In de Staatscourant van Zaterdag zijn opgenomen: de
wet van den 9 April jl., houdende nadere bepalingen
omtrent den accijns op liet geslacht, alsmede de wetten
van den 11 April 11., tot definitieve vaststelling van
hoofdstuk VII4 der staatsbegrooting voor 1866 en tot
verhoogiug van hoofdstuk V derzelfde begrooting.
Voor de commissie der spoorweglijn Scheveningen
'sHage—Amersfoort—Almelo is door eene Engelsche
maatschappij de voorloopige borgtocht van 420,000 ge
stort. Met leedwezen verneemt men, dat de contract
corporalion, welke die som verschafte,in groote financieele
inoeielijkheden verkeert. Daar het intusschen slechts
den voorloopigen borgtocht betreft, kan het wellicht op
de zaak zelve geen invloed hebben. Ulrdagbl.)
Benoemingen en besluiten.
Benoemd tot kantonrechter te Tholen, jhr. mr. J. J.
Pompe van Meerdervoort, thans kantonrechter te Sluis.
ministerieels drrartementen. Eervol ontslag ver
leend aan mr. W. J. baron d'Ablaing van Giessenburg,
met ingang van 1 Mei, uit zijne betrekking van raad
adviseur voor de zaken van den adel bij het departement
van justitie, onder dankbetuiging voor de door hem als
zoodanig bewezen diensten, en met bepaling dat die
betrekking zal onvervuld blijven.
marine. Bevorderd tot officier van gezondheid 2e klasse
bij de zeemacht, de officier van gezondheid 3e klasse
W. H. Visscher van Aalst, met bepaling dat hij zal rang
nemen tusschen de officieren van gezondheid 2e klasse
J. J. Borst en G. Karssen.
leger. Pensioen verleend aan den gen.-majoor, direc
teur in de le art.-directie, J-C. Wagner. toteenjaarlijksch
bedrag van 2400; den luitenant-kolonel, provincialen
adjudant in Limburg, A. C. Camerlingh, ten bedrage
van 1500 'sjaars, onder toekenning van den rang van
kolonel; den kolonel, plaatselijk kommandant le klasse
te Maastricht, A. A. König, ten bedrage van 1800 'sjaars,
onder toekenuing van den rang van generaal majoor;
de majoors, plaatselijke kouimandanten 3e klasse te
Venlo, Bergen op Zoom en den Helder, J. G. Dusser de
Barenne, J. A. L. von Scbmid en A. L. van Loon, ieder
tot een bedrag van 1300 'sjaars; den kolonel, komman
dant van bet 3e regement vestingartillerie, J.W.Tickler,
ten bedrage van 18< 0 'sjaarsden luitenant-kolonel
bij het le regement vesting artillerie F. C. W. Moorrees
en den luitenant-kolonel, directeur der artillerie- stapel
en constructie-magazijnen, C. L. von Pfaffenratb von
Sonnenfels, beide tot een bedrag van 1500 'sjaars en
onder toekenning van den rang \an kolonel; en op ver
zoek aan den majoor, ouderdirecteur der artillerie
stapel- en constructie-magazijnen, H. T. van Lidth de
Jende, teu bedrage van 1300 's jaars en onder toeken
ning van den rang van luitenant-kolonel.
Benoemd: bij den provincialen staf: tot luitenant
kolonel, de majoor jhr. E. J. J. A. C. Wentholt, provin
ciale adjudant in Groningen en Drenthe; tot majoor,
provinciale adjudant in Limburg, de kapitein le kl.
