MIDDEL O R A N T. N°- 50. Donderdag 1866. 29 Maart. Editie van Woensdag avond 8 uren. ©itittmlaitö* AANBESTEDING. Op Vrijdag den 6 April 1866, des voormiddags ten 10 ure, zal, onder nadere goedkeuring, door den commis saris des konings in de provincie Zeeland, of, bij zijne afwezigheid, door een der leden van de gedeputeerde staten, en in bijzijn van den hoofdingenieur van den waterstaat, in het 11de district, aan het lokaal van het provinciaal bestuur te Middelburg, worden aanbesteed: Het voltooijen van den bazaltmuur aan de Oostzijde der Oostschutkolk te Neuzen. Deze aanbesteding zal geschieden bij enkele inschrijving. Het bestek ligt ter lezing aan het gebouw van het minis terie van binnenlandsche zaken, aan dat van het provin ciaal bestuur van Zeeland, te Middelburg, en is voorts op franco aanvrage, tegen betaling der kosten, te beko men bij den boekhandelaar M. Nijhoff Raamstraat no. 49 te 's Gravenhage, en door zijne tusschenkomst in de Voornaamste gemeenten des rijks. Zullende den 7en en 4en dag vóór de besteding de noodige aanwijzing in loco worden gedaan; voorts zijn nadere inlichtingen te bekomen bij den hoofdingenieur te Middelburg, en bij den ingenieur te Neuzen, 's Gravenhage, den 8 Maart 1866. Van wege den minister, De secretaris-generaal, J. SCHRÖDER. middelburg 28 Maart. In het kiesdistrict Zntfen is tot lid van de tweede kamer der staten-generaal gekozen de heer mr. J. Dam, procureur en wethouder te Zntfen, met 1,008 van de l,424.uitgebrachte geldige stemmen. Verder werden uit gebracht op de heeren mrs. Keuchenius 161, Reijers 137 en van Nispen 90 stemmen. De gemeenteraad alhier zal morgen (Donderdag) namiddag te twee uren eene openbare zitting houden, tot het nader vaststellen der verordeningen tot heffing der plaatselijke belasting op het gemaal. Bij de kamer van koophandel en fabrieken alhier is Ontvangen en ligt voor belanghebbenden ter inzage een statistiek van den handel en de scheepvaart van het koninkrijk der Nederlanden, Januari 1866. De uitslag der verkiezing van een lid voor den gemeenteraad te Boschkapelle is dat eene herstemming moet plaats hebben tnsschen de heeren P. van Campen en F. J. Collesaer. Te Hengstdijk is tot lid van den gemeenteraad gekozen de heer J. F. Krieckaart. De gezondheidstoestand van den minister van koloniën is beterende. De opper-ceremoniemeester maakt in de Staatscourant bekend, dat ingevolge de bevelen des konings het hof den lichten rouw zal aannemen voor den tijd van drie dagen, wegens het overlijden van zijne koninklijke koogheid prins Otto Eugenius Marius van Savoye, hertog van Montferrat, met ingang van den 27 dezer. De minister van binnenlandsche zaken heeft bij beschikking van den 26 Maart jl., met ingang van 1 April 1866, bij de dienst van den rijkstelegraaf tot telegrafist der derde klasse benoemd den leerling-telegra fist D. Rijnders. Bij beschikking van den minister van binnenlandsche zaken is bepaald dat, met ingang van 1 Mei e. k., de opzichter van den waterstaat 3e klasse F.Raadman, thans dienstdoende in Gelderland, zal dienst doen in Zeeland; de opzichter der 4c klasse M. F. Klaassen, thans dienst doende in Zeeland, zal dienst doen in Gelderland; de opzichter der 4e klasse H. J. Wcehnizen, thans dienst doende in Gelderland, zal dienst doen in Noord-Holland; de benoemde opzichters der 4e klasse H. J. Weehuizen en C. J. E. la Fontijn zullen dienst doen in Gelderland en de benoemde opzichter der 4e klasse G. A. de Heus zal dienst doen in Limburg. Veeziekte. Naar aanleiding van het door het Engelscbe gonver- nement uitgevaardigd verbod van invoer van vee uit Nederland, heeft de Friesche provinciale