öuitfnlanö.
ieetijMitgen.
In de laatste dagen zijn te Botterdam verschillende
horlogewinkels en goud- en zilverkashouders bestolen
door een persoon, gekleed als een zeeman, die onder het
voorwendsel van een horloge te willen koopen, zich in
die winkels begaf, aldaar horloges in den zak stak, of
pogingen daartoe aanwendde, welke nog al eens zijn
verijdeld. Deze persoon is Vrijdag morgen, toen bij in
eenen horlogemakerswinkel in de Oostmolenstraat zijne
practijk nogmaals beproefde, in handen der politie ge
komen en in verzekerde bewaring gesteld. In de nabij
heid van het politie-bureau heeft hij zich aan zijnen
geleider ontrukt en is op den loop gegaan, doch kort
daarna is hij, na een paar straten en stegen doorloopen
te hebben, op eene bovenwoning aan de Botersloot, waar
hij gevlucht was en zich in het bed verscholen had, door
twee hem vervolgende agenten gearresteerd.
Burgerlijke stand.
Middelburg. Eerste huwelijksafkondiging van den
4 dezer: J. Notebaard, jm. 31 j. met R. C. deKonink, jd.
26 j. P. van Sorge, jm. 25 j. met M. J. Hutchison, jd. 17 j.
P. C. Gort, jm. 26 j. met K. Willemse, jd. 27 j. G. van der
Borden, weduwn. 40 j. met M. Raff, jd. 30 j.
(Van 24 Februari tot 3 Maart.)
Vlissingen. Bevallen: P. C. van de Ree, geb. de
Wolf, 2 d. (tweel.) J. M. Engels, geb. Ketting, d. C. J. E.
Collet, geb. de Koning, z. H. E. Terwoert, geb. Romijn,
z. (doodgeb.)
Overleden: W. Brasser, z. 14 m. A. C. van den Bos,
d. 4 m. M. Puijpe, vrouw van M. Vader, 32 j. E. Kindt,
vrouw van T. C. Dommisse, 45 j. C. Bosschaart, jd. 29 j.
B. C. Maquelin, z. 2/ j. S. Kaland, vrouw van W. II. Luy-
mes, 64 j. G. Pierens, jd. 73 j. J. F. Bakker, z. 2 j.
M. van Leeuwen, jm. 20 j.
Gof.s. Bevallen: 0. M.Besseling, geb. van de Velde, d.
G. C. Metz, geb. Ie Cointre, d. G. Martein, geb. Kegel, z.
Overleden L. Versée, weduwn. van J. de Koning, 64j.
J. van der Does, z. 20 d. J. A. Oerlemans, d. 2 m. J. Maat,
wed. van J. Koman, 58 j. M. van Kleijnputte, wed. van
S. Elsevier Stokmans, 64 j.
Zikrikzrk. Bevallen: A. M. Lokker, geb. Stahlböfer, d.
J. Nestelaar, geb. Trijzelaar, z. W. Tromper, geb. Bod
bijl, z. P. Siegt, geb. Taberné, z. J. Vermeule, geb. Zorge,
z. (levenl.) J. Leijdekkers, geb. van der Werff, d. (levenl.)
Tliermometerstand.
6 Maart 'smorg.7 u. 37 gr.'smidd. 1 u. 47 gr. 'sav. 11 u.41gr.
7 's morg.7 u. 39 'smidd. 1 n. 45 gr.
Staten-generaal.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Dinsdag 6 Maart. Nominatie benoeming
lid algemeene rekenkamer; ingekomeu wetsontwerp;
benoeming rapporteurs; dag beraadslaging verschillende
wetsontwerpen.
In de eerste plaats is opgemaakt eene lijst van drie
candidaten voor de betrekking van lid der algemeene
rekenkamer. Tot leden van het stembureau worden aan
gewezen de heeren Kappeyne, van Kerkwijk, van Blom
en de Poorter.
Bij de vierde stemming wordt tot eersten candidaat
benoemd de heerE. A. A. J.deRoy van Zuidewijn, militaire
ondert-intendant. der le klasse (majoor) bij het departe
ment van oorlog, terwijl de heer Kien 30 stemmen
bekwam.
Tot tweeden candidaat is bij de vierde stemming be
noemd de heer Kien, burgemeester van Utrecht en lid
van de tweede kamer der staten generaal, terwijl de heer
van Eek, bewaarder der hypotheken en het kadaster te
Gorinchem, 26 stemmen bekwam.
