öuttenlcmö. Europeesche verwikkelingen. Eene redevoering van John Bright. ïijker vertoonden, nabij Huime omlaag en hield stil, altijd noch op circa 100 ellen boven den grond. Eene stem riep ons toe of het mogelijk zou zijn hier steenkolen of coke te bekomen, hetgeen wij toestemmend beantwoord den, waarop de ballon, met bevalligheid zwevende, twee of drie groote kringen om hetzelfde punt beschreef, en eindelijk door het uitwerpen vau een anker geheel stil en werd vastgemaakt, op circa 10 ellen boven den beganen grond. Weldra zagen wij een touwladder uit het luchtschip dalen, door middel waarvan drie welgekleede gentlemen naar beneden kwamen, heeren met het eenvou dig maar ernstig voorkomen van geleerden. „Terwijl een der drie luchtreizigers zich met de be waking, en verdere vastmaking der balion onledig hield, en daarin door eenige dienstvaardige toeschouwers werd geholpen, geleidden wij de beide andere heeren naar bet steenkolenmagazijn van ons dorp, wiens eigenaar wich natuurlijk haastte, aan het verlangen der reizigers te voldoen, daar alles ter hunner beschikking te stellen Wat zij noodig hadden. De heeren van hunne zijde be antwoordden de hun bewezene beleefdheden, met eene korte mededeeling van hun wedervaren en van het doel hunner reis. Een hunner, zoo vernamen wij, is de heer George Matthews, natuurkundige uit Darlington, Enge land, wien het gelukt schijnt te zijn het veel besproken vraagstuk: het besturen van een luchtschip, op te lossen. Het gevaarte is van zijne vinding en door hem alleen Vervaardigd, het kan met het grootste gemak in alle richtingen worden bestuurd, zooals wij zeiven hebben aan schouwd. De beide reisgenooten van den heer Matthews waren de heeren Barkley en William Thompson, hoog leeraren aan de Oxfordsche hoogeschool. De reizigers hadden Darlington den 27 Maart verlaten. „Bij den aanvang hunner reis, zoo deelden zij ons tnede, hadden zij zich naar Schotland gewend, maar keerden zich weldra Noord-Oostwaarts, en staken de Noordzee over, in de richting van Helgoland, over welk eiland zij den 29 Maart heen kwamen; van daar passeer den zij een gedeelte vanHannover, met het doel om koers te zetten naar St. Petersburg. Maar door zwaren mist en andere bezwaren, hadden ze hun plan veranderd, en na een gedeelte van Duitscbland overgetrokken te zijn, waren ze nu op hunne terugreis naar Engeland. In deze lichting nu, en vreezende steenkolen te zullen te kort komen, hielden zij zich op teHoulme, alwaar zij wensch- ten hun voorraad brandstof te vernieuwen. „Zoo uitvoerig ea spaarzaam de heeren waren over de bijzonderheden en de indrukken hunner reis, zoo ach terhoudend en gesloten waren ze over dc inrichting van hunne machino, en omtrent het stelsel, waarnaar deze is ingericht. Het gevaarte bleef 10 ellen boven den grond, en het was ons dus niet mogelijk iets van zijn inwendig samenstel te zien. Ik heb echter kunnen zien, dat de luchtballon den vorm heeft van eene ellips, langwerpig, en aan beide zijden eenigszins scherp toeloopende; zij schijnt uit zeer dunne, gegalvaniseerde ijzeren, of althans metaal samengesteld, de gas recipient is besloten in een ijzeren raam, waarop verschillende kleinere gas-reci- pienten zijn bevestigd, waaschijnlijk om de rijzing en daling van het luchtschip, door een vermeerderden of verminderden toevoer van gas te kunnen regelen. Voor zoover wij hebben kunnen zien, wordt de be weging voortgebracht door eene kleine stoommachine, wellicht werkend door ether en waardoor twee, uitwen dig zichtbare, schroeven (helices) worden in beweging gebracht.Na de steenkolen in een soort van afzonderlijk schuitje van mandewerk te hebben doen laden, dankten de reizigers de ingezetenen van Houlme, voor hunne Welwillendheid, en beklommen hun luchtschip waarmede ze hunne reis vervolgden. In weinige minuten was het gevaarte uit ons gezicht verdwenen. De heer Matthews verzekerde weldra met zijn luchtschip te Parijs te zullen komen." Tlicrmometerstand. 1 Juni 's av. 11 u. 58 gr. 2 'smorg. 7u.G2 „'smidd. 