tfuitcnlartiX directie der Spoorbootmaatschappij van Middelburg, strekkende tot wijziging van het besluit tot heffing van loonen voor het loodsen van zeeschepen en rader-stoom- vaartuigen in en uit het bavenkanaal dezer gemeente, is afgewezen. In een volgend nommer deelen. wij een en ander, tegelijk met de overige behandelde punten, meer uit voerig mede. Uit Vlissingen schrijft men ons: „Een zestigtal schepen van alle natiën die sedert ge- ruimen tijd op de reede van Kammekens en Vlissingen eene veilige ankerplaats vonden, en uithoofde van den ongunstigen wind aldaar moesten verblijven, zijn heden morgen, van de gunstig geworden gelegenheid gebruik makende, voor het grootst gedeelte naar zee vertrokken, hetwelk een recht levendig gezicht opleverde." In de heden gehouden zitting van den gemeenteraad te Vlissingen zijn ten gevolge van het bedanken door de lieeren Bilheimer, van de Sande, Loois en Blonk, be noemd tot regenten over het arm-gast- en weeshuis, de heerenC. J. van Reijn met 11J. C. Ockers met 10, J. P. Laernoes met 8 en C. L. Domburg met 7 stemmen. Benoemingen en besluiten. rechterlijke macht. Eervol ontslagen als procu reurbij de arrondissements rechtbank teGoes mr. J.L.M- Liebert. notariaat. Benoemd tot notaris binnen het arrondis sement Goes, ter standplaats de gemeente Hontenisse, A. L. A. Rouscher, candidaat notaris te Vucht; tot nota ris te Goes mr. J. L. H. Liebert, candidaat notaris, procureur bij en rechter plaatsvervanger in de arron dissements rechtbank aldaar. burgemeesters. Benoemd tot burgemeester der gemeente Zonnemaire mr. J. Moolenburgh. Op verzoek eervol ontslag verleend aan den beer P. F. Hennequin, als burgemeester der gemeenten Heille en Sint Anna ter Muiden; en benoemd tot burgemeester der gemeente Heille de heer J. Sanders en tot burge- meoster der gemeente Sint Anna ter Muiden de heer P. de Bruyne. belastingen. Benoemd tot controleur van het buiten gewoon zegel te Amsterdam J. C. G. Moltzer, te Middel burg. hoogescholen. Benoemd tot rector-magnificus der Leidsche hoogeschool voor het academiejaar 1866/67 de hoogleeraar J. J. Prins. geneeskundig staatstoezicht.Benoemd tot adjunct- inspecteur voor het geneeskundig staatstoezicht in Noord Brabant en Limburg dr. J. J. Willems, te Schim- mert, met intrekking, op zijn verzoek, der benoeming van dr. H. H. Batta, te Maastricht, tot genoemde be trekking. marine. Op verzoek pensioen verleend, ten bedrage van f 1100 'sjaars, aan den luitenant ter zee le klasse J. H. A. de Ru uk. KouoNiëN. Op verzoek eervol ontslag uit 's lands dienst verleend, onder toekenning van pensioen, aan den heer A. C. van Maarseveen, laatstelijk predikant bij de evangelische gemeente te Batavia, thans met verlof hier te lande. Koloniën. Te Paramaribo hebben op nieuwjaarsdag verschillende feestelijkheden plaats gehad bij gelegenheid van het in werking treden van het roglement op het beleid der regeering in de kolonie Suriname, vastgesteld bij de wet van 31 Mei 11. Gemengde berichten. Door een liefhebber van planten in het oostelijk gedeelte van Zuid-Beveland is van de spoorbaan in die streken medegebracht en in het gemeentehuis te Kapelle tentoongesteld eene koolzaadstruik, voorzien van fris- sche bloemen, volwassen en rijpe peulen. Dit is voorzeker een treffend bewijs van de zachtheid van bet seizoen. Bij het gaan langs genoemden spoorweg ontmoet men dikwijls welige kooLaadplanten en andere toevallig opgeschoten vruchten, vooral onkruid in menigte, hetgeen wel eens de vraag doet ontstaan, of men de spoorbaan bij hare vol tooiing, hetgeen reeds in 1864 voor een groot gedeelte plaats had, niet met koolzaad had kunnen bezaaien of verpachten, hetgeen zeker nog een aardig sommetje zou hebben opgebracht, terwijl ze nu slechts tot voetpad dient voor hen die den gewonen weg te lang vinden. Nadat bij ministerieel besluit de toelating van