men vrijheid voorbehield om al of niet aan 's konings j roepstem gevolg te geven, indien hem op nienvv de por tefeuille werd aangeboden. „Des middags stelden al de ministers hunne porte- fcuillesptqr'bescbikking van den koning. „De minister yan koloniën had reeds vroeger doen kennen, dat hij in alk geval ïijne taakjniet afgedaamibe- schouwde, wanneer geene beslissing over de cultuurwet was gevallen en dit is ook de meening geweest van 's konings raadslieden. .De heer Fransen van de Putte begrijpt evenwel, dat hij een-eigenlijk hoofd van het kabinet, een politiek man, naast zich noodig heeft en hij verkreeg 's konings goedkeuring om met den heer van Bosse te handelen. Men verwacht nu eere spoedige be slissing. Waarschijnlijk blijven de ministers van koloniën, van buitenlandsche zaken.en van oorlogaan het bestuur; do heer van Bosse treedt op voor financiën. Men spreekt verder van onderhandelingen met den heer G.de Vries, lid van den raad van state, een zeer vrijzinnigen kundig man, voor binnenlandsche zaken, en met den kapitein- luitenant Wolfson, voor marine, daar de heer Huijssen van Kattendijke wegens zgnen gezondheidstoestand zijn ontslag heeft verzocht. „De heer Godefroi aarzelt, om weder als minister van justitie op te treden. De heer Geertsema, wiens naam in den laatsten tijd telkens genoemd is, weigert elke be trekking in het kabinet. „Dit is de stand der zaak en een eenvoudig verhaal der feiten." „Ik verneem, dat het fregat Adolf van Nassau bovel heeft ontvangen om naar de Zeeuwscbe stroomen te ver trekken, ten einde het oog te houden op den Ohiliaan- sohen of Peruaanschen kaper, die zichdaar vertoond heeft." Een ander correspondent deelt ons mede, dat bij het verschil in het ministerie over het Indisch strafwet boek nog een ander kwam. Bij de optreding van het ministerie Thorbecke, zoo schrijft hij, werd de heer Loudon, afgetreden minister van koloniën, benoemd tot commissaris des konings in Zuid-Holland, met toe zegging tevens (welke toezegging ook aan een hoog geplaatst en invloedrijk persoon, bloedverwant van den heer Loudon, werd gegeven) dat de nieuwe commis saris aan den koning zou worden voorgedragen om, bij de aftreding van den heer Sloet van den Beele in September a., dezen als gouverneur-generaal van Ned. Oost-Indië te vervangen. De heer Thorbecke wilde nu de gedane toezegging gestand doen, maar de heer van de Putte, eerst later minister geworden, bad daarom trent andere inzichten en meende voor die betrekking zelf in aanmerking te moeten komen. Wij deeleu ook dit bericht mede, niet onmogelijk als het ons voorkomt dat de opgaven van beide corres pondenten juist zijn. liet komt ons zelfs niet onwaar schijnlijk voor dat de heer van de Putte, ontwerper der thans aanhangige cultuurwet, oordeelde en wellicht te recht dat, zoo die wet tot stand kwam, hij ,iu de eerste plaats in aanmerking diende te komen, om zijn stelsel in toepassing te brengen. Veeziekte. De Staatscourant van 11. Zaterdag deelt opgaven mede betreffende den veetypbus in Zuid-Holland en Utrecht. In de week van 21 tot 27 Januari zijn in Zuid-Holland aangetast 2135, aan de ziekte gestorven 261, afgemaakt 208 en hersteld 164 runderen; aan het einde der weck waren 1502 nog ziek. Sedert het begin der veeziekte zijn in het geheel in die provincie aangetast 31,165, aan de ziekte gestorven 9643, afgemaakt 7846, hersteld 10,962, nog ziek 2714 runderen. In de provincie Utrecht zijn in genoemde week aan getast 259, aan de ziekte gestorven 147, afgemaakt 0 en hersteld 244 runderen. Sedert het begin der veeziekte zijn in die provincie aangetast 2393, aan de ziekte gestorven 937, afgemaakt 65 en hersteld 1170 runderen, zijndo 221 nog ziek. Benoemingen en besluiten. ridderorden. Vergunning verleend aan den heer A. J. H. van der Toorn, arrondissements ijker der maten en gewichten te Amsterdam, tot