MIDDELBURGSCHE COÜRAN. T. N°- S3. Dinsdag 1866. 3 April. Editie van Maandag avond 8 uren. Middelburg 2 April. Volgens in de Staatscourant van eergisteren medege deelde tabellen zijn in 1865 als landverhuizers over zee bit Nederland vertrokken 1681 personen (tegen 740 in 1864), waarvan de meeste nit deze provincie, t. w. 316 (tegen 82 in 1864), zijnde 121 hoofden van gezinnen en °p zich zelf staande personen (tegen 36 in 1864) met 60 vrouwen, 134 kinderen en 1 dienstbode. Van de genoemde 121 hoofden van gezinnen waren 2 welgestel- den, 66 mingegoeden en 53 behoeftigen; 24 hunner (tegen 11 in 1864) waren meer of minder in de hoofde lijke omslagen beschreven. De beroepen dier 121 hoofden worden opgegeven als volgt82 arbeiders, arbeidsters en daglooners; 6 dienst boden en bedienden; 2 kleermakers; 2 kooplieden; 8 landbouwers en knecht; 1 melkboer; 2 metselaars; 1 schaapherder; 1 scheepstimmerman; 2 schippers en varensgezellen; 1 schoenmaker; 2 slagers; 1 verver; 1 wagenmaker; 5 werklieden en 1 winkelier; 2 waren zonder beroep en van 1 was dit onbekend. Volgens de opgaven der gemeentebesturen zijn de redenen van vertrek van meergenoemde 121 hoofden: bij 112 tot verbetering van bestaan; bij 8 het volgen van familiebetrekkingen; bij 1 familie-oneenigheid. Door het hoofdbestuur der maatschappij ter bevorde ring van Landbouw en veeteelt in Zeeland is, in eene den 28 Maart gehouden vergadering, de heer mr. C. van Citters te Heinkenszand tot algemeene voorzitter der maatschappij benoemd, in plaats van den heermr. C.Pické, die als zoodanig had bedankt. De vergadering besloot verder uit hoofde van de heer- schende veeziekte dit jaar geen algemeene tentoon stelling te houden, hetgeen niet verhindert dat elke sfdeeling eene tentoonstelling of wedstrijd zal houden, waarop echter in geen geval rundvee, schapen of varkens mogen worden aangebracht. Aanharen voormaligen voorzitter,den tegenwoordigen minister van justitie, zond het hoofdbestuur het volgende telegram „Het hoofdbestuur der Zeeuwsche maatschappij van Landbouw in zitting, brengt bij deze hulde en erken telijkheid toe aan zijnen voormaligen voorzitter en be delt de belangen van den Zeeuwschen landbouw ten zeerste bij hem aan." Bij de kamer van koophandel en fabrieken alhier is ontvangen en ligt voor belanghebbenden ter inzage een overzicht van den invoer in Stettin over het jaar 1865. Uit Zuid-Beveland schrijft men ons: „Met genoegen kan ik u mededeeien, dat de werkzaam heden aan het kanaal sedert mijn vorig schrijven goed zijn voortgezet. In de schutsluis te Wemeldinge zijn ook a' de deuren gehangen en deze week beproefd, welke Proefneming naar vvensch geslaagd is. Van daar tot aan den postweg zijn al de werkzaamheden, bestaande in het sfnemen der binnen-kanaalboorden en de voorziening •ter Iaatsten met rijsbeslag en een strook steenglooiing, zoo goed als geëindigd. Van den postweg tot aan de hfug in den Schoorschen zouteweg wordt dit, met de °nder profilbrenging der dijken, krachtig voortgezet, y^n laatstgenoemden weg tot aan de sluis te Ilansweert 18 het kanaal voltooid. Ik kan u verzekeren, dat waar Zulks het geval is, de vaart een goed aanzien heeft. „Het maken der losplaats te Ilansweert wordt goed voortgezet, even als de verlenging van den oostelijken "azaltvleugelmuur aldaar. „Zoo te Wemeldinge als te Hansweert houdt men zich "ezig met de afwerking van de gebouwen voor sluis wachter en sluisknecht, terwijl men op de beide eind punten van het kanaal met het weggraven der zeedijken goede vorderingen maakt. Zoo nadert de tijd, waarop geen verslag meer zal n°°dig zijn. „Met veel belangstelling volgen we hier het door u medegedeeld wordende, betrekkelijk de afdamming der Ooster-Schelde en daarmede in verband staande werken. Niets schenkt ons echter de overtuiging van de gegrond heid der door België daartegen ingebrachte bezwaren. Mijne meening, die ik vroeger over het kanaal neder- schreef, dat het kanaal door de schipperij, in ruil van de Ooster-Schelde, dankbaar zal worden aanvaard, bevestigt zich met eiken dag. Een bezoek bij laag en een tochtje bij hoog water aan het verdronken Zuid-Beveland ge bracht, en eene bezichtiging van het kanaal, zullen bij den onpartijdigen beschouwer deze meening rechtvaar digen." Aan de leden van de tweede kamer der staten-generaal is toegezonden een verzoekschrift van de kamer van koophandel en nijverheid te Soerabaija, aan zijne exc. den gouverneur-generaal van Nederl.