middelbprgsche
COURANT.
8* 28.
Zondag
1866.
18 Februari.
Editie
van Zaterdag
avond 8 uren.
Middelburg 17 Februari.
Volgens het Dagblad van 's Gravenhage zou de tweede
ataer, die tot hervatting barer werkzaamheden op den
dezer is bijeengeroepen, slechts zeer korten tijd, men
spreekt van eenige dagen, bijeen blijven. Zij zou niet
anders hebben af te doen dan de voorgedragen 48 uit
zonderingswetten betrekkelijk de heffing van gemeente-
acc!jnsen. Daarna zou zij uiteen gaan tot naPaschen,als
wanneer het antwoord des ministers van koloniën op het
verslag der kamer ten aanzien van de cultuurwet
gereed zou wezen, om de beraadslaging daarover, dus
ln den aanvang van April, aan te vangen.
Het muziekkorps der dienstdoende schutterij alhier
zala. Maandag, des namiddags van een tot half drie uren,
,n de Abdij muziekstukken uitvoeren.
Jhr. mr. L. F. van Panhuys heeft eergisteren voorden
oogen raad der Nederlanden den eed afgelegd als
raadsheer in het provinciaal gerechtshof in Zeeland.
De vergadering van inschrijvers in de eerste Neder-
landsché stroovlechterij had Dinsdag te Amsterdam
p aats in het lokaal der Maatschappij tot nut van
a gemeen. Dr. Sarphati dankte de dames vooral, die
om are tegenwoordigheid aldaar blijken gaven van
e e ang dat zij stelden in eene nijverheid, welke
g roepen schijnt te zijn zoo vele duizenden vrouwen
handenarbeid en eerlijk brood te verschaffen. Hij deed
ui -omen dat de proef, die men had willen nemen, uit
muntend geslaagd is; dat het overtuigend bewezen is,
dat Ilollandsch stroo door Ilollandsche handen verwerkt,
<d die producten kan opleveren, die tot nu toe uit het
buitenland worden getrokken. Hij ondersteunde dan ook
namens de heeren, uitmakende de commissie van toe
zicht, het plan van den oprichter en invoerder der eerste
ïvederlandsche stroovlechterij, om over te gaan tot het
oprichten van eene naamlooze vennootschap met ƒ60,000,
in 600 aandeelen van ƒ100, waarin de oorspronkelijke
deelnemers zullen deelnemen voor de ingeschreven
10,000, welke daardoor rentegevend kunnen worden.
0 commissie van toezicht zou nn, om het belang dei-
zaak, optreden als commissarissen in de vennootschap.
De heer Dieudonné was aangewezen als directeur, be-
beerende het technische gedeelte, terwijl een administra
teur voor het financieele en de administratie zou worden
enoemd. Dit voorstel werd door de vergadering aange
nomen; de commissie van toezicht verzocht de daartoe
te ontwerpen statuten in orde te brengen, waarna den
directeur werd dank gezegd, enz. Bandelsbl
Voor degenen, die met de armenwet te doen hebben,
an het zeker waarde hebben, te weten dat de raad van
s ate (afdeeling voor de geschillen van bestuur) een
Dev "''makende tusschen de gemeente Helmond en
T Vfnter over bet domicilie van onderstand van zekeren
cm van den Broek, het volgende dienaangaande in
aanmerkino-
neeft genomen
e noemde behoeftige was te Deventer geboren, en
weit al aar voor rekening der gemeente Helmond ver-
P eeg omdat volgens art. 36 der armenwet zijn domi-
10 van onderstand daar was gevestigd. In0ctoberl862
eisc te Helmond, volgens art. 44 dier wet, zijne over
komst. Poen hij nn den 1 April 1864, bij besluit van den
urgemeester van Helmond, in verpleging werd geno-
en, werden tevens de kosten daarvoor gebracht ten
as e ei gemeente Deventer, zijne geboorteplaats, op
r0n bij gedurende meer dan 15 maanden buiten
benot van armenfondsen zoude zijn geweest. Hiertegen
ee t zich het gemeentebestuur van Deventer verzet,
biond dat van den Broek, den 9 October 1862 te
e mond aankomende, door den burgemeester naar
ene kosthuishouder van der Beek is verwezen, waar
in h°^ ^'e°S vcrxoek is gehuisvest, totdat hij in Mei 1864
n et gesticht van weldadigheid is opgenomen. Wat nu
de zaak voor Helmond bezwaarlijk maakte was, dat de i
secretaris dier gemeente bij ingezetenen aldaar gelden
heeft verzameld om van den Broek daaruit te onder
steunen en dat hij met deze gelden in Maart 1864 zijn
kostgeld heeft betaald sedert zijne aankomst af, en het
overschot, circa ƒ4, aan den behoeftige zei ven heeft ter
hand gesteld. Onderstand op deze wijze door tusschen-
komst van burgemeester en secretaris verstrekt aan
een behoeftige, wiens overeenkomst door het gemeente
bestuur was gevorderd, kon,dacht men in Deventer, niet
het karakter van particuliere weldadigheid bezitten,
maar moest worden aangemerkt, al was het dan eenigs-
zius verbloemd of vermomd, door de burgerlijke
gemeente te zijn verstrekt. Degiften waren wel vrijwillig
gegeven door eenige ingezetenen, maar niemand kan b-v.