P. F. A.leCocq d'Artnandville, van het3ereg. infanterie;
bij den plaatselijken staf: tot kolonel, plaatselijke
kommandant le klasse te Maastricht de luitenant-kolonel
L. E. Werner, van den staf der artillerie, thans inspecteur
der draagbare wapenen; tot majoor, plaatsclijken kom
mandant 3e klasse te Bergen op Zoom, de kapitein
le klase C. H. L. Quarles de Quarles, van het, 3e reg.
infanterie; tot majoor, plaatselijken kommandant van
de 3e klasse te Venlo, de ritmeester der le klasse
F. L. Rudolph, van het 5e regement dragonders;
bij het wapen der artilleriebij den staf van het wapen,
tot generaai-majoor, directeur der le artillerie-directie,
de kolonel A. 11. Drijfhout van Iloofï, van dien staf, chef
van het bureau materieel der artillerie bij het departe
ment van oorlog; tot kolonel, de luitenant-kolonel
O. II. Kuyek, van dien staf, kommandant der Koninklijke
militaire academie; tot directeur der artillerie-stapel
en constructie-magazijuen de luitenant-kolonel H. van
der Meer de Walcheren, kommandant van het korps
pontonniers; tot majoor, chef van het bureau materieel
der artillerie bij het departement van oorlog, de kapitein
le klasse C. 0. Cox, van dien staf, thans werkzaam bij
gezegd departement; tot majoor inspecteur der draagbare
wapenen, de kapitein le klasse A. G. Visée, van het
korps pontonniers; tot majoor, onder-directeur van de
artillerie-stapel- en constructie magazijnen, de kapitein
le klasse J. C. Verheije van Sonsbeeck, van dien staf;
tot majoor, de kapitein le klasse A. T. Knoop, van het
3e reg. vesting-artillerie, en de kapitein-magazijnmeester
der artillerie le klasse te Nijmegen M. P. Mol;
bij het regement veld artillerie: tot kapitein 3e klasse,
naar ouderdom van rang, de le luitenant W. K. L. van
Helden, van den generalen staf; tot len luitenant, naar
ouderdom van rang, de 2e luitenants L. 11. baron Taets
van Amerongen en J. G. U. Schoch, beiden van het korps;
bij het le regement vesting-artillerie: tot luitenant
kolonel, de majoor C. W. F. van Lyndeu, van het 2e
regement vesting artillerie; tot kapitein 3e klasse, naar
ouderdom van rang, de le luitenants H. M. Steenberghe, I
van het korps, en F. Knoote, van het regement veld
artillerie; bij het 2e regement vesting-artillerie: tot
majoor, de kapitein le klasse E. J. Jacobs, van het
regement veld artillerie; totlen luitenant, naar ouderdom
van rang, de 2e luitenant H. J. C. Verwey, van bet korps;
bij het 3e regement vesting-artillerie; tot kolonel en
kommandant van het korps de luitenant-kolonel jhr.
F. Wttewaal van Bloetwegeu, van het regement veld
artillerie; tot luitenant-kolonel de majoor J. W. G. Pels
Kijcke, van den staf der artillerie, thans toegevoegd aan
den inspecteur van het wapen; tot kapitein 3e klasse
(naar ouderdom van rang) de le luitenants H. W. van
Marle, van den staf van het wapen, thans werkzaam bij
de Kon. mil. academie, en D. H. Cromhout, van het rege
ment veld-artillerie;
bij het regement rijdende artillerie: tot kolonel, de
luitenant-kolonel jhr. L. J. Tindal, kommandant van het
korps; tot len luitenant (naar ouderdom van rang) de
2e luitenant S. J. A. de Quertenmont, van het korps; bij
het korps pontonniers, tot majoor en kommandant van
het korps de kapitein le klasse L. Zeegers Veeckens,
van het le regement vesting-artillerie.
Voorts benoemd tot luitenant-kolonel bij het wapen,
de majoor der artillerie op non-activiteit C. F. L. Roos.
Mede is pensioen verleend aan Zr. Ms. adjudant in
buitengewone dienst, inspecteur van het wapen der in
fanterie, H. F. K. Duyeker, op verzoek, ten bedrage van
3000, onder toekenning van den rang van generaal der
infanterie, als een blijk van Zr. Ms. erkentelijkheid
wegens de vele en gewichtige diensten door hem bij bet
leger bewezen; den generaai-majoor, bevelh. in de
3e militaire afd. J. G. Wilbrenninck, mede op verzoek,
tot een bedrag van 2400, onder toekenning van den
rang van luitenant generaal; den generaai-majoor, bevelh.
