middelburgsche COURANT. N°' 41. 13 Maart. 6innenlartö. Dinsdaa 1866. Editie van Maandag avond 8 uren. AANBESTEDING. Burgemeester en Wethouders van SCHERPENISSE sullen op Woensdag den 28 Maart 1866, des voormiddags 11 uren, ten Raadhuize aldaar, bij inschrijving en °pbodpubliek, trachten aan te besteden Het vernieuwen en vergrooten van het School gebouw in die gemeente, met bijlevering van de daartoe benoodigde materialen. Het bestek en teekening daarvan liggen ter secretarie ter inzage, alwaar tevens van het eerste a 1 afschrift te bekomen is. De aanwijzing in loco zal geschieden daags vóór de tenbesteding, des morgens van 9 tot 12 uren. Scherpenisse, den 7 Maart 1866, D. POLDERMAN, Burgemeester. J. LUYK, Secretaris. Middelburg 12 Maart. Het wetsontwerp tot aanvulling van het ia 1863 met België gesloten handelstractaat, hetwelk heden in orize tweede kamer behandeld is, heeft aanleiding gegeven tot een debat, hetwelk vooral voor onze provincie van belang is. Volgens de schets welke wij daarvan per tele graaf ontvangen, hebben de heeren van Eek, van Golt- stein en de Kanter het recht van Nederland betoogd om de Schelde, zoowel in het Sloe als bij Woensdrecht, af te dammen, een recht hetwelk door sommige leden van de rielgische kamer van afgevaardigden, gelijk men weet, nog betwist wordt. J Genoemde leden hebben tevens hunne gevoeligheid betuigd over de door den minister Rogier bij de behande ling van dat onderwerp in het Belgische parlement gesproken woorden. De heer van Heiden Reinestein stelde als motie voor de verdere behandeling van de aan de orde zijnde wet bit te stellen, in afwachting van de houding welke België verder in deze zaak zou aannemen. Deze motie werd echter met 35 tegen 14 stemmen verworpen en het wets ontwerp tot aanvulling van het tractaat vervolgens met blgemeene stemmen met uitzondering van die van oen heer Hoffman aangenomen. Morgen worden de uitzonderingswetten in behande- ]lng genomen. Uit *s Hage meldt men ons dat de heer Thorbeckozijne benoeming tot lid van de tweede kamer, door het kies district Groningen gedaan, heeft aangenomen en zeer spoedig zal zitting nemen. Men schrijft ons uit Dordrecht „Eerstdaags zal de Dordrechtsche binnenlan dsche schroeistoomboot-reederij eenegroote uitbreiding onder gaan. Er zullen 6 stoombooten in de vaart gebracht worden, waaronder een op Utrecht. De reederij maakt tot dusver goede rekening. Op een dezer dagen gehou- en vergadering is besloten 10 pet. uit te deelen. .De alhier sinds eenige maanden gestationeerde ka.,°°ner u6 ^e8P' i8 vertrokken en afgelost door een tv,,- °!ln®erboot, onder bevel van den luitenant ter zee jbr.de Gijzelaar." <4t f .fjetn?enteraad te Ommen heeft, in navolging van fttad-Almelo, KampenenHellendoorn,besloten een adres an AM. op te zenden, waarin aangedrongen wordt op hwf-sa01'W?ar, 'let arbeiden van kinderen onder zekeren j verboden en tevens de werkureD in verhouding t°t den leeftijd beperkt worden. Benoemingen en besluiten. algkmkknk ïrkkenkamek. Benoemd tot lid van de aigemeene rekenkamer in plaats van den heer G. S. G. "arou van Fridagh, de heer E. A. A. J. de Roy van Zui- b'ijn, militair onder-intendant der 1ste klasse bij het Qepartement van oorlog. consulaten. Op verzoek eervol ontslag verleend aan n heer J. Bell, als Nederlandsch consul te Gibraltar, en t^ZJ'ne P'aats tot consul benoemd de heer L. T- Power, «>t dusver vice-consu). kipE.°EK- Benoemd tot 2en luitenant-administrateur van dp G en wapeniug bij het le regement dragonders ■ergeant M. Sluys, van het le regement infanterie; en op non-activiteit gesteld, voorloopigen in afwachting van nadere beschikking, de le luitenant-administrateur van kleeding en wapening J. P.Schluter, van het le regemeDt dragonders. Kerknieuws. Op den 10 dezer werd door den kerkeraad der her vormde gemeente te Arnemuidentot vervulling der vacature, ontstaan door het overlijden van den heer G. J. Gobins du Sart, het volgende twaalftal van pre dikanten opgemaakt: de beeren W. Kraijenbelt, te Opheusden; A. P. A. dn Cloux, te Spijk; P. Deetman, te 's Grevelduin Kapelle; A. Mac Pherson, te Mont- foort; J. J. Gobins du Sart, te Raamsdonk; H. van Strien, te BennekomH. W. A. Verhoef, te Sche- veningen; G. Boer, te Ouwerkerk