Tot derden candidaat is bij de vierde stemming benoemd
jhr. E. W. J. Six tot Oterleek, referendaris, chef der
afdeeling algemeene zaken en comptabiliteit, bij het
departement van binuenlandsche zaken, terwijl de heer
van Eek 25 stemmen bekwam.
De lijst zal den koning worden aangeboden door de
heeren stemopnemers met den heer Schiinmelpenninck.
In deze zitting is ingekomeu een wetsontwerp, hou
dende nadere bepalingen omtrent den accijns op het
geslacht, en een missive van den minister van binnen
landsche zaken, mededeelende dat de regeering, over
eenkomstig het rapport der jury, heeft aangekocht de
ontwerpen no. 9, 11 en 15 voor het op te richten paleis
voor de staten-generaal. De ontwerpen zullen voor de
ledeD gedurende eenigen tijd ter bezichtiging worden
gesteld.
Tot rapporteurs zijn benoemd: over het wetsontwerp
houdende toezicht op de fabrieken, de heeren Dullert,
Brouwer, van Deldeu, van Kerkwijk en Fokker; tot
het houden van toezicht op de stoomtoestellen, de heeren
Heemskerk, Brouwer,Poortman, v. Kerkwijken Blussé;
tot het verleenen van concessiën, de heeren Schim-
melpenninck, de Kanter, van Delden, van Nierop en
Fokker; tot verhooging van hoofdstuk V der staats-
begrooting voor 1866, de heeren van Foreest, Hoekwater,
Blom, van Nierop en Begram.
Donderdag zal beraadslaagd worden over 1. het wets
ontwerp tot definitieve vaststelling van hoofdstuk VIIB
der staatsbegrooting voor 1866: 2. dat tot bekrachtiging
eener provinciale belasting in Groningen; 3. dat tot aan
vulling van het verdrag met België.
Wetsontwerp.
Nadere bepaling omtrent den accijns op het geslacht.
Tot dusverre werd in verscheidene gemeenten de
rijksaccijns op het geslacht te gelijk met de plaatselijke
belasting van wege de gemeente geheven. Krachtens
vele plaatselijke verordeningen geschiedde de verificatie
van het ter slachting aangegeven vee op eene bepaalde
daartoe aangewezen plaats. Volgens de bestaande wette
lijke bepalingen omtrent den rijksaccijns mist echter het
bestuur der belastingen de bevoegdheid om eene derge
lijke plaats aan te wijzen, hetgeen echter noodig zal zijn
nu alleen nog rijksaccijns van het vee zal geheven wor
den. Het tegenwoordig wetsontwerp strekt, om in die
leemte te voorzien en de administratie te machtigen tot
het aanwijzen van dergelijke plaatsen.
Voorloopig verslag.
Definitieve vaststelling van hoofdstak VII B der staatsbegrooting
voor het dienstjaar 1666.
In eene der afdeelingen drong men aan op nadere
inlichtingen over de reden der aftreding van den heer
Thorbecke, daar de gedane mededeelingen in de zitting
van 27 Februari de onzekerheid, waarin men hieromtrent
verkeerde, nog niet hadden doen verdwijnen. Men
meende die vraag juist aan den minister van financiën
te mogen doen, omdat deze was opgetreden als redenaar
van het kabinet.
Men wenschte de meening van den minister over de
hervorming van het belastingstelsel te kennen, en meer
bepaald over de personeele belasting, de patentbelasting
en de zegelbelasting. Vele leden maakten van deze gele
genheid gebruik, om op nieuw aan te dringen op de
afschaffing van het dagbladzegel.
Door verscheidene leden werd aangedrongen op de
afschaffing der tollen op de rijks wegen, op de opzeg
ging van het smokkeltractaat met Pruisen, op het bera
men van middelen om niet voordurend zulke aanzien
lijke geldsommen in de schatkist renteloos te laten
liggen, op het vermeerderen der muntbiljetten van f 10,
op de herziening der postwet en de aanhoudende verbe
tering van het postwezen, enz.
