MIDDELBURGSCHE COURANT. iv°- 48.' 1866. Zondag 25 Maart, Editie van Zaterdag avond 8 uren. middelburg 24 Maart. Wij zijn, door p'ratsgebrek verhinderd, nog steeds in gebreke gebleven een nader verslag te geven van hetgeen onlangs de zitting van 21 Februari) in de Belgische kamer van afgevaardigden omtrent de qnaestie der Zeeuwsche waterwegen is voorgevallen. Daar echter de zaak voortdurend het onderwerp van ernstige onderhandelingen tnsschen de beide gouver nementen uitmaakt, mogen wij de mededeeling niet lan ger uitstellen. Wij vinden ons nog te meer genoopt het verslag der Belgische kamer heden op te nemen, nu gelijk onze Brusselsche correspondent ons na het schrijven van zijn in dit nommer voorkomenden brief nog heeft mede gedeeld over deze voor onze provincie zoo belang rijke aangelegenheid te Brussel een conferentie plaats heeft gehad tusschen de minsters Rogier en Geertsema. Be heer Geertsema zou heden weder naar de residentie terugkeeren. Ook op het in onze tweede kamer over deze zaak ge voerd debat zullen wij binnen weinige dagen terugkomen. De post was heden avond bij het afdrukken der courant hier nog niet aangekomen. Naar wij vernemen zal het wetsontwerp tot afkoop- baarstelling der tienden binnen weinige dagen bij den raad van state worden ingezonden. Aan de Leidsehe hoogescbool is tot doctor in de beide rechten bevorderd de heer M. J. de Witt Hamer, geboren te Goes, na openbare verdediging van zijne academische proeve over de Arbeiders-vereenigingen. De kiezers-vereen iging Nederland en Oranje, te Zut- fen, heeft tot candidaat voor het lidmaatschap der tweede kamer gekozen den heer mr.L. W. C. Keuchenius. De vereeniging Burgerplicht te Doetinchem heeft den heer Jb. Dam tot candidaat benoemd. Volgens eene mededeeling der Fransche post-admi- nistratie vindt de uitvoering van de dienst der Fransche pakketbooten tusschen Havre, Brest en New- York thans om de veertien dagen, in plaats van maan delijks, plaats. De afvaart uit Brest onder de nieuwe dienstregeling is bepaald op Zaterdag den 31 Maart, en alzoo vervolgens van veertien dagen tot veertien dagen. De verzending der brievenmalen, bestemd om met de bedoelde pakketbooten te vertrekken, geschiedt uit Parijs den avond voorafgaande aan den dag van afvaart uit Brest. De dienst der Britsche pakketbooten uit Liverpool en Queenstown naar New-York wordt mede om de veertien dagen uitgevoerd. Het eerstvolgende vertrek der brieven malen uit Londen, bestemd om met de gemelde pakket booten te worden verzonden, is bepaald op 24 dezer. De postgemeenschap met de Vereenigde Staten wordt dus dientengevolge geregeld iedere week, beurtelings door de Fransche en Britsche pakketbooten onder houden. Staatscourant Ifet Dagblad van Zuid-Holland en 's Gravenhage meldt het volgende: „Met zekerheid deelen wij thans mede, dat voor reke ning van het rijk gehuurd is het huis van den heer Soiel op den Korten Vijverberg, met het doel om in dat gebouw het bureau der staatsspoorwegen te vestigen. Er doet zich echter thans al dadelijk dienaangaande een meident voor, dat wellicht tot eene wijziging van een of ander zal moeten leiden.Gisteren namelijk is dat gehuurde huis door den adviseur der staatsspoorwegen, jhr. Klerck, er> den hoofdopzichter der landsgebouwen, den heer van Zwet, opgenomen, ten einde het alsnu in te rich ten voor de vereischte behoeften van het bureau der staatsspoorwegen, maartoen eerst is bevonden dat het gehuurde huis niet in staat is te kunnen bevatten èn het personeel, èn het archief, welk laatste thans reeds zeer uitgebreid is en nog dagelijks toeneemt. Bij het aan gaan der huur had men alleen het oog op het personeel gevestigd." Veeziekte. Een telegram uit Londen van gisteren bevat het be richt dat de heer Layard aan de leden van het lagerhuis heeft medegedeeld, dat een verbod tot invoer van Neder landse!) vee in Engeland is uitgevaardigd. Benoemingen en besluiten. consulaten. Aangesteld totNederlaudsch vice-cousul te Stockholm, de heer O. Blanck. LEGEit. Op verzoek eervol ontslag uit de militaire