het aannemen en dragen der onderscheidingsteekenen van ridder 2e klasse der Orde van Verdiensten vau hertog Peter Friedrich Lud- vvig, hem door Z. K. H. den groothertog van Oldenburg geschonken, en aan den Nederlandschen consul-generaal te Parijs, tot het aannemen en dragen der versierselen van kommandeur der orde van Villa Viijosa, hem door Z. M. den koning van Portugal geschonken. marine. Met ingang van 1 Apil a. bevorderd tot luite nant ter zee 2e klasse de adelborsten le klasse J. R. Ha- gedoom, A. P. Tadema, A. van Linden van den Henyell, H. A. Schippers, II. G. Hildebrandt, J. Fichet, G. II. van Steyn, J. Dalen, E. G. van Emden, C. W. A. D. Steup, C. Hoffman, A. A. Escher, J. C. Sprenger, J. W. F. ridder Huyssen van Kattendijke, W. J. P. van Waning en D. E. F. van de Rivière. leger. Op verzoek pensioen verleend, ten bedrage van /T035 's jaars, aan den kapitein van het 4e regement infanterie P. C. Eichholtz. KOLONiëN. Benoemd tot resident voor den dienst der Nederlandsehe bezittingen ter Kuste van Gninea, de ambtenaar ter beschikking van den gouverneur dier bezittingen D. P. II. J. Weytingh. belastingen enz. Op verzoek eervol ontskig verleend aan den heer W. J. H. Mertz, uit zijne betrekking van ontvanger der registratie voor de burgerlijke acten en der successierechten te Maastricht, behoudens aanspraak op pensioen, met bepaling dat, te rekenen van den 16 Februari a. de uitgifte van het gezegeld papier niet meer aan het kantoor der registratie voor de burgerlijke acten en der successierechten te Maastricht, maar aan het kan toor der registratie voor de gerechtelijke en administra tieve acten en der domeinen aldaar zal verbonden zijn. Op verzoek eervol ontslag verleend aan den heer J. W. C. Becking uit zijne betrekking van ontvanger der directe belastingen, in-en uitgaande rechten en accijn- sen te Winterswijk. Benoemd tot ontvanger der directe belastingen en .n-ccijnsen te Ambij c. a. de heer W. Laatsman, thans ont vanger der in- en uitgaande rechten te Eysden (station), en te Emmen c. a. de heer E. Bakker, thans in dezelfde betrekking te Tuhbergen. marine en leger. In de Staatscourant van heden brengt de miniatervan oorlog ter kennis dat in de maand Juni a. te Breda een vergelijkend examen zal worden gehouden tnsschen de adspiranten voor eene plaatsing als kadet aan de Koninklijke militaire academie. Het volgende getal plaatsen is opengesteld: voor den dienst hier te lande: infanterie 25, cavalerie 4, artillerie 10 en genie 5 voor den dienst in Oost-Indië: infanterie 20, cavalerie 2, artillerie 8 en genie 2; voor den dienst in West-Indië: infanterie 1 en artillerie 1. De aanvragen tot toelating bij dit examen moeten vóór den 1 Mei a. aan het departement van oorlog worden ingezonden- Met den 6 dezer maand wordt de officier van gezond heid 2e klasse bij de zeemacht F. A. van Leent gedeta cheerd bij het departement van marine en toegevoegd aan den inspecteur van ,den geneeskundigen dienst der zeemacht; en de officier van gezondheid 2e klasse P. J. Feltkamp met den 11 daaraanvolgende geplaatst aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Amsterdam. De luitenants ter zee le klasse C. Eeg en P. J. D. Brenkelman, van Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord, en H. K. Koning, van Zr. Ms. wachtschip te Vlissingen, worden met den laatstendezeropnöA-activiteitgebracht. Daarentegen worden geplaatst: met den 21 dezer, in de rol van Zr. Ms. wachtschip te Vlissingen en gedetacheerd op den transportscbooncr Frans Naerehont, de luitenant ter zee le klasse li. Bnnnik, en met den 1 Maart aan staande, in de rol van laatstgenoemd wachtschip en ge detacheerd op de stalen kanonneerboot de luitenant ter zee le klasse jhr. E. de Gij-se laaren aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord, de luitenants ter zee le klasse G. Bijl de Vroe