geacht worden verplicht te zijn in eene collecte iets te
geven. Men wilde dus deze aldus bijeengebrachte gelden
gerangschikt hebben onder de fondsen in art. 36 der
armenwet bedoeld, en daarmede bewezen hebben, dat
de behoeftige niet kan geacht worden gedurende het
bedoelde tijdperk buiten genot van onderstand uit
armenfondsen te zijngeweest. De raad van state heeft in
dien geest dan ook uitspraak gedaan en de gemeente
Helmond verklaard te zijn het domicilie van onderstand
van Jochem van den Broek, toen hij aldaar op 1 April 1864
in onderstand werd opgenomen. Arnhemsche cour.)
Veeziekte.
De gemeenteraden van Westkapelle, Zoutelande, Oost
en West-Souburg, Kitthem, Nieuw- en Sint Joosland,
Arnemuiden en Serooskerke hebben gelijke besluiten
genomen als die van Middelburg en Vlissingen, ten
opzichte van de verlenging der verordeningen betrek
kelijk de veeziekte.
Bij het overnemen van het artikel uit de Middelburg-
sche courant van jl. Zaterdag, voegt de Goessche courant
de opmerking, dat eene dergelijke telling als in Walche
ren geschied is, ook wel elders althans beproefd mocht
worden. Hit het verkregen resultaat blijkt, dat de
verbodsbepaling, waarover men zich zoo gemakkelijk
beklaagt, werkelijk niet overal zoo drukkend is als zulks
voorgesteld wordt. Men moge daartegen aanvoeren dat
elders de uitvoer zeker belangrijker is, maar de verbods
bepaling kan slechts daar billijke klacht wekken, waar
een aanzienlijker veestapel den uitvoer hoofdzaak, den
verkoop voor verbruik in eigen omgeving tot bijzaak
maakt.
Twee en veertig der voornaamste leden van het
Engelseh parlement hebben Dinsdag, onder presidium
van lord Spencer, eene meeting gehouden, waarin de
volgende conslusiën zijn vastgesteld: „1. dat het vervoer
van vee per spoortrein voor een zekeren tijd geheel be
hoort te worden verboden; 2. dat bij eene wet het vervoer
van vee ook langs den openbaren weg verboden moet
worden, met enkele bepalingen van uitzondering ten
opzichte van het vervoer op zeer korte afstanden onder
streng toezicht; 3.dat hierbij het gouvernement behoort
gemachtigd te worden, om sommige distrieten vrij van
besmetting te verklaren en het transport van vee binnen
dien kring langs den openbaren weg toe te staan." Deze
hesluiten zijn genomen na beraadslaging over het nieuwe
rapport der koninklijke commissie. In dit stuk wordt
verklaard1. dat er tot nog toe geene voldoende middelen
tegen de ziekte zijn ontdekt; 2. dat ofschoon wellicht de
inoculatie een voorbehoedmiddel tegen de runderpest
moge zijn, de vaccinatie dit evenwel niet is; 3. dat het
eenige middel tot wering der ziekte te zoeken is in het
tegengaan der verdere besmetting, door het staken van
alle vervoer van vee, afzondering en afmakingderbesmette
dieren en gebruik van desinfecteerende middelen. Tot
deze laatsten behooren, volgens het oordeel der com
missie, carbolzuur en kalkchloride. Overigens geeft zij
ook nog als haar gevoelen te kennen, dat de thans ver
spreide besmetting nog zal worden bevorderd door den
gestadigen invoer van vee uit het buitenland, gemiddeld
berekend op 10,000 stuks per week. Inzonderheid wijst
de commissie hierbij op do transport-route, die in
Nederland door de meest besmette streek des rijks loopt.
Zij houdt het er voor, dat de inspectie van znlk eene
menigte vee op zich zelve slechts als een gebrekkige,
maatregel kan gelden, en dat het eenige voorbehoed
middel gezocht moet worden in de beperking van den
vee-invoer, met inachtneming cener quarantaine van het
magere en dadelijke slachting van het vette vee. Dit
rapport is bij het parlement ingediend, te gelijk met
afschriften van rapporten van den Britschen consul-
generaal in Polen. Deze bepaalt zich voornamelijk tot
een overzicht der middelen, die in 1857 aldaar tegen de
ziekte te vergeefs zijn aangewend, met het gevolg dat
het gouvernement eindelijk besloot tot slachting van
alle dieren die kenteekenen der ziekte vertoonden,
waardoor de plaag in Pruisisch Polen nagenoeg, zoo
niet geheel, gekeerd werd. Intusschen meent de consul
het Britsehe gouvernement vooral te moeten indachtig
maken op de noodzakelijkheid eener strenge quarantaine
van al het uit Rusland aangevoerde vee en eene nauw
keurige inspectie der in de Engelsche havens van daar
aangevoerde huiden.
