MIDDELBURGSCHE COURANT. N° 84. Zondag 1866. 27 Mei. Editie van Zaterdag avond 8 uren. Middelburg 36 Mei. Wij vernemen dat het voornemen bestaat om het gedeelte GoesBergen op Zoom van de spoorweglijn VlissingenRoozendaal met Mei 1868 voor het verkeer open te stellen. Onze Haagsche correspondent deelt ons mede dat werkelijk de heer van Zuylen van Nyevelt te Arnhem met de vorming van een ministerie is belast, nadat de heer Mijer zich van die taak verschoond had. Omtrent de personen die in het ministerie zitting zullen nemen is nog niets bekend; het noemen van namen kan alleen op gissingen berusten. De eerste kamer is tegen 4 Juni bijeengeroepen. Den 24 Mei zijn in de registers van den burger lijken stand te Rotterdam 6 personen ingeschreven ah aan cholera overleden; sedert het begin der epidemie 353. Bij den burgemeester dier gemeente is sedert de laatste opgave nog aangifte gedaan van 5 cholera gevallen. Den 22 en 23 zijn te Utrecht 4 jonge kinderen door cholera aangetast, waarvan 2 overleden en 2 nog in behandeling zijn. Den 23 overleed te Jutphaas een turfschipper aan cholera, die den 17 dezer van Groningen en den 20 van Stavoren naar Utrecht op reis was gegaan. Ook uit Wilnis wordt van een geval melding gemaakt. In de gemeente Lemsterland deed zich den 21 nog een geval voor met gunstigen afloop. In die gemeente schijnt de cholera door een turfschip uit Holland te zijn overgebracht. ■Een persoon, uit Harlingen komende, werd in de ge meente Lemmer door cholera aangetast. Staatscour De Staatscourant van gisteren bevat opgaven betref fende de cholera over de week van 13 tot 19 dezer: Noord-Brabant: aangetast 1,overleden2. Sedert het begin der ziekte aangetast 13, overleden 9. Gelderland: aangetast 1, overleden 1. Sedert het begin der ziekte aangetast 6, overleden 3. Zuid-Holland: aangetast 186, overleden 113. Sedert het begin der ziekte aangetast816,overleden473. Noord -Holland: aangetast 1, overleden 1. Sedert het begin der ziekte aangetast 2, overleden 2. Zeeland: aangetast 1, overleden 1 (te Tholen). Utrecht: aangetast 2, overleden 0. Sedert het begin der ziekte aangetast 11, overleden 6. algkmeen totaal. aangetast 192overleden 118. Sedert het begin der ziekte aangetast 849, overleden 494. Recapitulatie: In de week van 29 April5 Mei. 6-12 13-19 Aangetast 305 222 191 Overleden 159 120 117 De minister van binnenlandsche zaken heeft in de Staatscourant van gisteren bekend gemaakt, dat in de maand Augustus e. k. gelegenheid zal gegeven worden tot het afleggen der examens, bedoeld in art. 7 der wet van 1 Juni 1865 (Staatsblad no. 59), ter verkrijging van acten van bevoegdheid als leerling apotheker. Zij zullen worden afgenomen te 's Gravenhage, Middelburg en Zwolle. Van het voornemen tot deelneming aan die exa mens, onverschillig waar men metterwoon gevestigd zij, moet voor 15 Juni a. schriftelijk opgave worden gedaan aan den inspecteur voor het geneeskundig staatstoezicht in die provincie waarin men het examen wenscht af te leggen. De minister van koloniën heeft tot leden der commissie, belast met het in dit jaar afnemen van het examen, be doeld bij art. 4 van het koninklijk besluit van 10 Sep tember 1864 (Staatsblad no. 93), houdende vaststelling der verordening op het benoemen van ambtenaren bij de burgerlijke dienst in Nederlandsch Indië enz., benoemd de heerentot lid en voorzitter dr. W. R. baron van Hoë- vell, lid in den raad van state, te 's Gravenhage; tot leden: dr. P. Bleeker, staatsraad in buitengewonen dienst, te 's Gravenhage; dr. T. Roorda, dr. P. J. Vetb en dr. J. Pijnappel Gz., hoogleeraren aan de rijksinstelling voor ouderwijs in de Indische taal-, land- en volkenkunde te Leiden; mr. M. W. Scheltema, laatstelijk