MIDDELBURGSCHE
COURANT.
IV- 4.
Zondag
7 Januari.
fiSinnmlanö.
Editie van Zaturdag avond 8 uren.
AANBESTEDING.
i O? Vrij (Lig den 12 Januari 1866, des voormiddags te
10 uren, zal, onder nadere goedkeuring, door den commis
saris des koningsin de provincie Zeeland, of, bij zijne
afwezigheid, door een der leden van de gedeputeerde
staten, en in bijzijn van den hoofdingenieur van den
waterstaat, in het 11de district, aan het locaal van het
provinciaal bestuur te Middelburg, worden aanbesteed:
Het onderhoud van het gebouw van de rijks
hoogere burgerschool te Middelburg
van de goedkeuring der aanbesteding
af tot het einde van het jaar 1883.
Deze aanbesteding zal geschieden bij enkele in-
schrij ving.
Het bestek ligt ter lezing aan het gebouw van het minis
terie van binnenlandsche zaken, aan dat van het provin
ciaal bestuur van Zeeland, te Middelburg, en op alle
zoodanige plaatsen waar gewoonlijk bestekken in gemelde
provincie ter lezing gelegd worden.
Zullende den 4en en 3en dag vóór de besteding,
de noodige aanwijzing in loco worden gedaan, en voorts
nadere inlichtingen te bekomen zijn bij den hoofd
ingenieur van den waterstaat C. Brunings te Middelburg,
en bij den ingenieur J. A. van Dorth aldaar,
's Gravenhage, den 16 December 1865.
Van wege den minister,
De secretaris-generaal,
J. SCimÖDER.
Middelburg 6 Januari.
De Staatscourant van heden bevat de wet van den
23 December 1865, houdende vaststelling van hoofdstuk I
der staatsbegrooting voor bet dienstjaar 1866.
De ziekte van den minister van marine is sedert
gisteren niet verergerd.
De gemeenteraad van Eede heeft den minister van
financiën verzocht om, alvorens aan eenige maatschappij
verdere concessie wordt verleend tot verbinding van
Zeenwsch Vlaanderen met België door een ijzeren spoor
weg, met dat verzoek om concessie in kennis te mogen
worden gesteld.
De gemeenteraad van Aarden burg heeft een gelijk
verzoek aan den minister goedgekeurd.
„Beide adressen zoo lezen wij in het Sluisch week
blad i hebben de strekking om tegen mogelijke nadoelen
te waken, die door het verleenen eener min wenschelijke
concessie voor eene evenmin wenschelijke lijn, zonden
kunnen ontstaan voor den geheeleu westelijken hoek
van West-Zeeuwsch-Vlaandercn, met andere woorden,
voor het vruchtbaarste en meest bevolkte gedeelte van
dit gewest en een deel van West-Vlaamsch België.
„Verheugt bet ons (wij zeggen niet, dat wij den stoot
aan dit denkbeeld gaven) de tolk der gevoelens geweest
te zijn van velen in dit gewest, wij hopen vurig, Heille,
Sluis, Sint Anne, Oostburg en het geheele Oude Land
van Kadzanil te zien opstaan, om door samenwerking,
langs den wettigen weg, den minister voor te lichten en
te waken voor ons welbegrepen eigenbelang, dat in dezen,
wij hebben het duidelijk aangetoond, in 't algemeen
belang is van dit gewest, en zoo zeer de hand reikende
aan de zegepraal, zoo schitterend door de ministers in
de tweede kamer onlangs behaald Limburg werd recht
gedaan, Zeeland even eens. Dan nog eene fiksche poging
ij ministerie en vertegenwoordiging, en de rechtvaar-
igkeid zal zegepralen. Wij verheugen ons in de toekomst
van Middelburg en Vlissingen, wij vleien ons met bet
uitzicht op die van het land van Kadzand."
Eergisteren is te 's Hage uit Brussel aangekomen de
cputatie belast met het overbrengen der officieele
ennisgeving aan het Nederlandsche gouvernement van
et overlijden van wijlen koning Leopold I en de troons-
esti.iging van Leopold II. Met deze zending was belast
de beer Hubert Dolez, lid en oud-vice-president der
kamer van volksvertegenwoordigers in België, thans
buitengewoon gezant van Z. M. Leopold II. Genoemden
gezant waren toegevoegd de heeren kolonel Goffinet,
adjudant van Z. M. den koning der Belgen; de majoor-
titulair graaf de Frequelmonf, ordonnance-officier van
Z. M. den koning der Belgenbaron Alexandre de Vrints
de Truenveld en de heer Edmond Dolez.