dienst verleend aan den len luitenant jhr. J. H. van den Velden, van het wapen der infanterie, thans op non activiteit. Marine en leger. De luitenants ter zee 2e klasse W. Steffens en W. J. van Hoogenhuyze, beiden laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië en dezer dagen van daar terug gekeerd, zijn te rekenen met den 12 dezer op non-acti viteit gebracht. Rechtszaken. Pieter JohannesCauwels is Donderdag door de arrondis- sements rechtbank alhier bij verstek schuldig verklaard aan eenvoudigen diefstal, gepleegd onder verzachtende omstandigheden. Hij had namelijk den 13 Februari 11. uit een tuin, in den Biezenpolder onder de gemeente Eede, met eene spade grond uitgegraven, over de heg geworpen en zich toegeëigend. Dientengevolge is hij veroordeeld tot drie dagen gevangenisstraf en in de kosten. Jacomina Maes, Maria Jansen, Sophia Geldhof, Catha- rina van Ee en Amonica de Vriesse, alle arbeidsters te Biervliet, waren ter zelfde zitting gedagvaard, beklaagd van diefstal door een loonbediende ten nadeele van zijn meester. De beklaagden hadden den 3 Maart 11. op een stuk land in den Beukelspolder onder Biervliet eene hoeveelheid paardenboonen ontvreemd ten nadeele van den landbouwer Thomaes, bij wien zij tegen loon werk zaam waren, en welke paardenboonen haar gegeven waren om op zijn land te zaaien. De rijksveldwachter Allaart had vermoeden van den diefstal en deed onder zoek. In het bezit van elke der eerste vier beklaagden werden elf kop en bij de vijfde ongeveer twee en een halve kop boonen gevonden. De waarde van het ont vreemde werd op ƒ3.50 geschat. De rechtbank heeft haar alle aan het ten laste gelegde feit, gepleegd onder verzachtende omstandigheden, schuldig verklaard, de vier eerstgenoemde bij verstek, en ieder veroordeeld tot veertien dagen gevangenisstraf, alsmede in de kosten. Pieter Franciscus de la Foutaine, werkman te Vlissin- gen, voegde den 4 Maart 11. een rijks-veldwachterdie eene overtreding wilde constateeren, eeriige ongepaste woorden toe. Hij is te dier zake door de rechtbank schul dig verklaard aan beleediging met woorden jegens een agent van de gewapende macht in de uitoefening zijner functie, en veroordeeld tot een geldboete van 8. Ter zitting der rechtbank van gisteren is Kaatje van Leeuwarden, oud 52 jaren, zonder beroep, alhier wonende, tot drie dagen gevangenisstraf veroordeeld wegens bede larij zij had namelijk den 5 Maart 11. aan verschillende personen in de gemeente Oost- en West-Souburg om onderstand gevraagd en van drie hunner een cent ge kregen. Mede zijn wegens bedelarij, bij verstek, schuldig ver klaard Johanna de Voogt wed. A. Sinke, oud 48 jaren, werkvrouw, en Pieter Sinke, oud 14 jaren, beide wonende in de gemeente Domburg. Deze beklaagden hadden zich den 6 Maart jl. in eene bedelende houding vertoond aau de woning van een landbouwer onder Aagtekerke. De rechtbank heeft verzachtende omstandigheden aange nomen en beide beklaagden veroordeeld tot eene gevan genisstraf van drie dagen, met bevel tot opzending, voor zooveel den tweeden beklaagde betreft, naar een bede laarsgesticht of werkhuis na het einde der gevangenis straf. Achtereenvolgens stonden gisteren voorts terecht Petrus de Vleeschhoinver, oud 14 jaren, arbeider, Ade- laide de Vleeschhouwer, oud 19 jaren, en Pieter Johannes de Vleeschhouwer, oud 43 jaren, arbeider, alle wonende te Eede. Zij zijn ieder schuldig vufr&aard aan binnen landse!) vervoer zonder binnenCHrasch paspoort, de laatste bovendien aan weigering van'visitatie. De eerste is veroordeeld tot veertien dagen, de tweede tot eene maand gevangenisstraf, beide met verbeurdverklaring der aangehaalde goederen, en de derde tot eene maand gevangenisstraf, alsmede eene geldboete van 50. Het provinciaal gerechtshof in Friesland heeft Dins- ,dag in booger beroep beslist, dat het reglement tot voor koming van de overbrenging der runderpest in die provincie niet kan worden toegepast wat betreft het daarin opgenomen verbod van in- en doorvoer van rund vee, omuat dit is in strijd met art. 131 der