in de 5e mil. afd., J. F. H. van Hoey Scbilthouwer, ten
bedrage van ƒ2400; den kolonel, kotnmandeerende het
4e reg. int'., W. A. van Toll, op verzoek, ten bedrage van
ƒ1800; den kolonel kommandeerende het 3e reg. inf.,
J. C. W. Beekman, teu bedrage van ƒ1800; den luiteu.-
kolonel bij het 6e reg. inf. F. W. Hirschmann, ten bedrage
van ƒ1500; den luiten.-kolonel, kommand, het alg. depót
van discipline, A.P. Miltenburg, op verzoek, ten bedrage
van ƒ1500; den majoor bij het lereg.inf.H.lloelofsz, ten
bedrage ƒ1300; den kapit. bij het 8e reg. inf. J. A. F. de
Lanuoy, ten bedrage van ƒ1080, onder toekenning van den
rang van majoor;de kapits.bij het 2een 4ereg.inf. J.KIaus
en J. C. van Teylingen, beide ten bedrage van ƒ1080;
den kapitein bij het 8e reg. inf. J. D. Gillet, ten bedrage
van ƒ1065, onder toekenning van den rang van majoor;
den kapitein bij het 7e reg. inf. IJ. de Vries, ten bedrage
van 1050; den kapitein bij hot 2e reg. inf. G. J. Polman,
op verzoek, ten bedrage van ƒ1050; den kapitein-kwar-
tierm. bij het ministerie van oorlog A. H. Blom, mede
op verzoek, en den kapitein-kwartierm. bij het 4e reg.
dragonders, W. P. J. Knibbeler, beide tot een bedrag
van 1080.
Benoemd: bij den grooten staf: tot geueraal-majoor,
bevelh. in de 3e milit. afd., de kolonel H. V. E. Klapp,
van den generalen staf; tot bevelh. in de 3e milit. afd.
de generaai-majoor P. A. C. van Wickevoort Crommelin,
thans bevelh. in de 6e milit. afd., van weike laatste be
trekking hij eervol wordt ontheven; tot generaal majoor,
bevelh. in do 5e milit. atd., de kolonel C. P. F. G. van
Emde, kommandant van het le reg. tuf.; tot generaai-
majoor, bevelh. in de 6e milit. afd. de kolonel A. E. C. de
Sturler de Frienisbcrg, kommandant van het 5e reg.
dragonders;
bij den generalen staf, de lui tenant-kolonel J.A. Besier,
van den staf, chef van iiet topograpbiscli bureau bij bet
ministerie van oorlog; Zr. Ms. adjudant de luitenant-
kolonel jhr. J. F. A. van Panhnys, mede van dien staf;
tot majoor, de kapitein le kl. J. V. D. Dittlinger, van
dien staf;
bij het wapen der infanterie, bij den staf van het wapen,
tot luitenant-generaal, inspecteur van het wapen, tevens
belast met de functiën van gouverneur der residentie, de
generaai-majoor C. H. Happé van den grooten staf, thans
bevelhebber in de 2e milit. afd.; tot generaal majoor, de
kolonel A. Verkat Egter van Wissekerke, van dien staf,
chef van het bureau peraoneele en militaire zaken bij
het departement van oorlog; tot luitenant kolonel, de
majoor A. W. P. Weit zei, van dien staf, directeur der
normale schietschool; tot kapitein 3e kl. (naar ouderdom
van rang), do le t ikeuaut G. O. Munters, van het wapen,
thans voor den tiid van öjareu gedetacheerd bij het wapen
der infanterie van het leger in Oost-Indië; tot len luite
nant (naar ouderdom van rang), de 2e luit. A. E. Mooi-
jaart, van het wapen, idem als voren;
bij het le regement: tot kolonel en kommandant van
het korps, de luitenant-kolonel J. H. Schuack, komman
dant van het instruotie-bataillon; tot luitenant-kolonel
de majoor T. W. d'Harvant Bigot de Villandry, van het
4e reg.; tot majoor, do kapitein le kl. D. Witkop, van
het instructie-batailion;
bij het 2e regement: tot majoor, de kapitein le kl.