commissie van landbouw zich reeds gewend tot den minister van bui- tenlandsche zaken, met verzoek te bevorderen, dat althans het Friesche vee,uit de haven van Harlingen verscheept, van dit verbod worde uitgezonderd, aangezien tot dus verre in dat gewest de gevreesde runderpest nog niet aanwezig is, en alle invoer van vee daar ten strengste wordt geweerd. (N~. Rotterd. cour.) Blijkens de wekelijksche officieele opgave aangaande de veeziekte zijn in Engeland en Schotland van 10 tot 17 Maart aangetast 6261 stuks vee, tegen 6518 en 7310 in de beide voorafgaande weken. Sedert het uitbreken der ziekte zijn aangetast 203,350, waarvan afgemaakt 39,487, gestorven 120,834, en hersteld 28,656. Welken invloed de veeziekte in Engeland zelf op de Engelsehe markt had, blijkt uit de volgende opgaven: Maandag 19 Februari dezes jaars (de groote veemarkt te Londen wordt op Maandag gehouden) waren er te koop aangeboden 4520 beesten. Daarvan waren aangevoerd van het vasteland 1760, uit Schotland 800 en uit Ier land 250. Engeland zelf leverde dus op dien dag nog 1510 beesten. Daarop volgde de markt van 26 Februari. Toen werden slechts aangevoerd 2020 beesten, tegen over 4520 in de vorige week. Van die 2020 waren er uit Ierland, Schotland, en het vasteland te zamen 1830. Engeland zelf zond dus slechts 190 beesten, terwijl dat getal op de vorige markt nog 1510 bedroeg. Op de markt van 5 Maart jl. waren aangevoerd niet meer dan 2210 beesten, daaronder geen enkel uit Engeland. Uit Neder land en Duitschland waren er 1905, uit Frankrijk 120, uit Ierland 35 en uit Schotland 150. Hoe sterk overigens de invoer van vee in Engeland is toegenomen, blijkt ook hieruit, dat in Februari jl. in éene week 12,433 dieren van allerlei soort werden aangebracht en acht jaren ge leden, almede in éene week, die invoer slechts driehon derd stuks bedroeg. Benoemingen en besluiten. belastingen enz. Ingetrokken de verplaatsing van de controleurs van 's rijks belastingen, de heeren J. B. Story van Blokland te Kampen, J. H. Simon te Ouder-Amstel en K.W. Verschooff te Ommen, en de twee eerstgenoemden op hunne tegenwoordige standplaats bevestigd; voorts zijn verplaatst de volgende controleurs van 's rijks belastingen, naar Lobith de heer W. C. F. J. Eerens, thans te Almelo; naar Almelo de heer K. W. Verschooff, thans te Ommen. Benoemd tot ontvanger der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnsen te Sas van Gent c. a., de heer W. E. N. Muskeyn, thans ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Noordwelle c. a. visscherijen. Op verzoek ingetrokken de bij Zr. Ms. besluit van 22 Februari jl. gedane benoeming van den heer P. graaf van Hogendorp, betaalmeester te Sas van Gent, tot lid van het bestuur der visscherijen op de Schelde en Zeeuwsche stroomen voor het land van Sluis en Hulst. leger. Benoemd bij het wapen der infanterie, bij het le regement, tot len luitenant (naar ouderdom van rang) de 2e luitenant W. H. N. 's Graeuwen, van het korps; bij het 6e regement, tot len luitenant (naar ouderdom van rang) de 2e luitenant G. J. Bomberg, van het korps. Marine en leger. Blijkens een bij hel departement van marine ontvangen bericht, is Zr. Ms. schroefstoomschip Djambi, onder bevel van den kapitein-luitenant ter zee P. A. van Rees, op zijne terugreis naar Nederland den 11 Februari jl. in de Tafelbaai (Kaap de Goede Hoop) aangekomen. {Staatscour.) Bij koninklijk besluit is eene wijziging gebracht in de kleeding van het wapen der kavallerie. Bij dat besluit is o. a. bepaald, dat de epauletten der officieren, onder officieren en manschappen zullen vervallen, even als de rok en de jas der officieren. De kleeding