-Indië, naar aanlei ding van de concept-cultuurwet. Zij verzoekt den gouver neur-generaal om bij Z. M. den koning de tolk te willen wezen van der kamer diep gevoelde bezwaren tegen dat ontwerp, opdat het Z. M. moge behagen dat ontwerp in nadere overweging te houden, en zulks voornamelijk op grond, dat de adressante vreest dat door dit ontwerp de suikercultuur zou worden vernietigd, deelende zij alzoo niet in het tegenovergesteld bezwaar van andere zijde voortgebracht, dat de bepalingen van het ontwerp nopens de suikercultuur juist zouden strekken om, als hal ven maatregel, die cultuur, ten nadeele der bevolking, bij voortduur te begunstigen. Veeziekte. De Staatscourant van heden deelt de volgende op gaven mede betreffende den veetyphus over de week van 18—24 Maart: Zuid-Holland: Aangetast 1410; aan de ziekte ge storven 309, afgemaakt 43, hersteld 35 runderen. Sedert het begin der veeziekte zijn in het geheel aan getast 42,665; aan de ziekte gestorven 14,913afge maakt 9,373; hersteld 16,303, dus nog ziek2,076 runderen. Utrecht: Aangetast 243; aan de ziekte gestorven 99; afgemaakt 0; hersteld 108 runderen. Sedert het begin der veeziekte zijn in het geheel aan getast 4,380; aan de ziekte gestorven 1,710; afgemaakt 104; hersteld 2,327, alzoo nog ziek 209 runderen. Noord-Holland: Aangetast 36, aan de ziekte gestorven 11, afgemaakt 7, hersteld 29 runderen. Sedert het begin der veeziekte zijn in het geheel aan getast 1,100; aan de ziekte gestorven 333 afgemaakt 282; hersteld 439, mitsdien nog ziek 46 runderen. Recapitulatie: In de week Aangetast in van Z.-Holl. Utrecht. N.-Holl. Totaal. 1117 Februari 1510 258 225 2023 18-24 1340 250 275 1865 25 Febr.—3 Mrt. 1000 195 179 1374 4—11 Maart. 1352 297 51 1700 11-17 1133 184 27 1344 18-24 1410 243 36 1689 Benoemingen en besluiten. rechterlijke macht. Benoemd tot rechter in de arrondissements rechtbank teZierikzee mr. J. C.E.baron van Lijnden, advocaat alhier, thans schoolopziener in het 6eschooldistrict van Zeeland;en tot substituut-griffier bij de arrondissements-rechtbank alhier, mr.E.P. Schorer, thans griffier bij het kantongerecht te Heinkenszand. geneeskundige dienst. Op verzoek ingetrokken de benoeming van dr. E. H. von Baumhauer tot plaatsver vangend lid der commissie, in 1866 belast met het afnemen van de natuurkundige examens, volgens art. 4 der wet van 1 Juni 1865; dr. G. A. N. Allebé tot plaatsvervangend lid der commissie, in 1866 belast met het afnemen van de geneeskundige examens, volgens art. 5 dier wet; van J. C. F. Kerkhoffals lid en secretaris en vandr. V. S.M. van der Willigen, als lid der commissie, in 1866 belast met het afnemen der examens van hulp-apotheker, volgens art. 8 dier wet. Benoemd tot plaatsvervangend lid der commissie, in 1866 belast met het afnemen vau de natuurkun dige examens, volgens art. 4 van bovengenoemde wet, dr. A. C. Oudemans, hoogleeraar aan de polytechnische school te Delft; tot plaatsvervangend lid der commissie, in 1866 belast met het afnemen van de geneeskundige examens, volgens art. 5 dier wet, dr. A. H. Israëls te Amsterdam; tot lid en secretaris der commissie, in 1866 belast met het afnemen der examens van hulp-apotheker, volgens art. 8 dier wet, J. P. C. van Tricht, apotheker te Arnhem, thans plaatsvervangend lid dier commissie; tot lid dier commissie