J. K. Buhler, van het reg. grenadiers en jagers; tot kapi
tein 3e kl. (naar ouderdom van rang), de le luitenant
adjudant H. la Fors, mede van het reg. grenadiers en
jagers, en de le luitenant W. C. D. van Rijen, van den
staf van het wapen, werkzaam bij de Kon.milit. academie;
tot len luitenant (naar onderdom van rang), de 2e luits.
H. Pothoven, H. C. Smallenbach.F.de Groof, J. C.T. Bon
man en L. P. van der Wal, allen van het korps, eerstge
noemde gedetacheerd bij het koloniaal werfdepót;
bij het 3e regement: tot kolonel en kommandant van
het korps de luitenant-kolonel G. G. Staring, van het
le regement; tot luitenant-kolonel de majoor E. G. Biibe,
van het 8e reg.; tot majoor, de kapitein le kl. L. K. Kirsch,
adjudant bij het reg. grenadiers en jagers; tot kapitein
3e kl. (naar ouderdom van rang), de le luits. R. T. K. van
Gorkum, van het reg. grenadiers en jagers, en P. van
Hille, van het instructie-batailion, alsmede de le luitenant
adjudant H. Mnrman, van het le reg. inf.;
bij het 4e regement, tot kolonel en kommandant van
het korps, de luitenant-kolonel N. Mac Leod, van het
3e reg.; tot majoor de kapitein le kl. J. W. van Hopber-
gen, van het reg. grenadiers en jagers; tot kapitein 3e kl.
(naar ouderdom van rang), de le luitenant P. E. Perk
van het korpstot len luitenant (naar ouderdom van
rang), de 2e luitenant K. W. P. Seeuwen, mede van het
korps;
bij het 5e regement, tot kapitein 3e kl. (naar ouder
dom van rang), de le luitenant P. Stokbroo, van het
reg. grenadiers en jagers; tot len luitenant (naar onder-
dom van rang), de 2e luitenants A. W. van Roggen,
W. M. A. Bnfïart, H. G.J. van Hoogstraten, G. A. Leussen
en A. Jonquière, allen van het korps;
bij het 6e regement tot luitenant kolonel de majoor
P. J. Amiot,van het 2e reg.; tot kapt. 3e kl.,(riaar ouder
dom van rang), de le luitenants J. G. Strootman, van het
korps, en jhr. F. F. von Muihen en G. F. F. A. Mollinger,
van het reg. grenadiers en jagers; tot len luit. (naar
ouderdom van rang), de 2e luitenant W. F. van Limborch
van der Meersch, van het korps;
bij het 7e regement, tot kapitein 3e kl., (naar ouder
dom van rang), de le luitenants R. J. Ver-choor van
Nisse, van het reg. grenadiers en jagers, en J. F. Muller,
van het 4e reg.; tot len luitenant (naar ouderdom van
rang), de 2e luitenant P. L. Halfleriet, van het korps;
bij het 8e regement, tot majoor, de kapiteins le kl.
J. F. Beekman, van het algemeen depót van discipline,
en C. B. van der Breggèn, van het 2e reg.; tot kapitein
3e kl. (naar ouderdom van rang), de le luitenant-adju
dant J. C. D. Janson, van het korps, en de le luitenant
W. C. de Vree, van het reg. grenadiers en jagers, als
mede de le luitenant-adj. F. G. Scharp, van het korps;
tot len luitenant (naar ouderdom van rang), de 2e luite
nants A. S. de Ronde Bresser en J. F. Smith, beiden
van het korps;
bij het instructie-batailion, tot kommandant van het
korps, de majoor E. Nieuwenhnisen, van het reg. grena
diers en jagers;
bij het algemeen depót van discipline, tot komman
dant van het korps, de majoor C. J. Booms van het
8e reg. van het wapen.
Overgeplaatst in rang bij het reg. grenadiers en jagers
de majoor W. F. le Maitre, van het 3e reg. inf.