president van den raad van justitie te Samarang, tijdelijk belast met de waarneming van het hoogleeraarsambt aan genoemde rijksinstelling; mr. S. Keyzer, directeur, en J.J. Meinsma, leeraar aan de gemeente-instelling voor onderwijs in de Indische taalland- en volkenkunde te Delftdr. J. Bos scha, inspecteur van het middelbaar onderwijs te 's Gra venhage; mr. J. L. de Bruijn Kops, hoogleeraar aan de polytechnische school te Delft; H. Kleyn van de Poll, oud-resident op Java, te Wageningen; C. Wiggers, oud resident op Java, te Gravenhage; F. H. A. van de Poel, Oost-Indisch hoofdambtenaar met verlof, te Amsterdam W. J. A. Nieuwenhuisen, laatstelijk ingenieur der le kl. bij de burgerlijke openbare werken in Nederlandsch Indië, thans met verlof in Nederland, te 's Gravenhage; J. R. P. F. Gonggrijp, laatstelijk zendeling-leeraar bij de inlandsche Christen-gemeente te Depok en Toegoe op Java, thans met verlof in Nederland, te Delft; T. A.F. van der Valk, laatstelijk 2e onderwijzer bij de kweekschool van inlandsche onderwijzers te Soerakarta op Java, thans met verlof in Nederland, te Delft; dr. R. S. Tjaden Mod derman, directeur der hoogere burgerschool, te Arnhem; dr. M. P. Lindo, inspecteur van het lager onderwijs ia de provincie Zuid-Holland, te 's Gravenhage; H. C. Rogge, leeraar aan de hoogere burgerschool te LeidenL. Droog- leever Fortuyn, leeraar aan de hoogere burgerschool te Rotterdam; en J. G. Frederiks, privaat docent te 's Gra venhage; tot lid en secretaris dr. D. J. Steyn Parvé, inspecteur van het middelbaar onderwijs, te 's Gra venhage. Benoemingen en besluiten. ridderorden. Vergunning verleend aan den kapitein jhr. G. B. van Bronkhorst, van den grooten staf, adjudant vau Z. K. II. den prins van Oiauje, tot het aannemen en dragen van de versierselen van officier der Leopoldsorde, hem door Z. M. den koning van België geschonken. Vergunning verleend aan jhr. W. L. J. von Daehne van Varick, te 's Gravenhage, tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder der orde van Hendrik den Leeuw, hem door Z. II. den hertog van Brunswijk en Lüneburg geschonken; en aan jhr. P. A. Reuchlin, te Tiel, tot het aannemen en dragen der versierselen vankommandeur der orde van den Ziihringer Leeuw, hem door Z. K. H. den groothertog van Baden geschonken. marine. Op verzoek eervol uit de zeedienst ontslagen met den laatsten der maand waarin dit besluit te zijner kennis zal worden gebracht, de scheepsklerk G. P. N. Rijk, dienende in Oost-lndië. leger. Benoemd bij den plaatselijken staf, tot 2en lui tenant, plaatselijken adjudant 2e klasse te Geertrniden- berg, de wachtmeester H. C. Rijke van het 5e regement dragonders. koloniën. Op verzoek eervol ontslag uit 's lands dienst verleend, met toekenning van pensioen, aan den Oost-Indischen hoofdambtenaar mr. M. W. Scheltema, laatstelijk piesident van den raad van justitie te Sama rang, thans met verlof in Nederland. belastingen enz. Benoemd tot ontvanger der regis tratie en domeinen te IJselmonde de heer P. T. W. van Kerkwijk, thans in dezelfde betrekking te Nijk erk. Kerknieuws. De beer J. T. F. U. Lauts, predikant te Vrouwepolder, heeft voor het beroep naar 's Ileerenhoek bedankt. De kerkeraad der hervormde gemeente te Ter Aar (classis Leiden) heeft schriftelijk toezegging van beroep gezonden aan deu heer I. Montagne Az., predikant te Katteudijke. Bij de Nederduitsche hervormde gemeente te Lei den is tot predikant beroepen de heer A. J. Molenaar te Harderwijk. In den aigemeenen kerkeraad der Ned. hervormde gemeente te 's Gravenhage is, in weerwil van bet vroeger door het klassikaal bestuur geslagen vonnis, op nieuw aanklacht gedaan tegen de prediking van