vrouwen tot de telegraaf dienst in Frankrijk was goed gekeurd, is die maatschappij in werking gekomen. Er worden reeds bijna tachtig bureaux door vrouwen bestuurd. Het aantal kantoren waarop dit het geval zal kunnen zijn is bepaald op honderd zestig. Men wil dat binnen enkele dagon de bekende Deensche dichter Andersen te Amsterdam bij een zijner landgenooten wordt verwacht, om er een paar weken te vertoeven. De weldra 60jarige talentvolle schrijver, die als fabriekarbeider zijn eerste brood moest verdienen, maar door welwillende hulp en eigen ijver zich een Europeeschen roem verwierf, die geheel Europa bereisde, en zijne werken in vele talen zag vertaald, heeft ook hier te lande vele vrienden en vereerders, die zijne komst met belangstelling te gemoet zien. (Utr. Dagbl.) Het is geheel overeenkomstig met de bepalingen der wet van Brahma, dat vrouwen, ten einde hare mannen niet te overleven, zich levend laten verbranden. Eene opoffering van dien aard heeft zich nu nog kortelings voorgedaan in eeu dorp nabij Allahabad. Het was ditmaal de weduwe van een barbier, die een voorbeeld wilde geven van echte huwelijkstrouw. Onmiddellijk naliet overlijden haars mans verklaarde zij, ondanks de raad gevingen harer ouders en vrienden met hem te willen sterven; zij liet een groot vuur aanleggen, hield het lijk van haar man op de knieën, en met de meest moge lijke gelatenheid gaf zij zich, ton aanschouwe van velen harer buren, die haar dit niet wilden beletten, aan de vlammen over. Indertijd is gemeld, dat de heer Solar, de gewezen vennoot van den heer Mirès, die, kort voor het proces van den financier, de vlucht had genomen, aan een der theaters te Parijs een drama heeft aangeboden onder den titel: Le Club de la Misère. Sommige Parijscbe bladen hebben de opmerking gemaakt, dat het moeielijk denk baar is dat een raillionair, omgeven door weelde, een juiste beschrijving zou kunnen geven van menschelijke ellende. De heer Mirès komt nu daartegen op. Hij betoogt dat de heer Solar arm is, daar hij al zijne bezittingen in der tijd te gelde heeft gemaakt, om de twee millioen francs die hij schuldig was te kunnen dekken. Het schijnt zeer moeielijk te zijn om in België personen te vinden, welke met de taak willen belast worden om de officieele tijding der troonbestijging van Leopold II aan het bestuur te Washington over te bren gen. Twee redenen bestaan daarvoor. In de eerste plaats verwacht men, na de houding van België in de Mexi- caansche aangelegenheden, voor zijn persoon geen bijzonder gunstige ontvangst en in de tweede plaats geen ridderkruizen voor zijn rok, gelijk overal elders, omdat deze in de nieuwe wereld niet bekend zijn. Men schrijft uit Londen dat eenige weken geleden een Fransch edelman zich aan zekere woning op de Norfolk-road vervoegde om een paar kamers te huren, welke hij met zijne moeder wilde betrekken. Hij zeide tot den Franschen adel te behooren en dat hij door politieke redenen genoodzaakt geweest was zijn land te verlaten. De eigenares van het huis verlangde dat haar eenige adressen zouden worden gegeven, om inlichting omtrent hem te kunnen inwinnen. Hieraan werd geree- delijk gevolg gegeven en het resultaat hiervan was dat de graaf huurder werd voor 25 schillings per week. Nadat eenige weken waren verloopen, begon de eigenares te bemerken, dat er weinig hoop bestoud dat zij de huur zou ontvangen, aangezien de Franschman en zijne moeder half gebrek leden. Wel ontvingen zij talrijke bezoeken, doch levensmiddelen kwamen bijna niet in huis. Dit begon de eigenares te verdrieten en zij zeide dus eindelijk de huur op. De graaf bad en smeekte, dat het hem nog zou worden vergund een paar dagen te verblijven, aangezien hij de zekerheid had binnen zeer korten tijd gelden uit Frankrijk te zullen ontvangen, waarvan hij haar ten volle zou betalen. De eigenares liet zich overhalen, en er