1 n. 72 gr. Algemeen overzicht. In afwachting van het bijeenkomen der conferentie te Parijs, houden verschillende dagbladen zich bezig met de vraag welke compensatie Oostenrijk bij een even- tueelen afstand van Venetië zal ontvangen. Een te dien opzichte door het Journal des dóbats besproken gerucht meldt dat er sprake zou zijn om Silezië aan Oostenrijk terug te geven, waarvoor Pruisen geheel het koninkrijk Hannover zou erlangen. Nederland behoeft zich echter voorloopig nog geenszins over dergelijke onwelkome Oabuurtschap te verontrusten. Bovendien verklaart een orgaan van het ministerie von Bismarck deze en andere geruchten als ten eenenmale onjuist. Wat overigens de conferentie zelf betreft, wordt beweerd en bevestigd door een artikel in la Presse dat keizer Napoleon bij de opening der zittingen eene redevoering zou houden om nader op de handhaving des vredes aan te dringen en voorts een congres van souve- reinen voor te bereiden, als weerwraak van het Fransche keizerrijk op het Weener congres van 1815. Uit Parijs wordt door enkele mededeelingen bericht dat aldaar in sommige politieke kringen eenig vertrou wen wordt waargenomen op een gunstig resultaat der te houden conferentie. Op welken grond dit vertrouwen echter steunt wordt niet gemeld, terwijl echter wel ge meld wordt dat het publiek, hoe gaarne ook het behoud des vredes wenschende, steeds met een ongeloovigen glimlach de conferentie blijft bespreken. Dezer dagen is door de regeeringen te Florence en te Weenen aan het Zwitsersch bondsbestuur medegedeeld dat zij in geval van oorlog de onzijdigheid van Zwitser land zouden eerbiedigen. Thans verzekert men dat het Fransch gouvernement ook van iijne zijde dergelijke verklaring zou hebben afgelegd. Indien dit bericht waar is moet het zeker de aandacht trekken dat de keizerlijke regeering dergelijken stap, onder de tegenwoordige omstandigheden, noodig heeft geacht. Uit New-York wordt van 24 Mei gemeld dat de Spaan- sche vloot in het voortzetten van haar vernielingswerk tegen de Peruaansche havens op krachtdadige wijze is verhinderd. De voorgenomen aanval der Spanjaarden op de Peruaansche haven Callao is door de kustbatterijen afgeslagen. Twee Spaansche fregatten werden daarbij half vernield, terwijl de admiraal Nunez zelf gekwetst is. Uit Kiel wordt van den 28 Mei gemeldGisteren avond omstreeks 8 uren heeft in een herberg in het nabij de stad gelegen dorp Brundswiek, een ernstige vecht partij plaats gehad tusschen Oostenrijksche veldjagers en Pruisische mariniers en matrozen. Er werd daarbij duchtig gebruik gemaakt van de blanke wapenen, ten gevolge waarvan talrijke personen zwaar zijn gewond. Oostenrijksche en Pruisische patrouilles hadden zeer veel moeite de orde te herstellen. Er is een onderzoek ingesteld naar de oorzaak vanditbetreurenswaardigefeit. The Pall-Mall Gazette beweert dat door Engeland en Frankrijk op de couferentie het volgende voorstel zal worden gedaan: Aan Italië wordt door Oostenrijk Vene tië afgestaan, waarvoor het de Donau-vorstendommen als compensatie zal erlangen. Om echter Rusland tot deze schikking te doen toetreden, zouden de Russisch Mol- davische grenzen „gerectificeerd" worden, terwijl aan Turkije voor het verlies der vorstendommen eene schade loosstelling van twintig millioen pond sterling zou wor den toegelegd, te betalen door Italië in tien jaarlij ksche termijnen en behoorlijk gewaarborgd door de regeering te Florence. Parijs. Vrijdag. Lord Clarendon, prins Gortchakoff, graaf von Bismarck en generaal Marmora hebben officieel te kennen gegeven, dat zij spoedig te Parijs zullen komen om de conferentie te openen. De Duitsche bondsdag heeft heden den heer von der Pfordten tot zijn gevolmachtigde te Parijs gekozen. Men verwacht nu nog alleen het besluit van Oostenrijk. Frankfort. Vrijdag. De bondsvergadering heeft de uitnoodiging tot een congres aangenomen, onder voor behoud van waarborg voor het uitsluitend Duitsch karakter van de behandeling der quaestiën betreffende de hertogdommen en der bondshervorming, voor zoover daarbij internationale aangelegenheden onaangeroerd kunnen blijven. Oostenrijk verklaart bereid te zijn tot ontwapening, zoodra het zekerheid verkrijgt tegen het terugkeeren van het gevaar voor oorlog. Hierbij werd gevoegd de verklaring, dat het zich te vergeefs heeft beijverd om ten aanzien van Holstein met Prnisen tot eene op bonds- en landsrecht gegronde beslissing te ko men, en dat het daarom thans die beslissing aan den bond wilde overlaten, terwijl het, in verband daarmede, den Oostenrijkschen gouverneur in Holstein had gemach tigd tot eene bijeenroeping der stenden. Betreffende de ontwapening heeft Pruisen eene daarmede overeenstem mende verklaring afgelegd, onder bijvoeging dat wan neer de bond niet bij machte was om eene ontwapening van Oostenrijk en Saksen te bewerken, of de beletselen tot eene bondshervorming uit den weg te ruimen, Pruisen alsdan zou moeten besluiten dat de bond niet voor zijne taak berekend is. Ten slotte gaf Pruisen te kennen, dat het niet voornemens was geweest om de quaestie der hertogdommen door geweld van wapenen te beslissen. De verklaring van Oostenrijk betreffende de Hol- steinsche quaestie, welke verklaring aan het comité voor Holstein verzonden is, wordt beschouwd als eene inlei