a/d IJsel; J. A. ten Bokkel Hninink, te Oud-Alblas; J. P. Nonhebei, te Middelburg; J. H. Gravesteyn, te Serooskerke; J. T.F.W. Lauts, te Vrouwepolder. Nadat de zes eerste op het zestal en de drie eersten op het drietal waren gebracht is daaruit beroepen de heer W. Kraijenbelt, van Opheusden. De heer F. Moquette, predikant te Jutfaas, heeft het beroep naar de hervormde gemeente te Sluis aan genomen. Marine en leger. Met den laatsten April a. wordt de luitenant ter zee le klasse F. M. Parker Verboom eervol ontheven van de waarneming der betrekking van onder-equipagemees- ter der marine bij 's rijks werf te Willemsoord en op non-activiteit gebracht en met den 1 Mei daaraanvolgende in die betrekking vervangen door den luitenant ter zee le klasse C. A. W. Halverhout. Slaatscour Gemengde berichten. Op den 9 Maart heeft zich te Zierikzee in het poort ambacht in zijne schuur door ophanging van het leven beroofd de landbouwer J. S., oud 38 jaar. Hij laat eene vrouw en 4 kinderen na. Men meent dat achteruitgang in zijne zaken als aanleiding van dien zelfmoord moet beschouwd worden. De redacteur van een te Parijs verschijnend blaadje had zich onlangs veroorloofd eene actrice, die eene geringe rol in eene opgevoerde vaudeville had vervuld, alles behalve gunstig in zijn blaadje te beoordeelen. Eenige dagen hierna werd deze redacteur door den galant der voormelde actrice in de koffiekamer van den schouwburg aldus op hoogen toon toegesproken„Mijn heer de redacteur! Mlle X... heeft mij opgedragen, u haar dank te betuigen voor uwe beoordeeling ten haren opzichte, en als blijk harer erkentelijkheid, u deze bos ganzen pennen aan tebieden!" „Mlle X... isinderdaad al te goed," antwoordde de geestige dagbladschrijver, nimmer zou ik gedacht hebben, dat zij hare bescher mers, alleen ten mijnentwille, zoo zou geplukt hebben!" Een Amerikaansch dagblad deelt mede, dat de brog welke te Cincinnati dwars over de rivier Ohio zal worden gelegd, in lengte zal overtreffen elke tot dusverre in de gausche wereld bestaande brug. Zij zal 2000 voet langer zijn dan die over de Niagara en '540 langer dan de brug te Meuai in Engeland. De lengte in haar gehee- len omvang zal 1057 Ned. ellen bevatten. De zware steenen zuilen zullen zich 110 voeten boven den brug- val verheffen en 200 voet boven het fondament. In een jaar tijd zal deze brug moeten voltooid zijn. Donderdag morgen trok bet de opmerkzaamheid van een werkman aan het spoor te Leeuwarden, dat zich een groot getal raven opéén punt vereenigden. Naderbij gekomen, ontdekte hij dat deze vereenigiug een roof tocht ten doel had. In het land, behoorende aan den kastelein en landbouwer Schaap, op de Koemarkt aldaar, bevond zich een schaap met twee lamineren, en nu had den de roovers zich veieenigd tot een aanval op die lammeren, ten einde zich van den uitslag te verzekeren. Toen de man er bij kwam, was het eene lam reeds dood; zij waren begonnen met het de oogen uit te pikken. Het andere lag te worstelen met den dood. Dit voorval moge dienen tot waarschuwing aan de veehouders. De beide lammeren, waarvan hier gesproken wordt, waren nog wel van eene bijzondere soort, daar Schaap, om aan deze soort te komen, zich een ram van 100 had aangeschaft. Op eene veiling van schilderijen en teekeningen den 5 Maait in de Brakkegrond te Amsterdam aange vangen, zijn onder anderen de volgende prijzen besteed: Voor eene schilderij van Berckheyde, voorstellende de oude Beurs van Amsterdam 860vooreen Aart van der Neer ƒ995; voor een Ruisdael ƒ1575; vooreen Bloem stuk van G. J. J. van Os 1225; voor eene teekening van Ludolf Bakhuizen 650; eene Nikolaas Berghem ƒ1690; eene van Dijk ƒ1100; eene Hobbema ƒ970; eene van Ostade ƒ1250; eene Adriaan van de Velde ƒ1125; eene Willem van de Velde 700; zevenhonderd teeke ningen van Willen van deVelde, voorstellende verschil lende zeeslagen ƒ4000; eene Wouwerman 600; eene Rubbqns (Christus aan het kruis) ƒ4050; een Claude Lorrain 850; eene Raphael ƒ910 enz. enz. In het geheel heeft de veiling opgebracht cirea 72,000. Er is veel aangekocht doorEngelschen en Franschen doch ook veel voorname teekeningen zijn door particulieren en voor musea's in het land aangekocht; onder anderende teeke ning van Rubbens, de Christus