O G B A N T.
N°- 204.
Zatui'dag
Bij deze courant behoort een bijvoegsel,
bevallende:
1. Behandeling van het wetsontwerp tot onteigening
van peiceelen ten behoeve van den spoorweg van Goes
langs Middelburg naar Vlissingen enz. (2e gedeelte).
2. Verslag van het verhandelde in de zitting van den
gemeenteraad alhier van eergisteren.
Editie van Vrijdag avond 8 uren.
Si JE N N I S €i E V IIV Ci.
SLUITING DER JACHT OP KLEIN WILD.
De Commissaris des Konings in de Provincie Zeeland,
Gezien het besluit van heeren gedeputeerde staten
van den 15 December 18G5, no. 77.
Gelet op art. 11 der wet van den 13 Juni 1857 (Staats
blad no. 87.)
Maakt bekend, dat de sluiting der jacht op klein wild,
ook met schietgeweer, in deze provincie is bepaald op
Zatnrdag den 30 December aanstaande, met zons onder-
gang; en dat bet tijdstip van de sluiting der jacht op
houtsnippen en waterwild nader zal worden vastgesteld.
Deze kennisgeving zal in het Provinciaal blad ge
plaatst, en zullen afdrukken iti plano aan de gemeente
besturen ter aanplakking gezonden worden.
Middelburg, den 18 December 1865.
De commissaris des konings voornoemd,
R. W. VAN LIJNDEN.
AAXB E^TTEDIXCi GBUX2!) WE».
Burgemeester en Wethouders der gemeente Bors
sele, zullen op Donderdag den 18 Januari 1866. des
morgens te 10 uren, in het gemeentehuis aldaar, onder
nadere goedkeuring, bij iusekrijviug en opbod, trachten
aan te besteden
Het verbeteren en begrinden van den weg
van af hot dorp Borssele tot de scheiding
bij 's Heerenhoek, over eene lengte van
5041 ellen, met den onderhoud daarvan
gedurende zes maanden.
De gedrukte bestekken zullen tijdig verkrijgbaar ge
steld worden bij de firma F. KLEEUWENS Sb ZOON, Turf-
kaai te Goe-; en verder ter lezing liggen te Middelburg in
de Abdj; te Vlissingen in het Hotel de Commerce; te Zie-
rikzee bij Augustijn; te Scherpenisse bij L. Steketee;
te Tholeu bij de wed. van Maurikte Neuzen bij de wed.
J. Scheele; te Sliedrecht bij C. Bot: te Werkendam in
het gemeentehuis; te Goes bij P. J. Breker en M. de
Jonge Melly; te Heinkenszand bij J. Karreraan; te
's Heerenhoek en Borssele in het gemeentehuis.
De aanwijzing zal geschieden des daags vóór de beste
ding, beginnende 's morgens te 10 uren, bij het dorp
Borssele.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij den opzichter
A. Bol i er.
Vastgesteld door Burgemeester en Wethouders den
16 December 1865.
I. ROTTIER Jz., Burgemeester.
H. A. HAGEN, Secretaris.
Ctimcnlanö.
Middelburg 22 December.
In het eerste concert van het Muziekgezelschap Uit
kunstliefde alhier traden gisteren als solisten opmejufvr.
J. W. Gips (zang) en de heer C. Coenen (viool). Het
programma was goed gekozen, doch de verdeelinger van
kwam ons minder gelukkig voor. De eerste afdeeling
bevat van de vier daarin voorkomende nommers drie
uitgebreide werken van Mendelssohn, waarvan eenige
doelmatiger in de tweede afdeeling, ter meerdere afwis
seling, op hunne plaats zouden zijn geweest en daardoor
executanten en hoorders minder vermoeienis en inspan
ning zou gekost hebben, en het schoone dat in die com-
positiën ligt nog beter zou hebben doen uitkomen.
Met genoegen hebben wij kenuis gemaakt met het
talent van mejufvr.Gips. Zij bezit eeu aangenaam sopraan
geluid krachtig en rond, zonder die scherpte in het hooge
register, zoo vaak eene eigenschap bij sopraan-stemmen.
