MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N°' 52.
Zondas
1866.
1 April.
SHmtmlanö.
Editie van Zaterdag avond 8 uren.
De Burgemeester en Wethouders van Vlissingen,
Maken bekend
dat door het openvallen der navolgende betrekkingen
Worden gevraagd:
a. eene Hoofdonderwijzeres aan de openbare
school voor gewoon en meer uitgebreid lager onder
wijs voor meisjes, op eene jaarwedde van 1000,
benevens /"250 vergoeding voor huishuur en 10 pet.
van het bedrag der schoolgelden boven de f 1000.
Op deze school wordt onderwijs gegeven in de
vakken a tot en met i der wet en in de Fransche,
Engelsche en Hoogduitsche talen
b. eene Hulponderwijzeres aan voornoemde
school, op eene jaarwedde van f 450.
Beide deze betrekkingen te aanvaarden met
1 Augustus 1866;
c. een tweede Hulponderwijzer aan de openbare
school voor gewoon en meer uitgebreid lager onder
wijs voor jongens; op eene jaarwedde van f 500,
benevens kost, inwoning enz. bij den Hoofdonder
wijzer;
d. een Hulponderwijzer aan de openbare school
voor on- en minvermogenden, op eene jaarwedde
van f 325.
Sollicitanten worden nitgenoodigd zich ten spoedigste
in persoon of met portvrije brieven aan te melden, bij
den burgemeester; terwijl de stukken van haar die naar
de onder a vermelde betrekking van hoofdonderwijzeres
verlangen te dingen, zullen moeten zijn ingeleverd vóór
of op den 25 April e. k. en het tijdstip voor het te
houden vergelijkend examen, nader zal worden bekend
gemaakt.
Vlissingen, den 26 Maart 1866.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
J. W. CALLENFELS.
De secretaris,
P. FORBES WELS.
Middelburg 31 Haart.
Eenige ingezetenen van 's Gravenhage, de heeren
H. C. Bekking, jhr. rar. W. T. Gevers Deynoot, dr. W. R.
baron van Hoëvell, jhr. mr. H. G. C. L. Janssens,
G. F. F. A. Mollinger, C. J. van der Oudermeulen,
P. N. Roche en J. W. van der Schooren hebben aan
hunne stadgenooten eene circulaire gericht, waarin zij
het volgende zeggen
„Betwijfelden, tijdens de oprichting der eerste brood
fabrieken hier te lande, sommigen het nut dier inrich
tingen, thans is die twijfel opgeheven en wordt dat nut
algemeen erkend en gewaardeerd. Ook te dezer stede
beantwoordt de meel- en broodfabriek aan de verwach
ting, die men daarvan koesterde en aan de eischen, die
aan eene dergelijke onderneming redelijkerwijze mogen
gesteld worden.
„Die fabriek levert goed brood tegen billijken prijs en
verschaft daarbij een ruim dividend aan de deelhebbers,
terwijl menig broodslijter tot zijn voordeel met de fabriek
in betrekking staat.
„Door hare billijk gestelde prijzen wordt elke poging
tot het bovenmatig opdrijven van den broodprijs belet,
tvaardoor alle ingezetenen, alle klassen van verbruikers,
worden gebaat.
„Is het brood onmisbaar, ook het vleesch mag onder
de eerste levensbehoeften gerekend worden, waarvan het
gebruik evenwel door de telkens hooger en hooger opge
voerde prijzen, voor zeer velen ontoegankelijk en voor
menigeen hoe langer hoe meer bezwarend wordt gemaakt.
„Mocht men er in kunnen slagen goed rund-, kalfs- en
sehapenv!eesch tegen billijke prijzen en met opheffing
van vele bij den vleeschhandel ingeslopen misbruiken,
zooals bij voorbeeld het bijleveren van beenderen enz.,
algemeen verkrijgbaar te stellen, de belangen van de
tngezetenen van 's Gravenhage zouden daardoor ontegen
zeggelijk grootelijks bevorderd worden.
„Met het oog op de ondervinding elders, zooals te
Parijs, Brussel, Amsterdam enz. verkregen, meenen de
ondergeteekenden dat dit doel zou te bereiken zijn door
"e oprichting van eeno maatschappij, toegerust met het
noodige kapitaal om de vleeschhouwerij op uitgebreide
8chaal te drijven.
«Zij ontveinzen zich de bezwaren aan eene dergelijke
onderneming verbonden in geenen deele, doch zij zijn
vertuigd dat die niet onoverkomelijk zijn, en dat te
8 Gravenhage even als inandere plaatsen het aangegeven
doel kan worden verwezenlijkt, terwijl de deelhebbers
tevens eene behoorlijke rente zullen genieten.
„Deze overtuiging heeft hen geleid tot het besluit, te
trachten alhier eene vennootschap tot het doen uitoefenen
der vleeschhouwerij in het leven te roepen, wier taak
zou zijn goed rund-, kalfs- en schapenvleesch tegen bil
lijke prijzen algemeen verkrijgbaar te stellen, waartoe
een kapitaal van honderd duizend gulden, verdeeld in
duizend aandeelen, ieder groot honderd gulden,naar hun
inzien voldoende zou wezen.
