^uiUrtlanü. Europeesche verwikkelingen. dat hij liever geene regeling, dan deze gebrekkige rege- ling verlangt. De heer van Heukelom beweerde integendeel dat Tegeling van den eigendom uoodig is om de cultures te kunnen regelen, en dat eene voorafgaande enquête hem v?ork\vam geen doel te zullen treffen. Hij verde digde voorts de regeling bij het wetsontwerp voorge meld, waarbij hij deed uitkomen dat, zonder aanneming van het beginsel, dat aan den Javaan eigendom kan borden gegeven, alles op losse schroeven wordt gezet, Maar dat de verdeeling zelve aan de beslissing der inge- setenen is gelaten. Morgen voortzetting. CJenieenteraad van Goes. Zitting van 4 Mei. Ingekomen stukken; uitkeering onderhoud wegen enz.benoeming gemeente-geneesheer wijziging instructie geneesheer, heelmeester en vroed vrouw; verordening gezondheids-commissie; af-en over schrijving begrooting gasthuis; ingekomen verzoeken; vaststelling kohieren; crediet voorzorgs-maatregelen cholera; voorstel verhooging jaarwedde gemeente geneesheer. Afwezig de heer de Laat de Kanter met en Saaymans Vader zonder kennisgeving. De notulen der twee voorgaande vergaderingen worden gelezen en gearresteerd. De voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen a. Brief van gedeputeerde staten, hondende bericht van de ontvangst der wijziging van de verordening tegen den invoer van vee in deze gemeente. b. Het jaarverslag van het middelbaar onderwijs over 1865. c. Proces verbaal van kasopneming bij den gemeente ontvanger. d. Verzoek van A. de Klerk, om verhooging van scha devergoeding, hem door den raad vroeger toegestaan ter zake van het springen van den beerput. Zonder dis cussie is hierop afwijzend besloten. e. De rekening van het fonds van kazerneering over 1865, welke wordt gesteld in handen der financieele commissie; en f. Eenige staatsbladen. De voorzitter herinnert dat vroeger door de polder besturen 39 cent per blinder werd uitgekeerd van het middel van straten en wegen tot onderhoud van wegen cn afkoop van tollen, en daar die lasten thans aan de gemeente zijn overgegaan hebben burgemeester en wet houders zich gewend tot de polderbesturen, waaronder deze gemeente ressorteert, met verzoek die bijdragen voortaan aan de gemeente uit te keeren. Hierop is voor het jaar 1866 althans gunstig antwoord ontvangen. Aan de orde is de benoeming van een gemeente-genees heer; even als ter vorige vergadering wordt de quaestie ter sprake gebracht of diebenoeming voor een bepaalden tijd of ad vitam zal geschieden. Na eenige discussiën over dit punt wordt besloten de benoeming voor den tijd van 3 jaar te doen. Tot benoeming overgegaan zijnde, wordt de heer dr. N. J. F. Verschoor met 5 van de 9 stemmen benoemd, zijnde 2 stemmen uitgebracht op den heer dr. C. A. van Dentergheraterwijl de heeren G. T. Callenfels en A. P. Fokker, ieder éene stem verkregen. Wordt overgegaan tot behandeling van de wijziging der instructie voor den geneesheer,heelmeester en vroed vrouw der gemeente, waarin is opgenomen de bepaling dat zij zullen worden benoemd voor 3 jaren. Hierbij wordt de vraag ter sprake gebracht of dit ook toepasselijk is op den tegenvvoordigen heelmeester en vroedvrouw. Van de zijde van het dagelijkseh bestuur wordt als zijne opinie medegedeeld dat die bepaling geene terugwerkende kracht op de tegenwoordige titularissen kan erlangen; terwijl daarentegen de heer Verhagen vermeent dat zij alleen eene benoeming hebben verkregen tot wederopzegging. Deze bepaling, in stemming gebracht, wordt