Hare voordracht is eenvoudig, bescheiden en bare into-
natiën zijn, ook bij de moeilijkste intervallen, rein, dat
vooral in;„IlöreIsrael" uitkwam. Mozart's Aria uit Figaro's
Hochzeit, en in Schubert's lied, waarin de componist in
zijne opvatting, wat helderheid van uitwerking derdenk-
beelden betreft, gelukkiger geslaagd is dan de dichter,
was hare opvatting van tekst enmuziek geheel met elkan
der in harmonie. „Du bist wie eine Blume" van Heine,
door Schumann zoo meesterlijk weergegeven, is eene
korte maar niet minder reine compositie, waarin de toon
dichter zoo recht plastisch de hoofdgedachte van den
dichter heeft opgenomeDjdit klein juweeltje, wat de vorm
betreft, werd schoon, gevoelvol, met gepasten eenvoud
voorgedragen en begrepen. Gaarne hadden wij het nog
eens van haar gehoord. De uitdrukking in den laatsten
regel waarin zulke eene diepe, schoone gedachte door den
dichter is gelegd, maakte op ons eeu weldadigen indruk
en niet minder het als toegift gezongen lied „lek muss
noch einmal singen"; de daarin voorkomende echo's
maakten een schoon effect.
De heerC. Coenen, een oude bekende, is, sedert wij hem
hoorden, aanmerkelijk vooruit gegaan; de uitvoering van
Mendelssohn's moeilijk vioolconcert was zeer verdienste
lijk, vooral in het prachtige Adagio, dat hij met veel
uitdrukking wedergaf.
Ook in het Morceau de Salon van Vieuxtemps gelukten
hem bijzonder de variaties met staccato's die hij mees
terlijk uitvoerde. In de Othello fautaisie van Ernst,
waarin groote moeilijkheden,meer op effect dan op kunst
waarde aanspraak maken, gaf hij het bewijs dat hij
ook in dat genre geen vreemdeling is.
De uitvoering der orcheststnkken, waaronder de 3e
8infouie van Mendelssohn, was, bij de middelen waarover
men hier beschikken kan, eene stoute onderneming.
Bijna maat voor maat staat, er in de partituur verschil
lende nuances aangeteekend, die, wanneer ze nauwgezet
geobserveerd worden, de waarde en de schoonheid van
het werk verhoogen. De gedurige afwisseling der mouve
menten vereischt veel oplettendheid en maakt vele en
strenge repetitiën noodzakelijk, en de uoodige eenheid
kan alleen door algemeene samenwerking verkregen
worden. Wat echter de uitvoering der éinfonie aangaat,
is ze bijzonder gelukkig geslaagd en was het adagio
zelf zeer verdienstelijk. De ouverture van Cberubini,
Les deux Jotyneés, en Gruss aus der Ferne, van Ver
hulst, vormden met de overige nos. van het programma
een goed geheel.
De hoofdcommissie voor de in 1866 te houden alge
meene tentoonstelling van Nederlaudsche nijverheid en
kunst heeft tot leden der provinciale commissie voor
Zeeland benoemd: de heeren B.A. Fokker te Middelburg,
S. G. Nauta van der Grijp te Zierikzee, A. Kakebeeke te
Goes, A. Ruysch te Vlissingen, en N. C. Lambrechtsen
van Ritthem te Middelburg. Het lidmaatschap van het
hoofdbestuur voor deze provincie is opgedragen aan den
heer G. J. Sprcnger.
De heden gehouden algemeene collecte voor de buiten
gewone uitdeeling aan de armen op Nieuwjaarsdag heeft
opgebracht 514.42 D
IIH KK. HH. prins en prinses Frederik en prinses
Marie zijn eergisteren uit het buitenland in de resi
dentie teruggekeerd.
De eerste kamer heeft gisteren met algemeene stem
men de aan de orde gestelde wetsontwerpen aangenomen.
Daaronder behooren ook de atkoopbaarstelling der
tienden van het kroondomein en de provinciale belas
tingen.
Naar men verneemt zijn Dinsdag de rapporteurs over
de cultuurwet, zijnde de heeren Blussé, van Bosse, van
Heukelom, Mijer en Roclmssen, vergaderd geweest tot
vaststelling der bouwstoffen en punten voor het voor-
loopig verslag nopens het sectie-onderzoek, dat, al de
dagen dat het geduurd heeft, door een zeer groot aantal
leden is bijgewoond. Reeds vroeger is gemeld en nader
kau bevestigd worden, dat in de meeste afdeelingen de
meerderheid, in andere een groot getal leden zich met
1865.