ding tot politieke executie tegen Pruisen. Dresden. Vrijdag. Het Dresdener Journal meldt, dat Beieren in de zitting van den bond heeft voorgesteld, om bij de nog plaats gehad hebbende krijgstoerustingen, alle aanleiding tot conflicten zooveel mogelijk te doen vermijden, door de terugtrekking der Oostenrijksche en Pruisische troepen uit Rastadt, Mainz en Frankfort, en in elk geval de bondsvestingen neutraal te verklaren. De stemming hierover is bepaald in de eerstvolgende zitting. Het antwoord van het Weener kabinet op de uit noodiging tot een congres is gisteren verzonden. Naar men zegt, zullen de ministers van buitenlandsche zaken bijeenkomen, om te fungeeren als eerste gezanten der mogendheden. De verplichting tot het uitstellen van strategische bewegingen tijdens de zitting zal vermoe delijk niet worden aangenomen. In de zitting van het Engelsch lagerhuis is Woens dag 11. eene discussie gevoerd over het voorstel van den heer Clay, waarbij het stemrecht wordt verleend aan alle meerderjarige personen, die met goed gevolg een examen in het lezen, schrijven en rekenen hebben afgelegd. Niet onbelangrijk is het omtrent deze belangrijke quaestie, ook in België aan de orde, meer in het bijzonder het gevoelen te vernemen van den talentvollen staatsman Bright. Hij verklaarde niet met het voorstel in te stemmen en de mogelijkheid eener juiste toepassing te ontkennen. De quaestie van het algemeen stemrecht heeft sedert een aantal jaren onze aandacht getrokken, ten gevolge der pogingen van sommige schrijvers, die dit aan het publiek hebben opgedrongen. Wat mij betreft, ik geloof dat als iemand vijftig jaar later een retrospectieve beschouwing gaf van de gevoelens door mij omtrent het vraagstuk der nationale vertegenwoordiging geuit, hij mij zou aanzien voor een der meest behoudende staatslieden van mijn tijd. (Gelach.) Ik verschil toch in verschillende opzich ten in gevoelen met de tegenover mij gezeten leden. Maar vooral verschil ik van hen in dit opzicht, dat ik niet wil afwijken van de oude wijze van toepassing der constitutie, voorzoover eene afwijking in het algemeen belang mij niet volstrekt noodzakelijk voorkomt. Wat nu ;bet aan de orde zijnd voorstel aangaat, moet men mij eerst aantoonen dat de door onze voorvaderen steeds gevolgde weg niet meer geschikt is om eene juiste uitbreiding van het stemrecht te erlangen en alzoo eene voldoende volksvertegenwoordiging te verkrijgen, alvo rens ik zulk een nieuw en avontuurlijk voorstel kan aannemen. Het denkbeeld om onderwijs te eischen, namelijk lezen, schrijven en rekenen en ik weet niet welke andere takken der wetenschap men misschien later nog daarbij zal willen voegen dit denkbeeld komt mij met het oog op de quaestie zelf vrij kinderachtig voor. Voorzeker is de geachte geleerde, tegenover mij gezeten, de heer Whiteside, een man bedeeld met al de voorrechten van eene uitnemende opvoeding, genoten aan de beste uni versiteit des lands. Zijn geest heeft zich verder gescherpt door eene langdurige beoefening der rechtswetenschap en gedurende de vele jaren dat hij hier zitting had, hebben wij zijne redenaarstalenten kunnen waarderen. Welnu, ik schroom niet te zeggen dat de beginselen van de uni versiteit, welke hij vertegenwoordigt, de negatie zijn van ons nationaal gouvernement. Ik ga verder en zeg dat als dit parlement had geregeerd volgens de beginselen der verte genwoordigers van de drie universiteiten, geene anarchie van allen die Europa gedurende een eeuw heeft aan schouwd, te vergelijken zou zijn met degene, welke wij dan zouden hebben te doorleven gehad. Waartoe dient de opvoeding, zoodra zij zich niet richt op eene bijzon dere quaestie, op een welafgebakend doel Mijn geachte vriend,achter mij gezeten, de heer Stuart Mili, is een der geleerdste mannen die men onder ons kan aantreffen. De kanselier der schatkist heeft waarschijnlijk zijn meer dere niet in geheel het koninkrijk. Maar wat baat hunne uitnemende classieke en zelfs wetenschappelijke vorming daar, waar het zaken betreft, welke nooit het voorwerp hunner studiën hebben uitgemaakt. Als ik hen in mijne fabriek van Lancashire nam en hun een eenvou-, dig werk opdroeg of hun het bestuur over de eenvou digste machine toevertrouwde, waarlijk zij zouden groote moeite hebben .om--hunne vingers voor een ongeluk te bewaren. (Gelach),. Wij zouden alweder de lijst van on gelukken ve/£ia*d«rd kien, welke maar al te dikwijls voorvallen. CfoWSifieka-vorming is natuurlijkeven nut tig als elke van onderwijs. Welnu de Engel- sche geestelijihtjeicEtXpstaaf meestal uit wetenschappèf jjk

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1866 | | pagina 3