„Tot het oprichten van zoodanige vennootschap, roepen
zij bij deze, in het algemeen belang van 's Gravenhage's
ingezetenen, uwe medewerking in.
„Mocht het blijken dat hun denkbeeld bijval vindt,
dan stellen zij zich voor, zoodra voor vijftig duizend
gulden zal zijn deelgenomen, de inschrijvers een ontwerp
der statuten aan te bieden, en dat in eene te houden
bijeenkomst aan hunne goedkeuring te onderwerpen."
Uit Rotterdam schrijft men 28 Maart: „Van goeder hand
vernemen wij dat met 1 Juli e. k. de spoorweg van Breda
naar Moerdijk voor het publiek verkeer zal worden ge
opend, en omstreeks dienzelfden tijd de weg, welke thans
van Breda over Tilburg naar Boxtel loopt, zal verlengd
zijn tot Eindhoven, terwijl alsdan tevens de baan van
laatstgenoemde plaats tot Hasselt en Luik zal doorloopen,
zoodat in het begin van de laatste helft van dit jaar de
route van Moerdijk naar Luik over Breda, Tilburg, Box
tel, Eindhoven en Hasselt per spoortrein zal kunnen
worden afgelegd. Voor Tilburg en Eindhoven zal de
nieuwe weg van groote belangrijkheid zijn, aangezien
de goederen alsdan, te Tilburg op den wagon gebracht,
te Moerdijk geladen worden op de vaartuigen die ze,
hetzij naar Zeeland, hetzij naar Rotterdam of elders
brengen, terwijl zoo men zegt de maatschappij tot exploi
tatie van staatsspoorwegen eene goederen-stoomboot-
dienst beeft georganiseerd, waardoor de goederen welke
haar alhier ter expeditie werden overgegeven naar
Noord-Brabant, over Moerdijk zullen worden vervoerd
en omgekeerd alles wat voor Rotterdam bestemd is, te
Moerdijk in hare goederen-stoombooten of lichtersche-
pen zal worden geladen. Het komt ons voor dat die
nieuwe weg reeds van den aanvang af zeer belangrijk
voor bet goederen-vervoer zal wezen, en de vaart van
hier op Breda daardoor aanmerkelijk zal verminderen,
vooral wanneer men de hooge kosten voor de schepen
op de Mark en Dintel in het oog houdt. Zijn wij wel
onderricht, dan zal tegen het einde van dit jaar de ge-
heele weg van Moerdijk tot aan de Pruisische grenzen
bij Venlo, in aansluiting met de spoorwegen naar Glad-
bach, enz., voor de publieke dienst zijn opengesteld.
Bij beschikking van den minister van binnenlandscfie
zaken, is, met ingang van 1 Mei e. k., tot surnumerair
bij den waterstaat benoemd F. van Wageningen Jz.,
kweekeling bij de voormalige Koninklijke academie te
Delft, en opgedragen de dienst van den waterstaat in de
2e inspectie te 'sGravenhage aan den inspecteur
J. A. Beijerinck; de dienst van hoofdingenieur in het
10e district (Zuid-Holland) aan den hoofdingenieur
J. F. Augier; de dienst van den waterstaat in het 3e dis
trict (Drenthe) aan den hoofdingenieur in het le district
(Groningen) jhr. J. R. T. Ortt.
Bij beschikking van den minister van financiën zijn
de navolgende surnumerairs der posterijen aangewezen
om hunne functiënuit te oefenen ter plaatse als hieronder
is vermeld, namelijk de surnumerairs: K.A.F. J.Pliester
voorloopig te Zevenaar; II. H. Oosting op het expeditie
kantoor der posterijen op den Nederlandschen Rijn
spoorweg te AmsterdamA. J.C. Bast te 's Hertogenbosch;
J. van Herwerden te den Helder; L. J. van Ingen in de
bureaux van do afdeeling der posterijen bij het departe
ment van financiën; P. C. van Aken te Rotterdam;
E. W. L. Wiippermann te Maastricht; N. A. C. Hinlópen
te Heerenveen.
Bij beschikking van denzelfdeu minister is de
surnumerair J. H. de Boer verplaatst van het postkan
toor te den Helder naar het expeditiekantoor der poste
rijen op den Nederlandschen-Belgischen spoorweg te
Moerdijk, en de surnumerair C. A. Nieukerk van het
postkantoor te Heerenveen naar dat te Rotterdam.
Veeziekte.