aange nomen met 8 tegen 1 stem, die van den heer Verhagen. De overige wijzigingen worden zonder noemenswaar dige discussie aangenomen. Wordt in behandeling genomen eene verordening voor de openbare gezondheids-commissie, die uithoofde der urgentie bij de zich verspreidende ziekte in ons vaderland dadelijk in behandeling wordt genomen en zonder discussie gearresteerd. Naar aanleiding daarvan Worden, op aanbeveling van burgemeester en wethouders, tot leden dier commissie benoemd de heeren G. T. Cal lenfels, A. P. Fokker, I. Kooman Az., dr. C. Walig, J. W. van Kerkwijk, mr. J. G. de Witt Hamer, J. Souten- dam en L. van Mervennee. Aan het bestuur van het gasthuis is op zijn verzoek Machtiging verleend tot het doen van af- en overschrij vingen op de begrooting van 1865. In handen der financieele commissie worden gesteld: a. Verzoek van mr. P. J. van Voorst Vader, om het Jachtrecht van zeker perceel bouwland af te koopen, en b. Verzoek van de heeren mr. van Voorst Vader, T. Saaymans Vader en J. Fransen van de Putte om °nder de redenen, die tot vermindering in den aanslag voor den hoofdelijken omslag aanleiding geven, ook op 'e nemen den tijd van verblijf of woning buiten de gemeente. De openbare zitting wordt voor eenigen tijd geschorst. Ha heropening wordt het kohier van den hoofdelijken Otnslag vastgesteld op 19,865.17, dat van de honden- ödasting op ƒ421. Op voorstel van burgemeester en wethouders wordt hun een onbepaald crediet verleend tot het nemen van voorzorgs-maatregelen bij het zich meer en meer ver spreiden der cholera. Op de gewone omvraag des voorzitters of iemand nog iets heeft in het midden te brengen, vraagt de heer van den Bosch of zija reeds lang ingediend voorste! tot wijziging der tarieven van schoolgelden nog niet in staat van wijzen is. De heer van de Putte antwoordt daarop, dat de schoolcommissie daarop eerstdaags haar gevoelen zal uitbrengen. Een voorstel van den heer Broes van Dort om de jaarwedde van den gemeente-geneesheer te verhoogen wordt, als vreemd aan de orde van den dag, aangehouden. Daarna is de vergadering gesloten. &Hgejneen overzicht. Elke dag zegt 1'Europe van Frankfort brengt ons een nieuw bewijs dat de toestand, verre van te ver beteren, onheilspellender wordt. Men is zoo algemeen overtuigd dat de oorlog moet uitbreken, dat men zelfs de kans voor het behoud des vredes de aandacht niet meer waard acht. Het is dan ook waar dat die kans zoo luttel is dat het schier dwaas zou wezen om deze nog te bespreken. Het meest op den voorgrond tredend gevoe len is dat er ten spoedigste aan den tegenwoordigen toestand een einde moet komen. De geldmarkten zijn thans geheel en al in verwarring, handel en nijverheid staan stil, de werkplaatsen worden al meer en meer ledig en de zoo pijnlijke onzekerheid omtrent het geen de volgende morgen brengen zal, voegt zich nog bij dit alles om den toestand onhoudbaar te maken. Er moet een einde aan komen! Dit is de algemeene kreet, hoewel niemand zich een juist denk beeld kan vormen van de oorzaak en vooral van de noodzakelijkheid eener ooriogsuitbarsting te midden van bet rustig en bloeiend Duitschland. Maar dit is onverschillig! Keeds te veel rampen 'zijn er teweeg gebracht en eene schikking, ondenkbaar naar onze meening, zou slechts voor een oogenblik, voor een zeer kort oogenblik, de meer dan vermetele plannen doen ver dwijnen, welke den grooten Dnitschen bond in de schromelijkste verwarring hebben gebracht. Oorlog! Ten spoedigste oorlog! Daar Duitschland