaald.
Ten anderen vraagt de heer Lantsheer of er, behalve
de door de commissie aangegeven wijzen, nl. huur van
de teeken-academie of het zetten van een nieuw gebouw,
nog niet een andere weg zou kunnen ingeslagen
worden. Een nieuw gebouw toch vordert te groote uit- I
gaaf en bet huren der teeken academie is zijns inziens
ook minder wenschelijk, vooreerst omdat dit gebouw in
een slechten toestand verkeert en voorts omdat later
wellicht, even als meermalen het geval is,blijken zal dat de
kosten grooter zijn dan geraamd is. Daar hier een uit
muntende middelbare school bestaat, van welker lokalen
des avonds geen gebruik wordt gemaakt, zou hij
willen trachten die tegen zekere retibrutie te mogen
gebruiken voor de burger avondschool. Mocht dit niet
kunnen, dan zou ook nog een onderzoek mogelijk zijn
of de lokalen der school van den heer Gouka niet te
gebruiken zijn, want is het onderwijs in de teekenknnde
beperkt tot het hand- en rechtlijnig teekenen, zooals de
wet bedoelt, dan zou het gebruik dier lokalen wellicht
niet te bezwarend zijn.
Ten derde zon hij verlangen dat, als met dirigeerende
leden der teeken academie een contract wordt gemaakt,
daarin ook worde bepaald dat in het gebouw een con
ciërge moet worden geplaatst.
In de vierde plaats zou hij den huurtijd op korter tijd
dan zeven jaren willen gesteld zien, en eindelijk wenscht
hij, bij gebrek aan overtuiging dat de localen der teeken
academie goed zullen wezen, dat het goedkoopste plan
gevolgd worde.
De heer de Jonge meent, dat het beter is, alvorens in
deze zaak eene beslissing te nemen, het advies van den
heer Steyn Parvé af te wachten.
De heer Verbrugge vraagt of de zekerheid kan worden
gegeven dat de wijzigingen in de voorwaarden, door de
commissie aan het slot van haar rapport bedoeld, zullen
worden goedgekeurd? Uit een oogpunt van zuinigheid
acht deze spreker plan 3 aanbevelenswaardig, maar met
het oog op het doelmatige zon hij plan 2 beter noemen.
De voorzitter zegt dat hij de verschillende opmer
kingen wil beantwoorden. Beginnende met die van den
laatsten spreker, zegt hij dat de directie der teeken
academie van de voorgestelde wijzigingen in het rapport
niets weet en het dus onzeker is of zij daarin genoegen
zal nemen. Wat de plannen zelve betreft, acht hij
no. 3 voldoende, no. 2 onnoodig en no. 1 ondoelmatig;
hij gelooft ook niet dat dit laatste door den inspecteur
zal worden goedgekeurd. Wat de heer Lantsheer
verlangt, om namelijk te trachten de burger-avondschool
in het gebouw der rijks hoogere burgerschool te mogen
honden, gelooft hij niet dat de minister en de inspecteur
dit zullen goedkeuren ;ook hij acht dit niet wenschelijk.
De bedoeling der regeering is om de burger avondschool
geheel van de rijks hoogere burgerschool afgescheiden
te houden; zelfs wanneer sommige docenten aan de
hoogere burgerschool verlof krijgen om aan de burger
avondschool onderwijs te geven, dan is dit eene speciale
vergunning voor deze gemeente. De inrichting der
school van den heer Gouka tot burger-avondschool,
mede door den heer Lantsheer aangegeven, is volgens
den voorzitter geheel ondoelmatig. Ten slotte zegt hij
dat er zijns inziens geen sprake van kan wezen dat er
geen conciërge in het gebouw der teeken-academie zou
aanwezig zijn.
De heer Lantsheer vraagt, of de verdeeling der school
uren ook is goedgekeurd door de hier bestaande
commissie van toezicht op het middelbaar ouderwijs?
De voorzitter antwoordt dat diecommissiedaarmede niets
te maken heeft. Verder oppert hij de onderstelling dat de
heer Lantsheer uitgaat van het denkbeeld, dat de directie
der teeken-academie gaarne haar gebouw zou afstaan,
hetgeen echter niet het geval is. De heer Lantsheer
wederlegt die onderstelling echter met de opmerking dat
hij dat denkbeeld niet kon koesteren, want dat de voor
zitter zelf gezegd heeft dat de directie met de tegen
woordige voorstellen nog onbekend is.
De heer Lnteijn merkt den heer Lantsheer nog op dat
de commissie slechts van twee wegen heeft gesproken,
omdat zij aileen een onderzoek bad te doen naar datgene
wat haar tot onderzoek was opgedragen, nl. huur der
teeken-academie of wel een nieuw gebouw. Had de com
missie naar andere wegen omgezien, dan ware zij zijns
inziens hare bevoegdheid te buiten gegaan.Dat een
conciërge moet aanwezig zijn is, ook volgens het oordeel
der commissie, natuurlijk boven allen twijfel verheven.
De commissie zou voornamelijk aan plan 3 de voorkeur
geven, omdat twee lokalen reeds gedurende een reeks
van jaren door een groot aantal jongens zijn gebruikt.
Zij wenscht echter plan 1 boven 2 en 3, omdat daarbg
met meer juistheid de tijd van gereed zijn en de bereke
ning van kosten kan worden bepaald. De bewering
van den Lantsheer dat het gebouw der teeken-academie
in een slechten toestand zou verkeeren, kan spreker niet
toegeven, daar volgens het door een deskundige, den
heer van Uije, ingesteld onderzoek het tegendeel is
gebleken.
De beer de Jonge komt alsnu terug op zijn voorstel
om de verschillende stukken naar den beer Steyn Parvö
te zenden, daar bet jammer zou wezen als de gemeente
ƒ2000 uitgaf zoo eene uitgaaf van ƒ750 voldoende ware.
Ook de heer N. J. C. Snouck Hurgronje wenscht de
beslissing aan te houden en burgemeester en wethouders
uit te noodigen het gevoelen van den inspecteur van het
middelbaar onderwijs in te winnen ook over een mogelijk
gebruik der lokalen in de rijks hoogere burgerschool,
middelerwijJ_door het dagelijksch bestuur een onderzoek
te doerrinstejieffsten aanzien van de lokalen der school
van/iiep^beer Goiüsa en inmiddels met de directie der
joverleg te treden omtrent de in het
voorwaarden. De hreeren Lantsheer
linen dit voorstel.
ïeno
lg wordt besloten
2i> 4