zal voortaan bestaan uit eene zoogenaamde attila van donker blauw laken met drie rijen knoopen, voorzien van treswerk, koord, enz. Koloniën. De heden met de Engelsehe mail aangebrachte berich ten uit Nederlandsch Indië melden dat de nog overge bleven aanvoerder van den opstand in de Zuider en Ooster afdeeling van Borneo, Hadji Boejasim, door de onzen is overvallen en afgemaakt, terwijl eenige leden zijner familie, die hem vergezelden, zijn gevangen ge nomen. Overigens was van de buitenbezittingen geen belangrijk nieuws te vermelden. Gemengde berichten. Het bijzonder fraai kabinet van schilderijen van wijlen den heer de Kat, te Dordrecht ter bezichtiging gesteld, trekt voortdurend een groot aantal bezoekers, waaronder ook H. M. de koningin en Z. K. H. de prins van Oranje. Den 1 April zal dit kabinet ingepakt en vervoerd worden naar Frankrijk, waar de familie de Kat het zal doen verkoopen. In het Dagblad van Zuid-Holland en 's Gravenhage leest men het volgende onder de rubriek„Corres pondentie." „S. te V. meent te hebben opgemerkt dat couranten, ter verzending aan de postkantoren aanko mende, wel eens door de ambtenaren ter lezing mede naar huis genomen en dan eerst met een volgenden post ot met een lateren bestelloop verder verzonden worden of soms in't geheel niet aan hare bestemming komen. Hij uit den wensch dat tegen de ambtenaren, die zich daaraan schuldig maken, straf mocht bedreigd worden. Dit zal, dunkt ons, wel reeds het geval zijn, maar wij stemmen gaarne met S. in, dat het wenschelijk is om nauwkeurig toe te zien of er ook ambtenaren zijn, door wie dat misbruik van vertrouwen gepleegd wordt." Als eene groote zeldzaamheid wordt gemeld, dat verleden Zaterdag een der vischschuiten van den reeder L. de Jager te Scheveningen, na slechts twee dagen op de visscherij te zijn geweest, enkel aan roggen heeft geleverd voor de som van ƒ290. De internationale conferentie te Konstantinopel heeft,na zeven vergaderingen, een programma van beraad slaging aangenomen, hetwelk de te behandelen quaestiën in vier rubrieken verdeelt. De eerste rubriek bevat, die welke betrekking hebben op den oorsprong en de oor zaak der cholerade tweede bevat de quaestiën omtrent hare overdraagbaarheid en voortplanting; de derde om trent de middelen tot het voorkomen en tegengaan der cholera; de vierde rubriek omtrent den vorm, te geven aan de besluiten door de conferentie aan te nemen. Eene commissie, samengesteld uit al de geneeskundige leden der conferentie en uit drie diplomatieke afgevaar digden, is belast met het uitbrengen van rapport omtrent de quaestiën vervat in de beide eerstgenoemde rubrieken. -Men meent, volgens de Nieuwe Rotterdamsche cou rant, ontdekt te hebben, dat eenige aardappelen in een stoomketel gedaan, het aangroeien of aanzetten van den zoogenaamden ketelsteen geheel en al voorkomen. Dat ook vroeger hier te lande reeds klachten om trent de dienstboden rezen, bewijst de Keur van de regeering der stad Hoorn, gearresteerd 30 Juni 1682 en sedert gerenoveerd den 22 April 1748 en den 17 Mei 1756, zij kan teveus als proeve strekken der toenma lige rechtsbedeeling voor het dienstbaar personeel. „Op de klachten van heeren, meesters en vrouwen over veelmalige baldadige, onbeleefde bejegening tot hunne kleinachting, zoo met woorden als werken, werd bepaald Tegen het binnentijds opzeggen of verlaten van de dienst, de straf van geldboete en van door den heer officier ten hunne of hare kosten weder in de oude huur te worden teruggevoerdaan de heeren meesters en vrouwen verbleef echter het recht, den bedienden

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1866 | | pagina 1