Veeziekte.
Het provinciaal blad no. 124 bevat een besluit van
gedeputeerde staten van Zeeland, waarbij buiten werking
worden gesteld: de beschikkingen bij het besluit van
den 5 November jl., no. 1 (Prov. blad no. 99), ter voor
koming van do verspreiding der runderpest in Znid-
Beveland genomen, voor zoover die bij het besluit van
den 1 December 11., uo. 78 (Prov. blad no. 108) zijn
gehandhaafd.
De minister van binnenlandsche zaken, overwe-
geude dat eene nadere wijziging noodzakelijk is in den
loop der lijn van afsluiting van regeeringswege tot
weering van veeziekte bewaakt, brengt ter algemeene
kennis, dat de aanhef van eerstgemelde beschikking
aldus gewijzigd wordt:
van de Noordzee af langs de sluis te Katwijk den lin
ker oever volgende van het kanaal en het nieuwe kanaal
tot aan den straatweg van 's Gravenhage naar Haarlem;
verder in noord oostelijke richting den straatweg vol
gende tot aan de Poellaan;
van daar de Poellaan volgende tot aan de ringvaart
van den Haarlemmerineepoider;
verder de zuidelijke grens van dien polder langs de
ringvaart volgende tot den kunstweg, die in zuidelijke
richting op Leimuiden aanloopt;
dien weg volgende door Leimuiden tot aan het noor
delijk boord van de Drecht, verder oostelijk langs het
noordelijk boord der Drecht tot het punt waar de nieuwe
vaart in de Drecht valt;
van daar in zuidelijke richting den kunstweg volgende
op het oostelijk boord der nieuwe vaart tot de Katten-
brng
van de Kattenbrug oostelijk den kunstweg over
Nieuwveen volgende tot aan den ringdijk vandenZeven-
hovenschen polder, van daar in zuidelijke richting dien
ringdijk volgende over Zevenhoven, Slikkendam en over
het Woerdsclie verlaat;
van daar de Hollandsche kade volgende over den
Ouden dam tot de grens van Kockengen,en verder steeds
langs die kade gaande tot aan den Nienwkoopschen dijk;
van daar oostelijk langs dien dijk en den westdijk tot
de Themaatsehe kade; verder zuidelijk langs die kade
de Ókhnizerlaan en den Themater weg tot den Eng;
van den Eng langs den in zuidelijke richting loopende
kunstweg den spoorweg overgaande tot den kunstweg
die van Vleuten naar Utrecht leidt; dien weg in ooste
lijke richting volgende tot daar waar in zuidelijke rich
ting een kunstweg naar den Meern loopt, en verder langs
dien weg tot den Meern
verder langs den Meerndijk tot den Noord-IJseldijk,
en langs dezen de bingaan den Hoogenboom overgaande
tot den weg der 2e klasse no. 2;
verder langs dien weg (ook genaamd Acbterslootsche
dijk en bezuiden IJsselstein Hooge Diezedijk) in zuid
oostelijke richting volgende langs IJsselstein tot aan
den Noorder Lekdijk;
van daar den Noorder Lekdijk in westelijke richting
volgende tot aan den oostelijkeu singel van Schoon
hoven
verder bij Schoonhoven de Lek overstekende enz.
Benoemingen en besluiten.
minibterieële departementen. Verleend een jaar-
lijksch pensioen van f 3825 aan den heer G. II. Betz,
afgetreden minister van financiën.
gen e es kon oir, e luDEN. Op verzoek ingetrokken de
benoeming van dr. F. I. J. Schmidt te Rotterdam als lid,
en van dr. C. P. Pous Koolhaas te 's Gravenhage en van
B. Eickma, apotheker te Rotterdam, als plaatsvervan
gende leden van den geneeskundigen raad voor Zuid-
Holland; van H. van Waesberge, apotheker te Hoorn>
als lid, en van dr. P. van Meurs, te Haarlem en van
J. Verboom, heel- en vroedmeester te Amsterdam, als
plaatsvervangende leden van den geneeskundigen raad
voor Noord-Holland; van dr. J. M. Baart de la Faille, te
Leeuwarden en P. van Kleffens, apotheker te Dokkum,
als leden, en van J. Mulder, apotheker te Franeker, als
plaatsvervangend lid van den geneeskundigen raad voor
Friesland en Groningen; van J. A. II. Bosqnet, apothe
ker te Maastricht, als lid, en van dr. Blnmenkamp, te
Venlo, als plaatsvervangend lid van den geneeskundigen
raad voor Noord-Brabant en Limburg; van dr. P. G. Ra-
maer, te Zwolle als lid, en van J. H. C. Nellenstein,
apotheker te Zwolle, als plaatsvervangend lid van den
geneeskundigen raad voor Overijsel en Drenthe.