aan het kmis, voor het museum Boymans te Rotterdam. Naar men verneemt, heeft wijlen de heer Huyde- coper bij uitersten wil aan de 's Gravenhaagsche atdeeling der Nederlandsche Vereeniging tot afschaffing van het gebruik van sterken drank vermaakt vier huizen op het Singel te 's Hage, met bepaling dat zij tegen lage prijzen zullen worden verhuurd aan personen, die geen gebrnik van sterken drank maken. Ji. Woensdag waren twee winkeliers te Coevorden bijna de dupe van arglistig bedrog geworden. Bij ieder hunner kwam iemand als boer gekleed een stuk boter te koop aanbiedenbeiden hadden de stnkken reeds gewo gen. Een hunner, die vroeger reeds bedrogen was met een stuk boter, opgevuld met zout, sneed dit stnk door, en buitenom was de dikte van een pijpensteel boter, het overige was een massa fijn gemaakte aardappelen. Die winkelier riep zijne dienstmaagd, met bevel om de politie te halen; de bedrieger wachtte echter deze niet af, maar deserteerde met achterlating van de boter. De andere winkelier ontdekte het bedrog, doordat hij het stnk omgekeerd op een zijner schotels wilde plaatsen; het onderste gedeelte bleef in den doek van dengewaan- den boer zitten en de aardappelmassa kwam te voorschijn. Ook deze ging op de vlucht. De politie doet onderzoek. De West-Australische reiziger Dempster heeft op zijne ontdekkingsreis, van uit Esperance-Bay, een streek land ontdekt, ongeveer 450 Engelsehe mijlen van Fowles- Bay. Door deze ontdekking schijnt men eindelijk na lang zoeken den landweg gevonden te hebben tusschen Zuid- en West-AuBtralië, welke door den heer Eyre, den thans afgezette gouverneur van Jamaica, gezocht is. Dempster verhaalt dat de wilden die hij zag, bij uitstek schuw waren, zoodat hij ze slechts met zeer veel moeite kon naderen en dat hij onder hen vrouwen had opge merkt, die het hoofdhaar, tegen de gewoonte der tot nu toe bekende stammen, zoo lang droegen als onze Euro- peesche vrouwen. Rechtszaken. Bij de voortzetting der behandeling van het rechtsge ding tegen Pieter Goudzwaard voor het provinciaal gerechtshof in Zeeland werden inde zitting van Zaterdag de overige getuigen zijnde D. van Driel, J. van Dijke, A. Hooglander, F. van Graafeilaud, C. Hendrikse en H. Heulen, benevens de beide deskundigen en de beschuldigde gehoord. Ten aanzien van de verklaringen der 27 gehoorde getuigen kunnen wij na het reeds medegedeelde kort zijn, daar geen nieuwe bijzonderheden aan het licht zijn gekomen. Hnbrecht Bal zeide dat het met hem gebeurde in zijn hoofd verward is en hij zich niets meer daarvan kon herinneren dan alleen, hoezeer slechts flauw, dat hij den beschuldigde met den houwer heeft zien aankomen. De reden der mishandeling was hem, naar hij opgaf, onbekend. Wel is waar had hij de gewoonte aangenomen om tot zijn vee het woord „tooverheks" te bezigen, doch Lij had daarmede geenszins de bedoeling Goudzwaard iets onaangenaams te zeggen. Johannes Bal, de vader van den vorigen getuige, ver klaarde onder anderen dat de beschuldigde sedert tien jaren in zijn dienst is geweest, doch de redenen van de oneenigheid tusschen laatstgenoemde en zijn zoon Hnbrecht hem nooit bekend zijn geweest. Het karakter van zijn zoon noemde hij boosaardig, daar hij spoedig boos wordt en koppig is. Jobanna Bal was niet zeer positiefin hare getuigenis. Hare verklaring was niettemin beteekenisvol, daar vol gens haar de beschuldigde, van haar broeder Hnbrecht sprekende, gezegd heeft: „Het is zijn dood of de mijne, als wij des avonds van bet dorp komen moet hij onder water i" Zij heeft haar bloeder dan ook gewaarschuwd. Aanleiding tot dit gezegde bestond volgens haar echter niet, hoezeer het hof ook aandrong die te weten en een der raadsheeren haar vroeg, of zij dan niet dacht dat die inan krankzinnig was als hij, in de keuken koffie ko mende drinken, zoo maar zonder eenige bekende reden dergelijke dreigende uitdrukking bezigde. De getuige bleef hierop het stilzwijgen bewaren. De beschuldigde ontkende de genoemde uitdrukking gebezigd te hebben. Marina Bom, dienstmeid teri huize van Bal, had boven genoemde uitdrukking niet, maar wel de woorden: „Ik zal hem een poetsje bakken" uit den mond van den

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1866 | | pagina 1