De minister van binnenlandsche zaken heeft art. 1
van het koninklijk besluit van 20 December 1865 (Staats
blad no. 134) en artt. 1 en 2 van het koninklijk besluit
van 18 Januari 1866 (Staatsblad no. 3) van toepassing
verklaard op de gemeenten-: Aalsmeer, Ter Aar, Aar-
landerveen, Abbenbroek, Abcojjde-Baambrngge, Ab
coude-Proosdij, Alkemade, Alphei), Barwoutswaarder,
Benschop, Nieuw-Beierlaud, Oud-Beierland, Benthuizen,
Bergambacht, Bergschephoek,Berkel,Bleiswijk,Bloemen-
daal, Bodegraven, jïqskoop, Brandwijk, Breukelen Nijen-
rode, Brenkelen St.Pieters, Brielle, Broek, Capelie aan
den IJsel, Qhfirlois, Delft, Delfsbaven, Geervliet, Goude
rak, 's Gravenhage, 's Gravezande, Haarlemmermeer,
Haarzuilens, Haastrecht, llarmelen, Hazerswouüe, Hei-
nenoord, Hekendorp, Nieuw-Helvoet, Hillegersberg, Hof
van Delft, Hoogvliet, Jutphaas, Kamerik,Kethel, liocken-
gen, Koudekerk, Kralingen, Krimpen a/d IJssel, Lan-
geruigeweide, Leiden, Leijderdorp, Leimuiden, de Lier,
Linschoten, Lisse, Loenen, Loosduinen, Lopik, Maarsse-
veen, Maartensdijk, Maasland, Maassluis, Mathenesse,
Monster, Montfoort, Naaldwijk, Nieuwer-Amstel, Nieuw
koop, Nootdorp, Oegstgeeat, Oosterhout, Ottoland, Ouder
kerk aan den IJsel, Oudshoorn Overschie, Papekop, Per
nis, Polsbroek, Poortugaal, Pijnacker,Reeuwijk, Uhoon,
Rhijusburg, Rietveld, liockanje, Roosendaal (Noord-
Brabant), Rotterdam, Rozenburg, Rijswijk, Sassenheim,
Schalkwijk, Schiebroek, Schipluiden, Sloten (Noord-
Holland), Snelrewaard, Sommelsdijk, Spijkenisse, Steiu,
Stolwijk, Stompwijk, Streefkerk, Streijen, Uithoorn,
Veur, Vinkeveen en Waverveen, Vlaardingen, Vtaar-
dinger-Ambacht, Vlist, Voorburg, Voorhout, Voorschoten
Vrijenban, Waarder, Noord-WaddinxveenZuid-Wad
dinxveen Warder, Weesp, Weesperkarspel, Warmond,
Willeskop, Wilnis, Woerden, Woubrugge, IJsselstein
Zegveld, Zegwaard, Zevenhuizen, Zoetermeer, Zoeter
woude, Zuilen, Zvvammerdam, Zwartewaal en Zwoller
kerspel.
Voorts is art. 2 vanhetkoninklijkbesluitvan20Decm-
ber 1865 (Staatsblad no. 134) vau toepassing verklaard
op alle bovengemelde gemeenten en tevens op de ge
meenten, op welke ook artt. 1 en 2 van het koninklijk
besluit van 18 Januari 1866 (Staatsblad no. 3) van toe
passing zijn:
Barendrecht, Zuid-Beierland, Dussen, Giesendauo,
Gouda, Goudswaard, :s Gravendeel, Hagestein, Heerjans-
dam, Hekelingen, Katendrecht, Klaaswaal, Klundert,
Lekkerkerk, MaarsenMaasdam, Middelharnis, Moor
drecht, Mijnsheerenland, Niemverihoorn, Nieuwerkerk
aan den IJsel, Nieuwveen, Numansdorp, Oostvoorne
Oudenhoorn, Piershil, Ridderkerk, Schiedam, Stiedrecht,
Vierpolders, Wassenaar, Wateringen, Westmaas, Wil
lemstad, IJselmonde en Zuidland.
Benoemingen en besluiten.
ridderorden. Vergunning verleend aan den hoog
leeraar F. C. Donders, te Utrecht, tot het aannemen en
dragen der versierselen van officier der orde vau
Guadelnpe, hem door Z. M. den keizer van Mexico ge
schonken.