toch eenmaal veroordeeld is tot een vreeselijken broederkrijg, dat men daarmede aanvange, maar spoedig! Tot dusverre 1'Europe. Deze ontboezeming van het Frankfortsch orgaan is niet vrij van zekere radeloosheid en van zekere redeloosheid tevens. Men beweert dat Duitschland „veroordeeld" is tot een vreeselijken broederkrijg. Maar indien de Pruisische natie zich niet lafhartig onderwierp aan dat vonnis van een von Bismarck met zijn feodalen aanhang, indien de Pruisische natie hare rechten tegenover de regeerings- partij verkoos te handhaven, dan zou de macht, welke Duitschland tot den broederkrijg „veroordeelde," spoedig gebroken zijn. Waar dus de Duitsche natie zoo klaagt over die „veroordeeling tot den burgerkrijg", daar kan men haar eenvoudig antwoorden: gij hebt u tegen die veroordeeiing niet verzet, evenmin als tegen de vroegere maatregelen van een von Bismarck, waarbij uwe aller eerste rechten vertrapt, uwe vertegenwoordigers be schimpt, uwe constitutie-bepalingen geschonden werden. Het reeds gisteren medegedeeld besluit der Pruisische regeering tot ontbinding van het huis van afgevaardig den werd voorafgegaan door een memorie van het kabi net, waarin wordt gezegd dat bij de thans bestaande spanning, ten gevolge van de houding door verschillende naburige regeeringen tegen Pruisen aangenomen, het oogenblik gekomen is om de volksvertegenwoordiging rondom den troon te roepen tot het nemen van besluiten met het oog op de behoeften van het oogenblik, om aan de eensgezindheid welke het Pruisische volk bezielt, als het de handhaving der onafhankelijkheid en eer des vaderlands geldt, eene legale uiting te verschaffen. Hoewel men zegt de memorie verder zulks ook van de meerderheid van het tegenwoordig huis van afgevaardigden mocht verwachten, is deze vergadering onder den indruk van andere omstandigheden verkozen dan thans het geval is, welke laatste een beslissenden invloed op de verkiezingen zullen uitoefenen. De Pruisisehe natie is thans alzoo weder in de gelegen heid om hare gevoelens omtrent den dreigenden oorlog in de verkiezingen uit te spreken en in theorie aan de bespottelijke bewering van een von Bismarck recht te laten wedervaren, volgens welke er sprake zou kunnen zijn van de handhaving der onafhankelijkheid van Prui sen tegenover een buitenlandschen aanval. Practisch zal eene afkeuring der thans te Berlijn gevolgde politiek natuurlijk op den heer von Bismarck niet den minsten invloed hebben. Tegenover een minister, die de onbe schaamdheid heeft om te verklaren„macht gaat boven recht," moeten door de natie andere middelen gebezigd worden en moet worden aangetoond dat hier aan de zijde van het recht ook de grootste macht zich bevindt. Volgens de eigen verklaring van von Bismarck is dit het eenige middel om indruk op hem te maken. Verschillende Oostenrijksche dagbladen melden dat da regeering te Weenen weldra alle landdagen zal bijeen roepen om eenige wetsontwerpen aan hunne goedkeuring te onderwerpen, welke betrekking hebben op den oorlog. Men verzekert dat keizer Frans Jozef ter zelfder tijd belangrijke concessiën zal doen aan de Hongaren. Uit New-York wordt gemeld dat de Spaansche vloot de Chiliscbe stad Valparaiso op 31 Maart heeft gebom bardeerd. De toegebrachte schade wordt op negentien of twintig millioen dollars geschat. Het behoeft geen betoog dat er thans vooreerst aan geen vrede tusschen Spanje en de Amerikaansche republieken te denken valt. Tevens is het nu mogelijk dat de Vereenigde Staten zich in het