werd bepaald, dat de huurder uiterlijk binnen vier dagen, des avonds te acht uren zou betaald hebben of vertrokken zijn. De graaf schreef middelerwijl talrijke brieven, doch hij ontving er zeer weinige. Op den bepaalden dag, des avonds te half acht, vervoegde zich de eigenares bij hare huurders, om de redenen te vragen, waarom de belofte nog niet was nagekomen. Zij kreeg iuttisschen geen antwoord op haar herhaald kloppen, zoodat zij meende, dat zij zich reeds te slapen hadden gelegd. Toen zij zich den volgeuden dag, te tien uren in den morgen, wederom bij hen aan meldde, en weder geen behoor kreeg, werd zij ongerust en riep de hulp dor poiicie in, die, na iu de kamer te zijn gedrongen, den Franschman en zijne moeder ont dekte, beide hangende in een hoek der kamer. Zij had den stroppen gemaakt van gordijnkoord en zich daarmede van het leven beroofd; hun worstelen met den dood moet evenwel van langen duur zijn geweest, daar de koorden te laug waren genomen, zoodat zij met de voeten den grond raakten. De Amerikaansche bladen deelen het volgende verschrikkelijke voorval mede. Een galjootschip vertrok den 5 October uit de haven van Mazatlan, met bestem ming naar San Fraucisco. In den nacht van den 5 op den 6 werd een vreesse 1 ijke aanval gedaan op de passagiers, bestaande uit acht mannen, vijf vrouwen en vier kinde ren. De aan val geschiedde door drie zich mede aan boord bevindende zeeroovers, namelijk een Franschman, die gezegd wordt uit de omstreken van Saint-Malo te zijn, een Italiaan en een Griek. Deze ellendelingen hebben de mannen, gedurende den nacht, door middel van pistolen en ponjaards gedood. Den volgenden morgen werden de vrouwen en drie kinderen op het dek gevoerd, waar zij werden doodgeschoten. Aan eene der vrouwen, die zich in zwangeren toestand bevond en zwaar gewond was, gelukte het zich op te heffen, waarop de Franschman haar met zijn ponjaard in de zijde stak en zich verder ten haren aanzien aan handelingen schuldig maakte, te gruwelijk om ze te beschrijven. Den 8 vond men het vierde kind, een meisje van zes jaren, bijna dood van vrees en honger, en niettegenstaande de equipage om genade voor haar smeekte, nam de Franschman het bij de voeten, doodde het en wierp het lijk in zee. De kapitein van een ander schip, die bemerkte dat de galjoot van richting veranderd was, kreeg achterdócht en zette haar met alle spoed achterna. Toen de moordenaars zagen dat zij ver volgd werden, zetteden zij de galjoot op strand en vluchtten in het gebergte. De kapitein zette ben echter achterna en vond middel om hen door een twio- tigtal Indianen te doen opsporen. Deze maakten zich meester van den Franschman en den Italiaan, die naaf Mazatlan zijn vervoerd, alwaar zij den volgenden morgen werden gefusilleerd en daarna aan de beenen opgehan gen. Op het oogenblik dat hij zou sterven, riep de Franschman: „Leve Frankrijk!" Hij voegde er bij, dat hij kapitein op de groote vaart en 46 jaren oud was- De beweegreden dezer booswichten tot het bedrijven van deze verschrikkelijkheden was om zich in het bezit te stellen van de aanzienlijke bezittingen der passagiers, die allen bloedverwanten waren. Het hoog gerechtshof te Berlijn heeft beslist, in strijd met de uitspraken in de beide eerste instantiën gevallen, dat de heeren Twesten en Frenzel vervolgbaar zijn wegens hunne redevoeringen in het huis van afge vaardigden uitgesproken. De Fransche keizerlijke prins, zoo melden de dag bladen, heeft dezer dagen, vergezeld van zijn gouver neur, eene wandeling gedaan in de passage de 1'opera en in een speelgoedwinkel aldaar vele fraaie voorwerpen aangekocht, bij welke gelegenheid hij echter, naar men heeft opgemerkt, niet met het kommandeurskruis van den Nederlandschen leeuw versierd was. Therinometerstand 29 Jan.'s av. 11 u. 44 gr. 30 's morg.7 u. 40 gr.'s midd. 1 u. 45 gr. 