In art. 32 van het wetsontwerp wordt de uitkeering
van 4/5 der personeele belasting aan de gemeenten
krachtens de wet van 7 Juli 1865 slechts uitgetrokken
voor het tijdvak van 1 Mei tot 31 December 1866. Intus-
schen hebben sommige gemeentebesturen op de begroo
ting der inkomsten voor 1866 het volle bedrag der
uitkeering over 12 maanden uitgetrokken. Deze begroo
tingen zijn door gedeputeerde staten goedgekeurd. Dit
college kon dan ook, naar men meende, zijne goed
keuring niet weigeren, zoodra gebleken was dat de
gemeente de volle uitkeering noodig had, daar de wet
van 7 Juli 1865 twintig dagen na hare afkondiging in
werking is getreden en er geene bepaling in wordt aan
getroffen die voorschrijft, dat de uitkeering van 4/5 der
personeele belasting aan de gemeenten eerst met 1 Mei
zou kunnen aanvangen. Echter meenden eenige leden
te weten, dat sommige colleges van gedeputeerde staten
niet ten opzichte van alle gemeenten dezelfde gedragslijn
hadden gevolgd.
In de staten generaal is reeds meermalen gewezen op
deze moeilijkheid, die ten aanzien der uitkeering, welke
krachtens de wet van 7 Juli 1865 aan de gemeentebestu
ren over het jaar 1866 zal moeten geschieden, is gerezen.
De tegenwoordige minister van financiën gaf in de zit
ting van 13 November 11. (Bijblad tweede kamer bladzz.
108, 117) als zijne meening te kennen, dat hier eene
leemte in de wet bestaat. De afgetreden minister van
binnenlandsche zaken meende echter, blijkens de memo
rie van beantwoording op het voorloopig verslag der
eerste kamer, omtrent het wetsontwerp tot vaststelling
van hoofdstuk V der staatsbegrooting voor 1866, dat de
uitkeering naar de voorschriften der wet van 7 Juli 1865
eerst met l Mei aanstaande kon aanvangen. Mag men,
nu de uitkeering slechts voor acht maanden is uitge
trokken, aannemen dat de regeering thans dit laatste
gevoelen is toegedaan?
Algemeen overzicht.
Zoolang er nog geene assurantie-maatschappijen zijn
opgericht, waarbij de vorsten van den tegenwoordigen
tijd hunne kroonen kunnen verzekeren, geven zij een
bewijs van bijzondere voorzichtigheid door in de dagen
van voorspoed voorzorgsmaatregelen te nemen met het
oog op de eventualiteiten der toekomst. Zoo heeft de
ex-bospodar van Moldavië-Wallacbije gedurende zijne
rijke dagen een schitterend hotel te Parijs aangekocht
in de Champs Elysées en voortsde noodige gelden bij een
bankier gedeponeerd, zoodat hij thans in de Fransche
hoofdstad onbezorgd kan leven, al heeft hij zijne vorsten
kroon verloren. Vorst Kusa it gisteren te Milaan aange
komen en wordt weldra te Parijs verwacht.
Intusschen begint zich onder zijne vroegere onder
danen eene vrij ernstige spanning te vertoonen, welke
het voorloopig bewind te Bucharest heeft genoopt om
naar verschillende plaatsen in de beide vorstendommen
troepen te zenden ter handhaving der orde. De nabijheid
van een Russisch leger op de grenzen van Moldavië heeft
overigens reeds weder aanleiding gegeven te Jassy,
de hoofdstad van dit vorstendom, tot intriges en mani-
festatiën ten gunste van den Russischen candidaat,
den hertog van Leuchtenberg. Met de meeste belangstel
ling en niet zonder eenige vrees voor eene herleving der
Oostersche quaestie wordt dan ook de conferentie der
mogendheden, welke het tractaat van Parijs onderteeken
den, te gemoet gezien.
Gisteren is in het Engelsch lagerhuis door den heer
Griffith eene interpellatie gericht tot lord Gladstone
omtrent de houding der regeering op de conferentie ter
regeling der aangelegenheden van Moldavië en Walla-
chije. De minister heeft daarop geantwoord dat hij zich
daaromtrent niet kon uitlaten, maaralleen kon verklaren
dat de regeering het tractaat van Parijs zal handhaven.
Uit Bucharest wordt per telegraaf van gisteren gemeld
dat reeds een Tnrksche legerafdeeling te Ruscsuk aan
den Donau is aangekomen, om aldaar te blijven, in af
wachting der autorisatie van de beschermende mogend
heden, om de vorstendommen te bezetten. Deze autori
satie zal echter wel niet worden verleend.
De spanning tusschen de hoven van Oostenrijk en
Pruisen schijnt, volgens de Duitsche dagbladen, gedu
rende de laatste dagen eenigszins te zijn verminderd. Of
dit het gevolg is van door de regeering te Weenen
beloofde concessiën in de quaestie van Sleeswij k-Holstein
wordt echter niet gemeld. Onze meening dat in allen
gevalle die spanning in de tegenwoordige omstandig
heden tot geen oorlog tusschen beide mogendheden
aanleiding zou geven, wordt alzoo reeds aanvankelijk
door verschillende berichten bevestigd.