conflict zullen mengen. Terwijl onze lezers thans, sedert het besluit van Woens dag, de gevoelens van de leden der Duitsche bondsver gadering kennen, willen wij den stand der partijen in dit lichaam onder cijfers brengen. Aan de zijde van Oosten rijk (600,000 man) bevinden zich Beieren (200,000 man), Saksen (26,000 man), Hannover (30,000 man), Wurtem- berg (29,000 man), Baden (18,500 man), groothertogdom Hessen (12,000 man), Saksen-Coburg (2,200 man), Brunswijk (5,000 man), Nassau (6,000 man), Saksen- Meiningen (2,000 man), Weimar (3,500 man), Alten burg (1,800 man), Liechtenstein (150 man), Heuss (1,500 man), Hessen-Homburg (500 man,) Schaumbnrg- Lippe (500 man), Lippe-Detmold (1,500 man), Waldeck (1,000 man). De eene partij in de bondsvergadering kan alzoo beschikken over 941,150 man. Aan de zijde van Pruisen (500,000 man, zonder de reserves) bevinden zich Mecklemburg-Schwerin (6000 man), Mecklemburg-Strelitz (2000 man), Keur- hessen (15,000 man), Oldenburg (4000 man), Anhalt- Dessan (1500 mau), Anhalt-Bernburg (800 man), Schwarzburg-Sondershausen (800 man), Schwarzburg- Kudolstadt (1000 man), Lubeck (800 man), Frankfort (1200 man), Breinen (800 man), Hamburg (2,200 man). De andere partij in de bondsvergadering beschikt alzoo over 536,100 man. Bovenstaande opgave kan overigens doen zien van hoeveel gewicht de bonding van Italië in dit conflict is. Mocht het nog ter elfder ure gelukken om van Oosten rijk den afstand van Venetië te erlangen ten behoeve van Italië waarover, volgens geruchten, thans nog tnsschen Weenen en Parijs wordt onderhandeld dan zou Oostenrijk met veel minder vrees een oorlog tegen Pruisen kunnen tegengaan. Indien men toch niet uit het oog verliest dat eenige staten, welke zich ten gunste van Oostenrijk verklaard hebben, ten gevolge van hunne ligging nabij Pruisen geen noemenswaardige onder steuning zullen kunnen bieden en overigens de reserves van Pruisen in aanmerking neemt, dan zou de getalsterkte der troepen van beide partijen vrij wel gelijk staan. De Fransche Moniteur laat zich uit Florence het volgende schrijven, hetgeen eenige belangrijkheid ont leent aan bet gerucht dat er nieuwe onderhandelingen tusscben Weenen en Parijs zouden zijn geopend: „Men blijft steeds verzekeren dat de invloed der diplo matie te Weenen de traditioneele politiek der regeering aldaaromtrent de Venetiaansche quaestie heeft gewijzigd. Daarom vindt het denkbeeld eenige aanhangers dat ver aan den met oorlogs-bedreigingen vervulden horizon nog bevredigende verwachtingen van een congres zich voordoen, waarop de verschillende quaestiën, welke Europa telkens in onrust brengen, te eer zouden kunnen, worden opgelost, naarmate zij daartoe rijper zijn gewor den, ten gevolge van de heerschende vrees voor een algemeenen oorlog." De gemeenteraad van Leipzig, de voornaamste handelsstad in Saksen, heeft, op grond der stagnatie op het gebied van handel en nijverheid, zich bij request tot het ministerie gewend om aan te dringen op ontwapening, ten einde alzoo aan Pruisen alle voorwendselen te ont nemen tot vijandelijkheden. Napoleon I zeide steeds dat een koopman zij r 1 a"niLyoor een stuk geld zou ver- koopen; hier /*oii de gfts&eweraad van Leipzig, door ontwapening/oaKïeiij getjïfej ojral d la merci van den heer von Bismarcfej^fe^teJi<^+2rfet schijnt denW^tegen- woordigers v^'-^'Sgfe^^g^^ndelsst^ljP^etkcBptig te wezen of zij Saksisch -$^ruisisclg®B, afc zij maar

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1866 | | pagina 3