Benoemd tot lid van den geneeskundigen raad voor
Zuid-Holland dr. C. H. van der Looy, te Rotterdam, en
tot plaatsvervangende leden dr. J. L. Chanfleury van
IJsselsteyn, te 's Gravenhage, en W. Robertson, apothe
ker te Rotterdamtot lid van den geneeskundigen raad
voor Noord-Holland J. W. Cloots, apotheker te Zaandam,
en tot plaatsvervangende leden dr. P. van Reysen, te
Haarlem, en P. van Vollenhoven, heel- en vroedmeester
te Amsterdamtot leden van den geneeskundigen raad
voor Friesland en Groningen dr. P. H. Asman, te Leeuw
arden, en W. Meijer, apotheker te Heerenveen, en tot
plaatsvervangend lid K. Canter Vieseher, apotheker te
Bolsward; tot lid van den geneeskundigen raad voor
Noord-Brabant en Limbnrg J. L. H. Holtmau, apotheker
te Maastricht, en tot plaatsvervangend lid J. A. H. Rous-
sean, heel- en vroedmeester te Ver.ray; tot lid van
den geneeskundigen raad voor Overijsel en Drenthe
dr. S. P. Kros te Zwolle.
tentoonstelling. Benoemd tot leden der hoofdcom
missie, belast met de regeling en behartiging der belan
gen van Nederlandsche industrieelen en kunstenaars
bij de tentoonstelling van voortbrengselen van landbouw,
nijverheid en schoone kunsten, welke in 1867 te Parijs
zal worden gehouden, de heeren J. F. van den Broek,
consul-generaal der Nederlanden te Parijs, en W. H. de
Heus, industrieel te Utrecht.
belastingen enz. Benoemd tot ontvanger der in-
en uitgaande rechten en accijnsen te Glauebrugge de
heer G. Maesmanthans in dezelfde betrekking te
Bourtange.
consulaten. Bevorderd tot consul voor Finland te
Ilelsingfort de heer C. F. Degener, thans vice consul.
Onderwijs.
De heer G. J. Tamson, hulponderwijzer aan de open
bare school te Kadzand, is als zoodanig benoemd te
Krniningen.
Marine en leger.
De luitenant ter zee le klasse A. A. 's Graeuwen, die
der 2e klasse J. A. Waldeck, jbr. S. F. T. de Vaynes van
Brakell en P. J. Zaal, alsmede de officier van administra
tie 2e klasse J. A. Waldeck en die der 3e klasse C. J. P.
Furnée, allen laatst behoord hebbende tot het escader
in Oost-Iudië en onlangs in Nederland teruggekomen,
zijn, te rekenen met den 28 December 11., op non-activi
teit gebracht.
Volgens officieele opgave, zijn er thans aan de
koninklijke militaire academie te Breda 323 kadets van
alle wapens, zoowel voor de dienst hier te lande als in
de koloniën. Hiervan zijn 102 voor het wapen der infan
terie bier te lande, 8 voor dat der cavalerie, 51 artille
risten, en 23 voor het wapen der genie. Deze betalen
voor de wetenschappelijke wapens en voor de cavalerie
f 600 'sjaars; voor de infanterie f 450.
Geheel op kosten van den staat worden tot officier
opgeleid voor de dienst in onze overzeesche bezittingen
139 kadets, waaronder 82 voor de infanterie, 9 voor de
cavalerie, 31 voor de artillerie en 10 voor het wapen dei-
genie; behalve 3 infanteristen en 4 artilleristen, speciaal
bestemd voor de dienst in West-Indië.
Bcclitszaken.
Reeds in hare eerste zitting van dit jaar, voor zooveel
strafzaken betreft, bad de arrondiesements-rechtbank al-
j hier eergisteren verschillende vonnissen uit te spreken.