en J. C. H. BeeLoo. De officier van administratie 1e klasse W. J. R. van Es en de luitenant ter zee 2e klasse E. Haitsma Muiier, beiden laatst behoord hebbende tot het eskader in OostTudiö en onlangs van daar teruggekeerd, zijn, de eerste te rekenen met den 23 Januari jI., en de andere met den 19 Januari jl., op non-activiteit gebracht. (Staats-courant.) Itoloniën. In do berichten met de Fransche mail uit Oost-Indië aangebracht leest men Op Borneo is weder, gevochtente Nawa werden de onzen aangevallen door eene vijandelijke macht van 1500 man, die met verlies teruggeslagen werd; bij die "gelegenheid heeft de tegenwoordigheid van geest van kapitein Kïlian de bemanning der Boni voor een groot onheil behoed. Men wilde juist met den mortier werpen toen een brandende granaat tegen den verbindings- balk vau het dak aankwam en op het dek viel. Alles vloog uiteen, en zelfs werd er geroepen zich plat op het dek neder te legen, doch kapitein Kilian vloog naar de brandende granaat en wierp haar over boord. Nauwlijks in het water gevallen, sprong zij uiteen. De sterkte te Pinang is thans door de onzen ontruimd geworden, omdat men haar behoud onnoodig en lastig achtte. Op Ceram hebben de opstandelingen bij de nadering onzer troepen allerwege de vlucht genomen, zoodat er zeer weinig te strijden viel. IScchtszaitea. Te Arnhem is,een geding aanhangig omtrent de voog dijschap over het kind eener ongehuwde bemiddelde boerin de moeder is gestorven, en de kantonrechter heeft een voogd benoemd; een boer, die zich na den dood der moeder als vader heeft aangemeld, heeft in de registers van den burgerlijken stand het kind bij de aangifte erkend. Hij eisc'hte het kind op, dat bij testa ment erfgenaam der moeder was geworden; te Zntphen stelde de rechter den boer in het gelijk. Thans is het kind gestorven en zal de boer erven. Maar nieuwe proces sen zijn nu ook in gang over de zaak. Gemengde berichten. Zaterdag is in de nabijheid van Fort Bath eene Pruisische bark gestrand. Het schip zal verloren zijn. LI. Woensdag avond te ruim zeven uren had te Zalt- Bommel in het zuiveringshuis der gasfabriek eene zoo danige ontploffing plaats, dat de schok of slag op dj meeste punten der stad hoorbaar was. Al spoedig wet» do brandklok geluid en bleek het dat de 'vlammen na alle kartten van het fabriekgebouw drongen; doe' gepaste maatregelen en het in werking brengen van ee» paar brandspuiten, is men er in geslaagd den voortgaaf van het vuur te stuiten. Gelukkig was de wind zuid' wesfeljjk,«waardoor betgevaar voor bijstaande gebonwC" minder groot was. Hoewel de gevolgen niet te overzie" waren, hebben er geene ongelukken plaats gehad, dat dat een paar stokers min of meer brandwonden hebber bekomen. Uit Teheran schrijft men van 31 December jl. da' Perzië in deze winter door een zeldzaam verschijnsel verrast is geworden. Er viel sneeuw en wel in znlk een" hoeveelheid en met zoo veel kracht, dat hooge e" sterke cijpresboomen door de zwaarte van den sneeuflf' last ihagen en op den grond vielen. 'De gchah ihad 7<icl> door het ruwe weder niet laten terughouden van het jachtvermaak, en zijne ministers moesten notens notens me' hem het nomadenleven leiden, en klappertandende et bibberende van de kofi in de legerplaats bij Jorgercool dagelijks bij hun souyerein hunne opwachting makep) om met hem te arbeiden. Eindelijk werd ook zijne hoog* heid door de kofi, die aan verscheidene personen van zij» gevolg het leven had gekost, gedrongen naar de hoofdstad terug te keeren. Ook de vossen, wolven en jakbalze» ■verlieten het gebergte en verschenen in de valleien, oD> hunne schatting aan schapen en rundvee te bemacb* tjgen; bij deze gelegenheid moeten zij ook eenig» rnenschen genuttigd hebben. Uit Siberië is te Berlijn het bericht ontvangen, da' in een bergwerk, waarin zich een aantal Polen bevond) die wegens politieke