23 December.
de hoofdbeginselen dezer gewichtige voordracht heeft
kunnen vereenigen, behoudens aanmerkingen en be
denkingen op sommige onderdeden en og de wijze van
toepassing van sommige beginselen.
Men schrijft ons uit 'sGravenhage, 20 December:
„Sedert een paar avonden heeft het straatrumoer zich
herhaald, dat ten vorigen jare eene quasi-militairedemon
stratie uitlokte en eerst, toen een einde nam. In het
algemeen is onze policie wel eens zwak tegen nachtelijk
straatrumoer; vooral des Zaturdags en Zondags nachts
hoort men menigmaal tot op een Iaat uur zingen of
brallen, zonder dat de policie de nachtrust der slapende
burgerij doet eerbiedigen en alsof er geene strafbepalin
gen in het wetboek tegen nachtelijk rumoer waren ge
schreven.
„Onze straatjeugd leert daardoor dat men mag schreeu
wen, tieren en zingen. Zij neemt aanleiding uit het feit,
dat eenige honderde jongens van allerlei stand des
avonds de teeken-akademie verlaten. Ik geloof minder
dat die jongens gezamenlijk sedert eenige avonden met
schreeuwende benden, somtijds een koperen ketel langs
de steenen slepende, do stad doorkruisen, dan dat een
klein woelig tal door al wat gamin is, versterkt wordt.
Bepaalde men zich nu tot zingen, hetzij zoo. Maar er
gebeuren baldadigheden.
„Als die hoop de soms nauwe hoofdstraten passeert,
komt er gedrang. De policie komt aanloopen en wil
ruimte maken en de glazen breken hier en daar door
den aandrang van elleboogen, parapluien, enz.
„Maar bij den heer Thorbecke, aan het einde der
Koninginnegracht, is toch nog al ruimte en ook daar
zijn eenige glazen ingeslagen of gebroken.
„De policie liet ten vorigen jare deze rumoermakerij
wat lang begaan. Nu is zij spoedig roet meer klem op
getreden. Eergisteren avond ontstond dan ook eene
werkelijke vechtpartij in enkele straten, zoodat hier en
daar vroegtijdig de winkels werden gesloten. Maar dit
baat niet, zoo grooteren er zich in mengen. En dit
heeft nu plaats gehad, want eenige jongens waren
nauwelijks door de agenten aangevat, of een aandrang
van grooteren deed de belharaertjes ontsnappen. De
policie moet met klem, maar tevens met bedaardheid
handelen. Links en rechts stokslagen uit te deelen,
zonder te letten op wien en waar zij nederkomen, moet
tot verbittering aanleiding geven. En dit gebeurt.
„Heden maant het Dagblad aan tot het nemen van
krachtige maatregelen. Zoo het niet dagelijks straattaal
schreef, waarvan de opgewondenheid en heftigheid de
deloyauteit evenaart, dan zou het beter doen. Thans
heerscht sedert een paar jaren een geest onder sommige
elementen van de residentie, die, op den duur gevoed,
bittere vruchten zal moeten dragen."
De werkzaamheden aande spoorweglij n van Eindhoven
naar de Belgische grenzen hebben, voor zoover het
Nederlandsch grondgebied betreft, onlangs eene kleine
vertraging ondergaan, vermits die niet werden uitge
voerd naar de aanvankelijk door den waterstaat gegeven
bevelen. Wij vernemen dat die geschillen thans uit den
weg zijn geruimd en dat aan die lijn met zoodanige
kracht wordt gewerkt, dat dit traject tegelijk met het
gedeelte staatsspoorweg van Boxtel naar Eindhoven, in
het begin van het volgende jaar voor het publiek ver
keer kan en zal worden opengesteld.
In het bij de Staatscourant van jl. Woensdag behoo-
rende bijvoegsel is opgenomen een staat van nalaten
schappen, afkomstig van officieren, onderofficieren en
verdere manschappen,behoord hebbende tot de landmacht
in Nederlandsch-Indië, welke gedurende het 3e en
4e kwartaal 1864 onder het beheer der weeskamer te
Batavia zijn gesteld, en die, voor zooveel de saldo's meer
dan ƒ250 bedragen bij die weeskamer en daar beneden
bij het departement van koloniën in Nederland, door de
rechthebbenden behooren te worden ingevorderd, met
overlegging van de noodige bewijzen van erfrecht.