De commissie van landbouw in de provincie Gronin
gen heeft zich bij adres tot den koning gewend (waarvan
afschriften aan de staten-generaal zijn toegezonden),met
verzoek, op de het best voorkomende wijze wel te willen
verordenen
a. Dat al het door de besmettelijke runder-typhus of
veepest aangedane rundvee en al het vee, dat daarmede
in aanraking geweest is, worde afgemaakt en de waarde
van het zoo afgemaakte vee ten volle vergoed. Zoodanige
maatregel is uit den aard der zaak zeer kostbaar; maar
adressanten meenen, dat het eigenlijk op den duur nog
goedkooper wezen zal en voordeeliger voor het algemeen
welzijn, dan de gedeeltelijke en hier en daar menigwerf
herhaalde uitgaven en het vele maanden of wellicht
jaren achtereen laten „doorzieken" van zulk een groot
gedeelte van den Nederlandschen veestapel, met de
daaraan verknochte overgroote verliezen van nationaal
kapitaal. Mocht evenwel de dooding van zooveel vee
ondoenlijk worden bevonden, dan zouden adressanten in
elk geval wenschen, dat de bovenbedoelde maatregel in
toepassing werd gebracht voor al het vee, dat aangetast
mocht worden binnen het cordon, waarmede debesmette
streken afgesloten zijn, of met meer gestrengheid afge
sloten zonden kunnen worden. Dat, na de dooding van
besmet of verdacht vee, alle maatregelen worden geno
men, om de nog wellicht aanwezige smetstof indestallen
te vernietigen en de stallen geheel en volkomen te zui
veren, spreekt van zelf.
b. Dat de onteigening van al het vee, tot welks doo
ding mocht besloten zijn, op de meest eenvoudige en
onkostbare wijze plaats hebbe.
c. Dat de kosten van alle de onteigeningen enz., hier
boven bedoeld, als in het algemeen belang gedaan, ge
dragen worden door het rijk, doch dat, wanneer over
wegende bezwaren hiertegen mochten bestaan, er over
het geheele rijk, t ij d el ij k, eene belasting gelegd worde
op ieder stuk rundvee, ten einde uit die belasting zouden
kunnen gevonden worden de kosten der onteigening,
afmaking enz., welke kosten eerst door het rijk, reeds nu,
voorgeschoten zouden worden.
d. Dat alles in het werk gesteld worde, om de versprei
ding der ziekte tegen te gaan, en dat de hiertoe strek
kende maatregelen niet worden overgelaten aan de
gemeentebesturen,welke dit w aarschijnlijk op zeer onder
scheidene wijze zouden opvatten en ten uitvoer leggen,
maar naar eenen vasten maatstaf in eene algemeene wet,
met kracht overal toegepast.
e. Dat adressanten eindelijk zijne majesteit in overwe
ging geven een naderonderzoek te laten instellen omtrent
het vroeger Fonds voor den landbouw, uitsluitend door
landbouwers indertijd bijeengebracht, doch later,zoo zij
meenen, in de algemeene schatkist overgebracht, om, wat
van dit Fonds nog mocht zijn overgebleven, in korting
te doen dienen der uit te schrijven belasting op het
rundvee.
Naar aanleiding van het verbod van vee invoer uit
Nederland, zegt de Times o. a. het volgende: „Het
is moeilijk te onderstellen dat zulk een verbod lang
beperkt kan blijven bij Nederlandsch vee. Het Duitsche
vee toch kan ieder oogenblik even zoo gevaarlijk worden
als het Ilollandsche. Wij weten niet hoe het stelsel van
inspectie in Holland is, waarover lord Granville zich be
klaagt, maar het is duidelijk dat daarop geen rechtmatige
blaam kan worden geworpen op grond van het laatst
gebeurde. Wanneer toch onze ambtenaren de ziekte
niet in de dieren konden ontdekken, toen deze hier te
lande aankwamen, dan kan het ons ook geenszins ver
wonderen dat de Hollandsche inspecteurs de ziekte niet
bemerken, eer het vee uit Holland werd verzonden.
Intusschen heeft men hier met hetzelfde bezwaar tedoen
waaromtrent wij reeds vroeger ten opzichte van ons
inlandsch vee eene oplossing aan de hand hebben ge
daan. Het gevaar, voortvloeiende uit den doorvoer van
vee, wordt namelijk bestreden door slachting op de plaats
van afzending, zoodat er naar de hoofdstad, in plaats
van levend vee, slechts vleesch wordt aangevoerd. Nu
is het duidelijk dat diezelfde maatregel ook op het bui-
tenlandsch vee kan worden toegepast. Zoodra dit vee
onze kust heeit bereikt, staan ten dien opzichte de om
standigheden gelijk met die van ons eigen vee en der
halve behoorde daarmede op dezelfde wijze te worden
gehandeld. Er behoorden dus middelen te worden aan
gewend, om dat vreemde vee op de plaats waar het hier
ontscheept wordt te doen slachten, en er moesten quaran
taine stallen worden opgericht voor het vee hetwelk niet
dadelijk tot voeding noodig is, of hetgeen men in voor
raad wil houden. Wanneer zulk een maatregel werd
genomen, dan zou er even weinig reden bestaan tot
belemmering van den invoer uit het buitenland, als tot
afmaking van den geheelen Britschen veestapel."
Benoemingen en besluiten.
rechterlijke macht. Benoemd tot substituut officier
van justitie bij de arrondissements rechtbank te Dord
recht mr. J. A. Haakman, thans substituut officier bij de
I arrondissementsrechtbank te Zierikzee.
MINISTERIEELS DEPARTEMENTEN. Op verzoek eervol
I ontslag uit 's lands dienst verleend, met behoud van