misdrijven veroordeeld waren, een» mijn ingestort is, waarhij alle arbeiders zijn om het leve» igekomon. De ingestorte mijn was zoo diep, dat, ondank' alle pogingen der opgelnkkigen, waaronder zich ook d» Russische opzichters bevonden, niemand kon worde» gered. Te Chicago heeft men een huis van 5 verdiepiuge" hoog, 160 voet lang en 80 breed, twee voet doen rijzeOi door middel van 1580 dommekrachten. In drie dage" was de arbeid voltooid Friedrich Riickert is den 31 Januari te Cohurf overleden. Hij zag den 16 Mei 1789 het levenslicht i" het stadje Schweinfnrt en onderscheidde zich zoo we' door zijne meesterlijke gedichten, als door zijne groot" taalkennis. De volksoverlevering zegt, dat eenige zeer oud» olijfboopnen, die pog heden ten dage op den olijfberg) nabij Jeruzalem, gevonden worden, dezelfde zonden zijn> die er ten tijde van Jezus stonden. De hoofdingenieur Conrad spreekt er over in zijn voortreffelijk geschreven reisverhaal door Palestina [doorgraving van Suer.]. I» eene kleine bijdrage in het Alhum der natuur wordt door professor II. C. van Hall aangetoond, dat dit geen» onmogelijkheid is; eenige der thans nog op den olijfberg aanwezige olijf hoornen zijn zoo dik, dat als men defl jaarlijkschen wasdom dezer boomen, die zeer langzaaffl groeien, op een halve streep stelt, zij wel 2000 jaar ou® kunnen zijn. Aan die volksoverlevering wordt ook een merkwaardige geschiedkundige grondslag gegeven doof de omstandigheid, dat in Turkije voor eiken olijfbootOi die aldpar bestond, tijdens het rijk door de Muzelmannen veroverd werd (1453 na C.), éen medin aan de schatkist betaald wordt en op den olijfberg 8 zeer oude boomen zijn, waarvan die belasting geheven wordt. Naar wij vernemen is op Dinsdag II. eene vergade ring in het locaal Diligentia te Amsterdam gehondeUi onder de leiding van mr. Rud. B. Benjamins, ten eind» de Amsterdamsche maatschappij tot ijs-vervaardiglng te constitneeren, welke na de reeds aangevraagde konink lijke bewilliging ten spoedigste zal in werking treden. Tot directeuren zijn benoemd de heeren M. van Lissa en D. Pinedo en tot commissarissen een drietal inge zetenen. In het kanton Lucern heeft men twee lagere scholen moeten sluiten, dewijl me.n geene onderwijzers daarvoor kan vinden. Te Sneek is jl. Donderdag eene alleen wonende weduwe op haar bed vermoord. De vermoedelijke dader is reeds gearresteerd en een vermist gouden oorijzer der vermoorde is in een regenbak teruggevonden. Dezer dagen had in de nabijheid van Hessen-Kassei het volgende opmerkelijke voorval plaats. De eigenaar van een kasteel op eenigen afstand van gemelde hoofd stad gelegen, was plotseling overleden. Zijn stoffelijk overschot was in de crypte geplaatst, totdat alles in gereedheid zon zijn gebracht, om het over te voeren naar het famieliegraf, waarmede eenige dagen zonden verloopen. Toen men eindelijk daartoe zou overgaan,zag men tot niet geringe verbazing van alle aanwezigen) dat het lijkkleed en het deksel der kist op den grond waren geworpen; op de borst van den overledene vond men diens vroeger meest geliefden hond insgelijks dood liggen. Het getrouwe dier had bet middel gevonden, otn zijn voormaligen meester te volgen en had zich op diens lijk den hongerdood prijs gegeven. Het volgende berioht leert hoe iemand zijn eigen grootvader worden kan: Ik maakte kennis met eene jonge wcdnwe, die met hare volwassene stiefdochter in hetzelfde huis woonde, en huwde haar. Mijn vader, die onze stiefdochter natuurlijk dikwijls te zien kreeg) verliefde op deze en maakte haar tot zijne vrouw. Daar door werd mijne vrouw de schoonmoeder van haren schoonvader, mijne stiefdochter werd mijne stiefmoeder en de stiefvader werd in een stiefzoon herschapen. Mijn® stiefmoeder, de stiefdochter mijner vrouw, kreeg een

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1866 | | pagina 2