dr. C. J. Matthes, hoogleeraar te Amsterdam, thans plaatsvervangend lid: tot plaatsver vangende leden dier commissie H. C. van Setten, apotheker te Utrecht, en dr. H. W. Schroeder van der Kolk, onder directeur en leeraar aan de hoogere burgerschool te Zutphen. schutterijen. Op verzoek eervol ontslag verleend aan den 2en luitenant bij het bataillon no. 5 der rustende schutterij in deze provincie L. H. Maertens, uithoofde van verandering van woonplaats; en als zoodanig be noemd de sergeant H. T. J. Fassaert. belastingen enz. Benoemd tot ontvanger der regis tratie en domeinente Roermond de heer V. F. H. Mertz, thans ontvanger der registratie en domeinen te Venlo; te Venlo dc heer K. F. Ariens, thans in dezelfde betrek king te Tholeute Tholen de heer J. P. SpreDger van Eyk thans surnumerair der registratie en domeinen. koloniën. Op verzoek eervol ontslag uit 's landsdienst verleend, met toestemming van pensioen, aan den assis tent voor de dienst der Nederlandsche bezittingen ter Knste van Guinea P. M. J. Kamerling, thans tot herstel van gezondheid met verlof hier te lande, wegens licha melijke ongeschiktheid voorde verdere dienst aldaar. Hlai-ine en leger. Een bij het departement van marine ontvangen tele grafisch bericht meldt, dat Zr. Ms. fregat met stoomver- mogen Adolf Hertog van Nassau, onder bevel van den kapitein ter zee O. A. Uhlenbeck, den 30 Maart jl. te Smyrna is aangekomen. (üemengde berichten. Eergisteren is te Vlissingen opgevischt het lijk van den op 6 Februari jl. over het hoofd geslagen en verdron ken onderofficier der infanterie. De ontvanger der directe belastingen in de gemeente Vlijmen is, volgens do Arnhenische courant, sedert 26 Maart spoorloos verdwenen. Op de aanstaande kermis te 's Hage zal een carrous- sel worden opgericht van eene geheel nieuwe vinding, zooals er hier te lande nooit een heeft bestaan, en die wel kolossaal kan genoemd worden. Om zich daarvan een denkbeeld te vormen, dient dat de spil van gegoten ijzer is en eene hoogte heeft uit den beganen grond van 25 voet, waaraan de van ijzer geslagen bogen en beugels zijn bevestigd, die twee boven elkander geplaatste cir kels ondersteunen, waaraan de banken enz. zijn verbon den. Elke cirkel heeft eene middellijn van 30 voet. Om in de bovenste te komen zijn aan den binnenkant trap pen aangebracht. In het geheel zal hij 500 personen kunnen bevatten. De maatschappij der „Messageries Impériales" te Parijs, is veroordeeld tot de betaling eener schadevergoe ding van 500,000 franken aan den eigenaar van eene partij zijden stoffen, die bij het barsten van den stoom ketel van het schip „Peleuse" was beschadigd. Koning Leopold van België is eergisteren over Ostende naar Engeland vertrokken om de begrafenis plechtigheid van wijlen zijne grootmoeder koningin Maria Amelia, welke morgen zal plaats hebben, bij te wonen. Dezer dagen gingen twee ingezetenen van Weenen een allerzonderlingste weddenschap aan. Het betrof niet meer en niet minder dan de vraag of aan de mannen dan wel aan de vrouwen de voorrang toekomt, wat het punt van ijdelheid betreft. De wijze, waarop deze vraag moest worden beslist was de navolgende. Beide begaven zich onmiddellijk naar een spiegelmagazijn, waar voor het straatvenster een kolossale spiegel tentoongesteld was, en besteedden thans al hunne aandacht om op te nemen, zoowel het getal der mannen als der vrouwen, welke voor dieu spiegel zouden blijven staan, om hun persoon en toilet gade te slaan. Hiervoor hadden zij een uur tijds bepaald; na verloop van dat tijdstip kwam men tot het resul taat, dat van de honderd v rouwen, tachtig daarvoor waren blijven staan, maarniet minder dan vijf en negentig van de honderd mannen waren ijdel genoeg geweest in den spiegel te zien. Het pleit werd dus ten voordeele van het schoone geslacht beslist, en hij die in den waan

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1866 | | pagina 1