Benoemd: tot militairen onder-intendant le kl. de
kapitein-kwartierm. C. J. Roelants, van het koloniaal
werfdepót; tot kapitein-kwartierm. bij het le reg. dragon
ders, de le luitenant-kwsrtierm. E. L. J. de Roy van
Znidewijn, van het 4e reg. inf.; tot kapitein-administra
teur van kleeding en wapening: bij het 3e reg. inf., do
le luitenant-administrateur van kleeding en wapening
H. J. G. Gosenson, van het korpsbij het 4e reg. dragon
ders, de le luitenant-kwartierm. G. C. Beryhanser, van
het 3e reg. inf., allen de oudsten van hunnen rang; tot
len luitenant-kwartierm.: bij het 6 reg. inf, de 2e luite*
nant-kwartierro. R. J. Vermeer, van het korps; hij het
reg. veld-artillerie, de 2e luitenant-kwartieim. K. J. de
Poorter, van het korps; bij het le reg. vesting-artillerie»
de 2e luitenant-kwartierm. P. J. Beausar, vau het korps,
allen mede de oudsten van bunnen rang.
Overgeplaatst als kapitein-kwartierm. bij het 4e reg.
dragonders, de kapitein-administrateur van kleeding
en wapening J. A. Saltet, van bet korps.
Kerknieuws.
Nadat de heer Kraajjenbelt, predikant te Opheusden,
voor de beroeping naar Arnemniden had bedankt, is
aldaar jl. Zaterdag het drietal aangevuld met den heer
van Strien, predikant te Bennekom, en daaruit beroepen
den heer A. P. A. du Cloux, predikant te Spijk (provincie
Groningen).
Gemengde berichten.
Het plan om aan den hoek van den Binnenweg en
Singel te Rotterdam een nieuwen schouwburg te bouwen
heeft zich in een grooter plan opgelost. Thans is name
lijk de bedoeling den nieuwen schouwburg midden in
de stad te bouwen, zoodanig ingericht dat hij 4000 per
sonen zal kunnen bevatten. Mocht dit plan tot stand
komen, dan zal vermoedelijk de tegenwoordige schouw
burg aan den Coolsingel vervallen.
Volgens berichten uit New-York verblijdt men zich
daar zeer in de woeste speculatiën in katoen, die in den
laatsten tijd in Groot-Britannië en vervolgens op het
vasteland van Europa plaats vinden. Daardoor zijn de
prijzen zoodanig opgedreven, dat de Amerikaansche spe
culanten gaarne bereid worden gevonden, om hunnen
voorraad in allerijl te verschepen.
Naar men verneemt, zal morgen in do vergadering
van den gemeenteraad te 's Gravenhage, de vraag wor
den behandeld, of de aanstaande jaarmarkt of kermis,
uithoofde van de verschijning der cholera in de provincie
Zuid-Holland, voorloopig zal worden geschorst. Deze
zaak wordt ter sprake gebracht naar aanleiding van eene
aanschrijving te dezer zake van den commissaris des
konings in de provincie Zuid-Holland aan de gemeente
besturen.
De opheffing van het monopolie der huurrijtuigen
heeft Engelsche speculanten op het denkbeeld gebracht
om 500 cabs met de noodige koetsiers en paarden naar
Parijs te zenden; zij zullen gestationeerd worden aan de
deuren der hotels. Tegen den tijd der aigemeene ten
toonstelling zal het aantal worden verdubbeld.
De paus heeft de redacteuren van het tijdschrift
la Civilta Cattolica tot een collegie van het genootschap
van Jezus verheven. In de toelichting van dit besluit
wordt gezegddat de paus, ten einde aan de zaak der
godsdienst de medewerking te verzekeren van een zeker
aantal geleerde personen, in staat om de catholieke waar
heid te verdedigen tegen alle aanvallen harer tegenstan
ders, gewenscht heeft dat de geestelijken van de orde
der jezuiten een genootschap van schrijvers vormde, in
het bijzonder belast, om „de catholieke godsdienst, hare
leerstellingen en hare rechten te verdedigen." Hun
wordt daarom eene woning te Rome verschaft en het zal