grondwet. Het betrof twee personen, die lammeren in Opsterland hadden ingevoerd, doch door de arrondissements-recht- bank te Heerenveen wegens gebrek aan bewijs waren vrijgesproken. Het openbaar ministerie zal zich, naar wij zijn onderricht, van dit arrest in cassatie voorzien. (IV. Rolt. cour.) Gemengde berichten. Ouder het opschrift „een beproefde rattenval", lezen wij in de Nieuwe Utrechtsche courant het volgende „Men neemt een ton van ten naastenbij drie voet hoog, waterdicht en zonder deksel, bindt daar een blad stijf papier strak overheen, legt eene plank schuins tegen de ton, zoodat de ratten er met gemak tegen op kunnen klonteren. Op dit blad papier legt men nu eenig lokaas. In het eerst zal er geen enkele rat aan raken; maar na een paar dagen beginnen zij er van te eten. Zoodra men nu bemerkt dat de ratten er zonder eenige vrees hun maaltijd komen houden, vult men de ton, ter hoogte van acht duimen ongeveer, met water, en zet er een steen rechtop in, zoo dat hij even boven het water uitsteekt. Nu snijdt men het blad papier kruisgewijze door en laat overigens alles stil liggen. Zoodra nu een rat hare gewone restauratie bezoekt, valt zij naar beneden, en daar haar iedere uitweg is afgesneden, zoo zet zij zich op den steen. Een tweede rat zal spoedig de eerste vol gen, en daar zij zich eveneens op den steen redden wil, die echter maar ruimte voor eene enkele aanbiedt, zoo vergeten zij de vroegere vriendschap en er ontstaat een woedende strijd om het bezit van den steen, een strijd, die even als elke worsteling tusschen deze strijdlustige dieren, met veel geschreeuw vergezeld gaat. Nu is de rat, zooals bekend is, niet alleen zeer nieuwsgierig, maar ook een liefhebber van vechten, en nauwlijks hoort zij de wilde kreten barer makkers, of zij spoedt er zich heen om deel aan den strijd te nemen, en stort in de ton. Iedere nieuwe deelnemer maakt het gevecht in de ton levendiger, en weldra komen uit alle hoeken en gaten de ratten aanvliegen, om hier een zekeren dood te vinden. Mij zeiven is het gelukt, om op deze wijze in een korenpakhuis, waar de ratten sinds jaren genesteld en allen andere middelen te vergeefs geweest waren, in een enkelen nacht 53 ratten te vangen eu ze daarmede totaal uit te roeien; er was er geen enkele overgebleven." In de Donderdag te Rotterdam gehouden zitting van den gemeenteraad is een adres ingekomen van het bestuur der Vereeniging tot afschaffing van sterken drank, houdende andermaal het verzoek „dat de kermis moge worden afgeschaft, hetzij op eenmaal, hetzij door den duur der kermis telkens met éen dag te verminde ren, tot dat de laatste dag der kermis zal zijn aange broken." Dit adres is in handen van burgemeester en wethouders gesteld, ten einde advies daaromtrent uit te brengen. Partikuliere brieven uit Pontianak melden, dat de persoon van vorstelij ken bloede,die op last van den resident Wijnen gevangen gezet was, en later op last van het gouvernement in vrijheid gesteld werd, thans voortvluch tig is, vermits wegens een door hem bedreven diefstal andermaal last gegeven was hem op te pakken. Z. H. de sultan van Pontianak heeft, naar men verzekert, een brief geschreven aan den gouverneur-generaal, waarin hij verklaart, dat de resident Wijnen door het gevangen zetten van zijn bloedverwant aan zijn speciaal verzoek voldaan had, terwijl hij tevens zijne exc. verzoekt dat de straf, den resident Wijnen toegedacht (indien de zaak strafbaar was), op Z. H. mocht worden toegepast. (Nieuwe Rott. cour.) De collecte, die gedurende het uitvoeren der mis van Liszt in de St. Eustatius kerk te Parijs gehouden is ten behoeve van de maatschappij tot oprichting van scholen, heeft niet minder dan 45.000 fr. opgebracht. De dames, die de collecte deden, begonnen dan ook met zelve 1000 of 1500 fr. op de schalen te leggen. Uit Marseillc is aau de zangeres: mlle Thérésa door de in andere handen overgegane directie van den Alcazar aldaar, het volgende ongeloofelijke aanbod

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1866 | | pagina 1