Reeds meermalen hebben wij gewezen op de spanning
in Oostenrijk tusschen de thans in het ministerie Bel-
credi-Majlath aan het bestuur zijnde Hongaarsche
partij en de zoogenaamde Duitsche partij, wier begin
selen hoofdzakelijk door het vroeger kabinet von Schmer-
ling werden vertegenwoordigd. In Bohemen heeft deze
spanning reeds op verschillende punten tot botsingen
aanleiding gegeven, zoodat de gewapende macht krach
tig moest optreden om do orde te handhaven.
Met de ontruiming van het pauselijk grondgebied door
de Fransche troepen zal volgens de Gazette de France
in de volgende maand worden voortgegaan. In den loop
van April zullen weder twee regementen naar het vader
land worden overgebracht.
In het Fransch wetgevend lichaam worden de adres
debatten voortgezet. De Algerijnsche aangelegenheden
maakten eergisteren het onderwerp van discussie uit en
leverden voor den vreemdeling weinig belangrijks op.
In de zitting van gisteren echter is een amendement,
waarbij werd aangedrongen op politieke gelijkstelling
der koloniën met het moederland, met 141 tegen 93 stem
men naar de commissie van redactie verzonden.
De Fransche Moniteur van gisteren bevat tijdingen
uit Beyruth, waaruit blijkt dat Jozef Karam, het hoofd
der christen-volkstam in den Libanon-streek, weder voor
stellen had gedaan om tot onderwerping te komen. Na
zijne vorige plechtige onderwerping en zijn daarop ge
volgden verraderlijken aanval vertrouwde de Turkscbe
bevelhebber hem echter niet en weldra bleek dat ook
ditmaal zijne onderwerpingsplannen geveinsd wareD. Het
kwam daarop tot een bloedig gevecht, waarin de Maro-
niten wijd en zijd werden uiteengejaagd. Ook Karam
zelf heeft zich door een overijlde vlucht gered. Men
kan nu weder allerlei beroepen óp de Europeesche liefda
digheid verwachten ten behoeve dezer „ongelukkige
Syrische christenen," die echter ook hun tegenwoor
digen toestand geheel en al aan eigen schuld te wijten
hebben en volstrekt niet als martelaars voor hun geloof
zijn te beschouwen.
Uit Jamaica wordt gemeld dat de commissie uit Enge
land derwaarts gezonden tot het instellen eener enquête
omtrent de handelingen van den gouverneur Eyre ge
durende den laatsten opstand, met ijver hare werkzaam
heden voortzet. Bij het afzenden dezer tijdingen warer
reeds honderd dertig getuigen gehoord en ook de heat
Eyre zelf was meermalen door de commissie ondervraagd.
Het onderzoek was echter nog niet afgeloopen euu®-
trent de tot dusverre verkregeD resultaten loopenzeer
verschillende geruchten.
Maandag jl. is te Cardiff gearriveerd het b:rkschip
Luctor et Èmergo, gezagv. L. P. de Vries. Alles wel.
Graanmarkten enz.
Amsterdam 7 Maart. Raapolie op zes weten /56j.
Lijnolie op zes weken 421.
Prijzen van effecten.
Amsterdam 7 Maart 1866.
Nederland. Certific. Werkelijke schuld 2j pcf. 61
dito dito dito 3 72/
dito dito dito 4 94/
Aand. Handelmaatschappij 4/
België. Certificaten bij Rothschila 2j
Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 96/
Certific. Hope co4
Oblig. dito 1855,6e serie 5 79/
dito dito Leening 1860 4/ 84|
Certificaten 6 42
Aand. spoorweg185
Polen. Schatkistobligatiën4
Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 55Jf
dito 1847/1852 2J 28/
dito rente Amsterdam5 741
dito nationale5
Bankactiën 3
Italië. Leening 18615 58/
Spanje. Obligatiën (binnenlandsche) 3 36/
dito3 thans 2/ 37 yV
Amortisable schuld
Portugal. Obligatiën 1853 3 45
dito 1856—1862 3 -
Griekenl. dito (blauwe)5 15/
Turkije. 'dito (binnenl.)5
Vereen.Stat. dito (1882) 6
Illinois. dito7 73/V
Mexico. dito 3 21 f
Grenada. dito afgestempeld4j 14
Venezuela dito 3 14yV