's av. 11 u. 42 gr. 31 'smorg.7 u. 45 's midd. 1 u. 50 gr. Algemeen overzicht. Het zoogenaamde livre jaune is Maandag door de Fransche regeering in den senaat en het wetgevend lichaam overgelegd. Uit de beknopte analyse daarvan, gisteren door deParijsehe dagbladen medegedeeld, blijkt dat het keizerlijk gouvernement werkelijk het voornemen heeft gehad om de diplomatieke correspondentie over Mexico niet mede te deelen, doch daarvan later is terug gekomen. Omtrent den stand der tegenwoordige onderhandelin genworden wij zeer juist ingelicht ten gevolge van de opname der allerlaatste depeche, welke de bureaux van den heer Drouyu de Lhuys op 25 Januari heeft ver laten. In deze depeche wordt niet meer aangedrongen op eene erkenning van keizer Maximiliaan door de Ver- eenigde Staten gelijk vroeger, maar alleen van het be stuur te Washington dc haudhaving van het beginsel van non-interventie ten opzichte van Mexico's tegen- woordigen toestand verzocht. Zoodra de heer Drouyn de Lhuys omtrent dit laatste het besluit der Auicricaausche regeeriug zal hebben vernomen, zal hij het resultaat der onderhandelingen met keizer Maxiliaan over de terug komst der Fransche troepen kunnen mededeelen. Het verdient de aandacht hoe nederig de eischeu zijn van Napoleon III tegenover de Americaansclie republiek. Tusschen hem eu keizer Maximiliaan blijft intusschen de vraag bestaan hoe men tot eene ontruiming van Mexico zal kuunen overgaan in strijd met de conventie van Miramar. Intusschen beginnen de republikeinen in Mexico al meer en meer ondersteuning van Americaansche vrijwil ligers en vrijbuiters te erlangen. Eene afdeeling dezer laatsten heelt een aanval gedaan op de stad Bagdad, in het bezit der keizerlijk-Mexicaansche troepen. Deze aanval werd echter afgeslagen, waarbij ook de bemanning van eene Fransche kanouneerhoot in gevecht is geweest. Sommige dagbladen vermoeden dat dit laatste eeu zeer nadeeligen invloed zal uitoefenen en aanleiding geven dat een groot aantal hartstochtelijke Ainericanen wraak zullen willen uitoefenen op de Franschen, hetgeen alzoo tot nieuwe vrijbuitersexpeditiën zal leiden. Volgens latere berichten van 20 Januari liep te New- York het gerucht dat een nieuwe aanval der Amerikaan sche vrijbuiters de stad Bagdad in hunne handen had doen vallen. Dit vereischt echter nadere bevestiging. Uit New-York wordt gemeld van 18 Januari, dat de senaat der Vereenigde Staten het voorstel heeft verworpen om de diplomatieke betrekkingen met Engeland af te breken, als gevolg der weigering van de regeering te Londen om te voldoen aan den, onzen lezers bekenden, eisch tot vergoeding van de schade door in Engelsche havens uitgeruste kapers van het zuiden toegebracht. Volgens The times zouden er in de Spaanscbe wate ren, behalve de vaartuigen onder Uhilische vlag, waarvan wij in ons vorig nommer melding maakten, twee Ghili- sche gepantserde fregatten verschenen zijn en zon men overigens weder dezelfde quaestiëu zien geboren worden, als tijdeus den Amerikaauscheu burgeroorlog. Onlangs werd door den vertegenwoordiger van Spanje beweerd dat de Independencia, een zwaar gepantserd ramschip te Blackwall te water gelaten, voor rekening van de Chilische regeering was gebouwd en uitgerust. Het bleek echter dat dit op last van Peru geschiedde zoodat de Engelsche regeering de door den Spaanscheu ver tegenwoordiger geëischte maatregelen niet nemen kon en het schip moest vrijlaten. Sedert is echter ook Peru in oorlog met Spanje de vertegenwoordiger van Spanje bij de Peruaanscbe regeering is eergisteren met de trans atlantische pakketboot te St. Nazaire aangekomen zoodat men ook weldra de ludependeucia in do Spaan sche wateren zal kunnen verwachten. Overigeus herin nert The times dat in den laatsten tijd de Vereenigde Staten een aantal buiten dienst gestelde oorlogschepen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1866 | | pagina 2