den heer Zaal berg. Nu echter is de klacht ook toegepa t op den heer Hoevers. De aanklagers waren nu ten getale van 24, zoo predikanten als ouderlingen en diakenen, en maak ten in de niet voltallige vergadering de overgroote meerderheid uit. Marine en leger. Ten gevolge van Zr. Ms. besluit van den 24 dezer, wordt met den 16 Juni a. Zr. Ms. schroefstoomschip Willem, liggende te Willemsoord, in dienst gesteld, onder bevel van den kapitein-luitenant ter zee G. Roijer. Met dien datum worden mede op gemeld schroefstoomschip ge plaatst: de luitenant ter zee le klasse F. M. Parker Ver boom, als le officier; de luitenants ter zee 2e klasse G. J. Coster, W. A. Arriens, L. A. Walaardt Sacié; de officier van gezondheid 2e klasse M. T. Manden; de offi cier van gezondheid 3e klasse J. van Lith Harrebomée; de officier van administratie le klasse J. L. K. van der Heyden; en de scheepsklerk B. Janse. Het kamp op de Deteringsebe heide zal den 1 Juni door de kadetten der Koninklijke militaire academie van het 3e en 4e studiejaar worden betrokken. Rechtszaken. Eergisteren stond voor de arrondissements-rechtbank alhier terecht Pieter Huibregtse, oud 42 jaren,dijkwerker te Westkapelle. Deze persoon vervoegde zich in den avond van 3 April 11. ten huize van den beer H. W. Mes- ser, commies bij de zeewerken aan de Noordwatering, te Westkapelle, en verzocht den commies te mogen spreken. De heer Messer, bemerkende dat de beklaagde beschon ken was, oordeelde het beter dit gesprek tot den volgen den dag uit te stellen en gaf dit ook te kennen. Hierop begon Huibregtse hevig tegen den commies uit te varen en hem met de vnist te dreigen, terwijl hij inmiddels eeu mes uit zijn zak had gebaald, hetwelk bij in de hand hield. Nadat hij eindelijk de woning verlaten had begon hij buiten andermaal te vloeken en te schelden tegen den commies, die zich inmiddels met een stuk hout tot mogelijk noodige zelfverdediging had gewapend. Van een en ander werd proces verbaal opgemaakt, en ter terechtzitting bekende de beklaagde hoofdzakelijk de daarin opgenomen uitdrukkingen gebezigd te hebben, doch ontkende dat hij zich bedreigingen zou hebben veroorloofd en evenzeer dat hij een nies in de hand zou hebben gehad. Overigens las hij eene soort van schrifte lijke verdediging voor, welke, voor zoo ver zij verstaan baar was, bleek te moeten strekken om aan tetoonendat de woorden welke hij den commies bad toegevoegd door plaats gehad hebbende omstandigheden gewettigd zijn. Toen hij hieromtrent echt er in bijzonderheden wilde treden merkte de voorzitter op dat de rechtbank daarmede niet te maken had en dat, zoo de beklaagde grieven tegen den commies heeft in te brengen, hij zich alsdan ook met zijne klacht tot de bevoegde macht kan wenden. De beklaagde is, volgens de mededeeling van bet openbaar ministerie, reeds vroeger en wel wegens mis handeling veroordeeld. De rechtbank beeft hem schuldig verklaard aan belee- diging met woorden, gebaarden en dreigementen jegens een bedienend beambte in de waarneming zijner bedie ning, en hem te dier zake veroordeeld tot eene geldboete van f 20 en in de kosten, de boete bij niet betaling te vervangen door zeven dagen gevangenisstraf. Bij gelegenheid van de installatie van den nieuwen burgemeester was het den 29 Maart jl. te Kuudekerke geoorloofd te schieten en vuurwerken af te steken. Bij die gelegenheid bevonden zich tenige personen in eene herberg aldaar, die zich mede met schieten vermaakten. Bij hen vervoegde zich ook Willem van (1e Woestijne, die een brandende sigaar bij zich had en zich plaatste aan de tafel waarop zich eenig kruit bevond, hetwelk bij

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1866 | | pagina 1